SOCIAAL BELEID IN DE ONDERNEMING Voorbeeldclausules

SOCIAAL BELEID IN DE ONDERNEMING. De werkgevers- en werknemersorganisaties betrokken bij deze CAO stellen vast dat zich in een onderneming, naar taak en functie, laten onderscheiden enerzijds de ondernemingsleiding, op wie de verantwoordelijkheid rust voor de bepaling en realisering van het ondernemingsbeleid, en anderzijds de in de onderneming werkzame personen die uit dien hoofde eigen materiële en immateriële belangen kennen. Veel van de zaken die betrekking hebben op de arbeidsverhouding waarin vorengenoemde tweedeling zich uit, worden in deze CAO geregeld. Niettemin zijn de werkgevers- en werknemersorganisaties de mening toegedaan dat een goede uitvoering van de CAO bepaald wordt door een goed overleg tussen de ondernemingsleiding en de werknemers. Daartoe achten zij de instelling van een ondernemingsraad dan wel van een personeelsvertegenwoordiging (voor de ondernemingen met minder dan 50 werknemers) van zeer groot belang. Immers, zowel de w.v. als de v.v. zien in de ondernemingsraad en in de personeelsvertegenwoordiging een orgaan van overleg, advies, informatie en communicatie binnen de onderneming en rekenen het deze organen tot taak bij te dragen tot het goed functioneren van de onderneming, alsmede tot het behartigen van de belangen van allen die in de onderneming werkzaam zijn. In dit kader achten partijen bij de CAO het gewenst indien de ondernemingsleiding jaarlijks in de genoemde organen de algemene gang van zaken in de onderneming, zowel op economisch als op sociaal terrein, ter bespreking aan de orde stelt. Daarnaast erkennen de w.v. de zelfstandige taak van de v.v. in de behartiging van de materiële en immateriële belangen van hun leden, werkzaam in de onderneming. Van deze zienswijze getuigen de bepalingen in de CAO die de w.v. en v.v. als adviseurs mede in het overleg tussen onderne- mingsleiding en personeel betrekken. Doch ook in die gevallen waarin de CAO een en ander niet expliciet voorschrijft achten de w.v. het nuttig indien de v.v. als adviseurs in het ondernemingsoverleg worden betrokken zeker in de gevallen waarbij de door de ondernemer te nemen beslissingen belangrijke wijziging brengen in de werkomstandigheden of in de salarisbetaling. Hiertoe dient een goede communicatie tussen de ondernemingsleiding en de v.v. te worden gewaarborgd, opdat de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging hun - hiervoren omschreven - taak waar kunnen maken en daaraan gestalte kunnen geven. Indien de v.v. in het overleg met de ondernemingsleiding ook personeelsleden van ...
SOCIAAL BELEID IN DE ONDERNEMING. 1. Het sociaal beleid is een volwaardig deel van het totale ondernemings- beleid. Het richt zich op de werknemer binnen de arbeidsorganisatie zowel: - vanuit het oogpunt van welzijn en ontplooiingsmogelijkheden van de werknemer als - vanuit het oogpunt van een doelgericht functioneren van de onder- neming. Het door de ondernemingen te voeren sociaal beleid gaat uit van zorgvul- digheid waar het gaat om de positie van werknemers, zowel collectief als individueel. Onnodige onderscheidingen naar leeftijd, afkomst, geslacht, nationaliteit, functie of aard van het dienstverband zullen worden vermeden bij de uitvoering van het sociaal beleid. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de inzetbaarheid van werknemers. Het sociaal beleid dient bij te dragen aan een zo goed mogelijke ontplooiing van de werknemers en het begrip tussen werknemers onderling te bevor- deren. Bij de inrichting van de organisatie zal, rekening houdend met de noodzakelijke continuïteit van de onderneming, zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de menselijke maat. 2. De uitwerking van het sociaal beleid dient binnen de onderneming te geschieden, teneinde daarin het eigen karakter van de onderneming tot uitdrukking te kunnen brengen. 3. Het sociaal beleid is gebaseerd op onder meer de volgende uitgangs- punten: a. het welzijn van de werknemer, zowel individueel als collectief; b. de gelijkwaardigheid in behandeling van de werknemer; c. de bestaanszekerheid van de werknemer die afhankelijk is van de werk- gelegenheid, door het streven naar continuïteit van de onderneming; d. de rechtszekerheid van de werknemer. Om dit te effectueren worden regelingen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden vastgelegd in een collectieve en individuele arbeidsovereenkomst, zodat de werknemer zijn rechten juridisch verankerd weet; e. de voldoening in het werk door permanente aandacht voor arbeidskli- maat, samenwerkingsverband en werkomstandigheden. Deze wordt onder meer bevorderd door te streven naar het geven van verantwoor- delijkheid en bevoegdheden overeenkomstig capaciteiten en ambities en door het stimuleren van de onderlinge samenwerking, gebaseerd op onderling respect; f. het streven naar evenwichtige zeggenschapsverhoudingen waarbij de werknemers medeverantwoordelijkheid dragen en ruimte wordt gelaten voor een slagvaardig management; g. bijzondere aandacht aan de opleiding van de werknemers. 4. De wijze waarop de hierboven genoemde uitgangspunten worden gecon- cretiseerd, wordt mede bepaald doo...
SOCIAAL BELEID IN DE ONDERNEMING. De werkgeversorganisatie (w.v.) en de werknemersorganisaties (v.v.) betrokken bij deze cao zijn van mening dat een goede uitvoering van de cao bepaald wordt door een goed overleg tussen de ondernemingsleiding en de werknemers. Daartoe achten zij de instelling van een ondernemingsraad (OR) dan wel van een personeelsvertegenwoordiging(PVT), voor de ondernemingen met minder dan 50 werknemers, van zeer groot belang. Partijen bij de cao achten het gewenst indien de ondernemingsleiding jaarlijks de algemene gang van zaken in de onderneming, zowel op economisch als op sociaal terrein, ter bespreking aan de orde stelt. Daarnaast erkent de w.v. de zelfstandige taak van de v.v. in de behartiging van de materiële en immateriële belangen van hun leden, werkzaam in de onderneming. Ook in die gevallen waarin de cao een en ander niet expliciet voorschrijft acht de w.v. het nuttig indien de v.v. als adviseurs in het ondernemingsoverleg worden betrokken zeker in de gevallen waarbij de door de ondernemer te nemen beslissingen belangrijke wijziging brengen in de werkomstandigheden of in de salarisbetaling.
SOCIAAL BELEID IN DE ONDERNEMING. 1. SOCIAAL JAARVERSLAG De werkgever is verplicht, daar waar de Wet op de Ondernemings- raden geldt, uiterlijk 8 maanden na afloop van het boekjaar waarop het jaarverslag betrekking heeft, schriftelijk de feitelijke gegevens te verstrekken waaruit het gevoerde algemene beleid ten aanzien van sociale (personeels-)zaken blijkt. Dit jaarverslag zal zoveel mogelijk gebaseerd zijn op het in bijlage V van deze CAO aangegeven model en zal aan ieder personeelslid ter beschikking worden gesteld.
SOCIAAL BELEID IN DE ONDERNEMING. 1. Het sociaal beleid is een volwaardig deel van het totale ondernemings- beleid. Het richt zich op de werknemer binnen de arbeidsorganisatie zowel: – vanuit het oogpunt van welzijn en ontplooiingsmogelijkheden van de werknemer als – vanuit het oogpunt van een doelgericht functioneren van de onderneming. Het door de ondernemingen te voeren sociaal beleid gaat uit van zorgvuldigheid waar het gaat om de positie van werknemers, zowel collectief als individueel. Onnodige onderscheidingen naar leeftijd, afkomst, geslacht, nationaliteit, functie of aard van het dienstverband zullen worden vermeden bij de uitvoering van het sociaal beleid. Bij- zondere aandacht zal worden besteed aan oudere werknemers. Het sociaal beleid dient bij te dragen aan een zo goed mogelijke ont- plooiing van de werknemers en het begrip tussen werknemers onder- xxxx te bevorderen. Bij de inrichting van de organisatie zal, rekening houdend met de noodzakelijke continuïteit van de onderneming, zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de menselijke maat. 2. De uitwerking van het sociaal beleid dient binnen de onderneming te geschieden, teneinde daarin het eigen karakter van de onderneming tot uitdrukking te kunnen brengen. 3. Het sociaal beleid is gebaseerd op onder meer de volgende uitgangs- punten: a. het welzijn van de werknemer, zowel individueel als collectief; b. de gelijkwaardigheid in behandeling van de werknemer, ongeacht leeftijd, afkomst, geslacht en nationaliteit; c. de bestaanszekerheid van de werknemer die afhankelijk is van de werkgelegenheid, door het streven naar continuïteit van de onder- neming;
SOCIAAL BELEID IN DE ONDERNEMING. 1. De werknemer van 45 jaar en ouder zal, via het jaarlijkse functioneringsgesprek, samen met de leidinggevende inventariseren op welke manier de werknemer de huidige functie kan blijven vervullen. In dat kader behoort scholing c.q. aanpassing van de werkplek tot de mogelijkheden. 2. De werkgever zal tenminste 1 keer per 3 jaar een periodiek medisch onderzoek aan zijn werkne- mers aanbieden. De kosten hiervan komen voor rekening van de werkgever. In overleg met de arbo-arts kan een hogere frequentie plaatsvinden. 3. De werkgever zal eenmaal per jaar uiterlijk een half jaar na afloop van het boekjaar, een sociaal jaarverslag uitbrengen. 4. In het sociaal jaarverslag zal informatie verstrekt worden over: de doelstelling van de onderne- ming; de uitgangspunten voor het sociaal beleid; de gang van zaken in een onderneming. 5. De wettelijke taken van de preventiemedewerker worden aangevuld met het geven van aanwijzin- gen en instructie aan aanwezige werknemers. Aanwijzing van de preventiemedewerker door de werkgever gebeurt in overleg met de ondernemingsraad of personeel.
SOCIAAL BELEID IN DE ONDERNEMING. “6. Ondernemingen waarin meer dan 50 werknemers werkzaam zijn stellen eenmaal per jaar een Sociaal Jaarverslag op waarin verslag gedaan wordt van het in het verslagjaar gevoerde beleid. Teneinde dit verslag te kunnen bespreken in de ondernemingsraad, zal het Sociaal Jaarverslag na overleg met de ondernemingsraad ter beschikking worden gesteld aan alle werknemers in de onderneming. Het verslag zal ook ter kennisneming aan vakorganisaties worden gezonden. De vormgeving van het Sociaal Jaarverslag kan per onderneming, na overleg met de ondernemingsraad nader worden uitgewerkt, waarbij ook met de omvang van de onderneming rekening kan worden gehouden. In bijlage V bij deze CAO is een lijst van onderwerpen gevoegd als handleiding bij het opstellen van het Sociaal Jaarverslag.”

Related to SOCIAAL BELEID IN DE ONDERNEMING

  • Vakbondswerk in de onderneming 1. De werkgever erkent dat een goed functioneren van de vakorganisatie mede afhankelijk is van contacten met en tussen leden van de vakorganisaties en de mogelijkheden van de vakorganisaties om gekozen leden van de OR te ondersteunen. 2. De vakorganisatie erkent dat het vakbondswerk mede ten doel heeft bestaande en/of wettelijk voorgeschreven interne overlegstructuren, zoals de OR en zijn commissie, te ondersteunen. 3. Met inachtneming van de in de onderneming geldende regels zijn ten behoeve van het vakbondswerk de onderstaande faciliteiten overeengekomen: a. de werkgever zal op verzoek van de vakorganisatie toestemming verlenen tot het doen van zakelijke mededelingen middels geëigende communicatiemiddelen b. de werkgever zal - als regel buiten werktijd - bedrijfsruimte ter beschikking stellen voor vergaderingen van de vakorganisaties over bedrijfs- en vakbondsaangelegenheden c. de werkgever zal op verzoek, mits vooraf aangekondigd, aan de vakorganisaties - met inachtneming van de geldende huis- en/of veiligheidsregels - de toegang verlenen tot gebouwen en bedrijfsterreinen d. de werkgever zal – binnen redelijke grenzen en voor zover de bedrijfsomstandigheden dit naar zijn mening toelaten – op schriftelijk en tijdig verzoek van de vakbond voor haar leden verlof toekennen in de volgende gevallen: 1. voor het als officieel afgevaardigde deelnemen aan bijeenkomsten van bondscongres of bondsraad, voor zover opgenomen in de door de vakbond ter beschikking van werkgever te stellen lijst tot een maximum van 26 dagen per kalenderjaar 2. voor het deelnemen aan een door de vakbond georganiseerde vormings- of scholingsbijeenkomst; in overleg op basis van een jaarplanning van de vakbond, tot een maximum van 5 dagen per kalenderjaar e. de werkgever verklaart zich bereid om voor diverse vakbondswerkzaamheden per kalenderjaar jaarlijks aan de vakorganisaties een bijdrage te verstrekken. Deze bijdrage bedraagt EUR 9,-- per FTE vallend onder de werkingssfeer van deze CAO, aangevuld met EUR 31,-- per werknemer die lid is van één van de bij deze CAO betrokken vakorganisaties. Uiterlijk aan het einde van het eerste kwartaal zal de bijdrage betaalbaar worden gesteld. f. Vakbondsleden kunnen gebruik maken van betaling van hun maandelijkse contributie met fiscaal voordeel. Voor uitvoering en voorwaarden wordt verwezen naar het reglement.

  • Identiteit van de ondernemer Artikel 3 -

  • Sociaal beleid 1. Het sociaal beleid is geïntegreerd in het ondernemingsbeleid. 2. Ter voldoening van het in lid 1 gestelde zal de werkgever zich verbinden op basis van de Wet op de Ondernemingsraden, ter beoordeling van het gevoerde sociaal beleid in de onderneming, één maal per jaar een sociaal jaarverslag uit te brengen aan de ondernemingsraad. 3. Een schriftelijk uitgebracht jaarverslag zal tevens aan vakverenigingen worden verstrekt en op aanvraag aan iedere werknemer.

  • Voorwerp van de waarborg Vergoeding van de schade van de begunstigden die voortvloeit uit een lichamelijk letsel opgelopen door de verzekerde en/of uit zijn overlijden, ten gevolge van een schadegeval. De schade aan de kledij die de verzekerde draagt wordt eveneens vergoed.

  • Verplichtingen van de Ondernemer 1. De Ondernemer is op grond van de Overeenkomst gehouden om Kinderopvang te leveren onder de overeengekomen voorwaarden. 2. De ondernemer staat er voor in dat: a. De Kinderopvang die onder zijn verantwoordelijkheid plaatsvindt: - overeenstemt met de geldende wet- en regelgeving; - verricht wordt overeenkomstig de eisen van goed vakmanschap en met gebruikmaking van deugdelijk materiaal; b. Een Kindercentrum dat onder zijn verantwoordelijkheid valt, geschikt is voor een verantwoorde opvang van kinderen, zowel wat betreft personele als materiële voorzieningen. Een nadere regeling van de wijze waarop de Ondernemer voldoet aan zijn verplichtingen genoemd in artikel 13 lid 1 is vastgelegd in bijlage 1. Deze bijlage maakt integraal onderdeel uit van deze Algemene Voorwaarden. 3. De Ondernemer houdt rekening met de individuele wensen van de Ouder voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is.

  • Sociaal Fonds Cao-partijen hebben in 2012 een cao Sociaal Fonds Huisartsenzorg, SSFH afgesloten, voor het eerst algemeen verbindend verklaard bij besluit van 22 maart 2013 van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Stcrt 2013, 5130) en voor het laatst gewijzigd en algemeen verbindend verklaard op 31 januari 2022 (Stcrt 2022, 297). Het fonds heeft tot doel het ontwikkelen en ondersteunen van activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt, scholing en sociaal beleid in de huisartsenzorg. Werkgevers die onder de werkingssfeer van de cao SSFH vallen zijn jaar- lijks een bijdrage verschuldigd aan de SSFH. Tot 1 april 2016 zijn de werkgevers jaarlijks een bijdrage verschuldigd van 0,8% van het totale pensioengevend salaris op jaar- basis van alle in het voorafgaande jaar in dienst zijnde werknemers. Met ingang van 1 april 2016 bedraagt de bijdrage aan SSFH 0,7% van het pensioengevend salaris. Vanaf 1 april 2016 draagt de werknemer, door een bijdrage aan de werkgever van 0,1% van zijn vigerende pensioen- gevend salaris van die maand, bij aan de jaarlijkse bijdrage aan de stichting. De werkgever houdt hiertoe deze afdracht maandelijks in op het brutosalaris van de werknemer. Voor 2022 geldt het volgende. De premieafdracht aan SSFH blijft 0,7%, maar eenmalig voor 2022 wordt hierop een korting aangebracht van 0,1%. Voor de werkgever bedraagt derhalve de premieafdracht aan SSFH in 2022 0,6% van het totale pensioengevend salaris op jaarbasis van alle in het voorafgaande jaar in dienst zijnde werk- nemers. In 2022 kan de werkgever maandelijks maximaal 0,086% inhouden op het brutosalaris van de werknemer als werknemersbijdrage voor bovengenoemde 0,6% van het pensioengevend salaris.