Inhoud en inrichting. 7.1 Beroepspraktijkvorming maakt onderdeel uit van elke beroepsopleiding zoals bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs. De beroepspraktijkvorming vindt plaats bij een door de SBB erkend leerbedrijf op grondslag van een praktijkovereenkomst. In de praktijkovereenkomst worden afspraken over de beroepspraktijkvorming vastgelegd zodat de student in staat wordt gesteld de voor de kwalificatie/keuzedeel benodigde kennis en ervaring op te doen. De activiteiten die door de student in het kader van de praktijkovereenkomst worden uitgevoerd, hebben een leerfunctie.
7.2 Uitgangspunt van de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs- en vormingsdoelen zoals die staan beschreven in de studiegids van de opleiding. Aan de beroepspraktijkvorming ligt een inhoudelijk plan voor de beroepspraktijkvorming ten grondslag dat in de studiegids is opgenomen of waarnaar in de studiegids wordt verwezen. Het dient voor het leerbedrijf helder te zijn welk deel van de kwalificatie de student tijdens zijn bpv moet behalen. De studiegids is te downloaden via xxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxx.
7.3 Van de opleiding op basis van de herziene kwalificatiedossiers maken keuzedelen een onlosmakelijk onderdeel uit. Het volgen van keuzedelen en het afsluiten met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang van of gedurende de opleiding keuzedelen. Dit wordt vastgelegd in de onderwijsovereenkomst. De student kan kiezen voor een keuzedeel dat in de beroepspraktijkvorming wordt ingevuld. In dat geval wordt dit geregistreerd op het bpv-blad dat onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van deze praktijkovereenkomst. Er kunnen meerdere keuzedelen bij één leerbedrijf worden gevolgd al dan niet aanvullend op de lopende praktijkovereenkomst.
Inhoud en inrichting. 4.1 Beroepspraktijkvorming maakt onderdeel uit van elke beroepsopleiding zoals bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs. De beroepspraktijkvorming vindt plaats bij een door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) erkend leerbedrijf op grondslag van een praktijkovereenkomst. In de praktijkovereenkomst worden afspraken over de beroepspraktijkvorming vastgelegd zodat de student in staat wordt gesteld de voor de kwalificatie/keuzedeel benodigde kennis en ervaring op te doen. De activiteiten die door de student in het kader van de praktijkovereenkomst worden uitgevoerd, hebben een leerfunctie.
4.2 Uitgangspunt van de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs- en vormingsdoelen zoals die staan beschreven in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding. Aan de beroepspraktijkvorming ligt een inhoudelijk plan voor de beroepspraktijkvorming ten grondslag dat in de OER is opgenomen of waarnaar in de OER wordt verwezen. Het dient voor het leerbedrijf helder te zijn welk deel van de kwalificatie de student tijdens zijn bpv moet behalen. De OER is te downloaden via de website van de instelling.
4.3 Van de opleiding op basis van de herziene kwalificatiedossiers maken keuzedelen een onlosmakelijk onderdeel uit. Het volgen van keuzedelen en het afsluiten met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang van of gedurende de opleiding keuzedelen. Dit wordt vastgelegd in de onderwijsovereenkomst. De student kan kiezen voor een keuzedeel dat in de beroepspraktijkvorming wordt ingevuld. In dat geval wordt dit geregistreerd op het bpv-blad dat onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van deze praktijkovereenkomst. Er kunnen meerdere keuzedelen bij één leerbedrijf worden gevolgd al dan niet aanvullend op de lopende praktijkovereenkomst.
Inhoud en inrichting. 3.1. De inhoud en inrichting van de opleiding en examenvoorzieningen staan in de Onderwijs-en Examenregeling (OER). Deze OER maakt deel uit van de studiegids van de opleiding. De OER is te downloaden van de site xxx.xxx.xx, documenten MBO. Per opleiding is er een aanvullend opleidingsdeel. Deze is te vinden op de afdelingspagina van de specifieke opleiding op xxx.xxxxxxx.xx.
3.2. Keuzedelen maken onlosmakelijk onderdeel uit van de opleiding. Het volgen van keuzedelen en het afsluiten van keuzedelen met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang of gedurende de opleiding keuzedelen. Wanneer de student een keuze maakt om een keuzedeel te gaan volgen, wordt dit geregistreerd in de studentadminis- tratie en vermeld op het opleidingsblad dat een onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van de onderwijsovereenkomst. Als de student later in zijn opleiding een keuze voor een keuzedeel maakt, wordt er een nieuw opleidingsblad bij de onderwijsovereenkomst toegevoegd. Het aantal keuzedelen is afhankelijk van het soort opleiding en staat vermeld in de studiegids van de opleiding.
3.3. De student kan met de school aanvullende maatwerkafspraken maken over bijvoorbeeld extra ondersteuning. Deze afspraken worden in een bijlage bij deze onderwijsovereenkomst gevoegd. Daarmee worden ze onderdeel van de OOK.
3.4. Op grond van bewijsstukken kan een student de examencommissie vrijstelling vragen voor een bepaald examenonderdeel. De gevallen waarin dat kan, staan beschreven in de studiegids. De examencommissie neemt een besluit over het verzoek tot vrijstelling. Het besluit tot vrijstelling wordt vermeld in het digitaal studentdossier. De examencommissie mailt de student de verkregen vrijstelling. Daarop kan als dat aan de orde is, ook worden vermeld of de vrijstelling voor een beperkte tijd geldig is. De procedure voor het aanvragen van vrijstellingen is opgenomen in het examenreglement.
3.5. De beroepspraktijkvorming (bpv / stage) is een onderdeel van deze opleiding. Afspraken over de beroepspraktijkvorming staan in een stageovereenkomst (STOK) tussen de school, de student en het bedrijf dat de bpv verzorgt.
3.6. De school heeft de zorgplicht een arbeidsmarktrelevante opleiding aan te bieden en de student te helpen bij het vinden van een bpv-plaats. De student moet zich inspannen om een bpv-plaats te vinden en/of moet een bpv-plaats accepteren.
Inhoud en inrichting. 4.1. Beroepspraktijkvorming maakt onderdeel uit van elke beroepsopleiding zoals bedoeld in de WEB. De beroepspraktijkvorming vindt plaats bij een door de SBB erkend leerbedrijf op grondslag van een praktijkovereenkomst. In de praktijkovereenkomst worden afspraken over de beroepspraktijkvorming vastgelegd zodat de student in staat wordt gesteld de voor de kwalificatie/het keuzedeel benodigde kennis en ervaring op te doen. De activiteiten die door de student in het kader van deze overeenkomst worden uitgevoerd, hebben een leerfunctie.
4.2. Uitgangspunt van de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs- en vormingsdoelen zoals die staan beschreven in de Onderwijs- en examenregeling (OER) per opleiding. Aan de beroepspraktijkvorming ligt een inhoudelijk plan voor de beroepspraktijkvorming ten grondslag dat in de opleidingsspecifieke opleidingsgids en de daarin opgenomen OER is vastgesteld. Het dient voor het leerbedrijf helder te zijn welk deel van de kwalificatie de student tijdens zijn BPV moet behalen. De opleidingsgids en de daarin opgenomen OER per opleiding is te vinden op de website van de onderwijsinstelling.
4.3. Keuzedelen maken een onlosmakelijk onderdeel uit van de opleiding, op basis van de herziene kwalificatiedossiers. Het volgen van keuzedelen en het afsluiten met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang van of gedurende de opleiding keuzedelen. Deze worden vastgelegd in het studentenvolgsysteem. Sommige keuzedelen worden deels of geheel in de beroepspraktijkvorming ingevuld. In dat geval wordt dit keuzedeel geregistreerd op het bpv-blad dat onlosmakelijk deel uitmaakt van deze praktijkovereenkomst. Er kunnen meerdere keuzedelen bij één leerbedrijf worden gevolgd al dan niet aanvullend op de lopende praktijkovereenkomst.
Inhoud en inrichting. 2.1 De inhoud en inrichting van de opleiding en examenvoorzieningen staan beschreven in de relevante studiehandleiding en de daarin opgenomen onderwijs- en examenregeling.
2.2 Een stage en praktijkopdrachten kunnen deel uitmaken van het traject.
Inhoud en inrichting. 6.1 Uitgangspunt van de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs- en vormingsdoelen zoals die staan beschreven in de onderwijs- en examenregeling (hierna te noemen “OER”) van de opleiding. Aan de beroepspraktijkvorming ligt een inhoudelijk plan voor de beroepspraktijkvorming ten grondslag dat in de OER is opgenomen of waarnaar in de OER wordt verwezen. Het dient voor het leerbedrijf helder te zijn welk deel van de kwalificatie de student tijdens zijn beroepspraktijkvorming moet behalen. De OER is te downloaden via het studentenportaal van het Graafschap College. Het leerbedrijf kan de OER opvragen bij de praktijkgeleider van het Graafschap College.
6.2 De activiteiten die door de student in het kader van de praktijkovereenkomst worden uitgevoerd, hebben een leerfunctie.
Inhoud en inrichting. 4.1 Beroepspraktijkvorming maakt onderdeel uit van elke beroepsopleiding zoals bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs. De beroepspraktijkvorming vindt plaats bij een door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (verder: SBB) erkend leerbedrijf op grondslag van een praktijkovereenkomst. In de praktijkovereenkomst worden afspraken over de beroepspraktijkvorming vastgelegd zodat de student in staat wordt gesteld de voor de kwalificatie/keuzedeel benodigde kennis en ervaring op te doen. De activiteiten die door de student in het kader van de praktijkovereenkomst worden uitgevoerd, hebben een leerfunctie.
4.2 Het leerbedrijf verbindt zich ertoe de student de competenties van de opleiding op de werkplek aan te leren overeenkomstig de decreet- of regelgeving die op de invulling van de opleiding in kwestie van toepassing is conform artikel 11.1 van het ‘Vlaamse Decreet tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen’ (10/06/2016). Het dient voor het leerbedrijf helder te zijn welke deel van de kwalificaties de student tijdens zijn BPV moet behalen.
Inhoud en inrichting. 8.1. Beroepspraktijkvorming maakt onderdeel uit van elke beroepsopleiding zoals bedoeld in de WEB. De beroepspraktijkvorming vindt plaats bij een door de SBB erkend leerbedrijf op grondslag van een praktijkovereenkomst. In de praktijkovereenkomst worden afspraken over de beroepspraktijkvorming vastgelegd zodat de student in staat wordt gesteld de voor de kwalificatie/opleiding of het keuzedeel benodigde kennis en ervaring op te doen. De activiteiten die door de student in het kader van de praktijkovereenkomst worden uitgevoerd, hebben een leerfunctie.
8.2. Uitgangspunt van de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs- en vormingsdoelen zoals die staan beschreven in de onderwijs- en examenregeling (OER2) van de opleiding. Aan de beroepspraktijkvorming ligt een inhoudelijk plan voor de beroepspraktijkvorming ten grondslag dat in de OER is opgenomen of waarnaar in de OER wordt verwezen. Het dient voor het leerbedrijf helder te zijn welk deel van de kwalificatie/opleiding de student tijdens zijn
Inhoud en inrichting. 8.1 Uitgangspunt voor de inhoud van de opleidingen is het landelijk geldende kwalificatiedossier. De inhoud en inrichting van de opleiding en examenvoorzieningen staan in de studiegids, die aan elke student bij aanvang van de opleiding wordt uitgereikt en/of digitaal op de website van het Da Vinci College beschikbaar is.
8.2 Het Da Vinci College informeert een student schriftelijk of via de website van het Da Vinci College tijdig over de opleidingsvereisten.
8.3 Op grond van bewijsstukken kan een student vrijstelling krijgen voor een bepaald examenonderdeel. De gevallen waarin dat kan, staan beschreven in de studiegids. Het bewijs van de vrijstelling komt in het studentendossier. Het Da Vinci College geeft de student een bewijs van de verleende vrijstelling. Daarop kan worden vermeld of de vrijstelling voor een beperkte tijd geldig is.
8.4 Van de opleiding op basis van de herziene kwalificatiedossiers maken keuzedelen onlosmakelijk onderdeel uit. Het volgen van keuzedelen en afsluiten met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang of gedurende de opleiding keuzedelen. Wanneer een student een keuze maakt om een keuzedeel te gaan volgen, wordt dit geregistreerd op het opleidingsblad dat een onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van de onderwijsovereenkomst. Als de student later in zijn opleiding een keuze voor een keuzedeel maakt, dan wordt er een nieuw opleidingsblad bij de onderwijsovereenkomst afgesloten. Het aantal keuzedelen is afhankelijk van het soort opleiding.
Inhoud en inrichting. 1. De inhoud en inrichting van de opleiding en de examenvoorzieningen staan in het programma van toetsing en afsluiting (ook wel PTA genoemd). Deze ligt ter inzage op het betreffende instituut waar de opleiding wordt aangeboden.
2. Een deelnemer kan met de instelling aanvullende maatwerkafspraken maken over bijvoorbeeld extra begeleiding. Deze afspraken worden in een bijlage bij deze onderwijsovereenkomst gevoegd.
3. Op grond van bewijsstukken kan een deelnemer vrijstelling krijgen voor een bepaald examenonderdeel. De gevallen waarin dat kan, staan beschreven in de regeling met betrekking tot het onderwijs en de examinering. Het bewijs van de vrijstelling komt in het deelnemerdossier. 0.Xx onderwijsinstelling organiseert het onderwijs en de examinering daarvan op zo’n manier dat de deelnemer de opleiding redelijkerwijs binnen de gestelde termijn met succes af kan ronden.