Dictum. Het college besluit op grond van artikel 6.3 van de Tw als volgt:
Dictum. Het Hof, Verwerpt het cassatieberoep. Veroordeelt de eiser tot de kosten. 3 april 2015 — 1° kamer. — Voorzitter: de heer Dirix, afdelingsvoorzitter. — Verslaggever: mevr. Deconinck, afdelingsvoorzitter. — Xxxxxxxxxxxxxx 000 XXXXXXXX VAN CASSATIE 3.4.15 - N° 241 conclusie: de xxxx Xxxxxxxx, advocaat-generaal. — Advocaat: mevr. Geinger.
Dictum. Het Hof,
Dictum. Het Hof, Verwerpt het cassatieberoep. Veroordeelt de eiseres tot de kosten. Bepaalt de kosten voor de eiseres op 693,76 euro. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samenge- steld uit sectievoorzitter Xxxx Xxxxx, als voorzitter, sectievoorzitter Xxxxx Xxx- xxxxx, en de raadsheren Xxxxx Xxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx en Xxxx Xxxxxxxxxx, en in openbare rechtszitting van 12 september 2019 uitgesproken door sectievoorzitter Xxxx Xxxxx, in aanwezigheid van advocaat-generaal Xxxxx Xxx Xxxxxxxx, met bij- stand van griffier Xxxxxxx Xxx xx Xxxxx.
Dictum. Het Hof, Verwerpt het cassatieberoep. Veroordeelt de eiseres in de kosten. Bepaalt de kosten op de som van 532,85 euro jegens de eisende partij en op de som van 171,24 jegens de verwerende partij. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samengesteld uit raadsheer Xxxx Xxxxx, als waarnemend voorzitter, en de raadsheren, Xxxx Xxxxxxxxx, Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxx en Xxxxx Xxxxxx, en in openbare terechtzitting van 25 maart 2010 uitgesproken door waarnemend voorzitter Xxxx Xxxxx, in aanwezigheid van advocaat-generaal Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, met bijstand van griffier Xxxxx Xxxxxxxx.
Dictum. Het Hof, eenparig beslissend, Vernietigt het bestreden arrest. Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het vernietig- de arrest. Houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent aan de feitenrechter over. Verwijst de zaak naar het hof van beroep te Gent. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, derde kamer, samen- gesteld uit sectievoorzitter Xxxx Xxxxx, als voorzitter, en de raadsheren Xxxxxxxx Xxxxx en Xxxx Xxxxxxxxxx, en in openbare rechtszitting van 11 januari 2021 uit- gesproken door sectievoorzitter Xxxx Xxxxx, in aanwezigheid van advocaat- generaal Xxxxx Xxxxxxxxxxxx, met bijstand van griffier Xxxx Xxx Xxxxxxx.
Dictum. Het Hof, Verwerpt het cassatieberoep. Veroordeelt de eiseres tot de kosten. Bepaalt de kosten voor de eiseres op 630,24 euro en op de som van 650 euro rol- recht verschuldigd aan de Belgische Staat. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samen- gesteld uit sectievoorzitter Xxxx Xxxxx, als voorzitter, de sectievoorzitters Xxxx Xxxxxxxx en Xxxxx Xxxxxx, en de raadsheren Xxxxxxxx Xxxxx en Xxxx Xxxxxxxxxx, en in openbare rechtszitting van 4 september 2020 uitgesproken door sectievoorzitter Xxxx Xxxxx, in aanwezigheid van advocaat-generaal Xxx Xxxxxxxxxx, met bijstand van griffier Xxxxxx Xxxxxx Xxxxx.
Dictum. Het Hof, Verleent akte van de afstand. Veroordeelt de eiser tot de kosten. 14 april 2015 — 2° kamer. — Voorzitter en Verslaggever: de heer Xxx xxxxxxxxxx, afdelingsvoorzitter. — Gelijkluidende conclusie: de xxxx Xxxxxxxxx, advocaat-generaal. — Advocaat: de xxxx Xxxxx (bij de balie te Gent).
Dictum. Het college besluit op grond van artikel 6.3, tweede lid, van de Te lecommunicatiewet, als volgt:
Dictum. Het Hof, Vernietigt het bestreden arrest, in zoverre het zich zonder rechtsmacht verklaart om te oordelen over de door de eiseres tegen de verweerster ingestelde vordering tot betaling van schadevergoedingen en het oordeelt over de kosten. Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeel- telijk vernietigde arrest. Houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent aan de feitenrechter over. Verwijst de aldus beperkte zaak naar het hof van beroep te Brussel. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samen- gesteld uit raadsheer Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, als voorzitter, en de raadsheren Xxxxx Xxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx en Xxxxxxxx Xxxxx, en in openbare rechtszitting van 12 september 2014 uitgesproken door raadsheer Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, in aanwezigheid van advocaat-generaal Xxxxx Xxx Xxxxxxxx, met bij- stand van griffier Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx.