Vitaliteitsbudget. De werknemer ontvangt een werkgeversbijdrage aan vitaliteitsbudget van 0,4% van het maandsalaris. De werkgever betaalt deze bijdrage aan de werknemer gelijktijdig met de uitbetaling van het maandsalaris.
Vitaliteitsbudget. Overige regelingen Een goede gezondheid is een voorwaarde om je beste leven te kunnen leiden. Om medewerkers hierin te faciliteren stelt Aegon per medewerker per jaar een bedrag vast dat fiscaal Bijlage(n) vriendelijk ingezet kan worden ten behoeve van de financiering van vitaliteitsproducten- en diensten. Dit bedrag wordt het vitaliteitsbudget genoemd.
Vitaliteitsbudget. Naast het vitaliteitsverlof wordt een portaal ontwikkeld waar werknemers producten kunnen kopen ter ondersteuning van hun mentale - en fysieke vitaliteit. Het is de ambitie om dit portaal met ingang van januari 2025 beschikbaar te stellen. Werknemers ontvangen, op het moment dat het portaal gereed is, een vitaliteitsbudget van € 200 per jaar dat door de sector ter beschikking zal worden gesteld. CAO-partijen zullen deze budgetregeling in 2024 nader uitwerken.
Vitaliteitsbudget. Tegelijk met de salarisverhoging op 1 juli 2020 verdwijnt het vitaliteitsbudget van 0,4% uit de cao (artikel 5.9) en wordt per dezelfde datum kostenneutraal verrekend in het salaris.
Vitaliteitsbudget. Iedere medewerker heeft recht op twee vitaliteitsdagen per jaar naar rato indiensttredingsdatum en parttime percentage. Voor medewerkers die op 1 januari 2016 in dienst waren bij de werkgever en op dat moment 42 jaar of ouder waren, geldt een overgangsregeling. Het keuzemodel bevat de volgende bronnen en doelen: Bronnen: - vitaliteitsdagen; - bovenwettelijke vakantiedagen;
Vitaliteitsbudget a. De werknemer heeft recht op een vitaliteitsbudget. Dit recht begint 10 jaar eerder dan de op dat moment verwachte3 datum waarop de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt4.
Vitaliteitsbudget. Dit artikel vervalt met ingang van 1 juli 2015 en de inhoud ervan is verplaatst naar 3.3, onder I.
A De werknemer heeft afhankelijk van de leeftijd die hij in het betreffende kalenderjaar heeft, recht op vitaliteitsbudget bij een fulltime dienstverband overeenkomstig de hiernavolgende tabel. 30 tot en met 39 jaar 7,2 uur 40 tot en met 44 jaar 14,4 uur 45 tot en met 49 jaar 21,6 uur 50 tot het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd 36 uur
B De werkgever nodigt de werknemer jaarlijks uit voor een gesprek over de inzet van het vitaliteitsbudget.
Vitaliteitsbudget. 1. Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een vitaliteitsbudget
a. Het budget wordt ter beschikking gesteld aan de medewerker die in dienst is op 1 februari van een jaar (administratief: peildatum 15 januari), en: • een arbeidscontract heeft van ten minste één jaar, dan wel op 1 februari contracten van bij elkaar opgeteld de duur van één jaar • die niet op 1 februari in de proeftijd is • die na 1 februari nog ten minste 4 maanden in dienst is • van wie op 1 februari nog niet bekend is dat hij uit dienst gaat • die in aanvulling op grond a en c tussen 1 februari en 31 mei van een jaar een verlenging van het arbeidscontract krijgt van ten minste 6 maanden. Alsdan wordt het budget op moment van verlenging toegekend.
b. Moment van toekenning van het budget / uitdiensttreding • Het budget wordt 1 keer per jaar per 1 februari ter beschikking gesteld. • Bij latere indiensttreding dan 1 februari geldt dat pas per 1 februari daaropvolgend, als voldaan wordt aan de vereisten een budget ter beschikking komt. • Bij uitdiensttreding geldt dat het budget beschikbaar blijft tot de einddatum van het arbeidscontract. Daarna vervalt het budget.
c. Het budgetjaar loopt van 1 februari tot en met 31 januari.
Vitaliteitsbudget. 7.1.1 Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een vitaliteitsbudget
1. Het budget wordt per 1 februari ter beschikking gesteld aan de medewerker die op dat moment:
Vitaliteitsbudget. 01 Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een vitaliteitsbudget
A Het budget wordt per 1 februari ter beschikking gesteld aan de medewerker die op dat moment: • een arbeidscontract heeft voor onbepaalde tijd of een arbeidsovereenkomst heeft voor bepaalde tijd voor de duur van minimaal 6 maanden (waarbij eerdere contracten meetellen voor het bepalen van de 6 maanden periode); • waarvan de proeftijd op dat moment verstreken is.
B Voor medewerkers die gedurende het boekjaar in dienst treden geldt dat het budget wordt toegekend aan medewerkers: • met een arbeidscontract van minimaal 6 maanden (waarbij eerdere contracten meetellen bij het bepalen van de 6 maanden periode) en
C Bij uitdiensttreding geldt dat het budget naar rato berekend wordt op basis van het aantal maanden dat de medewerker in het lopende boekjaar in dienst is geweest. Het aangepaste budget blijft beschikbaar tot de einddatum van het arbeidscontract. Daarna vervalt het budget.
D Het budgetjaar loopt van 1 februari tot en met 31 januari. 02 Hoogte van het budget Aantal contracturen (bruto) bedrag op basis van volledig boekjaar 03 Waaraan het vitaliteitsbudget besteden
A Het budget mag door de medewerker worden besteed aan wat in redelijkheid past in het kader van (duurzaam) behoud en directe bevordering van vitaliteit. De werkgever zal hierover nadere informatie beschikbaar stellen.
B Bij besteding aan opleiding, ontwikkeling, coaching, etc. is het vereist dat de leverancier een erkend en gecertificeerd bedrijf is.
C De gezondheidscoach is bij twijfel degene die een eindoordeel geeft. 04 Werkwijze en declaratie
A De medewerker zorgt zelf voor besteding van het budget. Dat wil zeggen dat hij zichzelf inschrijft voor een cursus, training, sportclub etc.
B De medewerker betaalt zelf de leverancier/aanbieder en declareert de gemaakte kosten via de ingerichte (digitale) methode.
C De factuur moet gedateerd zijn tussen 1 februari en 15 januari (budgetjaar).
D Over de declaratie kunnen door de werkgever vragen gesteld worden om de doelstelling van de medewerker vast te stellen.
E Bij het salaris van de volgende maand ontvangt de medewerker het gedeclareerde bedrag.
F Pas na volledige afhandeling van een declaratie is het mogelijk een volgende declaratie in te dienen. 05 Bruto of netto uitbetaling van de declaratie
A Tijdens de (digitale) afhandeling zullen de geldende fiscale regels toegepast worden.
B Uitgangspunt is een bruto vergoeding tenzij duidelijk is dat er netto mag worden vergoed.
C De w...