Bedrijfsauto Voorbeeldclausules

Bedrijfsauto. 1. Als naar het oordeel van de Uitzendonderneming de Uitzendkracht voor een goede uitoefening van de werkzaamheden dient te beschikken over een bedrijfsauto, dan kan deze door de Uitzendonderneming ter beschikking worden gesteld. Het is de Uitzendkracht alsdan strikt verboden de bedrijfsauto voor privédoeleinden te gebruiken. Het is de Uitzendkracht ook niet toegestaan de bedrijfsauto uit te lenen aan een andere werknemer. 2. Indien de Uitzendkracht lid 1 overtreedt, moet de Uitzendkracht aan de Uitzendonderneming een boete betalen. De boete strekt tot persoonlijk voordeel van de Uitzendonderneming. De boete bedraagt per overtreding C 250,00 (zegge: tweehonderd vijftig euro). De boete is onmiddellijk opeisbaar, zonder dat daarvoor een ingebrekestelling of andere voorafgaande verklaring in de zin van artikel 6:80 e.v. BW nodig is. De boete is opeisbaar onverminderd de overige rechten van de Uitzendonderneming op grond van de wet of de Uitzendovereenkomst, waaronder in ieder geval begrepen het recht op nakoming van de Arbeidsovereenkomst en het recht om in plaats van de boete schadevergoeding op grond van de wet te vorderen. De Uitzendkracht en de Uitzendonderneming wijken met dit boetebeding uitdrukkelijk af van de leden 3 tot en met 5 van artikel 7:650 BW. 3. Als de Uitzendkracht een loon verdient dat niet meer bedraagt dan het voor hem geldende minimumloon, geldt voor hem in plaats van lid 2 het volgende boetebeding: Bij overtreding van het hiervoor genoemde verbod op privégebruik van de bedrijfsauto is de Uitzendkracht aan de Uitzendonderneming een boete verschuldigd. De bestemming van de boete is de Personeelsvereniging. De boete is per overtreding gelijk aan het bedrag van het in geld vastgesteld brutoloon van de Uitzendkracht voor een halve dag. De boete is onmiddellijk opeisbaar, zonder dat daarvoor een ingebrekestelling of andere voorafgaande verklaring in de zin van artikel 6:80 e.v. BW nodig is. De boete is opeisbaar onverminderd de overige rechten van de Uitzendonderneming op grond van de wet of de Uitzendovereenkomst, waaronder in ieder geval begrepen het recht op nakoming van de Uitzendovereenkomst en het recht om in plaats van de boete schadevergoeding op grond van de wet te vorderen. 4. Ingeval van overtreding van lid 1 wordt naast de in lid 2 of 3 genoemde boete vanaf de datum van de geconstateerde overtreding de waarde van het privégebruik van de bedrijfsauto (te weten: een bepaald percentage van de waarde van de bedrijfsauto afhankelijk va...
Bedrijfsauto a. Bij een door de werkgever ter beschikking gestelde bedrijfsauto kan de werkgever de medewerker verplichten tot betaling van een eigen bijdrage in het gebruik van de auto gedurende de levensloopverlofperiode. b. Indien het levensloopverlof wordt opgenomen direct voorafgaand aan de pensioendatum kan het in sub a bepaalde slechts gelden gedurende een periode van maximaal 13 weken vanaf de datum van aanvang voor levens- loopverlof. Daarna dient de auto te worden ingeleverd bij de werkgever.
Bedrijfsauto. De werknemer die gebruik maakt van een bedrijfsauto van ACW dient deze altijd naar behoren te gebruiken. De bedrijfsauto dient aan het einde van de week of bij overdracht naar een andere werknemer schoon en opgeruimd te zijn. Iedere werknemer die, voor de uitvoering van zijn functie, een bedrijfsauto van ACW ter beschikking gesteld krijgt, dient een bruikleenovereenkomst te tekenen. In deze overeenkomst zijn alle rechten en plichten rondom het gebruik van de bedrijfsauto vastgelegd. De werknemer is verplicht zich aan de afspraken in deze bruikleenovereenkomst te houden. De bedrijfsauto mag niet privé worden gebruikt, alleen indien werkgever en werknemer dit schriftelijk overeen komen. Werknemer dient werkgever een kopie te verstrekken van een geldige verklaring ‘geen privé gebruik (bedrijfs-)auto’ van de Belastingdienst. De werknemer is verplicht om de hem ter beschikking gestelde bedrijfsauto bij een verwachte afwezigheid van meer dan één dag, bij non- actief stelling of bij beëindiging van het dienstverband in te leveren op het kantoor van werkgever. Indien werknemer zich niet houdt aan de afspraak om de bedrijfsauto niet privé te gebruiken hanteert werkgever het volgende sanctiebeleid: ▪ Indien voor de 1e keer wordt vastgesteld dat werknemer de bedrijfsauto privé heeft gebruikt wordt werknemer uitgenodigd voor een gesprek met de werkgever, de gemaakte afspraken naar aanleiding van dit gesprek worden per e-mail bevestigd; ▪ Indien voor de 2e keer wordt vastgesteld dat werknemer de bedrijfsauto privé heeft gebruikt ontvangt werknemer een officiële (mondelinge) waarschuwing, welke per brief zal worden bevestigd; ▪ Indien na deze 1e en 2e waarschuwing opnieuw wordt vastgesteld dat werknemer de bedrijfsauto privé heeft gebruikt, is werkgever genoodzaakt om met terugwerkende kracht voor het lopende kalenderjaar de bijtelling toe te passen op het salaris van de werknemer. 6.1 Vakantiedagen‌ Werknemer heeft recht op opbouw van vakantiedagen conform de cao. Ook voor de vervaltermijnen van het verlof hanteren wij de regels zoals vastgelegd in de cao. Verlof dient altijd schriftelijk aangevraagd te worden via de website xxx.xxxxx.xx/xxxxxxxxx Voor een vakantie die langer duurt dan 3 weken heeft werknemer schriftelijke toestemming nodig van de directie. Een aanvraag voor verlof langer dan 3 weken zal door de rayonleider worden voorgelegd aan de directie ter akkoord en bij eventuele vragen of problemen zal de directie contact opnemen met de werknemer.
Bedrijfsauto. Ook wel auto van de zaak genoemd en deze wordt ingezet voor bedrijfs- doeleinden. Het is een voertuig dat de werkgever gratis of tegen gunstige voorwaarden ter beschik- king stelt van de werknemer. Er zijn verschillende soorten bedrijfsauto’s beschikbaar zoals personenauto’s, lichte bedrijfsauto’s en zware bedrijfsauto’s.
Bedrijfsauto. Voor de uitoefening van de functie kan het zijn dat de werknemer een bedrijfsauto ter beschikking gesteld krijgt van de werkgever. De bedrijfsauto’s mogen alleen gebruikt worden voor zakelijke ritten. Het is nadrukkelijk verboden om de bedrijfsauto’s te gebruiken voor privé ritten. Iedere werknemer die in een bedrijfsauto van werkgever gaat rijden moet eenmalig de ‘Gebruikersovereenkomst bedrijfsauto’ invullen en ondertekenen.
Bedrijfsauto. 13.1 Opdrachtgever kan beslissen de Flexkracht (indien noodzakelijk en/of wenselijk voor de uitoefening van Opdracht) in een bedrijfsauto (o.a. huurauto, leaseauto) te laten rijden. Voorafgaand aan deze beslissing dient de Opdrachtgever hierover overleg te voeren met 365Werk en de noodzakelijke gegevens aan 365Werk te verstrekken, opdat 365Werk voor de verplichte fiscale verantwoording kan zorgdragen. Opdrachtgever dient met de Flexkracht zelf rechtstreeks een zogenaamde gebruikersovereenkomst af te sluiten omtrent regels van gebruik van de bedrijfsauto, schadeposten, verzekeringen, boetes, etc. 365Werk kan hier niet aansprakelijk of verantwoordelijk voor worden gehouden. 13.2 Indien de Opdrachtgever zonder voorafgaande schriftelijk goedkeuring van 365Werk toch een auto aan de Flexkracht ter beschikking stelt en/of blijkt dat de auto voor privégebruik door de Flexkracht wordt gebruikt, is de Opdrachtgever gehouden om de schade te vergoeden die 365Werk lijdt, als laatstgenoemde wordt aangeslagen voor naheffing van de loonheffing. 13.3 Te allen tijde geldt de conditie dat een allrisk polis (die minstens voldoet aan de wettelijke eisen en waarbij ook het inzittendenrisico is gedekt) in verband met de ter beschikking gestelde auto van toepassing is en blijft, in welke polis geen regresclausule mag zijn opgenomen. Schadeclaims in verband met de ter beschikking gestelde auto komen te allen tijde ten laste van de Opdrachtgever (voor zover zij niet gehonoreerd en uitbetaald zijn door de verzekeraar in kwestie). De Opdrachtgever zal 365Werk vrijwaren, indien 365Werk wordt aangesproken in verband met of naar aanleiding van enig ongeval, of enigerlei schade, waarbij de ter beschikking gestelde auto betrokken is.
Bedrijfsauto. Indien een gedetacheerde een auto ter beschikking krijgt van Opdrachtgever geldt het volgende: Indien sprake is van privé gebruik deelt Opdrachtgever dit zo spoedig mogelijk mede aan ORGANISATIE, zodat ORGANISATIE haar loonheffingsverplichting tegenover de Belastingdienst te allen tijde kan nakomen. Indien blijkt dat er privé gebruik heeft plaatsgevonden door de gedetacheerde - zonder dat ORGANISATIE hiervan op de hoogte is gesteld - zal Opdrachtgever aan ORGANISATIE de naheffingsverplichtingen voor de loonheffing tegenover de Belastingdienst vergoeden. Deze vergoeding vervalt indien en voor zover de bijtellingsverplichting alsnog bij de gedetacheerde kan worden ingehouden. Gedetacheerde is aansprakelijk voor alle verkeersboetes.

Related to Bedrijfsauto

  • Motorrijtuigen Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt met of door een motorrijtuig, met inbegrip van al hetgeen daarmee met welk doel dan ook is verbonden, dat: ■ een verzekerde in eigendom heeft, bezit, houdt, bestuurt, gebruikt of laat gebruiken; ■ een niet-ondergeschikte gebruikt voor werkzaamheden ter uitoefening van het bedrijf van de verzekeringnemer. Deze uitsluiting geldt evenwel niet voor:

  • Deeltijdarbeid 1 Elke werknemer heeft het recht zijn betrekkingsomvang te verminderen, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten. 2 Werknemers met een deeltijdbetrekking krijgen in geval van een vacature bij voldoende geschiktheid bij voorrang het recht hun betrekkingsomvang uit te breiden.4

  • Rijbevoegdheid Schade terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig: a. niet de overeenkomstig de Nederlandse wetgeving geldende wettelijke bevoegdheid tot het besturen daarvan bezit en/of b. niet heeft voldaan aan de overige eisen voor rijbevoegdheid, zoals het in bezit hebben van een chauffeursdiploma en/of voor het feitelijk verrichte vervoer verplichte aanvullende certificaten. Deze uitsluiting geldt niet voor een verzekerde (rechts)persoon die aantoont, dat deze voorvallen / omstandigheden / gebeurtenissen zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.

  • Motorrijtuig Het motorrijtuig dat als zodanig is omschreven op het polisblad.

  • Bedrijfshulpverlening Medewerkers die op verzoek van de werkgever naast hun werkzaamheden tevens bedrijfshulpverlener (BHV-er) zijn, krijgen hiervoor een vergoeding van maximaal € 75,- bruto/jaar bij het behalen of het verlengen van het certificaat.

  • Arbeidsduur 8.1. De arbeidsduur bij een voltijds dienstverband bedraagt 38 uur per week. 8.2. Voor werknemers van tenminste 60 jaar wordt de normale arbeidsduur, berekend op jaarbasis, met 5 werkdagen of diensten verminderd. Bij deeltijd worden deze werkdagen of diensten naar rato toegepast. Bedoelde werkdagen of diensten worden toegekend naast de in artikel 17 lid 1 sub b extra toegekende vakantiedagen voor werknemers van 60 jaar en ouder. 8.3. Aan een verzoek van een werknemer om vermindering of vermeerdering van zijn arbeidsduur binnen de eigen functie, is de werkgever verplicht tegemoet te komen. Indien het verzoek van de werknemer naar oordeel van de werkgever vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen niet gehonoreerd kan worden, zal de werkgever de werknemer hiervan schriftelijk en gemotiveerd in kennis stellen. De werknemer kan tegen deze beslissing bij de Bezwarencommissie in beroep komen. 8.4. De uitspraak van de Bezwarencommissie op het beroep dat wordt ingesteld tegen een afwijzende beslissing van de werkgever om aanpassing van de arbeidsduur heeft het karakter van een bindend advies. 8.5. De werkgever stelt de werktijden, na overleg met de werknemer, vast. 8.6. Indien de werktijden bij rooster worden vastgesteld, dient de werkgever de dagen waarop gewerkt moet worden zo spoedig mogelijk, met inachtneming van artikel 4 lid 2 van de Arbeidstijdenwet, ter kennis te brengen van de betrokken werknemer. Daarbij zijn werkgever en werknemer zich ervan bewust dat op korte termijn wijzigingen in het rooster noodzakelijk kunnen zijn in verband met calamiteiten en/of onvoorziene omstandigheden, waarbij bij dit laatste vooral gedacht moet worden aan afgelastingen en weersomstandigheden. 8.7. De invulling van de normale arbeidsduur van 38 uur per week gemiddeld bij een voltijds dienstverband vindt plaats binnen de volgende bandbreedtes: minimaal 7 uur per dag en minimaal 35 uur per week en maximaal 9 uur per dag en maximaal 45 uur per week waarbij een maximum geldt van gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken. 8.8. In dagdienst wordt als regel gewerkt op de eerste vijf dagen van de week tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.9. Indien de aard van de functie met zich meebrengt dat ook het werken op zaterdag en zondag als normaal kan worden aangeduid, geldt, in afwijking van het in lid 6 bepaalde, dat op alle dagen van de week kan worden gewerkt tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.10. Incidentele afwijkingen van de normale dagelijkse arbeidsduur van een half uur of minder worden geacht deel uit te maken van de normale arbeidsduur. 8.11. De werknemer is in bijzondere gevallen ook gehouden buiten de op het rooster aangegeven uren arbeid te verrichten. 8.12. Indien het belang van de organisatie zich daartegen niet verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, zal de werkgever op verzoek van de werknemer deze in de gelegenheid stellen om ten behoeve van zorgtaken extra verlof op te nemen. Jaarlijks kunnen werkgever en werknemer afspraken maken over de wijze waarop dit verlof opgebouwd c.q. gecompenseerd zal worden. 8.13. Indien het belang van de werkgever zich er niet tegen verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, kan de werkgever de werknemer, onder in onderling overleg te bepalen condities, volgens met het medezeggenschapsorgaan overeengekomen richtlijnen, toestemming verlenen tot thuiswerken of telewerken.

  • Arbeidstijdenwet Voor deze cao gelden, tenzij anders bepaald, de normen van de Arbeidstijdenwet en de daarop berustende bepalingen, met dien verstande dat in werkroosters maximaal 5 nachtdiensten achter elkaar mogen worden ingeroosterd.

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.

  • Deeltijdwerk 1. Ter verhoging van de arbeidsparticipatie zal ernaar worden gestreefd om het aantal werknemers in de onderneming uit deeltijdwerkers te bevorderen. Van deeltijdwerk is sprake als in de arbeidsovereenkomst minder dan de normale wekelijkse arbeidsduur is overeengekomen. Het streven is erop gericht een arbeidscontract aan te gaan voor minimaal acht uur per week, doch in ieder geval minimaal 28 uur per maand. 2. Deeltijdverzoeken worden positief benaderd en waar mogelijk gehonoreerd. Op voorhand worden geen functies uitgesloten van deeltijdarbeid. Bij vacant komende functies, dan wel nieuwe functies, wordt stelselmatig beoordeeld of vervulling in deeltijd mogelijk is. Invoering van deeltijd mag in beginsel op zichzelf niet leiden tot vermindering van de formatie. 3. Er is gelijke behandeling tussen deeltijdwerkers en voltijdwerkers. De bepalingen betreffende toekenning van overwerkvergoeding zijn op werknemers met een deeltijddienstverband slechts van toepassing, voor zover het overwerk wordt verricht buiten de normaal voor het bedrijf geldende arbeidsduur. Indien binnen de normale dagelijkse arbeidsduur door een deeltijdwerknemer langer wordt gewerkt dan de overeengekomen arbeidsduur dan dient het uursalaris te worden verhoogd met de andere vaste inkomenselementen zoals de vakantietoeslag en de opbouw van vakantierechten. 4. In beginsel wordt een verzoek van een werknemer om zijn of haar arbeidsduur aan te passen gehonoreerd, tenzij dit op grond van bedrijfsbelang niet van de werkgever kan worden gevergd. De besluitvorming vindt als regel binnen een maand plaats. Indien werknemers met een arbeidsovereenkomst minder dan de normale arbeidsduur regelmatig de voor hen geldende arbeidsduur overschrijden, kan, in onderling overleg, het arbeidscontract worden aangepast. Werknemers met een deeltijdovereenkomst kunnen desgewenst en met instemming van hun werkgever bij vacatures met voorrang hun arbeidsuren uitbreiden. 5. Onder arbeid in deeltijd wordt niet verstaan arbeid verricht door op- en afroepkrachten.

  • Arbeidstijden 1. Gemiddelde arbeidstijd per week