Zelf aangebrachte voorzieningen Voorbeeldclausules

Zelf aangebrachte voorzieningen. Huurder zal aan verhuurder toestemming moeten vragen om de inrichting of de gedaante van hetgeen hij huurt, geheel of gedeeltelijk te veranderen. Die toestemming is niet nodig voor veranderingen en toevoegingen die bij het einde van de huur zonder noemenswaardige kosten ongedaan kunnen worden gemaakt en verwijderd. Als huurder van mening is dat verhuurder zijn toestemming op onredelijke gronden weigert, kan huurder zich tot de kantonrechter wenden om op die manier te trachten een machtiging te verkrijgen om de aanpassingen alsnog aan te brengen. Of huurder verplicht is tot het ongedaan maken van de met toestemming van verhuurder aangebrachte veranderingen, is afhankelijk van de vraag wat huurder en verhuurder daarover hebben afgesproken. Afspraken daarover kunnen het best direct bij het verlenen van de toestemming worden gemaakt en vastgelegd. Als geen afspraken worden gemaakt, dan geldt hetgeen daarover in de wet is bepaald. In de wet staat, dat huurder niet verplicht is tot het ongedaan maken van geoorloofde veranderingen. Als huurder de veranderingen niet ongedaan hoeft te maken, dan kan huurder daarvoor een vergoeding vragen als verhuurder door die voorziening ongerechtvaardigd is verrijkt. Huurder moet de vergoeding wel opeisen. De vordering op grond van ongerechtvaardigde verrijking kan echter worden uitgesloten, hetgeen in de ROZ-modellen voor bedrijfsruimte is gebeurd (6.13.2.8. algemene bepalingen). Partijen kunnen natuurlijk anders overeenkomen. Met betrekking tot door huurder zelf aan te brengen voorzieningen zijn regelingen opgenomen in de algemene bepalingen bij 6 en 11. Het huurrecht bevat een regeling omtrent een renovatie die verhuurder wil doorvoeren (artikel 7:220 lid 2 BW). De regeling beoogt het verhuurders makkelijker te maken om in of aan het gehuurde dringende (onderhouds)werkzaamheden uit te voeren of het te renoveren. De wettelijke renovatieregeling is in veel gevallen niet goed toepasbaar. De regeling is echter van regelend recht. Partijen kunnen dus een van de wet afwijkende renovatieregeling overeenkomen. In de ROZ-modellen voor bedrijfsruimte is dat het geval. Evenals bij de wettelijke renovatieregeling, is in de modellen gekozen voor een (weerlegbaar) vermoeden van redelijkheid als het renovatievoorstel wordt aangenomen (14.1 t/m 14.5 algemene bepalingen). Dat impliceert dat de mogelijkheid bestaat die redelijkheid aan te vechten. Het staat partijen vrij om in (de bijzondere bepalingen) van het huurcontract een andere renovati...
Zelf aangebrachte voorzieningen. Juni 2021 Zelf aangebrachte voorzieningen zijn voorzieningen die u (in overleg met ProWonen) zelf heeft aangebracht nadat u de woning betrok.
Zelf aangebrachte voorzieningen. Huurders die zelf voorzieningen (ZAV) in hun woning hebben aangebracht en wegens sloop of ingrijpende renovatie hun woning moeten verlaten, mogen de voor- zieningen in de woning verwijderen en meenemen. De huurder die de huur opzegt ná de peildatum, heeft recht op een vergoeding voor zelf aangebrachte voorzieningen als: • Hier door Acantus toestemming voor verleend is; • Deze een verbetering of een toevoeging aan de woning inhouden; • Deze zijn aangebracht vóór de peildatum. Huurder dient hiervoor zelf het bewijs aan te dragen. Een eventuele vergoeding wordt vastgesteld door de projectleider in overleg met de huurder, volgens afspra- ken in het ZAV-beleid. Als de projectleider en huurder een geschil hebben over de hoogte van de vergoeding, dan beslist een onafhankelijke taxateur bij bedragen van > € 1.000, -.
Zelf aangebrachte voorzieningen. Reden huuropzegging Voor een mogelijke teruggave ontvangen we graag uw rekeningnummer IBAN: Ten name van: Nieuw adres of correspondentieadres Adres: De nieuwe huurder wil mogelijk spullen overnemen of de woning bezichtigen (indien van toepassing)
Zelf aangebrachte voorzieningen. Bij woningen waar zelf aangebrachte voorzieningen zijn aangebracht en de uitvoering van de werkzaamheden hinderen (bijvoorbeeld zonwering, rolluiken en overkappingen), moeten deze door de huurder zelf gedemonteerd worden om de werkzaamheden aan de woning uit te kunnen voeren. Na uitvoering van de werkzaamheden kan de bewoner deze voorzieningen zelf terug plaatsen.
Zelf aangebrachte voorzieningen. 6.1 Onverminderd het eventueel vereiste van enige publiekrechtelijke vergunning, ontheffing en/of toestemming, mag huurder op het gehuurde niet zonder voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van verhuurder opstallen en of voorzieningen plaatsen.
Zelf aangebrachte voorzieningen. Het is huurder toegestaan veranderingen en toevoegingen die zonder noemenswaardige kosten weer ongedaan kunnen worden gemaakt aan de binnenzijde van het gehuurde aan te brengen, behalve indien het gaat om veranderingen die gevaar, overlast of hinder voor Verhuurder of derden opleveren. Voor alle overige veranderingen en toevoegingen heeft huurder vooraf schriftelijke toestemming van Xxxxxxxxxx nodig.
Zelf aangebrachte voorzieningen. Artikel 13 lid 4 Uhw bepaalt dat voorzieningen die door huurder zelf zijn aangebracht en waardoor het woongerief geacht kan worden te zijn gestegen bij de waardering van de woningkwaliteit buiten beschouwing worden gelaten. Deze bepaling ziet niet op de situatie dat een huurder zich tegenover verhuurder heeft verplicht om bepaalde geriefverbeteringen aan te brengen. In dat geval moet de prestatie van de huurder als betaling in natura in de huurprijs worden verdisconteerd.
Zelf aangebrachte voorzieningen. Volgens artikel 13 lid 4 Uhw worden voorzieningen die door huurder zelf zijn aangebracht en waardoor het woongerief geacht kan worden te zijn gestegen bij de waardering van de woningkwaliteit buiten beschouwing gelaten. Deze bepaling ziet niet op de situatie dat een huurder zich tegenover verhuurder heeft verplicht om bepaalde geriefverbeteringen aan te brengen. In dat geval moet de prestatie van de huurder als betaling in natura in de huurprijs worden verdisconteerd. In de uitspraak wordt door de Huurcommissie de datum van ingang van de huurprijsverlaging vermeld als een lagere huurprijs redelijk wordt geacht. Deze ingangsdatum betreft de voorgestelde ingangsdatum zoals volgt uit het huurverlagingsvoorstel. De Huurcommissie kan echter ook een latere ingangsdatum bepalen indien de huurder het vereiste van de aanzeggingstermijn van twee maanden niet in acht heeft genomen. In dat geval zal de Huurcommissie oordelen dat het voorstel, vanwege de onjuiste ingangsdatum, niet redelijk is.
Zelf aangebrachte voorzieningen. Volgens artikel 13 lid 4 Uhw worden voorzieningen die door huurder zelf zijn aangebracht