BIJZONDERE GROEPEN. ARTIKEL 33
BIJZONDERE GROEPEN. Cao-beloning allocatiegroep 51 Vakantiewerkers 53 AOW-gerechtigde uitzendkrachten 54 Uitzendkrachten niet permanent woonachtig in Nederland. Huisvesting, vervoer en ziektekosten 55 Verrekenen van boetes 57 Inhoudingen op het loon 58 Inkomensgarantie 58 Monitoring inkomensgarantie 59
BIJZONDERE GROEPEN. 1. De werkgever zal er naar streven alle arbeidsgehandicapte werknemers van de onderneming op pas- sende wijze te werk te stellen.
BIJZONDERE GROEPEN. 1. De werknemer van 60 jaar of ouder die geen betaalde nevenbezigheden verricht, kan, indien hij dit wenst, in aanmerking komen voor een half uur verkorting van de arbeidstijd in de dienst met behoud van maandinkomen. Voor de werknemer van 63 jaar of ouder bedraagt deze verkorting één uur. Is verkorting van de arbeidstijd in de dienst om organisatorische redenen niet mogelijk, dan kan een andere compensatie in vrije tijd worden toegekend.
BIJZONDERE GROEPEN. Als de mogelijkheden er zijn, zal de NAM passend werk bieden aan gehandicapte medewerkers of voorzieningen treffen die gericht zijn op het behoud, herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid van de betreffende medewerkers. Voor het slagen van het beleid van de NAM zijn de motivatie van de betrokken medewerker en diens mogelijkheden van doorslaggevend belang.
BIJZONDERE GROEPEN. AOW-gerechtigde werknemers en ouder 33 Verhoging van de arbeidsparticipatie 34 Bijlage I Functiegroepen 35 Bijlage II Lonen 41 Bijlage III Relevante wetsartikelen 43 DE ONDERGETEKENDEN, TE WETEN:
BIJZONDERE GROEPEN. 1. De werkgever zal er naar streven alle arbeidsgehandicapte werknemers van de onderneming op pas- sende wijze te werk te stellen. 2. Voor de persoon als bedoeld in de participatiewet geldt binnen de onderneming een afwijkende be- zoldiging. Werkgever zal voor de persoon zoals bedoeld in de participatiewet conform advies van de Stichting van de Arbeid een bezoldiging c.q. loonschaal hanteren van 100% tot 120% WML.
BIJZONDERE GROEPEN. 1. De werknemer van 60 jaar of ouder die geen betaalde nevenbezigheden verricht, hoeft, indien hij dit wenst, op een dag niet langer ingeroosterd te worden dan 7,5 uur .
BIJZONDERE GROEPEN. 33. Cao-beloning en allocatiegroep 35. Uitzendkrachten en verhoging van de arbeidsparticipatie Lid 2: Definitie van de personen die vallen onder de allocatiegroep verduidelijkt. Lid 3: een vakbekwame uitzendkracht valt niet onder deze allocatiegroep Lid 4: Op de allocatiegroep zijn eigen cao-loonschalen van toepassing Lid 5: Minimumjeugdloonschalen kunnen ook worden toegepast Lid 6: Na 26 gewerkte weken gesprek met uitzendkracht Lid 7: voor andere beloningselementen dan loon, initiële verhogingen en periodieken geldt inlenersbeloning. Lid 9: toepassing van cao-beloning voor groep zonder startkwalificatie kan worden verlengd met 52 weken Lid 10: Onderbrekingstermijnen Lid 11: Volgorde toepassing van verhogingen Lid 1: verduidelijking doel van het artikel Lid 8: duur van de toepassing eigen beloning is 52 weken
BIJZONDERE GROEPEN. 36 Uitzendkrachten niet-permanent woonachtig in Nederland Huisvesting, vervoer en ziektekosten Dit artikel vermeldt onder meer de volgende bepalingen. -De uitzendonderneming kan voor het gebruik van woonruimte kosten in rekening brengen bij de uitzendkracht. -Voor niet-werkgerelateerd vervoer zorgt de uitzendonderneming in bepaalde gevallen voor een alternatieve vervoersregeling. Voor woon-werkverkeer zorgt de uitzendonderneming voor georganiseerd vervoer of geeft zij een vergoeding. Kennisgroep CAO Kantoor Amsterdam 14 april 2022 Onze referentie Cao uitzendkrachten -De uitzendonderneming doet de uitzendkracht een aanbod voor een ziektekostenverzekering. -De uitzendonderneming kan een andere verzekering aanbieden. Bij dubbele huisvesting is de huisvesting die de uitzendonderneming buiten het land van herkomst verstrekt aan de uitzendkracht gericht vrijgesteld. Ik verwijs naar hoofdstuk 22.1, 22.1.6 en 19.4 van het Handboek en het convenant tussen de Belastingdienst en de Uitzendbranche. Als de werkgever een bedrag op het loon van de werknemer inhoudt voor huisvesting en door hem georganiseerd vervoer, dan is sprake van een eigen bijdrage van de werknemer. Deze bijdrage komt in mindering op het te belasten (norm)bedrag. Als sprake is van een gerichte vrijstelling, dan raakt de eigen bijdrage van de werknemer de berekening van de loonheffingen niet. De eigen bijdrage moet worden voldaan uit het netto (besteedbaar) loon en het bedrag dat in mindering komt, mag niet hoger zijn dan het te belasten (norm)bedrag. Het vervoer dat door de werkgever in eigen beheer wordt aangeboden van en naar de woonplaats in het land van herkomst is een vrijgestelde verstrekking. De kosten van reizen naar het land van herkomst zijn aan te merken als extraterritoriale kosten. Ik verwijs naar hoofdstuk 22.1, 22.1.6 en 19.4 van het Handboek en het convenant tussen de Belastingdienst en de Uitzendbranche. Een werkgever kan een reiskostenvergoeding geheel of gedeeltelijk aanwijzen als eindheffingsloon. Betreft het vervoer in het kader van de dienstbetrekking (zakelijk reizen), dan is de vergoeding geheel of gedeeltelijk gericht vrijgesteld. Woon-werkverkeer geldt als zakelijk reizen. De maximale gericht vrijgestelde vergoeding voor de kosten van zakelijke reizen bedraagt € 0,19 per kilometer, ongeacht het vervoermiddel. Dit betekent dat werkgevers elke zakelijke kilometer, dus ook elke kilometer voor woon-werkverkeer, met maximaal € 0,19 gericht vrijgesteld kunnen vergoeden. Uitzonderi...