Overgangsregeling ouderendagen en vitaliteitsregeling. Medewerkers die op 1 januari 2016 in dienst waren bij de werkgever en op dat moment 42 jaar of ouder waren kunnen kiezen voor een overgangsregeling. Zij krijgen dan geen vitaliteitsregeling, maar behouden de bestaande aanspraken op leeftijdgebonden verlof, zoals deze voor hen golden in de cao’s voor de Gemaksvoedingsindustrie, Margarine- en Spijsvettenindustrie en Zoetwarenindustrie. Hierbij geldt dat toekomstige wijzigingen in deze cao’s ook van toepassing zullen zijn. Deze aanspraken kunnen worden ingebracht in het persoonlijke keuzemodel. De aanspraken op 1 januari 2016 zijn als volgt: Medewerkers die in dienst waren bij de werkgever op 1 januari 2016 en op die datum 42 jaar of ouder waren, ontvangen per jaar extra verlof conform onderstaande regeling: - 20-15 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd : 8 uren - 15-10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd : 16 uren - 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd of ouder : 32 uren Vanaf 7,5 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd krijgen medewerkers tot aan hun pensioendatum in totaal 27 dagen extra vakantie. Per kalenderjaar worden maximaal zes extra vakantiedagen toegekend, totdat het maximum van 27 vakantiedagen is bereikt. Deze extra vakantiedagen kunnen in overleg met de werkgever worden gespaard. Deze extra vakantierechten vervallen vijf jaar nadat ze zijn toegekend. Medewerkers die op 30 juli 2020 jonger waren dan 5 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd kunnen bij het bereiken van een leeftijd van 5 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd gebruik maken van maximaal 78 dagen extra arbeidsduurverkorting tot hun pensioendatum tegen 90% van het salaris. Voor de berekening van de pensioenpremie en -opbouw wordt uitgegaan van 100% loon voor de niet-gewerkte uren.
Appears in 2 contracts
Samples: Bedrijfs Cao, Bedrijfs Cao
Overgangsregeling ouderendagen en vitaliteitsregeling. Medewerkers die op 1 januari 2016 in dienst waren bij de werkgever en op dat moment 42 jaar of ouder waren kunnen kiezen voor een overgangsregeling. Zij krijgen dan geen vitaliteitsregeling, maar behouden de bestaande aanspraken op leeftijdgebonden verlof, zoals deze voor hen golden in de cao’s voor de Gemaksvoedingsindustrie, Margarine- en Spijsvettenindustrie en Zoetwarenindustrie. Hierbij geldt dat toekomstige wijzigingen in deze cao’s ook van toepassing zullen zijn. Deze aanspraken kunnen worden ingebracht in het persoonlijke keuzemodel. De aanspraken op 1 januari 2016 zijn als volgt: Medewerkers die in dienst waren bij de werkgever op 1 januari 2016 en op die datum 42 jaar of ouder waren, ontvangen per jaar extra verlof conform onderstaande regeling: - 20-15 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 45 tot 50 jaar: 8 uren - 15-10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 50 tot 55 jaar: 16 uren - 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd of ouder 55 tot 57,5 jaar: 32 uren - 57,5 jaar of ouder: 32 uren. Vanaf 7,5 jaar voor de AOW-gerechtigde 57,5 jarige leeftijd krijgen medewerkers tot aan hun pensioendatum in totaal 27 dagen extra vakantie. Per kalenderjaar worden maximaal zes extra vakantiedagen toegekend, totdat het maximum van 27 vakantiedagen is bereikt. Deze extra vakantiedagen kunnen in overleg met de werkgever worden gespaard. Deze extra vakantierechten vervallen vijf jaar nadat ze zijn toegekend. Medewerkers die op 30 juli 2020 jonger waren dan 5 60 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd kunnen bij het bereiken van een leeftijd van 5 jaar voor de AOW60-gerechtigde jarige leeftijd gebruik maken van maximaal 78 dagen extra arbeidsduurverkorting tot hun pensioendatum tegen 90% van het salaris. Voor de berekening van de pensioenpremie pensioenpremie- en -opbouw opbouw wordt uitgegaan van 100% loon voor de niet-gewerkte uren.
Appears in 2 contracts
Samples: Bedrijfs Cao, Bedrijfs Cao