BHV-vergoeding Voorbeeldclausules

BHV-vergoeding. Als uw werkgever u heeft aangewezen om op te treden als bedrijfshulpverlener (BHV-er) en u de daarbij behorende taken heeft uitgevoerd, heeft u recht op een vergoeding. U ontvangt deze vergoeding na afloop van het jaar waarin u BHV-er was. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van uw rol als BHV-er en bedraagt momenteel: Basishulpverlener € 269,38 Allround BHV-er € 538,74 BHV-er met leidinggevende taken € 808,12 De hoogte van de vergoeding die u ontvangt is afhankelijk van het aantal volledige maanden dat u in het voorafgaande jaar bedrijfshulpverlener was. Als u tijdens dat jaar van BHV-rol bent veranderd geldt voor uw vergoeding de rol die u aan het einde van dat jaar vervulde. Als u vanwege uw werkzaamheden als BHV-er moet overwerken, dan heeft u voor die werktijd recht op een overwerkvergoeding van momenteel € 26,95 per uur. Als u langere tijd bedrijfshulpverlener bent, ontvangt u een BHV-jubileumuitkering: Na 5 jaar €440,80 Na 10 jaar € 538,74 Na 15 jaar, en na elke volgende vijf jaar € 642,84 De bedragen in deze paragraaf zijn niet afhankelijk van uw arbeidsduur. De bedragen per 1 april 2023 en per 1 januari 2024 vindt u in bijlage 6 van de cao.
BHV-vergoeding. De werknemers die zijn aangewezen als BHV-ers ontvangen een vergoeding hiervoor van € 21,67 per maand.
BHV-vergoeding. Als de medewerker BHV-bevoegd is en de medewerker wordt ingezet als BHV-er, dan ontvangt de medewerker een BHV-vergoeding van € 12,50 bruto per maand. De medewerker ontvangt voor het in vrije tijd bereikbaar moeten zijn voor een eventuele oproep een vergoeding per dag van € 17,57. De bestede werktijd die voortkomt uit een oproep wordt conform ‘Vergoeding voor het verrichten van een extra inzet (werken op vrije dag)’ uitbetaald, vermeerderd met de eventuele toeslag overeenkomstig ‘Werken op onregelmatige tijden’. Een oproep kan inhouden dat de medewerker vanuit huis naar een locatie moet komen: ▪ Voorafgaand aan een dienst: als tussen het eindtijdstip van de extra verrichte dienst als gevolg van een oproep en het begintijdstip van de volgende dienst volgens rooster 2 uur of minder ligt, worden beide diensten als één dienst beschouwd. De tussenliggende tijd telt mee voor de vergoeding in geld of tijd. ▪ Na een dienst: als tussen het eindtijdstip van de laatst verrichte dienst en het begintijdstip van de extra dienst 2 uur of minder ligt, worden beide diensten als één dienst beschouwd. De tussenliggende tijd telt mee voor de vergoeding in geld of tijd. ▪ Indien de medewerker naar een locatie moet komen, heeft de medewerker tevens recht op de vergoeding wijziging na DW (maximaal 1 keer per 24 uur, gerekend tussen 0:00 en 24:00 uur).
BHV-vergoeding. De Werknemer die door Werkgever is aangewezen om ook werkzaam te zijn als bedrijfshulpverlener (Bhv’er) als bedoeld in artikel 15 van de Arbowet ontvangt een maandelijkse vergoeding. Deze vergoeding wordt aan het einde van een BHV jaar achteraf betaald. Voor het krijgen van de vergoeding is vereist dat de Bhv’er deelneemt aan de jaarlijkse training die door Werkgever wordt georganiseerd. De hoogte van de vergoeding is opgenomen in Bijlage 4 in deze CAO.
BHV-vergoeding. De BHV vergoeding bedraagt thans per 1 april 2018 € 65,28 en per 1 april 2019 € 67,24 bruto per maand. Deze maandelijkse vergoeding zal jaarlijks worden geïndexeerd met hetzelfde percentage waarmee de schaalsalarissen worden verhoogd. De eenmalige bruto uitkering zal worden toegekend bij het jaarlijks volgen van de gehele BHV- opleiding. De uitkering bedraagt per 1 april 2018 € 77,53 en per 1 april 2019 € 79,86. Deze uitkering wordt jaarlijks eveneens aangepast aan de verhoging van de schaalsalarissen. 13.Werknemers waarvan, als gevolg van de reorganisatie van 2004 en conform de cao Aliphos Rotterdam B.V., de ploegentoeslag wordt afgebouwd, ontvangen met ingang van 1 april 2006 een persoonlijke toeslag. Deze bedraagt voor diegenen die worden afgebouwd van een volcontinu-toeslag naar een semicontinu-toeslag (betrokken werknemers werkzaam in de productie) € 75,- bruto per maand en voor werknemers die afgebouwd worden van een semicontinu-toeslag naar geen toeslag (betrokken werknemers werkzaam in de BLS) € 100,- bruto per maand. Deze persoonlijke toeslag is een vaste toeslag die niet wordt geïndexeerd met cao- verhogingen en welke niet meetelt bij de vaststelling van de pensioengrondslag.
BHV-vergoeding. Werknemer, die op verzoek van werkgever, als Bedrijfshulpverlener actief is ontvangt een jaarlijkse vergoeding van € 100,-- bruto.
BHV-vergoeding. 9. CAO à la carte
BHV-vergoeding. De werknemer die een BHV -diploma heeft en door middel van cursussen de aan dit diploma verbonden vaardigheden onderhoudt, ontvangt een jaarlijkse vergoeding van € 150,00 bruto (31.12.2005). Het aan het diploma verbonden bedrag zal telkens worden aangepast met een gelijk percentage als de salarissen. Met ingang van 1 mei 2002 geldt een CAO à la carte-regeling die de werknemer de keuze biedt binnen de dan geldende wettelijke en fiscale regelingen bepaalde arbeidsvoorwaarden (bronnen) te sparen of in te zetten voor vooraf gekozen doelen.
BHV-vergoeding. Als de medewerker BHV-bevoegd is en de medewerker wordt ingezet als BHV-er, dan ontvangt de medewerker een BHV-vergoeding van € 12,50 bruto per maand.
BHV-vergoeding. De BHV vergoeding zal ook voor de medewerkers van het hoofdkantoor gelden. Vopak is akkoord met een herformulering van dit artikel waarbij het mogelijk wordt buiten de zomer schoolvakantie mogelijk is om langer dan 4 weken vakantie te vragen en waarbij het in individuele gevallen bespreekbaar is om langer dan 4 weken in de zomer schoolvakantie vakantie te verzoeken, waarbij altijd instemming nodig is van Vopak.