Ontwikkelfaciliteiten Voorbeeldclausules

Ontwikkelfaciliteiten. Werknemers die boventallig zijn of van wie de functie in fase 1 (actief mobiel) is aangewezen, kunnen gebruik maken van de binnen de organisatie reeds bestaande instrumenten, maar ook van aanvullende faciliteiten (hieronder in voorbeelden uitgewerkt), al dan niet in samenwerking met externe partijen. Bovengenoemde werknemers worden, indien voor hun van belang, in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan een ‘Persoonlijke Arbeidsmarktanalyse’. Aan de hand van deze persoonlijke analyse zullen de sterke en zwakke kanten van de positie van de werknemer inzichtelijk worden gemaakt. Tevens zal worden gekeken naar mogelijkheden op de arbeidsmarkt, een en ander vergezeld van aanbevelingen over vacatures, benodigde scholing, opleiding, training en overige aanbevelingen ter verbetering van de positie van de werknemer op de arbeidsmarkt. De uitkomst van de Persoonlijke Arbeidsmarktanalyse wordt besproken tussen de werknemer en de adviseur die de arbeidsmarktanalyse heeft uitgevoerd. De (in- of externe) mobiliteitsadviseur heeft samen met de werknemer de taak te bewaken dat de mobiliteitsfase optimaal verloopt. De mobiliteitsadviseur zal op basis van de uitkomsten van de arbeidsmarktanalyse samen met de werknemer een plan van aanpak opstellen waarin wordt aangegeven: V-06-2021/1 • welke activiteiten ontplooid zullen worden in het kader van de begeleiding naar ander werk; • of er behoefte is aan begeleiding door een outplacementbureau en naar welk bureau de voorkeur van de werknemer dan uitgaat; • of er behoefte is aan scholing om de kansen op ander werk te vergroten; • de duur van de begeleidingsperiode. De mobiliteitsadviseur en werknemer bespreken periodiek de voortgang met elkaar en leggen deze ook vast. De leidinggevende blijft eindverantwoordelijk voor het hele mobiliteitsproces van de desbetreffende werknemer. 1. Vacaturestop voor specifleke doelgroepen
Ontwikkelfaciliteiten. Werknemers die boventallig zijn of van wie de functie in fase 1 (actief mobiel) is aangewezen, kunnen gebruik maken van de binnen de organisatie reeds bestaande instrumenten, maar ook van aanvullende faciliteiten (hieronder in voorbeelden uitgewerkt), al dan niet in samenwerking met externe partijen.
Ontwikkelfaciliteiten. In bijlage 1 zijn voorbeelden opgenomen van ontwikkelfaciliteiten waar de werknemer binnen Instituut Verbeeten een beroep op kan doen of bij externe instanties kan inkopen/aan kan vragen. De werknemer is vrij om andere ontwikkelfaciliteiten dan genoemd in bijlage 1 in te zetten. Instituut Verbeeten begeleidt de werknemer bij het maken van keuzes voor ontwikkelfaciliteiten. Voorwaarden voor het inzetten van een specifieke ontwikkelfaciliteit is enerzijds dat het gericht bijdraagt aan het versterken van de inzetbaarheid en het vergroten van het realistische arbeidsmarktperspectief van de werknemer.
Ontwikkelfaciliteiten. Om de medewerker extra te stimuleren en te ondersteunen om gericht te werken aan zijn inzetbaarheid en mobiliteit kan de medewerker gebruik maken van ontwikkelfaciliteiten. In overleg met de manager en personeelsadviseur wordt bepaald welk faciliteiten ingezet worden. Deze afspraken worden vastgelegd in het Persoonlijk Mobiliteitsplan. Instituut Verbeeten heeft een aantal faciliteiten in huis. Deze kunnen aangevuld worden met faciliteiten van externe instanties. De kosten voor de faciliteiten zijn niet opgenomen in deze bijlage omdat deze kunnen wijzigingen en per externe instantie anders zullen zijn. Faciliteiten in huis: Een gesprek met een personeelsadviseur De personeelsadviseur kan samen met de medewerker kijken welke faciliteiten passen bij de behoefte van de medewerker. Of de personeelsadviseur kan advies en tips geven aan de medewerker waarmee de medewerker in eerste instantie op weg geholpen wordt. De kosten hiervoor zullen niet van het persoonlijk budget afgaan.
Ontwikkelfaciliteiten. Indien de specifieke situatie van een individuele werknemer aanleiding geeft te veronderstellen dat hij/zij onvoldoende baat heeft bij het begeleidingstraject zoals bedoeld in hoofdstuk 4, dan stelt Xxxxxx een budget van maximaal € 4.000,- inclusief btw ter beschikking voor: - Scholing of opleiding; - Coachingstraject en/of outplacementtraject; - Sollicitatietraining/begeleiding; - Loopbaanadvies; - Eventuele reiskosten.
Ontwikkelfaciliteiten. De werknemer wordt extra gestimuleerd om gericht te gaan werken aan zijn inzetbaarheid en mobiliteit. Hiervoor kan de werknemer gebruik maken van bestaande instrumenten binnen het personeelsbeleid, maar hiertoe kunnen in overleg ook aanvullende instrumenten worden ingezet. Voorbeelden van deze instrumenten zijn: - Loopbaanbegeleiding, in samenwerking met een extern bureau - Outplacement - Ontwikkelassessment - EVC-traject - Stage intern/extern - Training netwerken en/of sollicitatiegesprekken voeren, opstellen brief en cv, hoe gebruik te maken van social media - Training en opleiding Voorwaarde voor het inzetten van een specifieke ontwikkelfaciliteit is dat deze gericht bijdraagt aan het versterken van de inzetbaarheid en het vergroten van het realistische arbeidsmarktperspectief van de werknemer. Instrumenten die worden ingezet, worden in onderling overleg bepaald en vastgelegd. Werkgever en werknemer bespreken samen periodiek de voortgang en resultaten en leggen dit vast in het mobiliteitsplan.

Related to Ontwikkelfaciliteiten

  • Vakbondsfaciliteiten 1. De toekenning en gebruikmaking van faciliteiten binnen de onderneming aan vakverenigingen hebben betrekking op: a. Het ter beschikkingstellen op de daartoe bestemde plaatsen van publicatieborden en van intranet en wel voor: - het doen van mededelingen van zakelijke en informatieve aard ten aanzien van de eigen onderneming of de eigen bedrijfstak; - het bekendmaken van de namen van vertegenwoordigers of contactpersonen van de vakvereniging; - het aankondigen van vergaderingen van vakverenigingen; - het publiceren van beknopte verslagen van deze vergaderingen; - kandidaatstelling van leden van de ondernemingsraad, de inhoud van de te publiceren berichten en mededelingen wordt vooraf ter kennis van de ondernemingsleiding gebracht. b. Ten behoeve van schriftelijke communicatie met leden kunnen contactpersonen en/of kaderleden van de vakverenigingen gebruik maken van tekstverwerkings- en kopieerapparatuur, voor zover in de onderneming aanwezig. c. Het ter beschikkingstellen van vergaderruimte in de onderneming, ten behoeve van vergaderingen van het verenigingsorgaan en in het algemeen ten behoeve van het onderhouden van contacten met de leden van vakverenigingen in de onderneming. Een en ander zal tijdig aangevraagd moeten worden bij de ondernemingsleiding. Het gebruik van deze vergaderruimte geschiedt in beginsel buiten of aansluitend aan de normale werktijden. d. In het kader van een individuele afspraak van een lid van een vakvereniging kan hij of zij met een bestuurder van zijn of haar vakvereniging in de onderneming afspreken mits de werknemer deze afspraak vooraf bij de werkgever aanmeldt en de bedrijfssituatie dit toestaat. De afspraak vindt bij voorkeur buiten werktijd of aansluitend aan de normale werktijd plaats. De bezoekersregeling van de onderneming blijft onverkort van kracht op deze afspraak. 2. De uitoefening van de activiteiten in de onderneming van vakverenigingen en de toekenning en gebruikmaking van faciliteiten daartoe mogen de goede gang van zaken in de onderneming niet verstoren. 3. In bijzondere omstandigheden, wanneer het bedrijfsbelang dit naar het oordeel van de ondernemingsleiding vordert, kan het verlenen van faciliteiten worden opgeschort. Dit zal niet geschieden dan na voorafgaand overleg tussen de ondernemingsleiding en de betrokken vakvereniging(en). 4. Indien verschil van inzicht rijst over de wijze van toekenning en gebruikmaking van faciliteiten in de onderneming en de daarbij gemaakte afspraken, kan ieder der betrokken partijen dit verschil van inzicht onderwerpen aan het oordeel van de Vaste Commissie bij de CAO en daarbij het verzoek doen om goede diensten te verlenen. 5. Dit artikel is rechtens niet afdwingbaar bij de leden van partij aan eenre zijde indien het artikel niet-algemeen verbindend is verklaard.

  • Studiefaciliteiten Je kan je werkgever verzoeken een of meer studiefaciliteiten toe te kennen in het kader van jouw opleiding en ontwikkeling. Je werkgever kan de vergoeding toekennen als het bedrijfsbelang dit toelaat en het bedrijfsbelang hiermee wordt gediend.

  • Faciliteiten De toekenning en gebruikmaking van faciliteiten hebben betrekking op: a. De terbeschikkingstelling van publicatiemogelijkheden voor: • het doen van mededelingen van zakelijke en informatieve aard; • het bekendmaken van de namen van vertegenwoordigers of contactpersonen van vakorganisaties; • het aankondigen van vergaderingen van vakorganisaties; • het publiceren van beknopte verslagen van deze vergaderingen; • de kandidaatstelling van leden van de Ondernemingsraad. Een exemplaar van de te publiceren berichten en mededelingen wordt vooraf ter kennis van de ANWB gebracht. De directeur HRM is daarbij de contactpersoon voor de vakorganisaties; b. De terbeschikkingstelling van vergaderruimte ten behoeve van vergaderingen en in het algemeen ten behoeve van het onderhouden van contacten met de leden van vakorganisaties. Het gebruik van deze vergaderruimte geschiedt in beginsel binnen de normale kantoortijden, op basis van een tijdig ingediende aanvraag; c. Het gebruik in voorkomende gevallen van de interne postdienst voor de interne verspreiding van geadresseerde stukken van de vertegenwoordigers of contactpersonen van vakorganisaties; d. AWVN-werkgeversbijdrage Het door de ANWB betalen van de zogenoemde AWVN- werkgeverbijdrage-regeling volgens de tussen AWVN en de vakorganisaties overeengekomen procedure, waarbij de Stichting Fonds Industriële Bonden is belast met de inning, verantwoording en verdeling van de bijdrage. De bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd. e. Het bieden van een doorklikmogelijkheid op het Intranet van de ANWB naar de website van de vakorganisaties.

  • Wat doet u als iemand aansprakelijk is voor de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde? Is een derde aansprakelijk voor de arbeidsongeschiktheid van een medewerker? Xxx heeft u het wettelijke recht om het netto deel van de WGA-uitkering op deze persoon te verhalen. Dit geldt ook voor de redelijke kosten die u maakt voor de re-integratie van uw medewerker. Is de arbeidsongeschiktheid van een verzekerde veroorzaakt door een aansprakelijke derde, dan moet u dat binnen een maand aan ons melden. Ook moet u ons laten weten of u de schade gaat verhalen. Gaat u de schade verhalen, dan informeert u ons over de voortgang en het resultaat van uw verhaalsactie. Gaat u de schade niet verhalen, dan stelt u ons in staat om de vergoedingen die we aan u hebben betaald op de aansprakelijke derde te verhalen, zonder ons daarin te belemmeren. Gaan we verhalen, dan verhalen we alleen de vergoedingen die we zelf betaald hebben. We kunnen de re-integratiekosten die u maakt niet verhalen.

  • Activiteiten De activiteiten die bijdragen tot het bereiken van de omzet* van de verzekerde* en die in de bijzondere voorwaarden beschreven zijn.

  • HOOFDACTIVITEIT Algemene overheidsdiensten

  • Mobiliteit Partijen nemen de gezondheidsdoelen uit dit akkoord mee in de uitwerking van Regionale Mobiliteitsprogramma’s. Door gezondheidsdoelen voor schonere lucht op te nemen als (neven)doel voor verkeers- en vervoersplannen worden de plannen geoptimaliseerd op gezondheid. De nadruk ligt op grotere plannen met een mogelijk substantiële invloed op verkeersemissies en gezondheidseffecten. Dit geldt in het bijzonder voor de regionale mobiliteitsstrategieën waarin de maatregelen uit het Klimaatakkoord voor mobiliteit worden uitgewerkt. Op het niveau van de Rijksoverheid is in de ‘Schets Mobiliteit naar 2040: veilig, robuust, duurzaam’ een passage opgenomen over het SLA en daarin zijn de gezond- heidsdoelen beschreven. Dit geldt ook voor de Nationale Omgevingsvisie.‌ Trekker Alle SLA-deelnemers; provincies voor de Regionale Mobiliteitsprogramma’s.

  • Wie kunnen bij een medische handeling aanwezig zijn? Als wij een medische handeling uitvoeren zorgen wij ervoor dat dit buiten het zicht en gehoor van anderen gebeurt. Anderen zijn niet: • de zorgverlener die de handeling verricht en degenen van wie de medewerking bij de uitvoering van de handeling noodzakelijk is; • uw vertegenwoordiger, tenzij de zorgverlener vindt dat de aanwezigheid van de vertegenwoordiger niet past bij goede zorgverlening. Wanneer wij van plan zijn om bij een medische handeling of een gesprek een stagiaire aanwezig te laten zijn, dan vragen wij u daarvoor voorafgaand toestemming.

  • Wat zijn de gevolgen voor de vergoeding als iemand aansprakelijk is voor de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde? Is een derde aansprakelijk voor de arbeidsongeschiktheid van een verzekerde en gaat u de schade op hem verhalen? Dan zullen we onze vergoeding voor de loondoorbetaling verlagen met het door u verhaalde loon. Gaat u het loon niet verhalen, dan kunnen we de vergoeding voor deze verzekerde verminderen met het bedrag dat u had kunnen verhalen als u dat wel had gedaan. Dit bedrag stellen we zelf vast.

  • Werkgeversbijdrage a. De werkgeversorganisaties verplichten zich per 1 maart 2015 tot het betalen van een werkgevers- bijdrage aan de werknemersorganisaties van in totaal € 95.000 op jaarbasis. De werkgeversbijdrage wordt jaarlijks vanaf 2016 geïndexeerd aan de hand van het CBS consumentenprijsindexcijfer (CPI) van het voor- gaande kalenderjaar. Per 1 juni 2019 is de werkgevers- bijdrage evenredig met het aantal toegetreden werk- nemers uit de Xxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx (ca. 2000) verhoogd. De werkgeversorganisaties betalen de werkgeversbijdrage uit aan iedere afzonderlijke werk- nemersorganisatie na collectieve opgave van de leden- tallen en op basis van die ledentallen. b. Partijen komen overeen dat voor elk van de werk- nemersbestuurszetels de SSFH in 2015, 2016 en 2017 een bedrag van € 5.000,- uitkeert aan de desbetreffende werknemersorganisaties, ter ondersteuning en voorbe- reiding van de bestuurlijke activiteiten voor het fonds.