Bezwaarfase Voorbeeldclausules

Bezwaarfase. Voordat een werknemer bezwaar indient, moet hij eerst proberen in goed overleg met zijn werkgever tot een oplossing te komen. De werknemer moet zijn bezwaar binnen 30 dagen na bekendmaking van het indelingsbesluit schriftelijk hebben ingediend bij de werkgever. Op zijn beurt moet de werkgever binnen 30 dagen na ontvangst van het bezwaar schriftelijk uitspraak doen of de oorspronkelijke indeling wordt gehandhaafd of gewijzigd. In het totaal bedraagt de interne behandeling van het bezwaar maximaal 60 dagen. Als de werkgever niet binnen een termijn van 30 dagen uitspraak doet, mag de werknemer dit opvatten als een afwijzing. Dit geeft de werknemer dan het recht om gebruik te maken van de beroepsfase.
Bezwaarfase. 1. De werknemer kan bezwaar maken tegen het onder artikel 4 lid 2 bedoelde besluit. 2. De werknemer dient zijn bezwaar schriftelijk en gemotiveerd in binnen 4 weken na dagtekening van het onder artikel 4 lid 2 bedoelde besluit. 3. Het bezwaar wordt ingediend bij het secretariaat van de commissie.
Bezwaarfase. De werknemer kan de bezwaarfase in gaan als hij zich niet kan vinden in het resultaat uit de overlegfase. Hij dient dit binnen 1 maand na in kennisstelling van het resultaat van de overlegfase schriftelijk kenbaar te maken aan de manager P&O. Op initiatief van de manager P&O wordt de behandeling van het bezwaar door AWVN uitgevoerd, binnen 2 maanden nadat werknemer zijn bezwaar kenbaar heeft gemaakt. XXXX rapporteert de werkgever schriftelijk over de uitkomsten van dit onderzoek. De werkgever neemt vervolgens de beslissing over de implementatie van het resultaat. De werknemer wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.
Bezwaarfase. 1. De werknemer moet in de bezwaarfase proberen in goed overleg met zijn werkgever tot een oplossing te komen. De werkgever maakt na het overleg het indelingsbesluit bekend. Dit kan een bevestiging zijn van de eerdere indeling, dan wel een aangepaste indeling. Dit indelingsbesluit wordt aan de werknemer kenbaar gemaakt door het overhandigen van een bedrijfsfunctie-beschrijving en/of een ingevuld functie-inventarisatie formulier, opgenomen in Bijlage 3 van het functiehandboek, dan wel een opsomming van taken die aan de werknemer worden opgedragen. Aan de werknemer worden ook de mogelijkheid, werkwijze en procedure van beroep kenbaar gemaakt.
Bezwaarfase. Een bezwaar dient binnen drie maanden na de rapportagedatum schriftelijk ingediend te wor- den bij de afdeling HR.
Bezwaarfase. Een bezwaar moet binnen drie maanden na de rapportagedatum schriftelijk worden ingediend bij de HRM-er van de werknemer. 3.1.1. Een werknemer kan bezwaar aantekenen indien hij van mening is dat zijn functiedocu- ment waarop de indeling is gebaseerd niet (meer) in overeenstemming is met de feitelijke inhoud van de functie respectievelijk de indeling van zijn functie. 3.1.2. Na de indiening vindt op initiatief van de HRM-er in eerste instantie een gesprek plaats tussen de werknemer en zijn leidinggevende (en eventueel de HRM-er). 3.1.3. Indien de leidinggevende het indelingsresultaat zodanig heeft weten te motiveren dat de werknemer akkoord gaat met het resultaat, moet dit schriftelijk worden medegedeeld aan de HRM-er. Indien de leidinggevende achter het ingediende bezwaar staat dan wordt het inde- lingsresultaat opnieuw voorgelegd aan de indelingscommissie. Indien de werknemer van mening is dat het gesprek niet tot een bevredigende oplossing heeft geleid, dan kan de werknemer overgaan tot het in gang zetten van de interne beroepsfase. De werknemer zal hiervan melding maken bij zijn leidinggevende en zijn HRM-er. 3.1.4. Het gesprek tussen de leidinggevende en de werknemer alsmede de schriftelijke weergave van het gespreksresultaat moet binnen een maand na ontvangst van het bezwaar- schrift plaats vinden.
Bezwaarfase. Een bezwaar moet binnen drie maanden schriftelijk worden ingediend bij HR. Deze periode van drie maanden begint op de dag dat de indeling van uw (hernieuwde) functiebeschrijving aan u is bekendgemaakt.
Bezwaarfase. In deze fase maakt de werknemer bezwaar bij zijn leidinggevende (die betrokken is geweest bij het opstellen van het functiedocument en het indelingsadvies) en motiveert zijn bedenkingen (zie 3.1. e.v). Indien het bezwaar niet naar tevredenheid wordt afgewikkeld, dan kan de interne beroepsfase worden ingezet.
Bezwaarfase. 1. Indien een Inschrijver zich niet kan vinden in het voornemen van STL tot opdrachtverstrekking voor het Perceel waarvoor hij een Offerte heeft ingediend, dient hij – op straffe van niet- ontvankelijkheid en verval van recht – binnen een termijn van twintig (20) kalenderdagen3 na dagtekening van de verzending van de mededeling van het voornemen, door betekening van een dagvaarding, een kort geding aanhangig te hebben gemaakt tegen voornoemde beslissing van STL, bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag. 2. Het in rechte aanspreken van STL zal, behalve voor het betreffende Perceel een kort geding aanhangig is gemaakt, geen schorsende werking hebben ten aanzien van de onderhavige Offerteprocedure. Voor het betreffende Perceel waarvoor een kort geding aanhangig is gemaakt zal STL in beginsel niet overgaan tot definitieve opdrachtverstrekking, tenzij zij op grond van haar moverende zwaarwegende redenen anderszins besluit. 3. STL is gerechtigd de Overeenkomst met een Inschrijver met onmiddellijke ingang te beëindigen, indien uit een uitspraak van een rechter volgt dat de opdrachtverstrekking onrechtmatig is, dat de gesloten Overeenkomst ongeldig is, of dat om welke reden dan ook opnieuw in de markt moet worden uitgevraagd. Aan een dergelijk beëindigingbesluit kunnen door de begunstigden c.q. de betreffende Inschrijver(s) geen aanspraken worden ontleend jegens STL op vergoeding van (inschrijf)kosten, gederfde winst of andere (vermogens)schade.
Bezwaarfase. 1.1 De medewerker kan de bezwaarfase in gaan als hij zich niet kan vinden in het resultaat uit de overlegfase. 1.2 Hij dient dit binnen twee weken na in kennisstelling van het resultaat van de overlegfase schriftelijk kenbaar te maken aan P&O en/of zijn direct leidinggevende, onder gelijktijdige toezending aan SFA per post of per e-mail aan xxxx@xxx-xxxxxxxxxxx.xx. 1.3 Bii toezending van het bezwaar aan SFA voegt de werknemer zowel de eigen motivering als die van de werkgever toe. 1.4 De behandeling van het bezwaar wordt door SFA uitgevoerd, binnen 2 maanden nadat werknemer zijn bezwaar kenbaar heeft gemaakt. SFA rapporteert werknemer en de werkgever schriftelijk over de uitkomsten van dit onderzoek. 1.5 De werkgever neemt vervolgens binnen twee weken na ontvangst van het schriftelijk advies van SFA de beslissing of hij het advies overneemt. De medewerker wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld. 1.6 Indien medewerker 3 maanden nadat hij zijn bezwaar conform artikel 1.2 schriftelijk kenbaar heeft gemaakt, geen schriftelijk besluit van zijn werkgever heeft ontvangen, of indien hij zich niet met het binnen die termijn ontvangen besluit kan verenigen, kan hij in beroep tegen (het ontbreken van) het besluit.