Common use of Pensioenverevening Clause in Contracts

Pensioenverevening. 1. Indien het huwelijk van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde eindigt door Xxxxxxxxx heeft de Gewezen partner van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde recht op uitbetaling van een deel van het aan de Gepensioneerde toekomende ouderdomspensioen. Dit deel is gelijk aan 50% van het ouderdomspensioen dat zou gelden indien: a. de tot verevening verplichte (Gewezen) Deelnemer uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren, inclusief de periode dat pensioenopbouw wordt voortgezet in verband met (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheid, gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aanvang van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van de Scheiding; b. op het tijdstip van de Scheiding het deelnemerschap zou zijn geëindigd anders dan bedoeld in artikel 2 lid 2 sub a en b. 2. Indien het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap ligt vóór het tijdstip van de Scheiding heeft de Gewezen partner recht op uitbetaling van 50% van het ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot verevening verplichte Gewezen deelnemer of Gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aangaan van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap. 3. De uitbetaling aan de Gewezen partner geschiedt onder de in dit Pensioenreglement vastgelegde voorwaarden. De uitbetaling gaat in op het tijdstip waarop volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling bestaat. 4. Het recht op uitbetaling aan de Gewezen partner sluit, zolang dit recht bestaat, uitbetaling van de ter zake van die uitbetaling vastgestelde bedragen inclusief eventuele verhogingen aan de (Gewezen) Deelnemer en Gepensioneerde uit. 5. Met inachtneming van het in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter zake bepaalde kan het recht op uitbetaling van ouderdomspensioen als bedoeld in dit artikel en het toegekende bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 16 worden omgezet in een (eigen) aanspraak op ouderdomspensioen voor de Gewezen partner, mits dit bij huwelijkse voorwaarden respectievelijk voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de Scheiding is overeengekomen. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van het Pensioenfonds is gehecht dat het instemt met bedoelde omzetting. 6. De aanspraak op ouderdomspensioen van een (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde kan zonder toestemming van diens Partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en anderzijds het Pensioenfonds of de Werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de PW, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. Elk beding, strijdig met het bepaalde in dit lid is nietig. 7. Bij de toepassing van dit artikel zullen de bepalingen van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding in acht worden genomen. 8. Het recht op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Pensioenfonds worden uitgeoefend, indien de Scheiding binnen twee jaar na het tijdstip van de Scheiding op de in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding voorgeschreven wijze aan het Pensioenfonds is gemeld. 9. Het Bestuur is bevoegd de kosten van een verevening aan de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en de Gewezen partner ieder voor de helft in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. 10. Bij de toepassing van dit artikel wordt rekening gehouden met een eventueel eerdere toepassing van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ten behoeve van een andere Gewezen partner van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde.

Pensioenverevening. 1. Indien het huwelijk van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde eindigt door Xxxxxxxxx 1 Xxxxxxx xxx xxxxxxxxx, heeft de Gewezen ex-partner van de een (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde recht op uitbetaling van een deel van het aan de Gepensioneerde (gewezen) deelnemer of gepensioneerde toekomende ouderdomspensioen. Dit deel is gelijk aan 50% van het ouderdomspensioen dat zou gelden indien: a. de tot verevening verplichte (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen aan de pensioenregeling gedurende de deelnemersjaren, inclusief met inbegrip van de periode dat pensioenopbouw wordt voortgezet in verband met (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheidarbeidsongeschiktheid, gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aanvang van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van de Scheidingscheiding; b. op het tijdstip van de Scheiding scheiding het deelnemerschap zou zijn geëindigd anders dan bedoeld door pensionering of overlijden. 2 Het bepaalde in artikel 2 lid 2 sub a en b.1 is niet van toepassing als het geregistreerd partnerschap eindigt door overlijden, vermissing of door omzetting in een huwelijk. 2. 3 Indien het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap ligt vóór het tijdstip van de Scheiding scheiding, heeft de Gewezen ex-partner recht op uitbetaling van 50% van het ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot verevening verplichte Gewezen (gewezen) deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk het aangaan van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap. 34 Indien het ouderdomspensioen van een (gewezen) deelnemer of gepensioneerde als genoemd in lid 1 of 3 wordt verhoogd of verlaagd, wordt het bedrag dat voor de ex-partner is vastgesteld op basis van lid 1 of 3 verhoogd of verlaagd met een evenredig deel van de verhoging of verlaging van het pensioen. Met verhoging van het ouderdomspensioen wordt een verhoging op basis van een toeslag bedoeld. Met een verlaging wordt een vermindering op grond van artikel 134 van de Pensioenwet bedoeld. 5 In afwijking van het onder lid 1 en lid 3 bepaalde wordt bij de verevening rekening gehouden met een ander percentage en/of een andere periode indien de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde en de ex-partner dit bij schriftelijke overeenkomst in verband met de scheiding zijn overeengekomen. Ten bewijze hiervan dient een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van de overeenkomst aan het fonds te worden overgelegd. 6 De uitbetaling aan de Gewezen ex-partner geschiedt onder de in dit Pensioenreglement reglement vastgelegde voorwaarden. De uitbetaling gaat in op het tijdstip waarop volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling bestaat. 4. 7 Het recht op uitbetaling aan van de Gewezen ex-partner sluit, zolang dit recht bestaat, uitbetaling van de ter zake van die uitbetaling vastgestelde bedragen inclusief eventuele verhogingen aan de (Gewezengewezen) Deelnemer en Gepensioneerde deelnemer of gepensioneerde uit. 5. 8 Met inachtneming van het in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter zake bepaalde kan het recht op uitbetaling in de voorafgaande leden van ouderdomspensioen als bedoeld in dit artikel bedoelde deel van het ouderdomspensioen en het toegekende bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 16 worden omgezet in een (eigen) aanspraak op ouderdomspensioen voor de Gewezen ex-partner, mits dit bij huwelijkse voorwaarden respectievelijk voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de Scheiding scheiding is overeengekomen. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van het Pensioenfonds fonds is gehecht dat het instemt met bedoelde omzetting. 6. De aanspraak op ouderdomspensioen van een (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde kan zonder toestemming van diens Partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en anderzijds het Pensioenfonds of de Werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de PW, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. Elk beding, strijdig met het bepaalde in dit lid is nietig. 7. 9 Bij de toepassing van dit artikel zullen de bepalingen van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding in acht worden genomen. 8. 10 Het recht op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Pensioenfonds fonds worden uitgeoefend, indien de Scheiding scheiding binnen twee jaar na het tijdstip van de Scheiding scheiding op de in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding voorgeschreven wijze aan het Pensioenfonds fonds is gemeld. 9. 11 Het Bestuur fonds is bevoegd de kosten van een verevening aan de (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde en de Gewezen ex-partner ieder voor de helft in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. 10. Bij 12 Een pensioen wordt niet verevend, indien op het tijdstip van scheiding in de toepassing van dit artikel wordt rekening gehouden met een eventueel eerdere toepassing zin van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ten behoeve scheiding, het deel van een andere Gewezen partner het pensioen waarop recht op uitbetaling ontstaat, het in artikel 66 eerste lid van de (Gewezen) Deelnemer of GepensioneerdePensioenwet genoemde bedrag niet te boven gaat.

Pensioenverevening. 1. Indien het huwelijk van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde eindigt door Xxxxxxxxx 1 Xxxxxxx xxx xxxxxxxxx heeft de Gewezen ex-partner van de een (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde recht op uitbetaling van een deel van het aan de Gepensioneerde (gewezen) deelnemer of gepensioneerde toekomende ouderdomspensioen. Dit deel is gelijk aan 50% van het ouderdomspensioen dat zou gelden indien: a. de tot verevening verplichte (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen deel- genomen aan de pensioenregeling gedurende de deelnemersjaren, inclusief met inbegrip van de periode dat pensioenopbouw wordt voortgezet in verband met (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheidarbeidsongeschiktheid, gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aanvang van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van de Scheidingscheiding; b. op het tijdstip van de Scheiding scheiding het deelnemerschap zou zijn geëindigd anders dan bedoeld in artikel door pensionering of overlijden. 2 lid 2 sub a en b. 2. Indien het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap ligt vóór het tijdstip van de Scheiding scheiding, heeft de Gewezen ex-partner recht op uitbetaling van 50% van het ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot verevening verplichte Gewezen (gewezen) deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aangaan van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap. 33 In afwijking van het onder lid 1 en lid 3 bepaalde wordt bij de verevening rekening gehouden met een ander percentage respectievelijk een andere periode indien de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde en de ex-partner dit bij schriftelijke overeenkomst in verband met de scheiding zijn overeengekomen. Ten bewijze hiervan dient een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van de overeenkomst aan het fonds te worden overgelegd. 4 De uitbetaling aan de Gewezen ex-partner geschiedt onder de in dit Pensioenreglement reglement vastgelegde voorwaarden. De uitbetaling gaat in op het tijdstip waarop volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling bestaat. 4. 5 Het recht op uitbetaling aan van de Gewezen ex-partner sluit, zolang dit recht bestaat, uitbetaling van de ter zake van die uitbetaling vastgestelde bedragen inclusief eventuele verhogingen aan de (Gewezengewezen) Deelnemer en Gepensioneerde deelnemer of gepensioneerde uit. 5. 6 Met inachtneming van het in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter zake bepaalde kan het recht op uitbetaling in de voorafgaande leden van ouderdomspensioen als bedoeld in dit artikel bedoelde deel van het ouderdomspensioen en het toegekende bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 16 worden omgezet in een (eigen) aanspraak op ouderdomspensioen voor de Gewezen ex-partner, mits dit bij huwelijkse voorwaarden respectievelijk voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de Scheiding scheiding is overeengekomen. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van het Pensioenfonds fonds is gehecht dat het instemt met bedoelde omzetting. 6. De aanspraak op ouderdomspensioen van een (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde kan zonder toestemming van diens Partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en anderzijds het Pensioenfonds of de Werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de PW, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. Elk beding, strijdig met het bepaalde in dit lid is nietig. 7. 7 Bij de toepassing van dit artikel zullen de bepalingen van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding in acht worden genomen. 8. 8 Het recht op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Pensioenfonds fonds worden uitgeoefend, indien de Scheiding scheiding binnen twee jaar na het tijdstip van de Scheiding scheiding op de in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding voorgeschreven wijze aan het Pensioenfonds fonds is gemeld. 9. 9 Het Bestuur fonds is bevoegd de kosten van een verevening aan de (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde en de Gewezen ex-partner ieder voor de helft in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. 10. Bij 10 Een pensioen wordt niet verevend, indien op het tijdstip van scheiding in de toepassing van dit artikel wordt rekening gehouden met een eventueel eerdere toepassing zin van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ten behoeve scheiding, het deel van een andere Gewezen partner het pensioen waarop recht op uitbetaling ontstaat, het in artikel 66 eerste lid van de (Gewezen) Deelnemer of GepensioneerdePensioenwet genoemde bedrag niet te boven gaat.

Pensioenverevening. 1. Indien het huwelijk van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde eindigt door Xxxxxxxxx 1 Xxxxxxx xxx xxxxxxxxx, heeft de Gewezen ex-partner van de een (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde recht op uitbetaling van een deel van het aan de Gepensioneerde (gewezen) deelnemer of gepensioneerde toekomende ouderdomspensioen. Dit deel is gelijk aan 50% van het ouderdomspensioen dat zou gelden indien: a. de tot verevening verplichte (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen aan de pensioenregeling gedurende de deelnemersjaren, inclusief met inbegrip van de periode dat pensioenopbouw wordt voortgezet in verband met (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheidarbeidsongeschikt- heid, gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aanvang van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van de Scheidingscheiding; b. op het tijdstip van de Scheiding scheiding het deelnemerschap zou zijn geëindigd anders dan bedoeld door pensionering of overlijden. 2 Het bepaalde in artikel 2 lid 2 sub a en b.1 is niet van toepassing als het geregistreerd partnerschap eindigt door overlijden, vermissing of door omzetting in een huwelijk. 2. 3 Indien het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap ligt vóór het tijdstip van de Scheiding scheiding, heeft de Gewezen ex-partner recht op uitbetaling van 50% van het ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot verevening verplichte Gewezen (gewezen) deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk het aangaan van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap. 34 In afwijking van het onder lid 1 en lid 3 bepaalde wordt bij de verevening rekening gehouden met een ander percentage en/of een andere periode indien de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde en de ex-partner dit bij schriftelijke overeenkomst in verband met de scheiding zijn overeengekomen. Ten bewijze hiervan dient een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van de overeenkomst aan het fonds te worden overgelegd. 5 De uitbetaling aan de Gewezen ex-partner geschiedt onder de in dit Pensioenreglement reglement vastgelegde voorwaarden. De uitbetaling gaat in op het tijdstip waarop volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling bestaat. 4. 6 Het recht op uitbetaling aan van de Gewezen ex-partner sluit, zolang dit recht bestaat, uitbetaling van de ter zake van die uitbetaling vastgestelde bedragen inclusief eventuele verhogingen aan de (Gewezengewezen) Deelnemer en Gepensioneerde deelnemer of gepensioneerde uit. 5. 7 Met inachtneming van het in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter zake bepaalde kan het recht op uitbetaling in de voorafgaande leden van ouderdomspensioen als bedoeld in dit artikel bedoelde deel van het ouderdomspensioen en het toegekende bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 16 worden omgezet in een (eigen) aanspraak op ouderdomspensioen voor de Gewezen ex-partner, mits dit bij huwelijkse voorwaarden respectievelijk voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de Scheiding scheiding is overeengekomen. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van het Pensioenfonds fonds is gehecht dat het instemt met bedoelde omzetting. 6. De aanspraak op ouderdomspensioen van een (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde kan zonder toestemming van diens Partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en anderzijds het Pensioenfonds of de Werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de PW, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. Elk beding, strijdig met het bepaalde in dit lid is nietig. 7. 8 Bij de toepassing van dit artikel zullen de bepalingen van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding in acht worden genomen. 8. 9 Het recht op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Pensioenfonds fonds worden uitgeoefend, indien de Scheiding scheiding binnen twee jaar na het tijdstip van de Scheiding scheiding op de in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding voorgeschreven wijze aan het Pensioenfonds fonds is gemeld. 9. 10 Het Bestuur fonds is bevoegd de kosten van een verevening aan de (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde en de Gewezen ex-partner ieder voor de helft in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. 10. Bij 11 Een pensioen wordt niet verevend, indien op het tijdstip van scheiding in de toepassing van dit artikel wordt rekening gehouden met een eventueel eerdere toepassing zin van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ten behoeve scheiding, het deel van een andere Gewezen partner het pensioen waarop recht op uitbetaling ontstaat, het in artikel 66 eerste lid van de (Gewezen) Deelnemer of GepensioneerdePensioenwet genoemde bedrag niet te boven gaat.

Pensioenverevening. 1. Indien het huwelijk van de (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde eindigt door Xxxxxxxxx echtscheiding of scheiding van tafel en bed, of in geval van beëindiging van het geregistreerd partnerschap anders dan door omzetting in een huwelijk heeft de Gewezen voormalige partner van de (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde recht op uitbetaling van een deel van het aan de Gepensioneerde (gewezen) deelnemer of gepensioneerde toekomende ouderdomspensioen. Dit deel is gelijk aan 50% van het ouderdomspensioen dat zou gelden indien: a. de tot verevening verplichte (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren, inclusief de periode dat pensioenopbouw wordt voortgezet in verband met (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheidarbeidsongeschiktheid, gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aanvang van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van de Scheidingechtscheiding of scheiding van tafel en bed danwel de beëindiging van het geregistreerd partnerschap; b. op het tijdstip van de Scheiding echtscheiding of scheiding van tafel en bed danwel de beëindiging van het geregistreerd partnerschap het deelnemerschap zou zijn geëindigd anders dan bedoeld in artikel 2 lid 2 3 sub a en b. 2. Indien het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap ligt vóór het tijdstip van de Scheiding echtscheiding of scheiding van tafel een bed danwel de beëindiging van het geregistreerd partnerschap heeft de Gewezen voormalige partner recht op uitbetaling van 50% van het ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot verevening verplichte Gewezen gewezen deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aangaan van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap. 3. Indien bij de beëindiging van het huwelijk van een (gewezen) deelnemer aan de excedentpensioenregeling door echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed het pensioenkapitaal reeds is aangewend voor aankoop van pensioenaanspraken, is dit artikel van overeenkomstige toepassing. 4. Bij de beëindiging van het huwelijk van een (gewezen) deelnemer door echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed vóór aanwending van het pensioenkapitaal, heeft de gewezen partner overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op verevening van het tijdens de huwelijkse periode gevormde pensioenkapitaal op de pensioenrekening van de (gewezen) deelnemer. 5. In afwijking van het onder lid 1, lid 2, lid 3 en lid 4 bepaalde wordt bij de verevening rekening gehouden met een ander percentage respectievelijk een andere periode respectievelijk een andere verdeling van het pensioenkapitaal indien de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde en de voormalige partner dit bij schriftelijke overeenkomst in verband met de echtscheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap zijn overeengekomen. Ten bewijze hiervan dient een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van de overeenkomst aan het fonds te worden overgelegd. 6. De uitbetaling aan de Gewezen voormalige partner geschiedt onder de in dit Pensioenreglement reglement vastgelegde voorwaarden. De uitbetaling gaat in op het tijdstip waarop volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling bestaat. 47. Het recht op uitbetaling aan van de Gewezen voormalige partner sluit, zolang dit recht bestaat, uitbetaling van de ter zake van die uitbetaling vastgestelde bedragen inclusief eventuele verhogingen aan de (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer en Gepensioneerde gepensioneerde uit. 58. Met inachtneming van het in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter zake bepaalde kan het recht op uitbetaling van ouderdomspensioen als bedoeld in dit artikel ouderdoms- pensioen en het toegekende bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 16 worden omgezet in een (eigen) aanspraak op ouderdomspensioen voor de Gewezen voormalige partner, mits dit bij huwelijkse voorwaarden respectievelijk voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de Scheiding scheiding respectievelijk beëindiging van het geregistreerd partnerschap is overeengekomen. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van het Pensioenfonds fonds is gehecht dat het instemt met bedoelde omzetting. 69. De aanspraak op ouderdomspensioen van een (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde kan zonder toestemming van diens Partner partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds de (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde en anderzijds het Pensioenfonds fonds of de Werkgever werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de PW, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. Elk beding, strijdig met het bepaalde in dit lid is nietig. 710. Bij de toepassing van dit artikel zullen de bepalingen van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding in acht worden genomen. 811. Het recht op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Pensioenfonds fonds worden uitgeoefend, indien de Scheiding echtscheiding of scheiding van tafel en bed danwel beëindiging van het geregistreerd partnerschap binnen twee jaar na het tijdstip van de Scheiding scheiding op de in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding voorgeschreven wijze aan het Pensioenfonds fonds is gemeld. 912. Het Bestuur bestuur is bevoegd de kosten van een verevening aan de (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde en de Gewezen voormalige partner ieder voor de helft in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. 10. Bij de toepassing van dit artikel wordt rekening gehouden met een eventueel eerdere toepassing van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ten behoeve van een andere Gewezen partner van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde.

Pensioenverevening. 1. Indien het huwelijk In geval van de (Gewezen) Deelnemer echtscheiding of Gepensioneerde eindigt door Xxxxxxxxx heeft de Gewezen partner scheiding van de (Gewezen) Deelnemer tafel of Gepensioneerde recht op uitbetaling bed of beëindiging van een deel geregistreerd partnerschap, vindt verevening plaats van het aan de Gepensioneerde toekomende ouderdomspensioen. Dit deel is gelijk aan 50% van tijdens het ouderdomspensioen dat zou gelden indien: a. de tot verevening verplichte (Gewezen) Deelnemer uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren, inclusief de periode dat pensioenopbouw wordt voortgezet in verband met (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheid, gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aanvang van het huwelijk/geregistreerd partnerschap opgebouwde ouderdomspensioen en het tijdstip van de Scheiding; b. op het tijdstip van de Scheiding het deelnemerschap zou zijn geëindigd anders dan bedoeld in artikel 2 lid 2 sub a en b. 2. Indien het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap ligt vóór het tijdstip van de Scheiding heeft de Gewezen partner recht op uitbetaling van 50% van het ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot verevening verplichte Gewezen deelnemer of Gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aangaan van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap. 3. De uitbetaling aan de Gewezen partner geschiedt onder de in dit Pensioenreglement vastgelegde voorwaarden. De uitbetaling gaat in op het tijdstip waarop volgens vroegpensioen conform de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling bestaatscheiding. 42. Het recht op uitbetaling deel van het te verevenen, het aan de Gewezen partner sluitgewezen partner, zolang dit recht bestaattoe te rekenen ouderdomspensioen, uitbetaling vroegpensioen en het bijzonder levenslang partnerpensioen, vastgelegd overeenkomstig artikel 11 kunnen uitsluitend ingeval van de ter zake echtscheiding (dus niet bij ontbinding na scheiding van die uitbetaling vastgestelde bedragen inclusief eventuele verhogingen aan de (Gewezentafel en bed) Deelnemer en Gepensioneerde uit. 5. Met inachtneming of bij beëindiging van een geregistreerd partnerschap, onverminderd het bepaalde in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter zake bepaalde kan het recht op uitbetaling lid 4 van ouderdomspensioen als bedoeld in dit artikel en het toegekende bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 16 worden omgezet in een (eigen) aanspraak eigen recht op ouderdomspensioen voor de Gewezen gewezen partner, mits dit voldaan aan het navolgende: a. de omzetting wordt door beide partijen overeengekomen bij huwelijkse voorwaarden respectievelijk of voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij geschrift gesloten een schriftelijke overeenkomst met het oog op de Scheiding scheiding; b. binnen twee jaren na het tijdstip van de scheiding is overeengekomenhiervan mededeling gedaan aan het fonds; c. het fonds heeft ingestemd met de omzetting (zie lid 3). 3. De Het fonds zal niet instemmen met de beoogde omzetting als bedoeld in lid 2, indien een andere toeslagregeling is overeengekomen dan die welke is beschreven in artikel 16 lid 1 of indien de omzetting die wordt overeengekomen voor het fonds verzekeringstechnisch nadelig is. Het fonds zal slechts instemmen met de omzetting indien het recht op ouderdomspensioen van de gewezen partner ingaat op de, bij het fonds geldende, pensioendatum. 4. Het bepaalde in lid 2 en lid 3 is niet van toepassing indien partijen pensioenverevening hebben uitgesloten bij huwelijkse voorwaarden of voorwaarden van geregistreerd partnerschap of bij een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding. 5. Het fonds is slechts geldig indien aan bevoegd de overeenkomst een verklaring kosten van het Pensioenfonds is gehecht dat het instemt met bedoelde omzettingpensioenverevening of omzetting in rekening te brengen. 6. De aanspraak op ouderdomspensioen en/of vroegpensioen van een (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde kan zonder toestemming van diens Partner partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds de die (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde en anderzijds het Pensioenfonds fonds of de Werkgever werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de PWPensioen- en spaarfondsenwet, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. Elk beding, beding strijdig met het bepaalde in dit lid de vorige volzin is nietig. 7. Bij de toepassing van dit artikel zullen de bepalingen van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding in acht worden genomen. 8. Het recht De aanspraak op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Pensioenfonds worden uitgeoefend, indien de Scheiding binnen twee jaar na het tijdstip van de Scheiding op de in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding voorgeschreven wijze aan het Pensioenfonds is gemeld. 9. Het Bestuur is bevoegd de kosten van een verevening aan de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en de Gewezen partner ieder voor de helft in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. 10. Bij de toepassing van dit artikel wordt rekening gehouden met een eventueel eerdere toepassing van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding levenslang partnerpensioen ten behoeve van een andere Gewezen de partner van een (gewezen) deelnemer of gepensioneerde kan zonder toestemming van die partner niet bij overeenkomst tussen de (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerdegepensioneerde en het fonds of de werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de Pensioen- en spaarfondsenwet. Elk beding strijdig met het bepaalde in de vorige volzin is nietig.

Pensioenverevening. 1. Indien In geval van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van een geregistreerd partnerschap, is de Wet VPS van toepassing. Er vindt ingevolge de Wet VPS verevening van het tijdens het huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap opgebouwde ouderdomspensioen plaats. 2. Indien de gewezen deelnemer of de gewezen partner na beëindiging van een samenlevingsovereenkomst het tijdens de duur van de (Gewezen) Deelnemer samenlevingsovereenkomst opgebouwde ouderdomspensioen wenst te verevenen, dient de gewezen deelnemer of Gepensioneerde eindigt door Xxxxxxxxx heeft de Gewezen gewezen partner het pensioenfonds hiervan binnen twee jaar na beëindiging van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde recht samenlevingsovereenkomst schriftelijk op uitbetaling de hoogte te stellen. Indien aan voornoemde voorwaarden is voldaan, wordt naar analogie van een de Wet VPS het tijdens de duur van de samenlevingsovereenkomst opgebouwde ouderdomspensioen verevend. 3. Het deel van het te verevenen ouderdomspensioen kan uitsluitend worden omgezet in een eigen recht op ouderdomspensioen voor de gewezen partner mits voldaan aan de Gepensioneerde toekomende ouderdomspensioen. Dit deel is gelijk aan 50% van het ouderdomspensioen dat zou gelden indiennavolgende: a. de tot verevening verplichte (Gewezen) Deelnemer uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende omzetting wordt door beide partijen overeengekomen bij huwelijkse voorwaarden of voorwaarden van geregistreerd partnerschap of bij een schriftelijke overeenkomst met het oog op de deelnemersjaren, inclusief de periode dat pensioenopbouw wordt voortgezet in verband met (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheid, gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aanvang beëindiging van het geregistreerd partnerschap en partnerschap; b. binnen twee jaar na het tijdstip van de Scheiding; b. op beëindiging van het partnerschap is mededeling gedaan aan het Pensioenfonds van de beëindiging van het partnerschap en van het tijdstip van beëindiging middels een door de Scheiding gewezen deelnemer of de gewezen partner overlegd formulier, waarvan het deelnemerschap zou model is vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; c. het Pensioenfonds heeft ingestemd met de omzetting (zie lid 4). 4. Het Pensioenfonds zal niet instemmen met de beoogde omzetting zoals bedoeld in lid 3 indien een andere regeling voor toeslagverlening is overeengekomen dan die welke is beschreven in artikel 18 of indien de omzetting die wordt overeengekomen voor het pensioenfonds verzekeringstechnisch nadelig is. Het Pensioenfonds zal dan slechts instemmen met de omzetting indien het recht op ouderdomspensioen van de gewezen partner ingaat op de bij het pensioenfonds geldende pensioenrichtdatum. 5. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing indien partijen pensioenverevening hebben uitgesloten bij huwelijkse voorwaarden of voorwaarden van geregistreerd partnerschap of bij een schriftelijke overeenkomst met het oog op de beëindiging van het partnerschap. 6. De aanspraak op ouderdomspensioen ten behoeve van de gewezen partner wordt verevend ouderdomspensioen genoemd. De gewezen partner die recht heeft op verevend ouderdomspensioen wordt voor dit pensioenreglement aangemerkt als gewezen deelnemer vóór ingang van de pensioenuitkering en als pensioengerechtigde deelnemer ná ingang van de pensioenuitkering. 7. Het verevend ouderdomspensioen ten behoeve van de gewezen partner van de gewezen deelnemer gaat in op de pensioendatum van de gewezen deelnemer, door wie de aanspraken op ouderdomspensioen zijn geëindigd anders dan opgebouwd. Indien het ouderdoms- pensioen van de gewezen deelnemer, door wie de aanspraken op ouderdoms- pensioen zijn opgebouwd, wordt verlaagd of verhoogd, uitsluitend wegens ingang op een vroeger tijdstip als bedoeld in artikel 2 lid 2 sub a en b.8 of later tijdstip als bedoeld in artikel 9, wordt het verevend ouderdomspensioen ten behoeve van de gewezen partner van de gewezen deelnemer op overeenkomstige wijze verlaagd of verhoogd. Het verevend ouderdomspensioen ten behoeve van de gewezen partner van de gewezen deelnemer is betaalbaar tot de eerste kalenderdag van de maand volgende op de dag van overlijden van de gewezen partner van de gewezen deelnemer dan wel de eerste kalenderdag van de maand volgende op de dag van overlijden van de gewezen deelnemer door wie de aanspraken op ouderdomspensioen zijn opgebouwd. 28. Indien het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap ligt vóór het tijdstip van partnerschap ná de Scheiding pensioenrichtdatum ligt, heeft de Gewezen partner recht op uitbetaling van 50% van het ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot verevening verplichte Gewezen deelnemer of Gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aangaan van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap. 3. De uitbetaling aan de Gewezen partner geschiedt onder de in dit Pensioenreglement vastgelegde voorwaarden. De uitbetaling gaat in op het tijdstip waarop volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling bestaat. 4. Het recht op uitbetaling aan de Gewezen partner sluit, zolang dit recht bestaat, uitbetaling van de ter zake van die uitbetaling vastgestelde bedragen inclusief eventuele verhogingen aan de (Gewezen) Deelnemer en Gepensioneerde uit. 5. Met inachtneming van het in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter zake bepaalde kan het recht op uitbetaling van ouderdomspensioen als bedoeld in dit artikel en het toegekende bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 16 worden omgezet in een (eigen) aanspraak op ouderdomspensioen voor uitkering ingang één maand ná de Gewezen partner, mits dit bij huwelijkse voorwaarden respectievelijk voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de Scheiding is overeengekomen. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van datum waarop het Pensioenfonds is gehecht dat het instemt met bedoelde omzetting. 6. De aanspraak op ouderdomspensioen van een (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde kan zonder toestemming van diens Partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en anderzijds het Pensioenfonds of de Werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de PW, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. Elk beding, strijdig met het bepaalde in dit lid is nietig. 7. Bij de toepassing van dit artikel zullen de bepalingen van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding in acht worden genomen. 8. Het recht op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Pensioenfonds worden uitgeoefend, indien de Scheiding binnen twee jaar na het tijdstip van de Scheiding op de in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding voorgeschreven wijze aan het Pensioenfonds is gemeld3 sub b genoemde formulier heeft ontvangen. 9. Indien de gewezen partner komt te overlijden vóórdat het verevende ouderdoms- pensioen ten behoeve van de gewezen partner tot uitkering is gekomen, valt dit verevende ouderdomspensioen weer toe aan de gewezen deelnemer of pensioengerechtigde deelnemer, tenzij de gewezen partner gebruik heeft gemaakt van de in artikel 5 van de Wet VPS vastgelegde mogelijkheid van conversie. 10. Het Bestuur Pensioenfonds is bevoegd de kosten van een de verevening aan de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en de Gewezen partner ieder voor de helft in gelijke delen in rekening te brengen aan de gewezen deelnemer en de gewezen partner dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. 10. Bij de toepassing van dit artikel wordt rekening gehouden met een eventueel eerdere toepassing van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ten behoeve van een andere Gewezen partner van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde.

Pensioenverevening. 1. Indien het huwelijk In geval van de (Gewezen) Deelnemer echtscheiding of Gepensioneerde eindigt door Xxxxxxxxx heeft de Gewezen partner scheiding van de (Gewezen) Deelnemer tafel of Gepensioneerde recht op uitbetaling bed of beëindiging van een deel geregistreerd partnerschap, vindt verevening plaats van het aan de Gepensioneerde toekomende ouderdomspensioen. Dit deel is gelijk aan 50% van tijdens het ouderdomspensioen dat zou gelden indien: a. de tot verevening verplichte (Gewezen) Deelnemer uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren, inclusief de periode dat pensioenopbouw wordt voortgezet in verband met (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheid, gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aanvang van het huwelijk/geregistreerd partnerschap opgebouwde ouderdomspensioen en het tijdstip van de Scheiding; b. op het tijdstip van de Scheiding het deelnemerschap zou zijn geëindigd anders dan bedoeld in artikel 2 lid 2 sub a en b. 2. Indien het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap ligt vóór het tijdstip van de Scheiding heeft de Gewezen partner recht op uitbetaling van 50% van het ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot verevening verplichte Gewezen deelnemer of Gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aangaan van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap. 3. De uitbetaling aan de Gewezen partner geschiedt onder de in dit Pensioenreglement vastgelegde voorwaarden. De uitbetaling gaat in op het tijdstip waarop volgens vroegpensioen conform de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht scheiding. Indien de deelnemer na beëindiging van een samenlevingsverband het tijdens het samenlevingsverband opgebouwde ouderdomspensioen en vroegpensioen wenst te verevenen, dient de deelnemer het fonds hiervan binnen twee jaar na beëindiging van het samenlevingsverband schriftelijk op uitbetaling bestaatde hoogte te stellen. 42. Het recht op uitbetaling deel van het te verevenen, het aan de Gewezen partner sluitgewezen partner, zolang dit recht bestaattoe te rekenen ouderdomspensioen, uitbetaling vroegpensioen en het bijzonder levenslang partnerpensioen, vastgelegd overeenkomstig artikel 11 kunnen uitsluitend ingeval van de ter zake echtscheiding (dus niet bij ontbinding na scheiding van die uitbetaling vastgestelde bedragen inclusief eventuele verhogingen aan de (Gewezentafel en bed) Deelnemer en Gepensioneerde uit. 5. Met inachtneming of bij beëindiging van een geregistreerd partnerschap, onverminderd het bepaalde in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter zake bepaalde kan het recht op uitbetaling lid 4 van ouderdomspensioen als bedoeld in dit artikel en het toegekende bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 16 worden omgezet in een (eigen) aanspraak eigen recht op ouderdomspensioen voor de Gewezen gewezen partner, mits dit voldaan aan het navolgende: a. de omzetting wordt door beide partijen overeengekomen bij huwelijkse voorwaarden respectievelijk of voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij geschrift gesloten een schriftelijke overeenkomst met het oog op de Scheiding scheiding; b. binnen twee jaren na het tijdstip van de scheiding is overeengekomenhiervan mededeling gedaan aan het fonds; c. het fonds heeft ingestemd met de omzetting (zie lid 3). 3. De Het fonds zal niet instemmen met de beoogde omzetting als bedoeld in lid 2, indien een andere toeslagregeling is overeengekomen dan die welke is beschreven in artikel 16 lid 1 of indien de omzetting die wordt overeengekomen voor het fonds verzekeringstechnisch nadelig is. Het fonds zal slechts instemmen met de omzetting indien het recht op ouderdomspensioen van de gewezen partner ingaat op de, bij het fonds geldende, pensioendatum. 4. Het bepaalde in lid 2 en lid 3 is niet van toepassing indien partijen pensioenverevening hebben uitgesloten bij huwelijkse voorwaarden of voorwaarden van geregistreerd partnerschap of bij een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding. 5. Het fonds is slechts geldig indien aan bevoegd de overeenkomst een verklaring kosten van het Pensioenfonds is gehecht dat het instemt met bedoelde omzettingpensioenverevening of omzetting in rekening te brengen. 6. De aanspraak op ouderdomspensioen en/of vroegpensioen van een (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde kan zonder toestemming van diens Partner partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds de die (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde gepensioneerde en anderzijds het Pensioenfonds fonds of de Werkgever werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de PWPensioen- en spaarfondsenwet, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. Elk beding, beding strijdig met het bepaalde in dit lid de vorige volzin is nietig. 7. Bij de toepassing van dit artikel zullen de bepalingen van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding in acht worden genomen. 8. Het recht De aanspraak op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Pensioenfonds worden uitgeoefend, indien de Scheiding binnen twee jaar na het tijdstip van de Scheiding op de in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding voorgeschreven wijze aan het Pensioenfonds is gemeld. 9. Het Bestuur is bevoegd de kosten van een verevening aan de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en de Gewezen partner ieder voor de helft in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. 10. Bij de toepassing van dit artikel wordt rekening gehouden met een eventueel eerdere toepassing van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding levenslang partnerpensioen ten behoeve van een andere Gewezen de partner van een (gewezen) deelnemer of gepensioneerde kan zonder toestemming van die partner niet bij overeenkomst tussen de (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerdegepensioneerde en het fonds of de werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de Pensioen- en spaarfondsenwet. Elk beding strijdig met het bepaalde in de vorige volzin is nietig.

Pensioenverevening. 1. Indien het huwelijk 1 Xxxxxxx xxx Xxxxxxxxx heeft de Ex-partner van de een (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde eindigt door Xxxxxxxxx heeft de Gewezen partner van de (Gewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerde recht op uitbetaling van een deel van het elke aan de (Gewezen) deelnemer of Gepensioneerde toekomende uitbetaalde termijn van ouderdomspensioen. Dit deel . 2 Het te verevenen ouderdomspensioen als bedoeld in lid 1 wordt conform de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding en de daaraan verbonden regelgeving vastgesteld en is gelijk aan 50% van het ouderdomspensioen dat zou gelden indien: a. de tot verevening verplichte (Gewezen) Deelnemer uitsluitend zou hebben deelnemer of Gepensioneerde heeft deelgenomen aan de Pensioenregeling gedurende de deelnemersjaren, Pensioenjaren (inclusief de periode dat waarin de pensioenopbouw wordt voortgezet in verband met (gedeeltelijke) ArbeidsongeschiktheidArbeidsongeschiktheid of verlof), gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aanvang van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van Scheiding. Indien er gedurende het partnerschap een waardeoverdracht heeft plaatsgevonden, wordt hiermee conform de Scheidinggeldende regelgeving rekening gehouden; b. op het tijdstip van de Scheiding Xxxxxxxxx het deelnemerschap zou zijn geëindigd anders dan bedoeld in artikel 2 lid 2 sub a en b.door pensionering, overlijden of xxxxxx. 2. 3 Indien het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap ligt vóór het tijdstip van de Scheiding heeft de Gewezen partner Scheiding, betreft het recht op uitbetaling van uitbetaling, als bedoeld in lid 1, 50% van het ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot verevening verplichte Gewezen (Gewezen) deelnemer of Gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren Pensioenjaren gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aangaan van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap. 34 In afwijking van het voorgaande kunnen de (Gewezen) deelnemer of Gepensioneerde en de Ex-partner bij huwelijkse voorwaarden of een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de Scheiding het recht op uitbetaling van een deel van het pensioen uitsluiten, dan wel bepalen dat het betreffende deel op een ander percentage dan bij helfte, of op basis van een andere periode dan de huwelijkse periode of de periode van geregistreerd partnerschap wordt vastgesteld. Het DEPF is slechts gebonden aan deze overeenkomst indien en vanaf het tijdstip waarop de (Gewezen) deelnemer of Gepensioneerde en de Ex-partner binnen twee jaar na het tijdstip van Scheiding gezamenlijk een gewaarmerkt afschrift of uitstelsel van de overeenkomst aan het DEPF hebben overgelegd. 5 Om voor het recht op uitbetaling jegens het DEPF in aanmerking te komen, dient de (Gewezen) deelnemer of Gepensioneerde of de Ex-partner binnen twee jaar na de Scheiding mededeling aan het DEPF te doen door middel van een formulier, waarvan het model is vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Na ontvangst van het ondertekende formulier verstrekt het DEPF aan de Ex-partner een bewijsstuk waaruit de tijdens het huwelijk of geregistreerde partnerschap opgebouwde aanspraak blijkt, waarop de verevening zal worden gebaseerd, alsmede de ingangsdatum. De uitbetaling (Gewezen) deelnemer of Gepensioneerde ontvangt hiervan een afschrift. 6 Het deel van het ouderdomspensioen dat wordt of zal worden uitbetaald aan de Gewezen Ex-partner geschiedt onder wordt na de verevening van het pensioen jaarlijks verhoogd met hetzelfde percentage als waarmee het DEPF in dit Pensioenreglement vastgelegde voorwaardenhet betreffende jaar de aanspraak dan wel het recht verhoogt van de (Gewezen) deelnemer of Pensioengerechtigde van wie hij Partner is geweest. 7 Het recht van de Ex-partner van de (Gewezen) deelnemer op uitbetaling van het te verevenen ouderdomspensioen gaat in op de Pensioendatum van de (Gewezen) deelnemer. De Het recht van de Ex-partner van de Gepensioneerde op uitbetaling gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarin het tijdstip waarop volgens DEPF de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling bestaat. 4mededeling bedoeld in lid 5 heeft ontvangen. Het recht op uitbetaling eindigt op het tijdstip waarop het recht op pensioen eindigt of als de Ex-partner voordien overlijdt, aan de Gewezen partner sluit, zolang dit recht bestaat, uitbetaling het eind van de ter zake maand van die diens overlijden. Het recht op uitbetaling vastgestelde bedragen inclusief eventuele verhogingen eindigt bovendien aan het eind van de (Gewezen) Deelnemer maand waarin de beide partners met elkaar zijn hertrouwd, dan wel na scheiding van tafel en Gepensioneerde uitbed in het huwelijksgoederenregister hebben doen inschrijven dat de Scheiding heeft opgehouden te bestaan, dan wel met elkaar een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. 5. 8 Met inachtneming van het in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter zake bepaalde kan het recht op uitbetaling in de voorafgaande leden van ouderdomspensioen als bedoeld in dit artikel bedoelde deel van het ouderdomspensioen en het toegekende bijzonder Bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 16 worden omgezet in een (eigen) aanspraak op ouderdomspensioen voor de Gewezen Ex-partner, mits dit bij huwelijkse voorwaarden respectievelijk voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de Scheiding is overeengekomenovereen- gekomen. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van het Pensioenfonds DEPF is gehecht dat het instemt met bedoelde omzetting. 6. De aanspraak op ouderdomspensioen van een (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde kan zonder toestemming van diens Partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en anderzijds het Pensioenfonds of de Werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de PW, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. Elk beding, strijdig met het bepaalde in dit lid is nietig. 7. Bij de toepassing van dit artikel zullen de bepalingen van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding in acht worden genomen. 8. Het recht op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Pensioenfonds worden uitgeoefend, indien de Scheiding binnen twee jaar na het tijdstip van de Scheiding op de in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding voorgeschreven wijze aan het Pensioenfonds is gemeld. 9. Het Bestuur is bevoegd de kosten van een verevening aan de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en de Gewezen partner ieder voor de helft in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. 10. Bij de toepassing van dit artikel wordt rekening gehouden met een eventueel eerdere toepassing van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ten behoeve van een andere Gewezen partner van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde.

Pensioenverevening. 1. Indien het huwelijk In geval van scheiding, waaronder in dit artikel zowel echtscheiding als scheiding van tafel en bed als beëindiging van geregistreerd partnerschap wordt verstaan, is de wet Verevening Pensioenrechten bij scheiding van toepassing. De (Gewezengewezen) Deelnemer of Gepensioneerde eindigt door Xxxxxxxxx heeft de Gewezen partner van de (Gewezengewezen) Deelnemer of Gepensioneerde deelnemer verkrijgt overeenkomstig de bepalingen van deze wet recht op uitbetaling van een deel de helft van het aan de Gepensioneerde toekomende ouderdomspensioen. Dit deel is gelijk aan 50% gedeelte van het ouderdomspensioen dat zou gelden indien: a. kan worden toegerekend aan de tot verevening verplichte (Gewezen) Deelnemer uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren, inclusief de periode dat pensioenopbouw wordt voortgezet in verband met (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheid, dienstjaren gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aanvang van het geregistreerd partnerschap huwelijkssluiting en het tijdstip van de Scheiding; b. op het tijdstip van de Scheiding het deelnemerschap zou zijn geëindigd scheiding, tenzij anders dan bedoeld in artikel 2 lid 2 sub a en b.wordt overeengekomen. 2. Indien het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap ligt vóór het tijdstip van de Scheiding heeft de Gewezen partner recht op uitbetaling van 50% van het ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot verevening verplichte Gewezen deelnemer of Gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aangaan van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap. 3. De uitbetaling aan de Gewezen partner geschiedt onder de in dit Pensioenreglement vastgelegde voorwaarden. De uitbetaling gaat in op het tijdstip waarop volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling bestaat. 4. Het recht op uitbetaling aan de Gewezen partner sluit, zolang dit recht bestaat, uitbetaling bestaat ten opzichte van de ter zake van die uitbetaling vastgestelde bedragen inclusief eventuele verhogingen aan de (Gewezen) Deelnemer en Gepensioneerde uit. 5. Met inachtneming van het in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter zake bepaalde kan het recht op uitbetaling van ouderdomspensioen als bedoeld in dit artikel en het toegekende bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 16 worden omgezet in een (eigen) aanspraak op ouderdomspensioen voor de Gewezen partnerStichting, mits dit bij huwelijkse voorwaarden respectievelijk voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de Scheiding is overeengekomen. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van het Pensioenfonds is gehecht dat het instemt met bedoelde omzetting. 6. De aanspraak op ouderdomspensioen van een (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde kan zonder toestemming van diens Partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en anderzijds het Pensioenfonds of de Werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de PW, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. Elk beding, strijdig met het bepaalde in dit lid is nietig. 7. Bij de toepassing van dit artikel zullen de bepalingen van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding in acht worden genomen. 8. Het recht op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Pensioenfonds worden uitgeoefend, indien de Scheiding binnen twee jaar na het tijdstip van scheiding mededeling aan de Scheiding op Stichting is gedaan van die scheiding en van het tijdstip ervan. Deze mededeling dient te geschieden door de (gewezen) deelnemer of de (gewezen) partner, door middel van een formulier waarvan het model is vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 3. Als tijdstip van echtscheiding geldt de datum van inschrijving van de beschikking in de registers van de burgelijke stand. Als tijdstip van scheiding van tafel en bed geldt de datum waarop de beschikking in het in artikel 116 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek aangewezen huwelijksgoederenregister is ingeschreven. Als einddatum van de gezamenlijke huishouding geldt de datum waarop de in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding voorgeschreven wijze aan het Pensioenfonds artikel 12 lid 6 bedoelde verklaring is gemeldontvangen. 94. Het Bestuur De Stichting verstrekt aan de (gewezen) partner een bewijsstuk waaruit blijkt op welk deel van het ouderdomspensioen de verevening zal worden gebaseerd en wat de ingangsdatum van de uitbetaling is. De (gewezen) deelnemer ontvangt van het bewijsstuk een afschrift. 5. Indien het tijdstip van scheiding na de pensioendatum ligt, gaat het recht op uitbetaling in één maand na de datum waarop de verzekeraar het in lid 2 genoemde formulier heeft ontvangen. 6. De Stichting is bevoegd de kosten van een de verevening aan de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en de Gewezen partner ieder voor de helft in gelijke delen in rekening te brengen aan de (gewezen) deelnemer en de (gewezen) partner, dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. 10. Bij de toepassing van dit artikel wordt rekening gehouden met een eventueel eerdere toepassing van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ten behoeve van een andere Gewezen partner van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde.

Pensioenverevening. 1. Indien In geval van scheiding vindt verevening van het tijdens het huwelijk van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde eindigt door Xxxxxxxxx heeft de Gewezen partner van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde recht op uitbetaling van een deel van het aan de Gepensioneerde toekomende ouderdomspensioen. Dit deel is gelijk aan 50% van het opgebouwde levenslange ouderdomspensioen dat zou gelden indien: a. de tot verevening verplichte (Gewezen) Deelnemer uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren, inclusief de periode dat pensioenopbouw wordt voortgezet in verband met (gedeeltelijke) Arbeidsongeschiktheid, gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aanvang van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van de Scheiding; b. op het tijdstip van de Scheiding het deelnemerschap zou zijn geëindigd anders dan bedoeld in artikel 2 lid 2 sub a en b. 2. Indien het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap ligt vóór het tijdstip van de Scheiding heeft de Gewezen partner recht op uitbetaling van 50% van het ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot verevening verplichte Gewezen deelnemer of Gepensioneerde uitsluitend zou hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk aangaan van het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap. 3. De uitbetaling aan de Gewezen partner geschiedt onder de in dit Pensioenreglement vastgelegde voorwaarden. De uitbetaling gaat in op het tijdstip waarop volgens plaats conform de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling bestaat. 4scheiding. Het recht op uitbetaling aan de Gewezen partner sluit, zolang bepaalde in dit recht bestaat, uitbetaling lid is niet van de ter zake toepassing indien partijen verevening van die uitbetaling vastgestelde bedragen inclusief eventuele verhogingen aan de (Gewezen) Deelnemer en Gepensioneerde uit. 5. Met inachtneming van het in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter zake bepaalde kan het recht op uitbetaling van ouderdomspensioen als bedoeld in dit artikel en het toegekende bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 16 worden omgezet in een (eigen) aanspraak op ouderdomspensioen voor de Gewezen partner, mits dit hebben uitgesloten bij huwelijkse voorwaarden respectievelijk voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij geschrift gesloten schriftelijke overeenkomst met het oog op de Scheiding is overeengekomenscheiding. 2. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring Het deel van het Pensioenfonds is gehecht dat te verevenen ouderdomspensioen van de gewezen partner en het instemt met bedoelde omzetting. 6. De aanspraak bijzonder partnerpensioen, vastgesteld overeenkomstig artikel 9, kunnen, uitsluitend in geval van echtscheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap, worden omgezet in een eigen recht op ouderdomspensioen van voor de gewezen partner, mits wordt voldaan aan het navolgende: a. de omzetting wordt door beide partijen overeengekomen bij huwelijkse voorwaarden of bij een (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde kan zonder toestemming van diens Partner niet bij schriftelijke overeenkomst tussen enerzijds de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en anderzijds het Pensioenfonds of de Werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de PW, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. Elk beding, strijdig met het bepaalde in dit lid is nietig.oog op de echtscheiding; 7. Bij de toepassing van dit artikel zullen de bepalingen van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding in acht worden genomen. 8. Het recht op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens het Pensioenfonds worden uitgeoefend, indien de Scheiding b. binnen twee jaar na het tijdstip van de Scheiding echtscheiding is hiervan mededeling gedaan aan de stichting door middel van het daarvoor bestemde formulier; c. de stichting heeft ingestemd met deze omzetting. De omzetting wordt berekend op de in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding voorgeschreven wijze aan het Pensioenfonds is gemeldbasis van algemeen aanvaarde actuariële grondslagen. 93. Het Bestuur Verevening als bedoeld in lid 1 of conversie als bedoeld in lid 2 van het opgebouwde ouderdomspensioen vindt niet plaats indien het ouderdomspensioen lager is bevoegd dan de kosten afkoopgrens. 4. De stichting heeft het recht om niet in te stemmen met de beoogde omzetting als bedoeld in lid 2 van dit artikel, indien de omzetting die wordt overeengekomen voor de stichting verzekeringstechnisch nadelig is. De stichting kan de instemming met de omzetting afhankelijk stellen van de uitslag van een verevening aan medisch onderzoek naar de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en de Gewezen partner ieder voor de helft in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. 10. Bij de toepassing van dit artikel wordt rekening gehouden met een eventueel eerdere toepassing van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ten behoeve van een andere Gewezen partner gezondheid van de (Gewezengewezen) Deelnemer deelnemer of Gepensioneerdediens partner. 5. De kosten van verevening of omzetting zal de stichting in gelijke delen aan beide partijen in rekening brengen.