Meerjarenbegroting Voorbeeldclausules

Meerjarenbegroting. Voor de periode van de aangevraagde avv is de begroting voor 2022–2027 opgesteld en bijgevoegd bij het verzoek.
Meerjarenbegroting. Voor het opmaken van de meerjarenbegroting kan het sjabloon voor meerjarenbegrotingen gebruikt worden. Hou bij het opmaken van de meerjarenbegroting de indeling in resultaatsgebieden aan.
Meerjarenbegroting. In 2017 is gestart met het proces van de meerjarenbegroting gericht op zo stabiel mogelijke bedragen per jaar. Hierbij werd op een termijn van vijf jaar ingeschat welke budgetten noodzakelijk zijn voor beheer, onderhoud en (door)ontwikkeling. De gemaakte afspraken betreffen de periode 2018 tot en met 2022. De meerjarenafspraak voorziet in reguliere doorontwikkeling gericht op aansluiting op de omgeving en veranderende eisen, maar niet in grote veranderingen/ projecten.
Meerjarenbegroting. Cofinancieringsverklaringen van de partijen in het samenwerkingsverband
Meerjarenbegroting. 10.1. Het cvb stelt ieder kalenderjaar een (meerjaren)begroting op en stelt iedere vier kalenderjaren een strategisch beleidsplan op. 10.2. De schooldirecteuren stellen ieder kalenderjaar een deelbegroting op voor de school of scholen waarvan zij schooldirecteur zijn. De deelbegroting wordt opgesteld binnen de kaders die in de kaderbrief zijn gesteld. 10.3. Het cvb betrekt de deelbegrotingen bij het opstellen van de (meerjaren)begroting. Als het cvb in de jaarverslagbegroting wil afwijken van de voorgestelde deelbegroting treedt het cvb daarover in overleg met de betreffende schooldirecteur. Na dat overleg besluit het cvb of daadwerkelijk van de voorgestelde deelbegroting wordt afgeweken of niet. 10.4. Zolang een jaarverslagbegroting en/of het strategisch beleidsplan niet door de rvt zijn vastgesteld geldt de laatst vastgestelde jaarverslagbegroting en/of het laatst vastgestelde strategisch beleidsplan. 10.5. Zodra een jaarverslagbegroting en/of strategisch beleidsplan door de rvt is goedgekeurd en door het cvb is vastgesteld vervalt de vorige jaarverslagbegroting en/of het vorige strategisch beleidsplan. 10.6. Het cvb en de rvt dragen er zorg voor dat bij het opstellen en vaststellen van de jaarverslagbegroting en het strategisch beleidsplan de WMS wordt nageleefd en dat waar dat op grond van de WMS is vereist de GMR’en tijdig worden geïnformeerd over en/of betrokken bij de besluitvorming.
Meerjarenbegroting. Baten 0000 0000 0000 2026 2027 Totale baten 85.015.765 84.223.106 84.051.985 84.227.729 84.451.608 Lasten 0000 0000 0000 2026 2027 Totaal afdrachten 21.571.335 21.626.842 21.682.349 21.737.856 21.793.363
Meerjarenbegroting. De continuïteit van FondsDBL op langere termijn staat, zoals statutair vastgelegd, voorop. Het is voor onze cliënten van belang dat jaarlijkse fluctuaties in uitkeringen geminimaliseerd worden, ook al zijn er bijvoorbeeld door financiële onrust op de markten wisselingen in de inkomsten. Daarnaast eist de overheid dat een ANBI-instelling geen geld oppot. In de praktijk betekent dit dat er op middellange termijn gestreefd wordt naar een continue uitgavenstroom van 1,5 miljoen Euro, waarvan ongeveer 10 % als onvoorzien en 10 % voor dekking van de overheadkosten. Als de inkomsten onverwacht sterk tegenvallen kunnen wij een groot deel van onze uitgaven verminderen. FondsDBL committeert zich zelden langer dan één jaar aan een project. Behoudens een morele verplichting kent FondsDBL eigenlijk geen juridische verplichtingen om een bepaald project te blijven steunen. Daarnaast is een deel de projecten die wij ondersteunen sowieso eenmalig. Daarop zou altijd gekort kunnen worden. In een financieel precaire situatie zal FondsDBL dan ook niet snel terechtkomen. Als door onvoorziene omstandigheden in een jaar het budget niet wordt uitgegeven zal het surplus in het volgende jaar ter beschikking gesteld worden ten behoeve van korte termijn projecten. Verder is besloten elk jaar een reservering te maken voor de vijfjaarlijkse lustrumgift. Ook is besloten om in verband met de coronacrisis in 2021 de uitgaven aan (korte termijn) projecten te verhogen met ca 130k Euro. Eind 2021 wordt bekeken of deze verhoging structureel zal worden.
Meerjarenbegroting 

Related to Meerjarenbegroting

  • Belangenverstrengeling 1. Werknemer zal zich ervan onthouden: - direct of indirect deel te nemen aan ten behoeve van werkgever door derden uit te voeren aannemingen, leveringen of werken; - direct of indirect in verband met zijn functie geschenken met handelswaarde provisie of beloning aan te nemen van personen of rechtspersonen waarmee werknemer door of vanwege zijn functie in aanraking komt; - andere werknemers uit de onderneming van de werkgever te verplichten tot het verrichten van persoonlijke diensten aan werknemer; - goederen en bedrijfsmiddelen van de werkgever te gebruiken voor eigen doeleinden zonder een schriftelijke toestemming van de werkgever. 2. Overtreding van deze regel kan sancties voor de werknemer opleveren en al naar gelang de aard en de ernst van de overtreding aanleiding geven tot een ontslagaanvraag op basis van verwijtbaar handelen of nalatigheid door de werknemer of een reden voor ontslag op staande voet opleveren.

  • Huurdersbelang De kosten door verzekerde als huurder gemaakt ter verbetering of aanpassing van het gehuurde gebouw of de gehuurde ruimten.

  • Groepen Wanneer een reservering voor uitsluitend logies, al dan niet met ontbijt, is gemaakt voor een groep dan geldt voor annulering van die reservering het navolgende (tenzij schriftelijk anders is overeengekomen). Bij annulering voor het tijdstip waarop krachtens de horecaovereenkomst de eerste horecadienst zal moeten worden verleend, nader te noemen: “de ingangsdatum”, is de klant gehouden de volgende percentages van de reserveringswaarde die door de klant betaald moeten worden bij annulering aan het horecabedrijf te betalen: Meer dan 3 maanden voor de ingangsdatum 0% Meer dan 2 maanden voor de ingangsdatum 15% Meer dan 1 maand voor de ingangsdatum 35% Meer dan 14 dagen voor de ingangsdatum 60% Meer dan 7 dagen voor de ingangsdatum 85% 7 dagen of minder voor de ingangsdatum 100%

  • Verhuiskostenvergoeding De werknemer die een dienstverband aangaat met een nieuwe werkgever komt op dat moment in aanmerking voor de verhuiskostenvergoeding volgens de arbeidsvoorwaardenregeling indien de nieuwe werkgever een dergelijke vergoeding niet ter beschikking stelt.

  • Dienstreizen 1. Onder reistijd in het kader van de uitoefening van de functie wordt verstaan de tijd die de werknemer reist vanaf de woning of vanaf de plaats van tewerkstelling of, indien van toepassing, de hoofdstandplaats van de werknemer naar een zakelijke bestemming elders en vice versa, vermeerderd met de eventuele reistijd van de ene zakelijke bestemming naar de andere zakelijke bestemming. 2. Reistijd in het kader van de uitoefening van de functie wordt beschouwd als arbeidstijd, met inachtneming van het hieromtrent bepaalde in artikel 36. 3. Indien gebruik wordt gemaakt van het openbaar vervoer, bedraagt de totale reistijd, de reisduur volgens de dienstregeling van het snelste openbaar vervoermiddel. 4. Indien gebruik wordt gemaakt van vervoer verstrekt door de werkgever, dan wel van eigen vervoer na instemming van de werkgever, stellen werkgever en werknemer in onderling overleg de duur van de totale reistijd vast, plaatselijke omstandigheden in aanmerking genomen. 5. Indien niet met het openbaar vervoer kan worden gereisd, en de werknemer geen gebruik kan maken van vervoer verstrekt door de werkgever en gebruik wordt gemaakt van de privéauto van de werknemer, wordt door de werkgever aan de werknemer een belastingvrije kilometervergoeding verstrekt die gelijk is aan het fiscale maximum (€ 0,19 per kilometer met ingang van 1 januari 2006). Deze vergoeding dient ter dekking van alle autokosten. 6. Het in dit artikel bepaalde geldt voor reizen binnen Nederland. Voor reizen naar en in het buitenland maakt de werkgever met de werknemer afzonderlijke afspraken.

  • Risicowijziging Verzekeringnemer is verplicht zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen de hierna genoemde termijnen, verzekeraar in kennis te stellen van wijzigingen, zoals hierna is aangegeven, tenzij verzekeringnemer aannemelijk maakt dat hij van het optreden van die wijziging niet op de hoogte was en dat redelijkerwijs ook niet kon zijn.

  • Klachtenbehandeling 1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten zo volledig en duidelijk mogelijk worden omschreven en moeten tijdig nadat de consument de gebreken heeft ontdekt schriftelijk of elektronisch worden ingediend bij de ondernemer. Niet tijdig indienen van de klacht kan tot gevolg hebben dat de consument zijn rechten terzake verliest. 2. Als de consument de ondernemer van een tekort- koming aan het werk op de hoogte stelt, is de ondernemer verplicht om zo spoedig mogelijk aan de consument mede te delen of hij bereid is de tekortkoming te verhelpen. Als hij daartoe niet bereid is, vermeldt hij de redenen daarvan.

  • geheimhouding en kosteloze klachtbehandeling 1. De klachtenfunctionaris en degene over wie is geklaagd nemen bij de klachtbehandeling geheimhouding in acht. 2. De klager is geen vergoeding verschuldigd voor de kosten van de behandeling van de klacht.

  • Eindejaarsuitkering 1. De werkgever kent de werknemer, met wie een onafgebroken dienstverband van tenminste twee maanden bestaat in de loop van december een uitkering toe van 2% van het in de voorafgaande 12 maanden bij de werkgever verdiende inkomen zoals bedoeld in artikel 1b lid 17 van de CAO. Niet meegenomen bij het inkomen is de vakantietoeslag en de toeslag zelve, alsmede de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. 2. Wordt het dienstverband anders dan op grond van een dringende reden ex art. 7:678 Burgerlijk Wetboek beëindigd, dan wordt voor iedere maand van het dienstverband waarvoor deze uitkering nog niet is verstrekt 1/12 van deze uitkering gegeven. 3. Indien in een onderneming enigerlei regeling bestaat, niet zijnde een belastingvrije uitkering of een vleespakket, dan wordt de uitkering als bedoeld in lid 1 en 2 met deze uitkering verrekend.

  • Uitzendarbeid 1. Uitzendarbeid is mogelijk in geval van: a. vervanging wegens ziekte of buitengewoon verlof; b. activiteiten van kennelijk tijdelijke aard; x. xxxxxxxxx onvoorziene omstandigheden. 2. Uitzendkrachten worden door de werkgever voor wat betreft de toepassing van het taak- beleid en arbeids- en rusttijdenregeling op dezelfde wijze behandeld als de werknemers die onder deze cao vallen. 3. Voor uitzendkrachten die werkzaamheden voor de werkgever verrichten, geldt dat het desbetreffende uitzendbureau voor wat betreft het salaris, inclusief toelagen en onkostenvergoedingen overeenkomstige arbeidsvoorwaarden toekent als die welke worden toegekend aan de werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de inlenende instelling. 4. De werkgever is op grond van deze cao verplicht het gestelde in het voorgaande lid te bedingen in de uitzendovereenkomst die met het uitzendbureau wordt gesloten. a. Het eerste tot en met het vierde lid zijn mede ook van toepassing op vakkrachten conform artikel 20 Abu cao (cao voor uitzendkrachten) dan wel op werknemers op grond van artikel 7:690 BW. b. Vakkrachten in de zin van de Abu cao en werknemers op grond van artikel 7:690 BW zijn degenen op wie de artikelen 3 (Bevoegdheid schoolonderwijs), 3a (Bevoegdheid onderwijsondersteunende werkzaamheden), 32 (Vereisten benoeming of tewerkstelling personeel) en 32a (Bekwaamheidseisen) van de Wet op het primair onderwijs dan wel de overeenkomstige artikelen 3, 3a respectievelijk 32 en 32a van de Wet op de expertisecentra van toepassing zijn.