Scholingsbeleid Voorbeeldclausules

Scholingsbeleid. De werkgever dient een scholingsbeleid te voeren dat minstens twee maal zoveel scholingsdagen omvat als het aantal full-time equivalenten (FTE’s) in de onderneming. Dit aantal scholingsdagen is onafhankelijk van de arbeidsduur in de onderneming.
Scholingsbeleid. 1. Voor wat betreft scholing in het kader van de duurzame inzetbaarheid van de Uitzendkracht wordt verwezen naar de ABU-cao. In aanvulling daarop geldt binnen de Uitzendonderneming hetgeen hierna in de leden 2 tot en met 4 uiteen is gezet.
Scholingsbeleid. 8.1 Schorsing 2.8 Seniorenverlof (overgangsregeling) 3.4 en bijlage 6 Slaapdienst 3.6 Slaapdiensttoeslag 5.5 Sociaal plan 1.3, 11.5.1 en 11.5.2 Sociale zekerheid (en werkgelegenheid) H 11 Stage (vergoedingen) 6.2 en 6.3
Scholingsbeleid. Een onderneming die het beoordelingsafhankelijk beloningssysteem gaat toepassen, dient inzicht te geven in het opgestelde scholingsplan (Artikel 46 van de CAO).
Scholingsbeleid. Iedere werknemer zal in de gelegenheid worden gesteld om functie- c.q. bedrijfsgerichte opleidingen te volgen, met erkenning van de eigen verantwoordelijkheden van zowel de werkgever als werknemer x.x.x. xxxxxxxx. Op basis van periodiek te maken analyses, waarbij de eigen wensen van de werknemer betrokken zullen worden, zal de werkgever opleidings- en scholingsplannen opstellen. Jaarlijks zal in het sociaal jaarverslag een overzicht worden gegeven ten aanzien van het gevoerde opleidings-/ scholingsbeleid.
Scholingsbeleid. CAO-partijen zullen gedurende de looptijd van deze CAO regelmatig overleg voeren over de inhoud en toepassing van het scholingsbeleid bij de werkgever.
Scholingsbeleid. Scholing van personeel neemt een centrale plaats in bij het vergroten van de mogelijkheden om, bij de wensen en capaciteit passend, werk te krijgen en te behouden. Scholing gaat over de mogelijkheid voor de werknemer om kennis en vaardigheden te vergroten en voor het bedrijf als verhogen van kwaliteit en deskundigheid. Het opleidingsbeleid wordt door de P&O manager opgesteld, vervolgens in de directie besproken en vastgesteld. Tevens wordt het opleidingsbeleid besproken met de Ondernemingsraad. Opleiding wordt individueel of groepsgewijs gevolgd, bijvoorbeeld vanuit de wettelijke verplichtingen c.q. richtlijnen. Hierbij kan gedacht worden aan: Basisveiligheid VCA, VOL-VCA, EHBO- en BHV- cursussen. In principe komen alle werknemers, in alle functies en afdelingen, hiervoor in aanmerking. Dit vergt een planning van korte, maar ook van lange termijn. Een aantal zaken kunnen groeps- c.q. afdelingsgewijs, maar er zijn ook individuele ontwikkelingstrajecten. Het scholingsbeleid is een gestructureerd beleid, dat moet resulteren in verbetering van de kwaliteit van het werk, loopbaanbegeleiding en doorstroommogelijkheden binnen het bedrijf. Ook worden werknemers opgeleid om in staat te zijn op verantwoorde wijze, risicovolle werkzaamheden te verrichten. Er kan een onderscheid worden gemaakt in:
Scholingsbeleid. De werkgever is verplicht voor alle werknemers van het bedrijf een scholingsbeleid te voeren. Dit beleid bevat scholingsplannen voor maximaal 24 uren per werknemer per contractjaar. • De werkgever stelt dit scholingsbeleid vast in overleg met het medezeggenschapsorgaan of - als dit er niet is - de betrokken werknemers. • Voert de werkgever geen scholingsbeleid? Of ontbreekt de instemming van het medezeggenschapsorgaan of de betrokken werknemers? Xxx geldt het volgende: - de werknemer neemt al zijn scholingsuren uit 5.4.1 als spaaruren mee naar het volgende jaar; - die spaaruren blijven vanaf dat moment nog 2 jaar geldig; - na afloop van die periode zet de werkgever ten minste de helft van de resterende spaaruren om in een zelfde aantal uren betaald verlof. • Scholing die noodzakelijk is voor de uitvoering van de functie, die in de wet of deze cao verplicht wort voorgeschreven, is voor rekening van de werkgever. De betreffende scholing wordt kosteloos aan de werknemer aangeboden en moet worden beschouwd als arbeidstijd. • Wil de werknemer geen gebruik maken van scholingsmogelijkheden die de werkgever hem aanbiedt? En heeft hij dit de werkgever schriftelijk laten weten? Of neemt hij niet deel aan de afgesproken scholing? Dan gelden de in 5.4.1 en 5.4.2 genoemde rechten niet voor hem.
Scholingsbeleid. Het meerjarenbeleid voor scholing en de bijbehorende begroting dienen rekening te houden met de doelstellingen op korte en middellange termijn van de GPEC, vooral voor de vakgebieden genoemd in de inleiding van onderhavige overeenkomst, senioren, leerlingen. Voor eventuele aanvullende financiering (SUEZ en/of interbranches of Business Unit, extern) en anticiperen op een grotere multi-inzetbaarheid van de werknemers, worden meerjarige scholingstrajecten opgezet volgens de nationale regelgeving.
Scholingsbeleid. Budget Tijd