Jaarlijkse vakantiedagen Voorbeeldclausules

Jaarlijkse vakantiedagen. ‌ Het personeelslid heeft recht op 30 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig dienstjaar. Dit wordt gerekend a rato van de prestatiebreuk. Een voltijds werkend personeelslid verwerft één bijkomende werkdag betaalde vakantie voor een volledig dienstjaar, per 5 jaar anciënniteit binnen het gemeentebestuur of OCMW-bestuur, tot een maximum van 35 werkdagen. Het aantal jaren dienstanciënniteit dat in aanmerking kan worden genomen, wordt vastgesteld op 1 januari van het vakantiejaar. Het dienstjaar dat in aanmerking genomen wordt als referentiejaar is het lopende dienstjaar voor wat betreft de statutaire personeelsleden, en het vorige dienstjaar voor de contractuele personeelsleden. De vakantiedagen kunnen in principe worden genomen naar keuze van het personeelslid. Elk jaar kunnen maximum vier vakantiedagen opgenomen worden (gerekend a rato van de prestatiebreuk) zonder dat het dienstbelang kan ingeroepen worden om het verlof te weigeren. De vakantiedagen moeten vooraf worden aangevraagd volgens de modaliteiten van de rechtspositieregeling. Als de aangevraagde dagen of periodes niet verzoenbaar zijn met de behoeften van de dienst, dan wordt dit zo vlug mogelijk meegedeeld aan het personeelslid. De vakantiedagen worden toegestaan door de rechtstreeks leidinggevende of zijn/haar vervanger. Ieder personeelslid heeft het recht om eenmaal per jaar een onafgebroken periode van minstens 2 weken te nemen. De personeelsleden die hun hoofdverlof nemen (2 weken of meer) dienen dit minstens 2 maanden vooraf aan te vragen. Er kan hiervan afgeweken worden in overleg met de rechtstreeks leidinggevende of zijn/haar vervanger en voor zover de dienstcontinuïteit niet kan tegengesteld worden. Het vakantieverlof moet genomen worden tijdens het kalenderjaar waarop het betrekking heeft. Beperkte overdracht naar het volgend kalenderjaar is mogelijk, en dit met een maximum van 5 dagen (pro rata de prestatiebreuk) tot uiterlijk 30 april van het volgend kalenderjaar. Van deze bepaling kan steeds afgeweken worden op basis van een beslissing van de secretaris Personeelsleden tewerkgesteld in de BKO zijn verplicht verlof te nemen tussen Kerstdag en Nieuwjaar.
Jaarlijkse vakantiedagen. Het personeelslid heeft recht het aantal vakantiedagen zoals bepaald in de rechtspositieregeling. De vakantiedagen kunnen in principe worden genomen naar keuze van het personeelslid. Er kunnen maximum vier vakantiedagen opgenomen worden zonder dat het dienstbelang kan ingeroepen worden om het verlof te weigeren. De vakantiedagen moeten vooraf worden aangevraagd bij het diensthoofd die aangeduid wordt door de algemeen directeur. Volle verlofdagen dienen 2 werkdagen voor de verlofdag zelf aangevraagd te worden. Bij variabele werkroosters dient dit 1 week vooraf te gebeuren. Halve verlofdagen dienen 1 werkdag vóór de verlofdag zelf aangevraagd te worden. Medewerkers van eenzelfde afdeling dienen onderling afspraken te maken betreffende de verlofplanning. Het is niet toegestaan samen op hetzelfde moment verlof te nemen indien hierdoor geen dienstverzekering kan gegarandeerd worden. Medewerkers van een éénmansdienst dienen met andere collega’s afspraken te maken betreffende bestendiging van de dienstverlening. Als de aangevraagde dagen of periodes niet verzoenbaar zijn met de behoeften van de dienst, dan wordt dit zo vlug mogelijk meegedeeld aan het personeelslid. De vakantiedagen worden toegestaan door het diensthoofd. Na goedkeuring worden deze vakantiedagen geregistreerd in het daarvoor voorziene kanaal, dat een collectief overzicht biedt. Van deze bepaling kan steeds afgeweken worden op basis van een beslissing van de algemeen directeur Ieder personeelslid heeft het recht om eenmaal per jaar een onafgebroken periode van minstens 2 weken te nemen. In geval van betwisting over de data zal het afdelingshoofd/de algemeen directeur prioriteit verlenen, rekening houdend met de behoeften in de dienstorganisatie, de dienstanciënniteit en met het indienen van de vakantieaanvraag. De personeelsleden die hun hoofdverlof nemen dienen dit minstens 1 maand vooraf aan te vragen. Er kan hiervan afgeweken worden in overleg met het diensthoofd en voor zover de dienstcontinuïteit niet kan tegengesteld worden. De bevestiging zal gebeuren binnen de maand. Indien het verlof echter niet binnen de maand bevestigd is, wordt verondersteld dat het verlof is goedgekeurd. De algemeen directeur/ het afdelingshoofd zal zich niet gebonden achten door de verbintenissen die de personeelsleden zijn aangegaan vooraleer hun vakantie werd toegestaan. Het vakantieverlof moet genomen worden tijdens het kalenderjaar waarop het betrekking heeft. Beperkte overdracht naar het volgend kalenderjaar is ...
Jaarlijkse vakantiedagen. Het voltijds personeelslid heeft recht op 35 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig dienstjaar. Het dienstjaar dat in aanmerking genomen wordt als referentiejaar is het lopende dienstjaar voor wat betreft de statutaire personeelsleden, en het vorige dienstjaar voor de contractuele personeelsleden. De vakantiedagen kunnen in principe worden genomen naar keuze van het personeelslid, na overleg met zijn dienstverantwoordelijke en rekening houdend met de dienstnoodwendigheden. Elk jaar kunnen evenwel maximum vier vakantiedagen opgenomen worden zonder dat het dienstbelang kan ingeroepen worden om het verlof te weigeren. Elk personeelslid dient jaarlijks twee aaneensluitende weken verlof te nemen. Jaarlijks verlof moet minstens per halve dag worden opgenomen (ook op dinsdagavond). Ook voor een afwezigheid op dinsdagavond (tussen 18u en 20u) dient men een halve dag verlof of compensatieverlof te nemen. De vakantiedagen moeten vooraf worden aangevraagd. Als de aangevraagde dagen of periodes niet verzoenbaar zijn met de behoeften van de dienst, dan wordt dit zo vlug mogelijk meegedeeld aan het personeelslid.
Jaarlijkse vakantiedagen. De jaarlijkse vakantie wordt berekend op basis van de prestaties geleverd tijdens het vakantiedienstjaar. Voor de personeelsleden benoemd in vast statutair verband is het vakantiedienstjaar gelijk aan het vakantiejaar. Voor de contractuele en de op proef aangestelde personeelsleden wordt het vakantiedienstjaar gevormd door het jaar dat voorafgaat aan het vakantiejaar. Het aantal jaarlijkse vakantiedagen voor voltijdse werknemers, bedraagt twintig dagen in een vijfdagenweek, met proportionele rechten voor deeltijdse werknemers.
Jaarlijkse vakantiedagen. Ieder personeelslid ongeacht zijn leeftijd heeft recht op 20 jaarlijkse vakantiedagen. Het aantal jaarlijkse vakantiedagen waarop de werknemer aanspraak kan maken, hangt niet af van zijn prestaties tijdens het voorafgaande jaar, maar wordt berekend op basis van zijn verrichte diensten (pro rata) tijdens het betrokken vakantiejaar. Bij het begin van elk kalenderjaar wordt het vakantieplan van de welzijnsvoorziening met de wijze van opname van de jaarlijkse vakantiedagen (inclusief de feestdagen) opgesteld (= X lokaal in te vullen). Het dienstbelang en de doelstellingen van de welzijnsvoorziening zijn hierbij doorslaggevend. Dit plan wordt voor advies voorgelegd aan het bevoegd overlegcomité van de welzijnsvoorziening. De jaarlijkse vakantiedagen moeten voor het einde van elk vakantiejaar worden opgenomen en zijn niet overdraagbaar.
Jaarlijkse vakantiedagen. Het normale loon wordt gewaarborgd op de volgende betaalde feestdagen: - 1 januari - paasmaandag - 1 mei - Hemelvaartsdag - pinkstermaandag - 11 juli - 21 juli - 15 augustus - 1 november - 11 november - 25 december De medewerker heeft ook betaalde vakantie op 3 bijkomende feestdagen: - 2 januari - vrijdag na Hemelvaartsdag - 26 december Als een feestdag samenvalt met een zaterdag of een zondag wordt deze dag vervangen door een andere dag. Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau stellen jaarlijks de vervangdagen vast voor de personeelsleden van het lokaal bestuur. Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau kunnen in functie van de dienstverlening deze dagen toevoegen bij de jaarlijkse vakantie. Als een medewerker ingevolge uitzonderlijke omstandigheden moet werken op een betaalde feestdag krijgt hij ter compensatie een extra vrije dag, die betaald wordt, en mag worden opgenomen zoals de jaarlijkse vakantiedagen. Betaalde feestdagen die omwille van het gevolgde werkregime samenvallen met een dag waarop geen arbeidsprestaties geleverd worden kunnen niet gecompenseerd worden op een andere dag en kunnen niet bij de jaarlijkse vakantie gevoegd worden.

Related to Jaarlijkse vakantiedagen

  • Vakantiedagen Een fulltimer krijgt elk jaar 25 vakantiedagen.

  • Rijbevoegdheid 5.12 Wij vergoeden geen schade en verlenen geen hulp of rechtsbijstand als de schade ontstaat als de bestuurder van uw oldtimer op het moment van de gebeurtenis: Oldtimer is in beslag genomen

  • Vakantiebijslag 1. Per kalenderjaar heeft de werknemer recht op een vakantiebijslag die 8% bedraagt van het over de vierde betalingsperiode van het lopende kalenderjaar berekende loon maal dertien en bij loonbetaling per maand 8% van het loon over de maand april van het lopende kalenderjaar maal twaalf. Onder het loon zoals genoemd in dit artikel wordt verstaan het van toepassing zijnde functieloon, vermeerderd met, indien van toepassing, de ploegendiensttoeslag en de persoonlijke toeslag ex artikel 23 van deze CAO.

  • Vakantiejaar Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

  • Vakantietoeslag 1. Het vakantietoeslagjaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei.

  • Bevoegdheid Elk geschil met betrekking tot het afsluiten, de geldigheid, de interpretatie of de uitvoering van deze overeenkomst en van de overeenkomsten daaruit afgeleid, wordt beheerst door Belgisch recht en zal tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het gebied waarin de onderneming van de leverancier gevestigd is behoren.

  • Vakantie bij ontslag a. Bij het eindigen van de dienstbetrekking zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid worden gesteld de hem nog toekomende vakantie op te nemen met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen.

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling.

  • Belangrijke opmerking Het volgende model werd opgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenkomstig artikel 218, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode. Het is een indicatief model en dus niet verplicht voor partijen die voor een ander model kunnen kiezen. Om de partijen bij te staan en om allesomvattend te zijn, omvat het de clausules van de Brusselse huisvestingscode en andere bepalingen die in de praktijk welbekend zijn en betrekking hebben op onderwerpen die niet gereglementeerd zijn. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de clausules die door een wettekst worden geregeld en de clausules die louter indicatief zijn en die de partijen naar eigen goeddunken kunnen wijzigen, zijn die laatste in de tekst in grijstinten. Wanneer het model voorziet in verschillende opties voor de partijen over hetzelfde onderwerp, wordt de keuze aangegeven met een selectievakje (□) voor elke optie. De partijen kunnen verwijzen naar de bij de huidige woonhuurovereenkomst bijgevoegde toelichtende nota voor iedere erbij horende aanvullende informatie. □ Als het om een natuurlijke persoon gaat (naam, voornaam en tweede voornaam van de verhuurder(s), rijksregisternummer):……………………………………………………………………………………………... .………………………………...…………………………………………………………………………………... Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Adres: …………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………… □ Als het om een rechtspersoon gaat (maatschappelijke benaming van de rechtspersoon): …………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Met maatschappelijke zetel gevestigd te (postcode, gemeente) …………………………………………….. (adres, nr.)…………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………. En met ondernemingsnummer………………………………………………………………………………….. Handelend in de hoedanigheid van........................................................................................................., Hier vertegenwoordigd door .................................................................................................................. De huurders, die solidair handelen, hierna de "medehuurders" genoemd (naam, voornaam en tweede voornaam van de eerste medehuurder, rijksregisternummer): …………… .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… (naam, voornaam en tweede voornaam van de tweede medehuurder, rijksregisternummer): …………. .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….... Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. (naam, voornaam en tweede voornaam van de derde medehuurder, rijksregisternummer): …………… .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………….

  • Vakantie-uren De bovenwettelijke vakantie-uren Vakantietoeslag Alles boven de vakantietoeslag van het wettelijk minimumloon Toeslag voor werk buiten de normale Maximaal de in de keuzeperiode te ontvangen toeslag werktijden van de onderneming Salaris Alles boven het wettelijk minimumloon Extra-uren De schriftelijk overeengekomen te werken extra uren boven de 36-urige werkweek, voor werknemers met een contractuele arbeidsduur van 36 uur per week, met een maximum van 4 uur per week, zoals bedoeld in artikel 3.1.2 CAO.