Algemene bepaling 1. Onder deeltijdmedewerker wordt verstaan de medewerker met wie op vrijwillige basis en volgens een regelmatig patroon een arbeidsduur ingevolge de arbeidsovereenkomst is overeengekomen van minder dan de normale arbeidsduur als bedoeld in artikel 36. 2. Een verzoek van de medewerker om zijn arbeidsduur aan te passen zal worden geho- noreerd, ▪ voorzover het betreft het tijdstip van ingang en de omvang van de aanpassing, − in geval van vermindering van de arbeidsduur, tenzij zwaarwegende bedrijfs- belangen zich daartegen verzetten, − in geval van vermeerdering van de arbeidsduur, tenzij dit op grond van be- drijfsbelang redelijkerwijs niet kan worden gevergd; ▪ wat het arbeidspatroon betreft, tenzij dit op grond van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd. 3. De werkgever deelt de beslissing schriftelijk aan de medewerker mede, bij afwijzing van het verzoek dan wel bij vaststelling van een arbeidspatroon afwijkend van de wens van de medewerker, onder opgave van de redenen daartoe. Bij niet-inwilliging zal het be- sluit, geanonimiseerd, worden gemeld aan de secretaris van de desbetreffende Onder- nemingsraad met vermelding van de beweegredenen die tot die beslissing hebben ge- leid. 4. Voor zover ten aanzien van de deeltijdmedewerker regels gelden die een aanvulling vormen op c.q. een afwijking inhouden van het bepaalde in de andere hoofdstukken van de cao zijn deze opgenomen in de artikelen 50tot en met 54.
Bemiddelingsregeling 1. De zorgaanbieder hanteert een op de wet Kwaliteit Klachten en Geschillen Zorg (WKKGZ) gebaseerde en voldoende bekend gemaakte regeling voor de opvang, en afhandeling van klachten en behandelt de klacht overeenkomstig deze klachtenprocedure. 2. Onderdeel van de klachtenregeling is de door de WKKGZ bedoelde klachtenfunctionaris. Deze zorgt o.a. voor opvang van de klacht, kan bemiddelen en een oplossing voor de klacht aandragen. Deze klachtenfunctionaris werkt onafhankelijk van de directie / raad van bestuur / eigenaar van de zorgaanbieder. Naam en contactgegevens van deze functionaris staan in de boven bedoelde klachtenregeling. 3. De klachtenregeling is makkelijk vindbaar geplaatst op de website van de zorgaanbieder. Indien gewenst ontvangt de cliënte hiervan een papieren versie.
Plaatsmakersregeling Uw werkgever kan de bepalingen van dit hoofdstuk ook toepassen op werknemers die daar om verzoeken maar geen VWNW-kandidaat zijn. Hierbij geldt dat daarmee een VWNW-kandidaat een functie moet krijgen of dat een bijdrage wordt geleverd aan het realiseren van een taakstelling.
Overgangsregeling 1 Die werknemer die volledig gebruik heeft gemaakt van het recht ingevolge artikel M-2 van de cao-hbo 2012-2013 kan geen aanspraak maken op de regeling Werktijdvermindering Senioren. 2 De extra DI-uren conform artikel M-1-c zijn niet van toepassing op de werknemer die gebruik maakt van artikel M-2 van de cao- hbo 2012-2013. 3 Voor de werknemer die gebruik maakte van artikel M-2 van de cao-hbo 2012-2013 en is overgestapt op de regeling Werktijdvermindering Senioren, blijft minimaal het percentage intact, waarmee het dienstverband na afloop van de M-2 regeling van de cao-hbo 2012-2013 zou worden beëindigd.
Algemene vergadering 4.1.1 Partijen benoemen elk een bestuurder als vertegenwoordiger van die partij voor het uitoefenen van de aandeelhoudersrechten die die partij heeft, zoals het stemmen in en buiten de Algemene Vergadering (AV). De AV besluit tenminste over: ₋ Xxxxxxxxx en ontslag van de Raad van Commissarissen ₋ Xxxxxxxxx en ontslag van de directie ₋ Xxxxxxxxx en ontslag van de accountant ₋ Het vaststellen van het Meerjarenprogramma en de meerjarenbegroting ₋ Goedkeuring voor een overdracht van aandelen in OMVV ₋ Deelname in PPS-verbanden en/of oprichten van vennootschappen door OMVV ₋ Ontbinding van OMVV ₋ Wijziging van de statuten van OMVV ₋ Majeure strategische besluiten. 4.1.2 De AV wordt voorgezeten door de voorzitter van de Raad van Commissarissen. De AV vergadert tenminste één keer per jaar alsmede in voorkomende gevallen dat de voorzitter van de AV op basis van een schriftelijk verzoek van één van de aandeelhouders of de Raad van Commissarissen hiertoe beslist. 4.1.3 Op basis het in 4.4 geregelde aandelenbezit zal de provincie 50% van de stemmen uitoefenen, terwijl de gemeenten op basis van het in 4.4 geregelde aandelenbezit in totaal de overige 50% van de stemmen uitoefenen. 4.1.4 Besluitvorming in de AV vindt plaats op basis van: a. een 80% meerderheid van stemmen bij majeure strategische besluiten; b. een volstrekte meerderheid van stemmen bij alle overige besluiten. In de statuten van de OMVV zal worden omschreven welke besluiten worden aangemerkt als majeure strategische besluiten en of voor besluitvorming over deze besluiten een aanwezigheidsquorum in de AV zal gelden. 4.1.5 Indien in een AV geen meerderheid van stemmen wordt bereikt, is het voorstel verworpen. Een aandeelhouder die dat wenst, kan desalniettemin een verworpen voorstel wederom agenderen in een volgende AV. Indien het voorstel dan wederom geen meerderheid van stemmen wordt bereikt, zal het voorstel besproken worden in het Bestuurlijk Partneroverleg. Indien in het Bestuurlijk Partneroverleg geen overeenstemming wordt bereikt over het aannemen van het desbetreffende voorstel, is het voorstel verworpen en geldt zulks niet als geschil als bedoeld in artikel 15. 4.1.6 De aandeelhouders zullen in de AV van tijd tot tijd de bezoldiging van de commissarissen vaststellen, daartoe kan iedere aandeelhouder een voorstel doen. 4.1.7 De leden van de AV zullen elk hun gemeenteraad of provinciale staten informeren over belangrijke ontwikkelingen, planning en voortgang alsmede aan hun gemeenteraad of provinciale staten verantwoording afleggen over het door hen gevoerde beleid ter zake OMVV. Ter voorkoming van misverstanden zullen Partijen trachten de informatie die zij over OMVV verstrekken zoveel mogelijk gelijk te laten luiden, bijvoorbeeld op basis van een door OMVV jaarlijks aan de Partijen te verstrekken 'maatschappelijke verantwoording' waarin die onderwerpen over het beleid en de realisatie daarvoor door OMVV worden beschreven, die de AV gewenst achten.
Werktijdenregeling 1. De werkgever komt in overeenstemming met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad een werktijdenregeling overeen. Daarbinnen worden afspraken gemaakt op basis van het bepaalde in hoofdstuk J. 2. De werkzaamheden worden evenwichtig over het jaar respectievelijk de contractsperiode gespreid. 3. De werkgever legt schriftelijk vast op welke dagen en dagdelen de werknemer werkzaam zal zijn. Bedoelde dagen of dagdelen kunnen in overleg worden gewijzigd. Van bedoelde wijziging ontvangt de werknemer een schriftelijke bevestiging. 4. Afspraken over taakbelastingsbeleid en wijzigingen daarvan worden ter instemming voorgelegd aan de personeelsgeleding van de MR op het niveau waarop het beleid is vastgesteld.
Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit. 9.2. Blijven uitgesloten: - de persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaannemers, - de schade die niet zou gedekt zijn als de onderaannemer de hoedanigheid van verzekerde had. 9.3. De maatschappij behoudt zijn verhaalsrecht tegen de onderaannemer.
Geschillenregeling en toepasselijk recht 14.1 Op de overeenkomst is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing.
Toepasselijk recht en geschillenregeling 1. Op deze algemene voorwaarden is Nederlands Recht van toepassing. 2. Geschillen tussen de cliënte enerzijds en de kraamzorgaanbieder anderzijds over de totstandkoming of de uitvoering van de overeenkomst, kunnen zowel door de cliënte als door de kraamzorgaanbieder schriftelijk aanhangig worden gemaakt bij de geschillencommissie Verpleging Verzorging en Thuiszorg Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 3. Ten aanzien van geschillen over aansprakelijkheid voor schade is de geschillencommissie slechts bevoegd als de vordering een financieel belang van 5.000 euro niet te boven gaat. 4. Een geschil wordt door de geschillencommissie slechts in behandeling genomen, als de cliënte zijn klacht eerst volledig en duidelijk omschreven in overeenstemming met artikel 22 schriftelijk bij de kraamzorgaanbieder heeft ingediend. 5. Een geschil dient binnen drie maanden na het ontstaan ervan zoals aangegeven in artikel 22 lid 4 bij de geschillencommissie aanhangig te worden gemaakt. 6. Wanneer de cliënte een geschil voorlegt aan de geschillencommissie, is de kraamzorgaanbieder aan deze keuze gebonden. Als de kraamzorgaanbieder een geschil aan de geschillencommissie wil voorleggen, moet hij de cliënte vragen zich binnen vijf weken schriftelijk uit te spreken of zij daarmee akkoord gaat. De kraamzorgaanbieder dient daarbij aan te kondigen dat als de cliënte daarmee niet akkoord gaat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 7. De geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement dat kan worden opgevraagd bij de geschillencommissie. De geschillencommissie beslist in de vorm van een bindend advies. 8. De cliënte is voor de indiening van een geschil een vergoeding verschuldigd. 9. Geschillen kunnen ter beslechting uitsluitend worden voorgelegd aan de hierboven genoemde geschillencommissie of aan de rechter.
Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de Ouder zijn klacht eerst bij de Ondernemer heeft ingediend. 3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de Ouder de klacht bij de Ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze commissie aanhangig worden gemaakt. 4. Wanneer de Ouder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de Ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de Ondernemer een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij de Ouder Schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De Ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. 6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.