Persoonlijk budget Voorbeeldclausules

Persoonlijk budget. Het Persoonlijk Budget is een toeslag die met ingang van 1 januari 2015 geldt voor medewerkers met een pensioengevend jaarinkomen hoger dan het wettelijk fiscaal maximum (€ 114.866, bij een fulltime dienstverband, niveau 2022). Het Persoonlijk Budget bedraagt 24% van het pensioengevend jaarinkomen boven het fiscaal maximum. Bij een parttime dienstverband wordt het Persoonlijk Budget naar rato verlaagd. Het Persoonlijk Budget wordt in maandelijkse termijnen uitbetaald onder inhouding van de verschuldigde loonheffing. Het Persoonlijk Budget is uitdrukkelijk geen pensioen en telt niet mee bij de bepaling van andere uitkeringen, vergoedingen of toeslagen.
Persoonlijk budget. Het Persoonlijk Budget is een toeslag die geldt voor medewerkers met een pensioengevend jaarinkomen hoger dan het wettelijk vastgestelde maximum (€ 114.866, bij een fulltime dienstverband, niveau 2022). Het Persoonlijk Budget bedraagt 24% van het pensioengevend jaarinkomen boven het wettelijk vastgestelde maximum. Bij een parttime dienstverband wordt het Persoonlijk Budget naar rato aangepast. Het Persoonlijk Budget wordt in maandelijkse termijnen uitbetaald onder inhouding van de verschuldigde loonheffing. Het Persoonlijk Budget is uitdrukkelijk geen pensioen en telt niet mee bij de bepaling van andere uitkeringen, vergoedingen of toeslagen. Een medewerker die tenminste 22 werkdagen aaneengesloten een functie waarneemt die in een hogere functiegroep is ingedeeld, ontvangt een toeslag. Dit geldt niet als het waarnemerschap onderdeel is van de functieomschrijving. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de duur van de waarnemingsperiode. Op jaarbasis bedraagt deze 5% van het jaarsalaris (exclusief ploegentoeslag) van de waarnemer. Uitbetaling van de toeslag vindt plaats na afloop van de periode van waarneming of halfjaarlijks, als de waarneming langer dan 6 maanden duurt. De toeslag telt niet mee bij de bepaling van andere uitkeringen, vergoedingen of toeslagen.
Persoonlijk budget. 1. Je ontvangt maandelijks naast je salaris een Persoonlijk Budget ter hoogte van 18,00% van je schaalsalaris, indien van toepassing vermeerderd met vaste persoonlijke toelage(n) en ploegendiensttoeslag. 2. Je Persoonlijk Budget is opgebouwd uit de volgende onderdelen2: Vakantie-uitkering 8,00%3 ADV 5,20% Overig budget 4,80% Totaal 18,00% 3. Van het Persoonlijk Budget is alleen de 8,00% vakantie-uitkering pensioengevend4 . 4. Op bedrijfsniveau kan voor functiecontracten een andere opbouw en/of toepassing van het Persoonlijk Budget worden vastgesteld. 5. Je kunt je Persoonlijk Budget naar keuze besteden aan een aantal arbeidsvoorwaarden, bijvoorbeeld extra verlof kopen, reserveren voor een uitbetaling ineens later in het jaar of maandelijks laten uitbetalen. Als je (gereserveerd) Persoonlijk Budget laat uitbetalen dan geldt dat in het kader van sociale zekerheid als loon. 6. Op bedrijfsniveau kan de mogelijkheid worden geboden om het onderdeel vakantie- uitkering te reserveren. Je reserveert in dat geval de vakantie-uitkering over de periode 1 juni tot en met 31 mei van het volgende kalenderjaar voor een uitbetaling ineens in mei. Reserveren is alleen mogelijk als je deze keuze voor 1 juni hebt gemaakt. Het moment waarop die keuze uiterlijk moet worden gemaakt wordt op bedrijfsniveau vastgesteld. 7. Op basis van een fulltime dienstverband kun je met je Persoonlijk Budget per kalenderjaar maximaal 284 uur verlof kopen (inclusief ADV)5. Voor parttime dienstverbanden geldt dit aantal naar rato. Heb je een functiecontract dan kan een ander maximum gelden. Gekocht verlof kun je opnemen in het kalenderjaar van aankoop. Eenmaal gekocht verlof kun je niet weer terugstorten in je Persoonlijk Budget. 8. Eén extra uur verlof kost 0,60% van je schaalsalaris, indien van toepassing vermeerderd met vaste persoonlijke toelage(n) en ploegendiensttoeslag. Heb je een functiecontract op basis van 40 uur (zonder ADV) dan kost één extra uur verlof 0,58% van je schaalsalaris, indien van toepassing vermeerderd met vaste persoonlijke toelage(n) en ploegendiensttoeslag. 9. Persoonlijk Budget dat je niet als vakantie-uitkering hebt gereserveerd en niet hebt gebruikt wordt aan het einde van het kalenderjaar afgerekend. Treed je tijdens het kalenderjaar uit dienst dan vindt de uitbetaling plaats bij je eindafrekening in het kader van je uitdiensttreding.
Persoonlijk budget. Je krijgt een persoonlijk budget, dat je naar eigen inzicht kunt gebruiken, bijvoorbeeld om je duurzame inzetbaarheid te vergroten. Het persoonlijk budget is een percentage van je jaarsalaris, zie tabel.
Persoonlijk budget. 1. Aan het einde van de kalendermaand zal bij de betaling van het maandsalaris een budgetbedrag worden uitbetaald. 2. In het persoonlijk budget is de vakantiebijslag zoals vermeld in artikel 5.5 opgenomen. 3. Het budget betreft een percentage van het maandsalaris, ploegentoeslag en de overige daartoe aangewezen inkomensbestanddelen. 4. Het in het voorgaande lid genoemde percentage bedraagt: Medewerker in 5- of 4/5-ploegendienst met een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 31,5 tot 37,5 uren 19,12% Ander rooster 24,57% 5. Indien een medewerker gebruik maakt van de mogelijkheid om aan het einde van het jaar in één keer 13 dagen te kopen voor het volgende jaar, wordt het persoonlijk budget verlaagd met 5,91%. 6. Indien een medewerker werkzaam is in een 5- of 4/5-ploegendienst met een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 31,5 tot 37,5 uren, dan geldt een percentage van 5,54%. 7. Het persoonlijk budget is gedeeltelijk van toepassing op uitzendkrachten. Het gaat daarbij om het voormalig ATV-deel en bedraagt 0,46% voor uitzendkrachten werkzaam in de 5- ploegendienst en 5,91% voor uitzendkrachten werkzaam in de overige diensten.
Persoonlijk budget. De medewerker die op of na 1 januari 2022 bij Sitech Services BV in dienst treedt ontvangt iedere maand een persoonlijk budget. • Voor de medewerker in dagdienst (vlaggedienst) bedraagt dit persoonlijk budget 5,2% van het maandinkomen. • Voor de medewerker in ploegendienst (continudienst) bedraagt dit persoonlijk budget 0,8% van het maandinkomen. Dit persoonlijk budget kan de medewerker maandelijks laten uitbetalen of besteden aan het bijkopen van vakantiedagen. De medewerker dient aan het begin van het kalenderjaar de keuze te maken voor uitbetalen van het persoonlijk budget of het bijkopen van vakantiedagen uit het persoonlijk budget. De medewerker in dagdienst kan per kalenderjaar maximaal 13 vakantiedagen bijkopen. De medewerker in 5-ploegendienst kan per kalenderjaar maximaal 2 vakantiedagen bijkopen. De prijs voor het bijkopen van 1 vakantiedag bedraagt 4,8% van het maandinkomen. Het verschil tussen het persoonlijk budget voor de medewerker in dagdienst (5,2%) en de medewerker in ploegendienst (0,8%) is te verklaren door het feit dat in het werkrooster van de medewerker in ploegendienst 11 extra roostervrije dagen zijn opgenomen.‌
Persoonlijk budget. Met ingang van 1 augustus 2013 krijgt de werknemer de beschikking over een persoonlijk budget. Dit persoonlijk budget bestaat uit de voormalige werkgeversbijdrage aan de levensloopregeling (0,3 %) en een extra werkgeversbijdrage van 0,5 % van het bruto jaarsalaris. Meer- of overuren kunnen op verzoek van de werknemer ondergebracht worden in het persoonlijk budget. Aanwending persoonlijk budget Het persoonlijk budget kan aangewend worden voor een aanvulling op de vergoeding voor studie en scholing, of voor andere maatregelen die een optimale en duurzame inzetbaarheid bevorderen. De werknemer kan ook een verzoek indienen voor het opnemen van betaald verlof gefinancierd uit het persoonlijke budget. De werkgever beslist na overleg met de werknemer of dit verlof kan worden verleend. Daarbij maakt de werkgever een afweging tussen de belangen van de werknemer en de belangen van het orkest. Alleen bij zwaarwegende bedrijfsbelangen kan toestemming worden onthouden. Voor het opnemen van onbetaald verlof, zie artikel 9.2. Afhandeling persoonlijk budget bij uitdiensttreding of overlijden De werkgever stelt de werknemer die uit dienst treedt in de gelegenheid zijn persoonlijk budget voor het einde dienstverband aan te wenden voor ontwikkeling. De door de werknemer in het persoonlijk budget opgespaarde meeruren zullen worden uitgekeerd bij uitdiensttreding. De werknemer die na uitdiensttreding in dienst treedt bij een andere werkgever die onder deze cao valt, kan zijn persoonlijk budget meenemen. Opgebouwd en niet benut persoonlijk budget vervalt aan de werkgever in geval van pensionering en bij de overstap naar een betrekking in een andere sector. Dit geldt niet voor de in het budget opgenomen meer- en overuren, deze worden dan alsnog verrekend. Bij overlijden van de werknemer worden het resterend budget en de opgespaarde meer- en overuren uitgekeerd aan de nabestaanden.
Persoonlijk budget. 1. De medewerker blijvend geplaatst in een andere dienst dan continudienst, heeft recht op een persoonlijk budget. 2. De waarde van dit persoonlijk budget bedraagt 48% van het maandinkomen en wordt in de maand februari toegekend. In 2015 vindt de toekenning in april plaats, en geldt het maandinko- men van de maand april 2015. Voor medewerkers in dienst bij SABIC Limburg op 31 december 2014 geldt een garantie-regeling als vermeld in bijlage 6. 3. De medewerker die in een kalenderjaar na 1 januari in en/of voor 31 december uit dienst treedt, heeft in dat jaar recht op het persoonlijk budget als bedoeld in lid 2, dat wordt bepaald naar evenredigheid van het aantal volle kalendermaanden, dat hij in dat jaar in dienst is. 4. De medewerker kan tot maximaal 10 diensten het overeenkomstige deel van het persoonlijk budget omzetten in Flex Pack zoals bedoeld in artikel 43a of voor Tijd Sparen zoals bedoeld in artikel 43b. 5. Deze keuze dient gemaakt te worden op uiterlijk 15 februari. In 2015 op uiterlijk 10 april.
Persoonlijk budget. 2.3.3.1 Indien ten gevolge van het de verzekerde overkomen ongeval de in art. 2.3.3.2 omschreven kosten zijn gemaakt, vergoedt deze verzekering deze kosten, zij het met de volgende beperkingen. 2.3.3.2 Deze verzekering biedt een secundaire dekking als omschreven in art. 2.9 en strekt zich uit tot vergoeding van: 2.3.3.3 Het verzekerd bedrag bedraagt maximaal EUR 25.000,- per verzekerde per gebeurtenis voor alle in art. 2.3.3.2 genoemde kosten tezamen. 2.3.3.4 De kosten moeten zijn gemaakt binnen 3 jaar na het ongeval. 2.3.3.5 De kosten worden vergoed na ontvangst van de desbetreffende (kopie-) rekening(en), het bewijs van betaling daarvan, alsmede - voor zover dit het geval mocht zijn - een bewijs van de uit anderen hoofde vergoede kosten. Een vergoeding krachtens dit artikel wordt niet in mindering gebracht op een andere uitkering uit hoofde van deze verzekering.
Persoonlijk budget. 3.18.1 Voor wie 1G Cao Tijd Waardering