Levenslang ouderdomspensioen. Het levenslange ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en wordt uitgekeerd per maand achteraf, tot het einde van de maand waarin de gepensioneerde overlijdt.
Levenslang ouderdomspensioen. 1. Het levenslang ouderdomspensioen gaat -behoudens het bepaalde in lid 4 en 6 van dit artikel- in op de pensioendatum. Het eindigt op de laatste dag van de maand van overlijden van de gerechtigde.
Levenslang ouderdomspensioen. 1. Het levenslange ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de gewezen deelnemer overlijdt.
Levenslang ouderdomspensioen. Lid 1 De verzekerde heeft op de pensioendatum een aanspraak op het pensioenkapitaal. Op de pensioendatum moet het dan opgebouwde pensioenkapitaal, als dit uit de polis blijkt, worden gebruikt om een levenslang ouderdomspensioen in combinatie met een levenslang partnerpensioen aan te kopen. Het levenslang partnerpensioen gaat in bij overlijden van de verzekerde na de pensioendatum. De verzekerde kan het pensioen aankopen bij de verzekeraar of bij een andere pensioenuitvoerder.
Levenslang ouderdomspensioen. Artikel 3