Geen ambtenaar. Lid 1 Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereenkomst wordt niet als ambtenaar beschouwd:
Geen ambtenaar. Lid 1 Op de ambtenaar met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan zijn artikel 3:3, 3:3:1, 7:24a, 7:25a, 7:25b en de hoofdstukken 17 en 18 niet van toepassing.
Geen ambtenaar. Artikel 1:2
Geen ambtenaar. Artikel 1:2 1. Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereen komst wordt niet als ambtenaar beschouwd: a. het onderwijzend personeel bij een inrichting van openbaar onderwijs; b. het onderwijsondersteunend personeel bij een inrichting van openbaar onderwijs, indien zij belanghebbenden zijn in de zin van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel; c. de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand als zo- danig; d. de onbezoldigd gemeenteambtenaar als genoemd in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, c, d en e van de Gemeentewet; e. de directeur van de RDW Dienst Wegverkeer die tevens is be- noemd tot onbezoldigd ambtenaar der gemeentelijke belastin- gen; f. de onbezoldigd gemeenteambtenaar die toezichthouder is zonder opsporingsbevoegdheid; g. de onbezoldigd gemeenteambtenaar die toezichthouder is met opsporingsbevoegdheid; h. hij die een indicatie heeft voor de sociale werkvoorziening en op grond daarvan op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van de gemeente, met uitzondering van de geïndi- ceerde die werkzaam is bij de gemeente in het kader van be- geleid werken als bedoeld in artikel 7 van de Wet sociale
Geen ambtenaar. Artikel 1:2 1. Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereen komst wordt niet als ambtenaar beschouwd: a. het onderwijzend personeel bij een inrichting van openbaar onderwijs; b. het onderwijsondersteunend personeel bij een inrichting van openbaar onderwijs, indien zij belanghebbenden zijn in de zin van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel; c. de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand als zo- danig; d. de onbezoldigd gemeenteambtenaar als genoemd in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, c, d en e van de Gemeentewet; e. de directeur van de RDW Dienst Wegverkeer die tevens is be- noemd tot onbezoldigd ambtenaar der gemeentelijke belastin- gen; f. de onbezoldigd gemeenteambtenaar die toezichthouder is zonder opsporingsbevoegdheid; g. de onbezoldigd gemeenteambtenaar die toezichthouder is met opsporingsbevoegdheid; h. hij die een indicatie heeft voor de sociale werkvoorziening en op grond daarvan op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van de gemeente, met uitzondering van de geïndi- ceerde die werkzaam is bij de gemeente in het kader van be- geleid werken als bedoeld in artikel 7 van de Wet sociale
Geen ambtenaar. Artikel 1:2 1. Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereen komst wordt niet als ambtenaar beschouwd: a. het onderwijzend personeel bij een inrichting van openbaar onderwijs; b. het onderwijsondersteunend personeel bij een inrichting van openbaar onderwijs, indien zij belanghebbenden zijn in de zin van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel; c. de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand als zo- danig; d. de onbezoldigd gemeenteambtenaar als genoemd in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, c, d en e van de Gemeentewet; e. de directeur van de RDW Dienst Wegverkeer die tevens is be- noemd tot onbezoldigd ambtenaar der gemeentelijke belastin- gen; f. de onbezoldigd gemeenteambtenaar die toezichthouder is zonder opsporingsbevoegdheid; g. de onbezoldigd gemeenteambtenaar die toezichthouder is met opsporingsbevoegdheid; h. hij die een indicatie heeft voor de sociale werkvoorziening en op grond daarvan op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van de gemeente, met uitzondering van de geïndi- ceerde die werkzaam is bij de gemeente in het kader van be- geleid werken als bedoeld in artikel 7 van de Wet sociale