Common use of Ontslag Clause in Contracts

Ontslag. 1 Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand. 2 De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de duur van de opzegging: a. Korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. Vijf jaar of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: twee maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: drie maanden; d. 15 jaar of meer heeft geduurd: vier maanden; e. Voor de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere termijn van opzegging gold dan de termijnen genoemd in lid 2a tot en met 2d, blijft de oude termijn gelden zo lang de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijft. 3 De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 Van de termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 5 De arbeidsovereenkomst eindigt op het moment dat de werknemer: a. gebruik maakt van zijn recht op een uitkering conform de 55plus-regeling; b. de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 6 Het in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag is niet van toepassing indien de werknemer aan de werkgever, dan wel de werkgever aan de werknemer, een dringende reden geeft de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek. 7 De werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende de tijd, dat de werknemer geheel dan wel gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid tenminste twee jaren heeft geduurd.

Appears in 5 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, c.a.o. Voor Het Personeel Werkzaam in Het Partikuliere Kaaspakhuisbedrijf, c.a.o. Voor Het Personeel Werkzaam in Het Partikuliere Kaaspakhuisbedrijf

Ontslag. 1 Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand. 2 De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de duur van de opzegging: a. Korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. Vijf jaar of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: twee maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: drie maanden; d. 15 jaar of meer heeft geduurd: vier maanden; e. Voor de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere termijn van opzegging gold dan de termijnen genoemd in lid 2a tot en met 2d, blijft de oude termijn gelden zo lang de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijft. 3 De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 Van de termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 5 De arbeidsovereenkomst eindigt op het moment dat de werknemer: a. gebruik maakt van zijn recht op een uitkering conform de 55plus-regeling; b. de AOW-gerechtigde pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. 6 Het in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag is niet van toepassing indien de werknemer aan de werkgever, dan wel de werkgever aan de werknemer, een dringende reden geeft de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek. 7 De werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende de tijd, dat de werknemer geheel dan wel gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid tenminste twee jaren heeft geduurd.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Ontslag. 1 Opzegging geschiedt tegen 1. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van artikel 7:678 en 7:679 BW en behoudens tijdens of bij het einde eindigen van de maand.proeftijd als bedoeld in artikel 11 lid 1 in welke gevallen de arbeidsovereenkomst wederzijds onmiddellijk kan worden beëindigd, neemt de arbeidsovereenkomst een einde: 2 A. Voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst: a. Door opzegging door de werkgever. De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de duur dag van de opzegging: a. Korter : - korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. Vijf ; - vijf jaar of langer, maar korter dan 10 tien jaar heeft geduurd: twee maanden; c. 10 ; - tien jaar of langer, maar korter dan 15 vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; d. 15 ; - vijftien jaar of meer langer heeft geduurd: vier maanden; e. Voor de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere termijn van opzegging gold dan de termijnen genoemd in lid 2a tot en met 2d, blijft de oude termijn gelden zo lang de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijft. 3 b. Door opzegging door de werknemer. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 Van c. In afwijking van sub a wordt de termijn, bedoeld opzegtermijn voor werknemers voor onbepaalde tijd in lid 3, kan schriftelijk worden afgewekendienst op 31 december 2004 gefixeerd voor werk- nemers die op dat tijdstip 45 jaar of ouder zijn. De voor de werknemer meest gunstige opzegtermijn is op hen van toepassing, dat wil zeg- gen de opzegtermijn sub a of de op 31 december 2004 geldende op- zegtermijn. d. Voor beide partijen zal de termijn van opzegging na de proeftijd nooit minder dan een betalingsperiode bedragen. e. Indien de toestemming bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging, verkort met één maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging tenminste een betalingsperiode bedraagt. f. Voor de toepassing van het onder a bepaalde worden arbeidsover- eenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereen- komst te vormen in geval van herstel van de arbeidsverhouding inge- volge artikel 7:682 BW. g. Opzegging dient schriftelijk en zodanig te geschieden dat het einde van de arbeidsovereenkomst samenvalt met het einde van een beta- lingsperiode. h. Bij schriftelijke overeenkomst kan tussen werkgever en werknemer een langere wederzijdse opzeggingstermijn worden overeengekomen voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes tot een maximum van 6 maanden en voor de werkgever zodanig dat deze niet korter is dan het dubbele van die de termijn voor de werknemerwerknemer ingevolge artikel 7:672 BW. 5 i. De arbeidsovereenkomst eindigt op zonder dat enige opzegging vereist is met ingang van de maand, waarin de werknemer de 65-jarige leef- tijd bereikt. B. Voor werknemers voor een bepaalde tijdsduur in dienst: C. Voor werknemers in dienst voor het moment dat verrichten van een bepaald karwei: 2. Het bepaalde in artikel 7:670 BW, lid 1 (opzeggingsverbod tijdens ar- beidsongeschiktheid) is voor werknemers als bedoeld in artikel 11 lid 3.b en 3.c alsmede voor werknemers van 65 jaar en ouder, die langer dan 1 maand arbeidsongeschikt zijn, niet van toepassing; 3. Het bepaalde in artikel 7:670 BW, lid 1 is eveneens niet van toepassing voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst, indien de werknemerwerknemer die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, zonder deugdelijke grond weigert: a. gebruik maakt van zijn recht op gevolg te geven voor passende arbeid aan door de werkgever of een uitkering conform door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften en weigert mee te werken aan door de 55plus-regelingwerkgever of door een door hem aangewezen deskundige getroffen maatregelen om hem in staat te stellen de eigen of andere passende arbeid te verrichten; b. passende arbeid als bedoeld in artikel 7:658a BW, lid 3 te verrichten waartoe de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 6 Het werkgever hem in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag is niet gelegenheid stelt; c. zijn medewerking te verlenen aan het opstellen, evalueren en bijstel- len van toepassing indien een plan van aanpak als bedoeld in de werknemer aan de werkgever, dan wel de werkgever aan de werknemer, een dringende reden geeft de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboekvigerende wetgeving. 7 De werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende de tijd, dat de werknemer geheel dan wel gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid tenminste twee jaren heeft geduurd.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Ontslag. Dit artikel luidt tot 1 Opzegging geschiedt tegen juli 2015 als volgt: 1. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van artikel 7:678 en 7:679 BW en behoudens tijdens of bij het einde eindigen van de maand.proeftijd als bedoeld in artikel 11, lid 1, in welke gevallen de arbeidsovereenkomst wederzijds onmiddellijk kan worden beëindigd, neemt de arbeidsovereenkomst een einde: 2 A. Voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst: a. Door opzegging door de werkgever. De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de duur dag van de opzegging: a. Korter : - korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. Vijf ; - vijf jaar of langer, maar korter dan 10 tien jaar heeft geduurd: twee maanden; c. 10 ; - tien jaar of langer, maar korter dan 15 vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; d. 15 ; - vijftien jaar of meer langer heeft geduurd: vier maanden; e. Voor de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere termijn van opzegging gold dan de termijnen genoemd in lid 2a tot en met 2d, blijft de oude termijn gelden zo lang de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijft. 3 b. Door opzegging door de werknemer. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 Van c. In afwijking van sub a wordt de termijn, bedoeld opzegtermijn voor werknemers voor onbepaalde tijd in lid 3, kan schriftelijk worden afgewekendienst op 31 december 2004 gefixeerd voor werk- nemers die op dat tijdstip 45 jaar of ouder zijn. De voor de werknemer meest gunstige opzegtermijn is op hen van toepassing, dat wil zeg- gen de opzegtermijn sub a of de op 31 december 2004 geldende op- zegtermijn. d. Voor beide partijen zal de termijn van opzegging na de proeftijd nooit minder dan een betalingsperiode bedragen. e. Indien de toestemming bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging, verkort met één maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging tenminste een betalingsperiode bedraagt. f. Voor de toepassing van het onder a bepaalde worden arbeidsover- eenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereen- komst te vormen in geval van herstel van de arbeidsverhouding inge- volge artikel 7:682 BW. g. Opzegging dient schriftelijk en zodanig te geschieden dat het einde van de arbeidsovereenkomst samenvalt met het einde van een beta- lingsperiode. h. Bij schriftelijke overeenkomst kan tussen werkgever en werknemer een langere wederzijdse opzeggingstermijn worden overeengekomen voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes tot een maximum van 6 maanden en voor de werkgever zodanig dat deze niet korter is dan het dubbele van die de termijn voor de werknemerwerknemer ingevolge artikel 7:672 BW. 5 i. De arbeidsovereenkomst eindigt op het moment zonder dat enige opzegging vereist is met ingang van de werknemerAOW-gerechtigde leeftijd. B. Voor werknemers voor een bepaalde tijdsduur in dienst: a. gebruik maakt C. Voor werknemers in dienst voor het verrichten van zijn recht op een uitkering conform de 55plus-regeling;bepaald karwei: b. 2. Het bepaalde in artikel 7:670 BW, lid 1 (opzeggingsverbod tijdens ar- beidsongeschiktheid) is voor werknemers als bedoeld in artikel 11 lid 3.b en 3.c, alsmede voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.heb- ben bereikt die langer dan 1 maand arbeidsongeschikt zijn, niet van toe- passing; 6 3. Het bepaalde in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag is artikel 7:670 BW, lid 1is eveneens niet van toepassing voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst, indien de werknemer die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, zonder deugdelijke grond weigert: a. gevolg te geven voor passende arbeid aan de werkgever, dan wel door de werkgever of een door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften en weigert mee te werken aan door de werknemerwerkgever of door een door hem aangewezen deskundige getroffen maatregelen om hem in staat te stellen de eigen of andere passende arbeid te verrichten; b. passende arbeid als bedoeld in artikel 7:658a BW, lid 4, te verrichten waartoe de werkgever hem in de gelegenheid stelt; c. zijn medewerking te verlenen aan het opstellen, evalueren en bijstel- len van een plan van aanpak als bedoeld in de vigerende wetgeving. 1. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden geeft in de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in zin van artikel 7:678 en 7:679 BW en behoudens tijdens of bij het eindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 11, lid 1, in welke gevallen de arbeidsovereenkomst wederzijds onmiddellijk kan worden beëindigd, alsmede behoudens een schriftelijk overeenkomst waarmee een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd in de zin van artikel 7:670b, en behoudens de schriftelijke instemming van de werknemer met een opzegging, in welke gevallen de arbeidsovereenkomst op een door werkgever en werknemer te bepalen tijdtsip kan worden beeindigd, neemt de arbeidsovereenkomst een einde als volgt: A. Voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst: a. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst opzeggen indien daar een redelijke grond als bedoeld in artikel 7: 669, lid 3 en lid 5 BW, voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke ter- mijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt. De werkgever die voornemens is de arbeidsovereenkomst op te zeg- gen op grond van artikel 669, lid 3, onder a of b BW, verzoekt hier- voor schriftelijk toestemming aan het Uitvoeringsinstituut Werkne- mersverzekeringen (UWV) als bedoeld in de Wet structuur uitvoe- ringsorganisatie werk en inkomen. De kantonrechter kan op verzoek van de werkgever de arbeidsover- eenkomst ontbinden in de gevallen, genoemd in artikel 669, lid 3, on- der c tot en met h, BW en de overige in artikel 7: 671b genoemde ge- vallen. b. De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging be- draagt bij een arbeidsovereenkomst die op de dag van opzegging: - korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; - vijf jaar of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd: twee maanden; - tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; - vijftien jaar of langer heeft geduurd: vier maanden. De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging wordt verkort met de duur van de periode gelegen tussen de datum waarop het volledig verzoek om toestemming, bedoeld in artikel 7:671a, lid 4, (ontslagvergunnng UWV) is ontvangen en de dagtekening van de be- slissing op het verzoek, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging tenminste een maand bedraagt. c. De werknemer kan de arbeidsovereenkomst door opzegging beein- digen. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. d. In afwijking van sub b wordt de opzegtermijn voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst op 31 december 2004 gefixeerd voor werk- nemers die op dat tijdstip 45 jaar of ouder waren. De voor de werk- nemer meest gunstige opzegtermijn is op hen van toepassing, dat wil zeggen de opzegtermijn sub a of de op 31 december 2004 geldende opzegtermijn. e. Indien het verzoek om ontbinding aan de kantonrechter een arbeids- overeenkomst voor onbepaalde tijd, een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betreft die niet tussentijds kan worden opgezegd of na weigering van een ontslagvergunning, en de kantonrechter het ver- zoek inwilligt, bepaalt hij het einde van de arbeidsovereenkomst op het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst bij opzegging zou zijn geëindigd, waarbij, indien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, de duur van de periode gelegen tussen de ontvangst van het Burgerlijk Wetboekverzoek om ontbinding en de dagtekening van de ontbindingsbe- schikking in mindering wordt gebracht, met dien verstande dat een termijn van ten minste een maand resteert. In afwijking hiervan kan hij het einde van de arbeidsovereenkomst bepalen op een eerder tijdstip, indien de ontbinding van de arbeids- overeenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nala- ten van de werknemer. 7 De f. Voor beide partijen zal de termijn van opzegging na de proeftijd nooit minder dan een betalingsperiode bedragen. g. Voor de toepassing van het onder a bepaalde worden arbeidsover- eenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereen- komst te vormen in geval van herstel van de arbeidsverhouding inge- volge artikel 7:682 of artikel 7:683 BW. h. Opzegging dient schriftelijk en zodanig te geschieden dat het einde van de arbeidsovereenkomst samenvalt met het einde van een beta- lingsperiode. i. Bij schriftelijke overeenkomst kan tussen werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende de tijd, dat en werknemer een langere wederzijdse opzeggingstermijn worden overeengekomen voor de werknemer geheel tot een maximum van 6 maanden en voor de werkgever zodanig dat deze niet korter is dan wel gedeeltelijk ongeschikt het dubbele van de termijn voor de werknemer ingevolge artikel 7:672 BW. j. De arbeidsovereenkomst eindigt zonder dat enige opzegging vereist is tot het verrichten met ingang van arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid tenminste twee jaren heeft geduurdAOW-gerechtigde leeftijd.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Ontslag. 1 Opzegging geschiedt tegen 1. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van artikel 7:678 en 7:679 BW en behoudens tijdens of bij het einde eindigen van de maandproeftijd als bedoeld in artikel 11, lid 1, in welke gevallen de arbeidsovereenkomst wederzijds onmiddellijk kan worden beëindigd, alsmede behoudens een schriftelijk overeenkomst waarmee een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd in de zin van artikel 7:670b, en behoudens de schriftelijke instemming van de werknemer met een opzegging, in welke gevallen de arbeidsovereenkomst op een door werkgever en werknemer te bepalen tijdtsip kan worden beeindigd, neemt de arbeidsovereenkomst een einde als volgt: A. Voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst: a. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst opzeggen indien daar een redelijke grond als bedoeld in artikel 7: 669, lid 3 en lid 5 BW, voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt. De werkgever die voornemens is de arbeidsovereenkomst op te zeggen op grond van artikel 669, lid 3, onder a of b BW, verzoekt hiervoor schriftelijk toestemming aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) als bedoeld in de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. De kantonrechter kan op verzoek van de werkgever de arbeidsovereenkomst ontbinden in de gevallen, genoemd in artikel 669, lid 3, onder c tot en met h, BW en de overige in artikel 7: 671b genoemde gevallen. 2 b. De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de duur dag van de opzegging: a. Korter : - korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. Vijf ; - vijf jaar of langer, maar korter dan 10 tien jaar heeft geduurd: twee maanden; c. 10 ; - tien jaar of langer, maar korter dan 15 vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; d. 15 ; - vijftien jaar of meer langer heeft geduurd: vier maanden; e. Voor . De door de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere werkgever in acht te nemen termijn van opzegging gold dan wordt verkort met de termijnen genoemd duur van de periode gelegen tussen de datum waarop het volledig verzoek om toestemming, bedoeld in artikel 7:671a, lid 2a tot 4, (ontslagvergunnng UWV) is ontvangen en de dagtekening van de beslissing op het verzoek, met 2d, blijft dien verstande dat de oude resterende termijn gelden zo lang de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijftvan opzegging tenminste een maand bedraagt. 3 c. De werknemer kan de arbeidsovereenkomst door opzegging beeindigen. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 Van d. In afwijking van sub b wordt de termijn, bedoeld opzegtermijn voor werknemers voor onbepaalde tijd in lid 3, kan schriftelijk worden afgewekendienst op 31 december 2004 gefixeerd voor werknemers die op dat tijdstip 45 jaar of ouder waren. De voor de werknemer meest gunstige opzegtermijn is op hen van toepassing, dat wil zeggen de opzegtermijn sub a of de op 31 december 2004 geldende opzegtermijn. Op 31 december 2004 bedroeg voor de werkgever de termijn van opzegging voor werknemers die op dat tijdstip 45 jaar of ouder waren tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer mag in gehele jaren heeft geduurd, doch maximaal 13 weken. Deze termijn wordt verlengd met een week voor elk vol jaar, dat de werknemer na het bereiken van de 45-jarige leeftijd bij verlenging de werkgever op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest, doch maximaal met 13 weken. e. Indien het verzoek om ontbinding aan de kantonrechter een arbeids- overeenkomst voor onbepaalde tijd, een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betreft die niet langer tussentijds kan worden opgezegd of na weigering van een ontslagvergunning, en de kantonrechter het ver- zoek inwilligt, bepaalt hij het einde van de arbeidsovereenkomst op het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst bij opzegging zou zijn geëindigd, waarbij, indien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, de duur van de periode gelegen tussen de ontvangst van het verzoek om ontbinding en de dagtekening van de ontbindingsbe- schikking in mindering wordt gebracht, met dien verstande dat een termijn van ten minste een maand resteert. In afwijking hiervan kan hij het einde van de arbeidsovereenkomst bepalen op een eerder tijdstip, indien de ontbinding van de arbeids- overeenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nala- ten van de werknemer. f. Voor beide partijen zal de termijn van opzegging na de proeftijd nooit minder dan zes een betalingsperiode bedragen. g. Voor de toepassing van het onder a bepaalde worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te vormen in geval van herstel van de arbeidsverhouding ingevolge artikel 7:682 of artikel 7:683 BW. h. Opzegging dient schriftelijk en zodanig te geschieden dat het einde van de arbeidsovereenkomst samenvalt met het einde van een betalingsperiode. i. Bij schriftelijke overeenkomst kan tussen werkgever en werknemer een langere wederzijdse opzeggingstermijn worden overeengekomen voor de werknemer tot een maximum van 6 maanden en voor de werkgever zodanig dat deze niet korter is dan het dubbele van die de termijn voor de werknemerwerknemer ingevolge artikel 7:672 BW. 5 j. De arbeidsovereenkomst eindigt op het moment zonder dat de werknemer: a. gebruik maakt enige opzegging vereist is met ingang van zijn recht op een uitkering conform de 55plus-regeling; b. de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereiktleeftijd. 6 Het B. Voor werknemers voor een bepaalde tijdsduur in dienst: a. De arbeidsovereenkomt voor een bepaalde tijdsduur eindigt van rechtswege op de laatste dag van het tijdvak genoemd in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag individuele arbeidsovereenkomst. Indien een tussentijdse opzegging is niet overeengekomen, eindigt deze na een tussentijdse opzegging door een der partijen, met schriftelijke instemming van toepassing indien de werknemer met een opzegging of door een verzoek tot ontbindig aan de werkgeverkantonrechter, dan wel waarbij onderdeel A van overeenkomstige toepassing is. b. De werkgever informeert de werkgever aan de werknemer, werknemer schriftelijk uiterlijk een dringende reden geeft maand voordat de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in artikel 7:678 en 7:679 voor een bepaalde tijdsduur van het Burgerlijk Wetboek. 7 De werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende de tijd, dat de werknemer geheel dan wel gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid tenminste twee jaren heeft geduurd.rechtswege eindigt:

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Ontslag. 1 1. Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand. 2 2. De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst arbeidsovereen- komst die op de duur van de opzegging: a. Korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. Vijf jaar of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: twee maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: drie maanden; d. 15 jaar of meer heeft geduurd: vier maanden; e. Voor de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere termijn van opzegging gold dan de termijnen genoemd in lid 2a tot en met 2d, blijft de oude termijn gelden zo lang de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijft. 3 3. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 4. Van de termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 5 5. De arbeidsovereenkomst eindigt op het moment dat de werknemer: a. gebruik maakt van zijn recht op een uitkering conform de 55plus-regeling; b. de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 6 6. Het in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag is niet van toepassing indien de werknemer aan de werkgever, dan wel de werkgever aan de werknemer, een dringende reden geeft de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek. 7 7. De werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende de tijd, dat de werknemer geheel dan wel gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid ongeschikt- heid tenminste twee jaren heeft geduurd.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Ontslag. 1 Opzegging geschiedt tegen het einde 1. Een dienstverband voor onbepaalde tijd kan eindigen: * door opzegging van de maandwerkgever of de werknemer; * bij overlijden van werknemer; * automatisch en zonder dat opzegging nodig is, bij het bereiken van de leeftijd dat de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt; * met wederzijds goedvinden; * in geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden als bedoeld in de artikelen 678 en 679 van boek 7 BW. 2 2. De door werkgever zowel als de werkgever werknemer nemen bij opzegging de wettelijke termijnen, zoals geregeld in boek 7 art 672 BW, in acht zijnde: a. De werknemer dient een opzegtermijn in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op maand. b. De werkgever dient de duur van volgende opzeggingstermijnen in acht te nemen: * een maand, indien de opzegging: a. Korter dienstbetrekking korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. Vijf ; * twee maanden, indien de dienstbetrekking vijf jaar of langer, maar korter dan 10 tien jaar heeft geduurd: twee ; * drie maanden; c. 10 , indien de dienstbetrekking tien jaar of langer, maar korter dan 15 vijftien jaar heeft geduurd: drie ; * vier maanden; d. 15 , indien de dienstbetrekking vijftien jaar of meer langer heeft geduurd: vier maanden;. e. 3. Met inachtneming van het bepaalde in de leden 2.a en 2.b geschiedt de opzegging zodanig dat het dienstverband afloopt op het einde van de betalingsperiode. 4. Voor de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere termijn van opzegging gold dan de termijnen genoemd in lid 2a tot en met 2d, blijft 2.b mag één maand worden afgetrokken indien de oude termijn gelden zo lang werkgever beschikt over een ontslagvergunning van het UWV Werkbedrijf. De opzegtermijn mag nooit korter dan één maand zijn. 5. Indien het dienstverband op initiatief van de werkgever beëindigd heeft de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijft. 3 De recht op de wettelijke transitievergoeding, behalve wanneer er sprake is van ernstig verwijtbaar handen door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 Van de termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 5 De arbeidsovereenkomst eindigt op het moment dat de werknemer: a. gebruik maakt van zijn recht op een uitkering conform de 55plus-regeling; b. de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 6 Het in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag is niet van toepassing indien de werknemer aan de werkgever, dan wel de werkgever aan de werknemer, een dringende reden geeft de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek. 7 De werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende de tijd, dat de werknemer geheel dan wel gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid tenminste twee jaren heeft geduurd.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Ontslag. 1 Opzegging geschiedt tegen 1. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van artikel 7:678 en 7:679 BW en behoudens tijdens of bij het einde eindigen van de maand.proeftijd als bedoeld in artikel 11 lid 1 in welke gevallen de arbeidsovereenkomst wederzijds onmiddellijk kan worden beëindigd, neemt de arbeidsovereenkomst een einde: 2 A. Voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst: a. Door opzegging door de werkgever. De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de duur dag van de opzegging: a. Korter : - korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. Vijf ; - vijf jaar of langer, maar korter dan 10 tien jaar heeft geduurd: twee maanden; c. 10 ; - tien jaar of langer, maar korter dan 15 vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; d. 15 ; - vijftien jaar of meer langer heeft geduurd: vier maanden; e. Voor de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere termijn van opzegging gold dan de termijnen genoemd in lid 2a tot en met 2d, blijft de oude termijn gelden zo lang de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijft. 3 b. Voor ondernemingen die vallen onder artikel 1, lid 4, geldt lid 1 A sub a, per 1 juli 2005. Tot 1 juli 2005 geldt het bepaalde in de CAO voor de Confectie-Industrie zoals deze luidde op 31 december 2004 (zie Bijlage VIII). c. Door opzegging door de werknemer. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 Van d. In afwijking van sub a wordt de termijn, bedoeld opzegtermijn voor werknemers voor onbepaalde tijd in lid 3, kan schriftelijk worden afgewekendienst op 31 december 2004 gefixeerd voor werk- nemers die op dat tijdstip 45 jaar of ouder zijn. De voor de werkne- mer meest gunstige opzegtermijn is op hen van toepassing, dat wil zeggen de opzegtermijn sub a of de op 31 december 2004 geldende opzegtermijn. Op 31 december 2004 bedroeg voor de werkgever de termijn van opzegging voor werknemers die op dat tijdstip 45 jaar of ouder waren tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de meerder- jarigheid van de werknemer mag gehele jaren heeft geduurd, doch maxi- maal 13 weken. Deze termijn wordt verlengd met een week voor elk vol jaar, dat de werknemer na het bereiken van de 45-jarige leeftijd bij verlenging de werkgever op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest, doch maximaal met 13 weken. e. Voor beide partijen zal de termijn van opzegging na de proeftijd nooit minder dan een betalingsperiode bedragen. f. Indien de toestemming bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging, verkort met één maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging tenminste een betalingsperiode bedraagt. g. Voor de toepassing van het onder a bepaalde worden arbeidsover- eenkomsten geacht eenzelfde, niet langer zijn dan zes onderbroken arbeidsovereen- komst te vormen in geval van herstel van de arbeidsverhouding in- gevolge artikel 7:682 BW. h. Opzegging dient schriftelijk en zodanig te geschieden dat het einde van de arbeidsovereenkomst samenvalt met het einde van een beta- lingsperiode. i. Bij schriftelijke overeenkomst kan tussen werkgever en werknemer een langere wederzijdse opzeggingstermijn worden overeengeko- men voor de werknemer tot een maximum van 6 maanden en voor de werkgever zodanig dat deze niet korter is dan het dubbele van die de termijn voor de werknemerwerknemer ingevolge artikel 7:672 BW. 5 j. De arbeidsovereenkomst eindigt op zonder dat enige opzegging vereist is met ingang van de maand, waarin de werknemer de 65-jarige leef- tijd bereikt. B. Voor werknemers voor een bepaalde tijdsduur in dienst: C. Voor werknemers in dienst voor het moment dat verrichten van een bepaald karwei: 2. Het bepaalde in artikel 7:670 BW, lid 1 (opzeggingsverbod tijdens ar- beidsongeschiktheid) is voor werknemers als bedoeld in artikel 11 lid 3.b en 3.c alsmede voor werknemers van 65 jaar en ouder, die langer dan 1 maand arbeidsongeschikt zijn, niet van toepassing; 3. Het bepaalde in artikel 7:670 BW, lid 1 is eveneens niet van toepassing voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst, indien de werknemerwerknemer die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, zonder deugdelijke grond weigert: a. gebruik maakt van zijn recht op gevolg te geven voor passende arbeid aan door de werkgever of een uitkering conform door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften en weigert mee te werken aan door de 55plus-regelingwerkgever of door een door hem aangewezen deskundige getroffen maatregelen om hem in staat te stellen de eigen of andere passende arbeid te verrichten; b. passende arbeid als bedoeld in artikel 7:658a BW, lid 3 te verrichten waartoe de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 6 Het werkgever hem in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag is niet gelegenheid stelt; c. zijn medewerking te verlenen aan het opstellen, evalueren en bijstel- len van toepassing indien een plan van aanpak als bedoeld in de werknemer aan de werkgever, dan wel de werkgever aan de werknemer, een dringende reden geeft de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboekvigerende wetgeving. 7 De werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende de tijd, dat de werknemer geheel dan wel gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid tenminste twee jaren heeft geduurd.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Ontslag. 1 Opzegging geschiedt tegen 1. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van artikel 7:678 en 7:679 BW en behoudens tijdens of bij het einde eindigen van de maand.proeftijd als bedoeld in artikel 11 lid 1 in welke gevallen de arbeidsovereenkomst wederzijds onmiddellijk kan worden beëindigd, neemt de arbeidsovereenkomst een einde: 2 A. Voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst: a. Door opzegging door de werkgever. De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de duur dag van de opzegging: a. Korter : - korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. Vijf ; - vijf jaar of langer, maar korter dan 10 tien jaar heeft geduurd: twee maanden; c. 10 ; - tien jaar of langer, maar korter dan 15 vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; d. 15 ; - vijftien jaar of meer langer heeft geduurd: vier maanden; e. Voor de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere termijn van opzegging gold dan de termijnen genoemd in lid 2a tot en met 2d, blijft de oude termijn gelden zo lang de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijft. 3 b. Voor ondernemingen die vallen onder artikel 1, lid 4, geldt lid 1 A sub a, per 1 juli 2005. Tot 1 juli 2005 geldt het bepaalde in de CAO voor de Confectie-Industrie zoals deze luidde op 31 december 2004 (zie Bijlage VIII). c. Door opzegging door de werknemer. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 Van d. In afwijking van sub a wordt de termijn, bedoeld opzegtermijn voor werknemers voor onbepaalde tijd in lid 3, kan schriftelijk worden afgewekendienst op 31 december 2004 gefixeerd voor werk- nemers die op dat tijdstip 45 jaar of ouder zijn. De voor de werkne- mer meest gunstige opzegtermijn is op hen van toepassing, dat wil zeggen de opzegtermijn sub a of de op 31 december 2004 geldende opzegtermijn. Op 31 december 2004 bedroeg voor de werkgever de termijn van opzegging voor werknemers die op dat tijdstip 45 jaar of ouder waren tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de meer- derjarigheid van de werknemer mag gehele jaren heeft geduurd, doch maximaal 13 weken. Deze termijn wordt verlengd met een week voor elk vol jaar, dat de werknemer na het bereiken van de 45-jarige leef- tijd bij verlenging de werkgever op grond van een arbeidsovereenkomst werk- zaam is geweest, doch maximaal met 13 weken. e. Voor beide partijen zal de termijn van opzegging na de proeftijd nooit minder dan een betalingsperiode bedragen. f. Indien de toestemming bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging, verkort met één maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging tenminste een betalingsperiode bedraagt. g. Voor de toepassing van het onder a bepaalde worden arbeidsover- eenkomsten geacht eenzelfde, niet langer zijn dan zes onderbroken arbeidsovereen- komst te vormen in geval van herstel van de arbeidsverhouding in- gevolge artikel 7:682 BW. h. Opzegging dient schriftelijk en zodanig te geschieden dat het einde van de arbeidsovereenkomst samenvalt met het einde van een beta- lingsperiode. i. Bij schriftelijke overeenkomst kan tussen werkgever en werknemer een langere wederzijdse opzeggingstermijn worden overeengeko- men voor de werknemer tot een maximum van 6 maanden en voor de werkgever zodanig dat deze niet korter is dan het dubbele van die de termijn voor de werknemerwerknemer ingevolge artikel 7:672 BW. 5 j. De arbeidsovereenkomst eindigt zonder dat enige opzegging vereist is met ingang van de maand, waarin de werknemer de 65-jarige leef- tijd bereikt. B. Voor werknemers voor een bepaalde tijdsduur in dienst: op de laatste dag van het moment dat tijdvak genoemd in de werknemerindividuele arbeidsover- eenkomst. C. Voor werknemers in dienst voor het verrichten van een bepaald karwei: bij het beëindigen van het karwei waarvoor de werknemer is aangeno- men. 2. Het bepaalde in artikel 7:670 BW, lid 1 (opzeggingsverbod tijdens ar- beidsongeschiktheid) is voor werknemers als bedoeld in artikel 11 lid 3.b en 3.c alsmede voor werknemers van 65 jaar en ouder, die langer dan 1 maand arbeidsongeschikt zijn, niet van toepassing; 3. Het bepaalde in artikel 7:670 BW, lid 1 is eveneens niet van toepassing voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst, indien de werknemer die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, zonder deugdelijke grond weigert: a. gebruik maakt van zijn recht op gevolg te geven voor passende arbeid aan door de werkgever of een uitkering conform door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften en weigert mee te werken aan door de 55plus-regelingwerkgever of door een door hem aangewezen deskundige getroffen maatregelen om hem in staat te stellen de eigen of andere passende arbeid te verrichten; b. passende arbeid als bedoeld in artikel 7:658a BW, lid 3 te verrichten waartoe de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 6 Het werkgever hem in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag is niet gelegenheid stelt; c. zijn medewerking te verlenen aan het opstellen, evalueren en bij- stellen van toepassing indien een plan van aanpak als bedoeld in de werknemer aan de werkgever, dan wel de werkgever aan de werknemer, een dringende reden geeft de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboekvigerende wetge- ving. 7 De werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende de tijd, dat de werknemer geheel dan wel gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid tenminste twee jaren heeft geduurd.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Ontslag. 1 Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand. 2 De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de duur van de opzegging: a. Korter x. xxxxxx dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. Vijf jaar of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: twee maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: drie maanden; d. 15 jaar of meer heeft geduurd: vier maanden; e. Voor de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere termijn van opzegging gold dan de termijnen genoemd in lid 2a tot en met 2d, blijft de oude termijn gelden zo lang de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijft. 3 De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 Van de termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 5 De arbeidsovereenkomst eindigt op het moment dat de werknemer: a. gebruik maakt van zijn recht op een uitkering conform de 55plus-regeling; b. de AOW-gerechtigde pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. 6 Het in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag is niet van toepassing indien de werknemer aan de werkgever, dan wel de werkgever aan de werknemer, een dringende reden geeft de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek. 7 De werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende de tijd, dat de werknemer geheel dan wel gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid tenminste twee jaren heeft geduurd.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Ontslag. 1 Opzegging geschiedt tegen 1. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege zonder dat opzeg- ging is vereist in de gevallen genoemd in artikel 6, lid 5, lid 6 en lid 7 sub b. 2. Gedurende de overeengekomen proeftijd, die nimmer méér dan twee maanden zal bedragen, hebben werkgever en werknemer ieder het einde recht de arbeidsovereenkomst te beëindigen zonder opzegtermijn en zonder opgave van redenen. 3. De arbeidsovereenkomst kan eveneens worden beëindigd zonder opzegtermijn om dringende redenen in de gevallen en op de wijze omschreven in artikel 7:678 en artikel 7:679 van het Burgerlijk Wet- boek. 4. In andere gevallen is voor de beëindiging van de maand. 2 arbeidsovereen- komst opzegging en inachtneming van een opzegtermijn vereist. De door arbeidsovereenkomst kan na inachtneming van de werkgever opzegtermijn uitsluitend beëindigd worden met ingang van de eerste dag volgend op een loonperiode. De in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de duur van de opzeggingopzegtermijn is nooit korter dan één week. De opzegtermijn bedraagt: a. Korter dan vijf jaar heeft geduurdvoor de werknemer die opzegt: één maand; b. Vijf jaar of langer, maar korter dan 10 jaar week voor ieder tijdvak van twee volle jaren dat de arbeids- verhouding heeft geduurd: twee maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: drie maanden; d. 15 jaar of meer heeft geduurd: vier maanden; e. geduurd na meerderjarigheid van de werkne- mer. Voor de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere termijn van opzegging gold opzegt bedraagt de opzegtermijn nooit meer dan de termijnen genoemd in lid 2a tot en met 2d, blijft de oude termijn gelden zo lang de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijft6 weken. 3 De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 Van de termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden en b. voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die opzegt: één week voor de werknemer. 5 De arbeidsovereenkomst eindigt op het moment ieder vol jaar dat de werknemer: a. gebruik maakt arbeidsverhouding heeft geduurd na meerderjarigheid van zijn recht op een uitkering conform de 55plus-regeling; b. de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 6 Het in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag is niet van toepassing indien de werknemer aan de werkgever, dan wel de werkgever aan de werknemer, zulks met een dringende reden geeft maximum van dertien weken. Ten aanzien van de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in artikel 7:678 en 7:679 werknemer die op de dag van het Burgerlijk Wetboek. 7 De werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende opzegging ouder is dan 45 jaar wordt de tijd, opzeg- termijn verlengd met één week voor ieder vol jaar dat de arbeids- verhouding heeft geduurd nadat werknemer geheel 45 jaar werd. Ook deze verlenging zal nooit meer dan wel gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid tenminste twee jaren heeft geduurddertien weken bedragen.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Ontslag. 1. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een drin- gende reden in de zin van de artikelen 1639p en 1639q BW en behoudens tijdens of bij het eindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 17, lid 1 in welke gevallen het dienstverband wederzijds onmiddellijk kan worden bee¨indigd, neemt de dienstbetrekking een einde: – Voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst. a. Door opzegging door de werkgever met een termijn van tenminste zoveel weken als de dienstbetrekking na de 21-jarige leeftijd van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken; deze termijn wordt voor de werknemers ouder dan 45 jaar doch jonger dan 65 jaar verlengd voor elk vol jaar dienstverband na de 45ste verjaardag met e´e´n week, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken; b. Door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de dienstbetrekking na de 21-jarige leeftijd tijdvakken van 2 gehele jaren heeft ge- duurd tot een maximum van 6 weken. 2. Voor beide partijen zal de termijn van opzegging na de proef- tijd nooit minder dan een betalingsperiode bedragen. 3. Opzegging geschiedt tegen dient als regel zodanig te geschieden dat het einde van het dienstverband samenvalt met het einde van de maandbetalingsperioden. In afwijking van deze regel kan de opzeggingstermijn ook ingaan met ingang van de betalingsperiode volgend op de betalingsperiode, waarin is opgezegd. De methode, die in de onderneming wordt toegepast, wordt bepaald door hetgeen in voorgaande jaren het bestendig ge- bruik is geweest. 2 De door de 4. Bij schriftelijke overeenkomst kan tussen werkgever in acht te nemen termijn en werk- nemer een langere wederzijdse opzeggingstermijn worden overeengekomen tot een maximum van 6 maanden. 5. Het dienstverband eindigt zonder dat enige opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de duur vereist is met ingang van de opzegging:maand, waarin de werknemer de 65- jarige leeftijd bereikt. – Voor werknemers voor een bepaalde tijdsduur in dienst. Op de laatste dag van het tijdvak genoemd in de individuele arbeidsovereenkomst, tenzij het bepaalde in lid 3B en 3C van artikel 17 van toepassing is. – Voor werknemers in dienst voor het verrichten van een bepaald karwei. Bij het bee¨indigen van het karwei waarvoor de werknemer is aangenomen, tenzij het bepaalde in lid 3B van artikel 17 van toe- passing is. a. Korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. Vijf jaar of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: twee maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: drie maanden; d. 15 jaar of meer heeft geduurd: vier maanden; e. Voor de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere termijn Het bepaalde in het 3e lid van opzegging gold dan de termijnen genoemd in lid 2a tot en met 2d, blijft de oude termijn gelden zo lang de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijft. 3 De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 Van de termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 5 De arbeidsovereenkomst eindigt op het moment dat de werknemer: a. gebruik maakt van zijn recht op een uitkering conform de 55plus-regeling; b. de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 6 Het in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag artikel 1639f BW is niet van toepassing indien toe- passing (opzeggingsvereisten voortgezette dienstverbanden voor bepaalde tijd aangegaan). b. Indien een voor bepaalde tijd aangegaan dienstverband zal wor- den voortgezet, zal de werkgever de werknemer aan de werkgevere´e´n week voor het tijdstip waarop het aldus voortgezette dienstverband van rechtswege eindigt, dan wel de werkgever aan de werknemer, een dringende reden geeft de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek. 7 De werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende de tijd, dat de werknemer geheel dan wel gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziektehiervan schriftelijk mededeling doen, tenzij de ongeschiktheid tenminste twee jaren heeft geduurdhet bepaalde in lid 3b van artikel 17 van toepassing is.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Ontslag. 1. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een drin- gende reden in de zin van artikel 7:678p en 679q BW en behoudens tijdens of bij het eindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 5, lid 1 in welke gevallen de arbeidsovereenkomst wederzijds onmid- dellijk kan worden beëindigd, neemt de arbeidsovereenkomst een einde: Voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst. a. Door opzegging door de werkgever met een termijn van tenmin- ste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de 21-jarige leeftijd van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken; deze termijn wordt voor de werkne- mers ouder dan 45 jaar doch jonger dan 65 jaar verlengd voor elk vol jaar dienstverband na de 45ste verjaardag met één week, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken; b. Door opzegging door de werknemer met een termijn van tenmin- ste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de 21-jarige leeftijd tijdvakken van 2 gehele jaren heeft geduurd tot een maxi- mum van 6 weken. c. Voor beide partijen zal de termijn van opzegging na de proeftijd nooit minder dan een betalingsperiode bedragen. d. Opzegging geschiedt tegen dient als regel zodanig te geschieden dat het einde van de maandarbeidsovereenkomst samenvalt met het einde van de betalingsperioden. In afwijking van deze regel kan de opzeggingstermijn ook ingaan met ingang van de betalingsperiode volgend op de betalings- periode, waarin is opgezegd. De methode, die in de onderneming wordt toegepast, wordt bepaald door hetgeen in voorgaande jaren het bestendig gebruik is geweest. 2 e. Bij schriftelijke overeenkomst kan tussen werkgever en werkne- mer een langere wederzijdse opzeggingstermijn worden overeen- gekomen tot een maximum van 6 maanden. f. De door arbeidsovereenkomst eindigt zonder dat enige opzegging ver- eist is met ingang van de maand, waarin de werknemer de 65-jarige leeftijd bereikt. Voor werknemers voor een bepaalde tijdsduur in dienst. Op de laatste dag van het tijdvak genoemd in de individuele arbeids- overeenkomst, tenzij het bepaalde in lid 3B en 3C van artikel 5 van toepassing is. Voor werknemers in dienst voor het verrichten van een bepaald kar- wei. Bij het beëindigen van het karwei waarvoor de werknemer is aange- nomen, tenzij het bepaalde in lid 3B van artikel 5 van toepassing is. a. Het bepaalde in het 3e lid van artikel 7:668 BW is niet van toe- passing (opzeggingsvereisten voortgezette arbeidsovereenkom- sten voor bepaalde tijd aangegaan). b. Indien een voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst zal worden voortgezet, zal de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de duur van de opzegging: a. Korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. Vijf jaar of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: twee maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: drie maanden; d. 15 jaar of meer heeft geduurd: vier maanden; e. Voor de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en één week voor wie op dat het tijdstip een langere termijn waarop de aldus voortgezette arbeidsovereen- komst van opzegging gold dan de termijnen genoemd rechtswege eindigt, hiervan schriftelijk mededeling doen, tenzij het bepaalde in lid 2a tot en met 2d, blijft de oude termijn gelden zo lang de werknemer bij dezelfde werkgever in dienst blijft3b van artikel 5 van toepassing is. 3 De door de werknemer 3. Het bepaalde in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. 4 Van de termijnartikel 7:670, 3e lid (opzeggingsverbod tijdens arbeidsongeschiktheid) is voor werknemers als bedoeld in lid 33A sub b en c van artikel 5 alsmede voor werknemers van 65 jaar en ouder, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer mag bij verlenging niet die langer zijn dan zes maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 5 De arbeidsovereenkomst eindigt op het moment dat de werknemer: a. gebruik maakt van zijn recht op een uitkering conform de 55plus-regeling; b. de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 6 Het in de voorgaande leden bepaalde omtrent ontslag is 1 maand arbeidsongeschikt zijn, niet van toepassing indien de werknemer aan de werkgever, dan wel de werkgever aan de werknemer, een dringende reden geeft de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig artikel het gestelde in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboektoepassing. 7 De werkgever mag het dienstverband niet beëindigen gedurende de tijd, dat de werknemer geheel dan wel gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid tenminste twee jaren heeft geduurd.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)