Methodiek. Als de functie niet voorkomt in de functiematrix en/of niet in artikel 6.1 of 6.3 of slechts gedeeltelijk overeenkomt met een van de functiebeschrijvingen in het functieboek (Bijlage 2), stelt de werkgever het salaris als volgt vast:
1 De werkgever vergelijkt de functie met de functies in het functieboek waarna hij de indeling van de beschreven functie afleidt van de indeling van de functies in het functiehandboek, of
2 De werkgever deelt de functie in door gebruik te maken van de Methodische Niveau Toekenning-methode voor Welzijn (MNT-methode voor Welzijn). Als de werkgever gebruik maakt van de MNT-methode voor Xxxxxxx moet de werknemer kunnen beschikken over de ter-inzage-versie van de MNT-methode voor Xxxxxxx. Met MNT kan de werkgever computer ondersteunend een functie indelen op basis van vergelijking van functie-eisen. Een licentie voor MNT kan de werkgever verkrijgen via www.welzijn.mnt- xxxxxx.xx.
Methodiek. Grond en andere aardappelvreemde bestanddelen Voertarra
Methodiek. Grond en andere aardappelvreemde bestanddelen, loof, spruiten en wortelresten Voertarra
Methodiek. Als de functie niet voorkomt in de functiematrix en/of niet in artikel 6.1 of 6.3 of slechts gedeeltelijk overeenkomt met een van de functiebeschrijvingen in het functieboek (Bijlage 2), stelt de werkgever het salaris als volgt vast:
Methodiek. Grond en andere aardappelvreemde bestanddelen, loof, spruiten en wortelresten Grond, stenen en andere aardappelvreemde bestanddelen, ondermaat 0-28mm worden net zoals loof, spruiten (stokken) en wortelresten (o.a. maïsstoppels) niet gerekend tot de netto aardappelen. Over de aangevoerde grond, kluiten, stenen, ondermaat < 28mm en andere aardappelvreemde bestanddelen wordt € 45,- per ton bij leverancier in rekening gebracht. Voertarra wordt niet gerekend tot de netto aardappelen. Voertarra zijn die aardappelen die misvormd, zwaar groen, zware Chitwoodi, slap/rimpelig, (gedeeltelijk) rot, geïnfecteerd door Phytophthora zijn, groeischeuren, gedeeltelijke breuken/ doorsnijdingen en/of popperigheid vertonen.
Methodiek. De methodiek die in deze mandaatregeling wordt toegepast wijkt af van de methodiek die traditioneel wordt gehanteerd. Gebruikelijk is om in de mandaatregeling alle gemandateerde bevoegdheden expliciet te benoemen, vaak onder verwijzing naar het wetsartikel waarin die bevoegdheid is neergelegd. Deze methode heeft vanzelfsprekend voor- en nadelen. Voordeel van deze methode is dat er vrij nauwkeurig kan worden nagegaan aan welke functionaris welke bevoegdheid is gemandateerd. Is een bepaalde bevoegdheid niet opgenomen in de mandaatre- geling dan is uitsluitend het college bevoegd om de besluiten te nemen. Nadeel van deze methode is dat dergelijke mandaatbesluiten snel “verouderen” en daardoor erg onderhoudsgevoelig zijn. Wetten worden voortdurend gewijzigd, er komen steeds nieuwe wetten of wetten worden juist ingetrokken. Dit alles maakt dat de mandaatregeling vrijwel voortdurend aan wijzigingen onderhevig is. Daarnaast sluit de methodiek niet goed aan bij de uitgangspunten van integraal management. Die uitgangspunten houden onder meer in dat bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd om de or- ganisatie zo slagvaardig mogelijk te maken. De afdelingsmanagers, maar ook de onder hen vallende functionarissen, moeten over die bevoegdheden beschikken om de hen toegekende taken adequaat en efficiënt uit te voeren. Dat impliceert tevens dat het bestuur haar medewerkers het vertrouwen schenkt dat zij op gepaste en verstandige wijze gebruik maken van en omgaan met hun bevoegdheden. In deze mandaatregeling wordt daarom de omgekeerde methodiek toegepast. Dit is minder onderhouds- gevoelig past beter bij de uitgangspunten van de gemeente Borger-Odoorn en het is minder gevoelig voor wijzigingen in wet- en regelgeving. Alle college- en burgemeester bevoegdheden worden geman- dateerd tot op het laagste leidinggevende niveau (afdelingsmanager) tenzij de bevoegdheid expliciet wordt voorbehouden aan een ander leidinggevend niveau. Het directe gevolg van deze methode is natuurlijk dat alle bevoegdheden die niet zijn uitgezonderd van het mandaat, zijn gemandateerd tot op het niveau van de afdelingsmanagers en dus zo laag mogelijk in de organisatie. In deze methodiek is er sprake van een compact (hoofd)mandaat doordat naast de hoofdregel alleen de bevoegdheden die niet in mandaat bij een ambtenaar neergelegd worden expliciet in beeld gebracht worden. Hierdoor is het compacte (hoofd)mandaat overzichtelijk en duidelijk.
Methodiek. A. Op een viertal gebieden wordt een norm vastgesteld. De werkelijke resultaten ten opzichte van de norm worden in bruto-bedragen uitgedrukt. De bruto-bedragen varieren van € 125 tot € 500.
Methodiek. Bij de vaststelling van de kostenvoorziening wordt in de basis zoveel mogelijk uitgegaan van de feitelijke kostenstructuur van het pensioenfonds. Naast de kosten van de administratie is eveneens rekening gehouden met de kosten voor de actuaris, accountant, DNB etc. De kosten van vermogensbeheer zijn uiteraard ook kosten van het pensioenfonds. Deze kosten worden geacht uit de beleggingsopbrengsten te worden gefinancierd. Om deze reden zijn de kosten van vermogensbeheer buiten beschouwing gelaten bij de bepaling van de kostenvoorziening. De kostenvoorziening bestaat, na beëindiging van de premie-instroom op basis van het “liquidatiescenario” uit de volgende elementen: ■ De reguliere uitvoeringskosten van het pensioenfonds gedurende een bepaalde termijn die nodig is totdat de pensioenaanspraken zijn overgedragen (de ‘reguliere’ kosten); ■ De aanvullende kosten die het pensioenfonds gedurende die bepaalde termijn zal maken als gevolg van het elders onderbrengen van de pensioenaanspraken (de ‘incidentele’ kosten); ■ De kosten voor het onderbrengen van de pensioenverplichtingen bij een andere partij. Hierbij is als inschatting van de duur die ligt tussen het beëindigen van de premiestroom en het bij een externe partij onderbrengen van de verplichtingen een termijn van vijf jaar gehanteerd aangezien het pensioenfonds graag rekening wil houden met de marktomstandigheden en deze periode daarnaast wil gebruiken om de buy-in bij Aegon om te zetten in een buy-out. Bij de berekeningen is daarnaast rekening gehouden met het feit dat de kosten jaarlijks stijgen met de inflatie. De contante waarde van de bovenstaande kostenstromen worden vervolgens vertaald naar een percentage van de netto technische voorzieningen.
Methodiek. De begeleider is er om de cliënt te ondersteunen: • samen de dingen aanpakken; • laagdrempelig werken: zeer vlot (telefonisch) bereikbaar; • onderhandelen, motiveren, adviseren, beslissen …
Methodiek. De begeleidingsovereenkomsten van jaar 2014 worden gebundeld per MFC. Alle gebruikers die een volledig jaar aanwezig waren volgens de cliëntregistratie worden voor 100% meegerekend. Indien de begeleidingsovereenkomst geen volledig jaar loopt, wordt het aantal gebruikers pro rata omgezet. Dit gebeurt door het verschil te nemen tussen de start- en einddatum in de cliëntregistratie en hierbij de verhouding te nemen ten opzicht van het aantal dagen in dit jaar (Voor 2014: 365). Indien gebruikers gelijktijdig meerdere begeleidingsovereenkomsten lopende hadden in het referentiejaar wordt het grootste aantal aanwezigheidsdagen van dat jaar meengenomen in de berekening. Het te behalen cijfer voor 2015 zal dan gelijk zijn aan het resultaat of hoger. In bovenstaande berekening werd geen rekening gehouden met cliënten die enkel van de werkvorm logeren en/of kortverblijf gebruik hebben gemaakt. De gebruikers opgenomen via persoonsvolgend convenant en via BVR van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap worden niet meegerekend in bovenstaande berekening. Opgemaakt te Brussel Datum 0X/12/2014 Handtekening gevolmachtigde(n) Doelgroep Licht Mentaal Matig Mentaal Zwaar Mentaal Karakter (Ged+Emot) GES+ BVR8/10/'10 Visueel <12j Visueel >12j Auditief <8j Auditief >8j Mot. A <8j Mot. A >8j Mot. B Diagnostiek (OBC) Functies Begeleiding SG NSG 0,22 0,22 0,22 0,22 0,22 0,22 0,22 0,22 0,22 0,22 0,22 0,22 0,22 Dagopvang(schoolaanvullend) SG 12,77 16,54 16,54 25,14 Geennorm 18,80 15,58 24,69 20,08 25,03 22,79 37,01 25,14 2-4permaand 3 SG 1,92 2,48 2,48 3,77 0,00 2,82 2,34 3,70 3,01 3,75 3,42 5,55 3,77 2-3dagen 2,5 SG 6,39 8,27 8,27 12,57 0,00 9,40 7,79 12,34 10,04 12,52 11,40 18,51 12,57 4-5dagen 5 SG 12,77 16,54 16,54 25,14 0,00 18,80 15,58 24,69 20,08 25,03 22,79 37,01 25,14 6-7dagen 7 SG 17,88 23,15 23,15 35,20 0,00 26,32 21,81 34,56 28,12 35,05 31,91 51,81 35,20 Dagbesteding(schoolvervangend) NSG 15,47 19,51 28,28 32,61 Geennorm 21,94 18,48 28,26 23,32 26,23 26,23 41,49 32,61 2-4permaand 3 NSG 2,32 2,93 4,24 4,89 0,00 3,29 2,77 4,24 3,50 3,93 3,93 6,22 4,89 2-3dagen 2,5 NSG 7,74 9,76 14,14 16,30 0,00 10,97 9,24 14,13 11,66 13,11 13,11 20,74 16,30 4-5dagen 5 NSG 15,47 19,51 28,28 32,61 0,00 21,94 18,48 28,26 23,32 26,23 26,23 41,49 32,61 6-7dagen 7 NSG 21,66 27,32 39,59 45,65 0,00 30,72 25,88 39,56 32,65 36,72 36,72 58,08 45,65 Verblijf SG NSG 17,37 20,39 19,73 23,13 26,70 31,34 23,34 23,85 67,79 75,60 25,51 30,35 23,12 26,60 32,...