Niet opgenomen vakantie Voorbeeldclausules

Niet opgenomen vakantie. Indien vakantierechten niet vóór 28 februari direct volgend op het vakantiejaar waarin zij zijn verworven door de werknemer zijn opgenomen, is de werkgever gerechtigd data vast te stellen waarop de werknemer deze dagen zal genieten.
Niet opgenomen vakantie. De werkgever streeft ernaar dat de medewerker maximaal drie vakantiedagen meeneemt naar het volgende vakantiejaar. Als deze vakantiedagen niet vóór 1 april van het nieuwe vakantiejaar zijn opgenomen, kan de werkgever in overleg met de medewerker data vaststellen, waarop deze dagen alsnog opgenomen worden.
Niet opgenomen vakantie. In afwijking van het bepaalde in artikel 7:640a BW vervallen wettelijke vakantiedagen per 1 januari van het 2e kalenderjaar na afloop van het kalenderjaar waarin deze zijn opgebouwd. Niet genoten bovenwettelijke vakantiedagen (de vakantiedagen boven het wettelijk minimum van 20 vakantiedagen per jaar bij een volledig dienstverband van 38 uur per week) vervallen per 1 januari van het 6e kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan.
Niet opgenomen vakantie. Indien de vakantierechten niet binnen zes maanden na het verstrijken van het vakantiejaar waarin zij zijn verworven, door de journalist zijn opgenomen, is de werkgever gerechtigd na overleg data vast te stellen waarop de journalist deze dagen zal opnemen.
Niet opgenomen vakantie. Wettelijk verlof van het vorige vakantiejaar moet voor 1 juli zijn opgemaakt. Als dat niet is gebeurd, mag de werkgever daarvoor dagen aanwijzen. Bovenwettelijk verlof heeft een geldigheidsduur van 5 jaar.
Niet opgenomen vakantie a. De werknemer dient zijn vakantiedagen zoveel mogelijk op te nemen in het jaar waarin deze zijn verworven. b. Aanspraken op wettelijke vakantiedagen vervallen een half jaar na het jaar van opbouw, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest ze op te nemen. c. Bovenwettelijke vakantie verjaart 5 jaar na het jaar waarin de aanspraken zijn opgebouwd. d. De dagen die als eerste komen te vervallen of verjaren, worden als eerste opgenomen.
Niet opgenomen vakantie. Indien vakantierechten niet voor 1 oktober direct volgende op het vakantie- jaar, waarin zij zijn verworven, door de werknemer zijn opgenomen, is de werkgever gerechtigd na overleg met de werknemer, data vast te stellen waarop de werknemer deze dagen of diensten zal opnemen, tenzij de werk- nemer concrete bestedingsdoelen formuleert. (Zie ook artikel 46, Arbeids- voorwaarden à la Carte.)
Niet opgenomen vakantie a. De werknemer kan maximaal 38 respectievelijk 35,5 niet opgenomen snipperuren laten overboeken naar het volgende kalenderjaar. Deze uren dienen vóór 1 juli van dat jaar te worden opgenomen. Als de uren niet voor 1 juli zijn opgenomen, is werkgever gerechtigd data vast te stellen waarop de werknemer deze vakantieuren zal opnemen. b. In afwijking hiervan kan de werknemer in incidentele bijzondere situaties met zijn leidinggevende afspraken maken over het doorschuiven van een deel van de vakantieuren naar het volgende kalenderjaar.
Niet opgenomen vakantie. De werkgever zal alvorens de dagen aan te wijzen in overleg met de werknemer treden om de resterende vakantiedagen binnen redelijke termijn in te roosteren. Deze regeling treedt in werking per 1 januari 2006 en is niet van toepassing op het saldo dat reeds per 1 januari 2006 bestaat.
Niet opgenomen vakantie. Indien vakantierechten niet vóór 31 maart direct volgend op het vakantiejaar waarin zij zijn verworven door de werknemer zijn opgenomen, is de werkgever gerechtigd data vast te stellen waarop de werknemer deze dagen zal genieten. Werknemer heeft de mogelijkheid maximaal 10 vakantiedagen van de niet opgenomen vakantierechten mee te nemen naar het nieuwe vakantiejaar, volgend op het vakantiejaar waarin ze zijn verworven. Deze zijn dus vrij opneembaar. Alle resterende niet opgenomen vakantiedagen kunnen door werkgever worden ingepland.