Systematiek. Jaarlijks wordt overeenkomstig de basisregeling van het Fonds een toeslag verleend van maximaal de procentuele wijziging in het loonindexcijfer op: - het door het Fonds op grond van de artikelen 5 en 6 uitgekeerde netto nabestaandenpensioen en wezenpensioen; - de uitkering van het wezenpensioen na het overlijden van de gepensioneerde (artikel 26). Het Bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de netto pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Bij deze aanpassing wordt als maatstaf aangehouden de wijziging in het loonindexcijfer over de periode van 1 augustus van het voorafgaande boekjaar tot en met 31 juli van het lopende boekjaar, zoals laatstelijk door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerd vóór
1 november van de betreffende jaren. De jaarlijkse aanpassing wordt toegepast op de op 31 december van het lopende boekjaar al ingegane netto pensioenen en vindt plaatst op 1 januari daarop volgend. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt gefinancierd uit behaalde overrendementen.
Systematiek. De gebruikte systematiek betreft de ORBA-methode van de Algemene Werkgeversvereniging Nederland (AWVN);
Systematiek. In het kader van de vereenvoudiging en transparantie van het Stelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) is een systematiek ontwikkeld die aansluit op de systematiek van de onderdelen Natuur en Agrarisch: L = Landschap L01 = landschapselemententypen L01.01 = landschapsbeheertypen Binnen het onderdeel Landschap zijn er 4 natuurtypen vastgesteld met daaronder 20 beheertypen. Uitgangspunten van de typologie zijn: • Natuurtypen zijn bedoeld als sturingsinstrument op landelijk en regionaal niveau. • Natuurtypen zijn bruikbaar om afspraken op het gebied van landschapsbeheer, ruimtelijke ontwikkeling en milieu op elkaar af te stemmen zodat de nagestreefde natuurkwaliteit gerealiseerd kan worden. • Natuurbeheertypen zijn bruikbaar voor het typeren van een doelstelling van grote gebieden. • Zowel natuurlijke landschappen als groene cultuurhistorische elementen zijn geïntegreerd in de natuurtypen. • De indeling in natuurtypen zowel gebaseerd op abiotische als op biotische condities en op cultuurhistorie. • Beheertypen zijn bedoeld voor de classificering en indeling van het beheer. • Beheertypen kunnen (op regionaal niveau) beschouwd worden als eenheden met een kleine variatie in natuurwaarde en abiotische randvoorwaarden. • Beheertypen zijn geschikt om zowel actuele situaties als doelen mee te beschrijven. • Binnen een beheertype is sprake van een vergelijkbaar beheer en vergelijkbare kosten (koppeling doelen en middelen). Van alle landschapselemententypen is een algemene beschrijving opgenomen. De algemene beschrijving geeft een indruk van het voorkomen en geografische verspreiding van de beheertypen, de kenmerkende natuurwaarden en belangrijkste abiotische en ruimtelijke condities. Ook van alle landschapsbeheertypen is een algemene beschrijving opgenomen die samen met de afbakening de basis vormt voor de classificering van de beheertypen. Daarnaast zijn de afbakeningen met name gebaseerd op de minimale oppervlakte en/of afmeting in het kader van ecologische en financiële haalbaarheid van de vergoedingen.
Systematiek. De mate van bezwaarlijkheid van de inconveniënten wordt uitgedrukt aan de hand van het puntensysteem zoals opgenomen in artikel 4.
Systematiek. De incidentele beloningen worden toegekend door het MT aan het eind van elk jaar. Nadat de beoordelingsronde is afgesloten bespreekt het MT, welke medewerkers wegens zeer bijzondere prestaties voor de incidentele beloning in aanmerking komen. Het hoofd HRM voegt aan deze voordrachten de eindeschalers met een A beoordeling toe. Het MT komt daarop tot een besluit over de toekenning van de incidentele beloningen. Uitgangspunt voor de hoogte van de incidentele beloning is 5% van een jaarsalaris (het percentage dat bij de A-beoordeling hoort), mits het budget en de resultaten van het achterliggende jaar, in combinatie met het aantal medewerkers dat in aanmerking komt, dat toelaten. Is dit niet het geval, dan kan het MT de incidentele beloning op een lager percentage bepalen. Indien deze situatie zich voordoet vindt altijd overleg plaats met de OR. Gegeven het feit dat in de CAO de introductie van een systeem met drie beloningscomponenten overeen is gekomen, zullen hierover met het bestuur meerjarige afspraken moeten kunnen worden gemaakt als uitvloeisel van deze CAO afspraak, zodat een zeker budget voor incidentele beloning beschikbaar en gegarandeerd is.
Systematiek. Bij dit project is gekozen om het programma van eisen op te stellen met behulp van Functioneel Specificeren (FS). Kenmerkend voor FS is dat het project/object opgeknipt wordt in een aantal detailniveaus (top-, systeem-, subsysteem, object- en componentniveau). De niveaus onderscheiden zich van elkaar door een bepaalde diepgang, het detailniveau, zoals figuur hieronder is aangegeven. Per niveau wordt een aantal ontwerpstappen (fasen) doorlopen (eisen, randvoorwaarden, raakvlakken, opties, varianten, ontwerp en onderhoud). Het voorliggende document vormt een afgerond onderdeel van een dergelijke ontwerpstap op een tweetal niveau (systeem en subsysteemniveau). Figuur 1; Schematisch overzicht functioneel specificeren Het systeem wordt gedefinieerd door middel van verschillende soorten eisen. Dit kunnen functione- le eisen, randvoorwaarden, aspecteisen en eisen volgend uit de interne en externe raakvlakken zijn. In onderstaande paragrafen worden de soort eisen kort toegelicht.
Systematiek. In het (toekomstige) Bor en in de (voor de basistaken verplichte) kwaliteitscriteria zijn minimumeisen opgenomen waaraan elke professionele handhavings- en vergunningenorganisatie moet voldoen. Deze eisen leiden tot een strategische, programmatische en onderling afgestemde uitoefening van de VTH-taken. Hierdoor wordt een transparante en systematische manier van werken bereikt, waarmee gestuurd kan worden op prioriteiten en de in te zetten capaciteit en waarover achteraf via het evaluatieverslag verantwoording kan worden afgelegd. De beleidscyclus kan als volgt worden weergegeven: Het systematisch doorlopen van deze cyclus zorgt ervoor dat de handhaving en vergunningverlening steeds doelmatiger kan worden uitgevoerd.
Systematiek. 1. De mate van bezwaarlijkheid van de inconveniënten wordt uitgedrukt aan de hand van het puntensysteem zoals opgenomen in artikel 4.
2. Het bevoegd gezag bepaalt op grond van vergelijkend onderzoek het aantal punten van de inconveniënten. Het toegekende aantal punten vormt de basis voor de vergoeding.
Systematiek. Deze voorwaarden bestaan naast een algemeen hoofdstuk uit een hoofdstuk met bepalingen voor specifieke werkzaamheden bij verhuur van machines (zonder personeel).
Systematiek. Een ondernemer mag voorbelasting in aftrek brengen die in rekening is gebracht: - voor aan hem verrichte prestaties; - door andere ondernemers; - op een op de voorgeschreven wijze opgemaakte factuur (zie hierna). Aftrek van voorbelasting is mogelijk tenzij de wet uitdrukkelijk anders bepaalt Aftrek is niet toegestaan als het betreft voorbelasting op: - op goederen en diensten die niet worden gebruikt voor met BTW belaste prestaties; - op horecabestedingen (zie hierna); - op goederen en diensten die worden gebruikt voor: - het geven van relatiegeschenken en andere giften aan personen die geen voorbe- lasting kunnen aftrekken; - personeelsvoorzieningen; - het verstrekken van spijzen en dranken aan personeel; - het voeren van een zekere staat; - op goederen en diensten gebezigd door landbouwers die de landbouwregeling toepas- sen; - op goederen en diensten gebezigd door veehandelaren die niet de veehandelsregeling toepassen; - op goederen en diensten van ondernemers die zijn ontheven van administratieve ver- plichtingen. De prestaties waarvoor vooraftrek wordt geclaimd, moeten worden gebruikt in het kader van de onderneming. Als bij de aanschaf nog niet vast staat hoe de goederen en diensten zullen worden gebruikt, mag uit worden gegaan van de vermoedelijke aanwending.