Wenelijk kader Voorbeeldclausules

Wenelijk kader. De Wet bodembescherming (Wbb) geeft het beoordelingskader voor bodemverontreiniging, bodemsanering en het omgaan met schone en verontreinigde grond. De wet heeft ook betrekking op het voorkomen van bodemverontreiniging. Het bevoegde gezag voor de Wbb is de provincie Zuid-Holland. Het Besluit bodemkwaliteit stelt eisen om bouwstoffen, grond en baggerspecie toe te passen en te hergebruiken. Het besluit bevat ook de kwaliteitseisen aan personen en bedrijven in de bodemsector. De Wet milieubeheer is het wettelijk kader voor het transport van verontreinigde grond. De provincie Zuid-Holland is hiervoor het bevoegd gezag.
Wenelijk kader. De effecten van het Theemswegtracé op de luchtkwaliteit worden getoetst aan titel 5.2 van de Wet milieubeheer (Wm). Er zijn grens- en richtwaarden vastgesteld voor onder andere de luchtverontreinigende stoffen stik- stofdioxide (NO2), fijn stof (PM10 en PM2,5), zwaveldioxide (SO2), lood (Pb), benzeen (C6H6) en kool- monoxide (CO). Vanaf 1 januari 2015 geldt er een grenswaarde voor de fijnere fractie van fijn stof (PM2,5) van 25 μg/m3 (jaargemiddelde concentratie). In Nederland zijn alleen de concentraties stik- stofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) kritisch ten opzichte van de normen uit de Wet milieubeheer. In Tabel 6 zijn de grenswaarden voor NO2 en PM10 opgenomen. Voor de overige stoffen3 waarvoor wettelijke normen gelden zijn de concentraties dermate laag4 en bevestigen metingen een dalende trend5, dat overschrijdingen op voorhand niet aannemelijk zijn. Tabel 6 Grenswaarden NO2 en PM10 uit bijlage 2 van de Wm NO2 (stikstofdioxide) 40 μg/m³ Jaargemiddelde 1 januari 2015 200 μg/m³ Uurgemiddelden, mag max. 18x per kalenderjaar overschreden worden* 1 januari 2015 PM10 (fijn stof) 40 μg/m³ Jaargemiddelde 11 juni 2011 50 μg/m³ 24 uurgemiddelden, mag maximaal 35 maal per kalenderjaar overschreden worden.** 11 juni 2011 * De uurgemiddelde norm voor NO2 wordt bij een jaargemiddelde concentratie van 40 µg/m3 niet overschreden. ** De etmaalgemiddelde concentratie van PM10 heeft een rechtstreekse relatie met het aantal overschrijdings- dagen per jaar. Het maximum aantal van 35 dagen wordt bij een jaargemiddelde concentratie van 31,2 µg/m3 bereikt. Wat betreft luchtkwaliteit geeft de Wm onder andere de volgende grondslagen voor bestuursorganen om hun bevoegdheden uit te oefenen:
Wenelijk kader. De geluidwetgeving voor hoofdspoorwegen (spoorwegen aangegeven op de geluidplafondkaart) is vastgelegd in de Wet milieubeheer (Wm), onderliggende Besluit geluid milieubeheer (Bgm), en de Regeling geluid milieubeheer (Rgm) en in het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 (rekenregels voor het akoestisch onderzoek). Daarnaast is sprake van vaste jurisprudentie (rechterlijke uitspraken) waarmee rekening gehouden moet worden bij de uitvoering van een akoestisch onderzoek. De Wm, hoofdstuk 11, is van toepassing op de sporen binnen het plangebied. Deze wet is in 2012 in werking getreden. In de Wet milieubeheer is vastgelegd dat het geluid van Rijks- en spoorwegen met geluidproductie- plafonds beheerst wordt. Op de ‘geluidplafondkaart’ is aangegeven voor welke spoorwegen een geluidproductieplafond geldt en waarop dus de Wm (H11) van toepassing is. De geluidproductie- plafonds (GPP) mogen niet worden overschreden. Het geluidproductieplafond (GPP) is de maximaal toegestane geluidproductie op een referentiepunt. Referentiepunten zijn denkbeeldige punten op circa 100 m afstand van elkaar, en op circa 50 m afstand van de buitenste spoorstaaf van een hoofd- spoorweg. Aan beide zijden van de spoorweg liggen referentiepunten. De hoogte bedraagt 4 m boven lokaal maaiveld. Hun posities liggen vast in het zogeheten geluidregister, net als de waarde van het geluidproductieplafond in elk referentiepunt. Jaarlijks controleert (“monitort”) de beheerder (ProRail voor de hoofdspoorwegen) of de geluidproductie in het afgelopen jaar binnen het geldende geluidproductieplafond is gebleven. Bij (dreigende) overschrijding moet tijdig een maatregelonderzoek worden ingesteld. Dit leidt ertoe dat de bronbeheerder tijdig maatregelen treft en zo binnen plafond blijft, of tijdig een plafondwijziging aanvraagt. Een plafondwijziging wordt door de minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld. Zo lang de geluidproductie niet boven het plafond uitstijgt, zullen ook de geluidsbelastingen op geluidgevoelige objecten langs de weg (zoals woningen) niet toenemen tot boven de wettelijke toetswaarden daarvoor. Het gebruik van de spoorweg kan zich enkel blijven ontwikkelen zolang onder het plafond wordt gebleven. Indien dit niet het geval is, moet de beheerder waar mogelijk en doelmatig maatregelen treffen, en/of eventueel een verzoek doen tot wijziging van één of meer geluidproductieplafonds.
Wenelijk kader. Externe veiligheid richt zich op het beheersen van risico’s op zware ongevallen met mogelijk grote gevolgen voor de omgeving. Het gaat daarbij om de productie, opslag en gebruik van gevaarlijke stoffen en het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, water of spoor en door buisleidingen. Het risico dat dit transport met zich meebrengt legt beperkingen op aan de omgeving, waardoor veiligheids- afstanden tussen risicovolle activiteiten en woningen en andere kwetsbare objecten nodig zijn.
Wenelijk kader. In 1992 ondertekende Nederland het Europese Verdrag inzake de bescherming van het archeologische erfgoed – kortweg ‘het Verdrag van Malta’ (of Valletta). Sindsdien is het uitgangspunt van het (rijks) beleid dat archeologische waarden volwaardig meetellen in beslissingen over de ruimtelijke inrichting van ons land.
Wenelijk kader. In het kader van ecologie is onderzocht welke effecten optreden vanwege het project Theemswegtracé. Hiervoor heeft een toets plaatsgevonden op de door de Flora- en Faunawet beschermde soorten (tabel 2 en tabel 3 soorten en vogels) en de door de Natuurbeschermingswet 1998 beschermde gebieden (Natura 2000-gebieden). Daarnaast heeft een toets plaatsgevonden op het beleid voor de in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur beschermde gebieden. Per 1 januari 2017 treedt de nieuwe wet Natuurbescherming in werking. Deze wet vervangt de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet.
Wenelijk kader. Op het gebied van waterbeleid zijn verschillende wet – en regelgeving relevant. Op Europees niveau is de Kaderrichtlijn Water (KRW) ingevoerd. Het landelijke beleid is verwoord door de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (WB21, trits ‘vasthouden – bergen – afvoeren’), het Nationaal Waterplan, het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en het Nationaal Bestuursakkoord Waterketen. Daarnaast is eind 2009 is de Waterwet (Wtw) in werking getreden. De belangrijkste wet- en regelgeving wordt in deze paragraaf beschreven.
Wenelijk kader. Relevant beleid

Related to Wenelijk kader

  • BELANGRIJK 1) De gekwalificeerde elektronische handtekening(en) moet(en) uitgaan van de persoon of personen die gemachtigd is/zijn om de inschrijver te verbinden.

  • Toepasselijkheid van deze voorwaarden 1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen en overeenkomsten waarbij opdrachtnemer diensten aanbiedt of levert. Afwijkingen van deze voorwaarden zijn slechts geldig indien deze uitdrukkelijk schriftelijk zijn overeengekomen;

  • Toepasselijk recht Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing.

  • Toepasselijkheid van de algemene voorwaarden 2.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle leveringsovereenkomsten, aanvragen en aanbiedingen daartoe. Deze algemene voorwaarden zijn te vinden op de internetsite van de leverancier. Uiterlijk bij het vastleggen van de overeenkomst als bedoeld in artikel 3, lid 1 zal een exemplaar van deze algemene voorwaarden worden verstrekt.

  • Vakantietoeslag De werknemer ontvangt 8% vakantietoeslag over de in het vakantietoeslagjaar verdiende salaris. De uitbetaling van deze vakantietoeslag zal eenmaal per jaar in de maand ............./periode * doch uiterlijk op 30 juni plaatsvinden.

  • Toepasselijkheid algemene voorwaarden 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle offertes, aanbiedingen, werkzaamheden, overeenkomsten en leveringen van diensten of goederen door of namens dienstverlener.

  • Toepasselijkheid voorwaarden 2.1 Deze Voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen, offertes en Overeenkomsten van de Onderneming met Consumenten en de daarmee samenhangende rechtsverhoudingen. Deze Voorwaarden bestaan uit een algemeen deel dat van toepassing is op alle Diensten van de Onderneming en uit modules die aanvullend van toepassing zijn op specifieke Diensten van de Onderneming overeenkomstig hetgeen is bepaald in de inleiding en modules.

  • Toepasselijk recht, geschillen 1. Op alle overeenkomsten en aanbiedingen waarop deze Algemene Voorwaarden geheel of gedeeltelijk betrekking hebben is het Nederlandse recht van toepassing en zijn de bepalingen van het Weens koopverdrag uitdrukkelijk uitgesloten.

  • Toepasselijk recht en geschillenbeslechting 1. De Verwerkersovereenkomst en de uitvoering daarvan worden beheerst door Nederlands recht.

  • Vertrouwelijkheid 1. Verwerker garandeert dat hij alle Persoonsgegevens strikt vertrouwelijk zal behandelen ten opzichte van derden, waaronder overheidsinstanties. Verwerker zorgt er voor dat een ieder die hij betrekt bij de Verwerking van Persoonsgegevens, waaronder zijn werknemers, vertegenwoordigers en/of Subverwerkers, deze gegevens als vertrouwelijk behandelt. Verwerker waarborgt dat met de tot het Verwerken van de Persoonsgegevens geautoriseerde personen een geheimhoudingsovereenkomst of –beding is gesloten, of dat deze door een wettelijke verplichting tot geheimhouding zijn gebonden.