Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof Voorbeeldclausules

Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof. Bij zwangerschap en bevalling gelden de regels uit art. 3:1 en 3:3, Wet arbeid en zorg. Deze wetsartikelen staan in bijlage 11k.
Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof. 1. Het wettelijke zwangerschaps- en bevallingsverlof is zestien weken. De werknemer heeft in verband met haar bevalling recht op verlof maximaal zes weken en minimaal vier weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum en minimaal tien weken na de bevallingsdatum.
Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof. Het verlof bestaat officieel uit een deel zwangerschapsverlof (het verlof voor de bevalling) en een deel bevallingsverlof (het verlof na de bevalling) (art 3:1 WAZ). Voor de duidelijkheid wordt hieronder steeds het begrip zwangerschapsverlof gebruikt, dus inclusief het bevallingsverlof.
Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof. Voor het zwangerschapsverlof zijn de wettelijke bepalingen van toepassing. Het recht op zwangerschapsverlof bestaat vanaf zes weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling tot en met de dag van bevalling. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling en bedraagt tien aaneengesloten weken of zoveel meer als het aantal dagen dat het zwangerschapsverlof minder dan 6 weken heeft bedragen; de periode waarin voor de bevalling langer is doorgewerkt, wordt bij het bevallingsverlof geteld. Bij overlijden van de levenspartner of een naast familielid van de medewerker wordt in overleg met de leidinggevende vastgesteld voor welke periode betaald verlof zal worden verleend. Afspraken hierover zullen gemaakt worden uitgaande van goed werkgever- en werknemerschap.
Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof. De werknemer heeft recht op zes weken zwangerschapsverlof en minstens tien weken bevallingsver- lof. Zwangerschapsverlof duurt tot en met de dag van de bevalling en begint zes weken voor de eerste dag na de uitgerekende bevallingsdatum. Het kan flexibel worden opgenomen maar de werknemer moet uiterlijk vier weken voor de eerste dag na de uitgerekende datum met zwangerschapsverlof. De dagen zwangerschapsverlof die niet zijn opgenomen, worden opgeteld bij het bevallingsverlof. Het bevallingsverlof duurt minstens tien weken en gaat in op de dag na de bevalling. Dit is ook het geval als de baby later dan de uitgerekende datum wordt geboren. De laatste periode van het beval- lingsverlof kan in delen worden opgenomen. Het gaat om de periode van zes weken na de bevalling. Dit deel van het verlof kan gespreid worden opgenomen over een periode van maximaal 30 weken. Dit gaat in overleg met de werkgever. In de cao kunnen andere afspraken staan over zwangerschaps- en bevallingsverlof. Als dat zo is, dan gelden deze afspraken mits de cao van toepassing is.
Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof. 1. Het zwangerschapsverlof en het bevallingsverlof op basis van de wettelijke regeling bedraagt 16 weken. Dit verlof kan flexibel opgenomen worden: op zijn vroegst zes weken en op zijn laatst vier weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum.
Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof. Naast de Wet arbeid en zorg zijn ook de volgende bepalingen van toepassing:
Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof 

Related to Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof

  • Ouderschapsverlof Met betrekking tot ouderschapsverlof is het bepaalde in hoofdstuk 6 van de Wet Arbeid en Zorg van toepassing. Deze regeling houdt kort samengevat het volgende in:

  • Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit.