Bovenwettelijk verlof. Daarnaast heeft de werknemer tot en met 31 december 2023 recht op de waarde van 26 uur bovenwettelijk vakantieverlof bij een voltijd dienstverband. Vanaf 1 januari 2024 heeft de werknemer recht op 26 uur bovenwettelijk vakantieverlof bij een voltijd dienstverband. De waarde van dit voormalige bovenwettelijk vakantieverlof (tot 1 januari 2024) en het bovenwettelijk vakantieverlof (vanaf 1 januari 2024) zijn opgenomen in het IKB (zie artikel 4.2 A sub 4). Indien de werknemer xxxxxx heeft gekocht uit zijn IKB, wordt dit vastgelegd in aantal verlofuren en aangemerkt als bovenwettelijk verlof. Dit verlof kan gebruikt worden voor verlofsparen zoals beschreven in artikel 5.7 D en Bijlage 13.
Bovenwettelijk verlof. Medewerkers hebben recht op bovenwettelijke vakantiedagen, waarvan de omvang per kalenderjaar wordt bepaald door de leeftijd die voor 1 juli van dat kalenderjaar wordt bereikt. Deze dagen verjaren na 5 jaar. De categorie ‘jeugdigen’ bestaat uit medewerkers die op 1 januari van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Dat betekent het volgende voor de bovenwettelijke dagen: • Bij een leeftijd jonger dan 18 jaar (jeugdigen): 1 dag • Bij een leeftijd van 18 tot en met 24 jaar: 2 dagen • Bij een leeftijd van 25 tot en met 29 jaar: 3 dagen • Bij een leeftijd van 30 tot en met 34 jaar: 4 dagen • Bij een leeftijd van 35 tot en met 39 jaar: 5 dagen • Bij een leeftijd van 40 tot en met 44 jaar: 6 dagen • Bij een leeftijd van 45 tot en met 49 jaar: 7 dagen • Bij een leeftijd van 50 tot en met 54 jaar: 8 dagen • Bij een leeftijd van 55 tot en met 58 jaar: 9 dagen • Bij een leeftijd van 59 en 60 jaar: 10 dagen • Bij een leeftijd van 61 jaar: 11 dagen • Bij een leeftijd van 62 en 63 jaar: 12 dagen • Bij een leeftijd van 64 jaar of ouder: 13 dagen
Bovenwettelijk verlof. Daarnaast heeft de werknemer recht op de waarde van 26 uur bovenwettelijk vakantieverlof bij een voltijd dienstverband. De waarde van dit voormalige bovenwettelijk vakantieverlof is opgenomen in het IKB (zie artikel 4.2 A sub 4). Indien de werknemer xxxxxx heeft gekocht uit zijn IKB, wordt dit vastgelegd in aantal verlofuren en aangemerkt als bovenwettelijk verlof. Dit verlof kan gebruikt worden voor verlofsparen zoals beschreven in artikel 5.7 D en Bijlage 13.
Bovenwettelijk verlof. De werknemer heeft de mogelijkheid het bovenwettelijke verlof op te sparen tot maximaal 100 keer de wekelijkse arbeidsduur.
Bovenwettelijk verlof. Verzuim met behoud van inkomen
1. Met inachtneming van de Wet arbeid en zorg wordt bij verzuim voor zover dat binnen de arbeidstijd noodzakelijk is en hiervan tijdig aan de werkgever mededeling is gedaan, het maandinkomen behouden over de verzuimde tijd in de hierna te noemen gevallen.
2. bij ondertrouw van de werknemer gedurende een halve dag.
3. bij huwelijk of partnerregistratie van de werknemer, mits daarvan tenminste één week tevoren aan de werkgever is kennisgegeven, gedurende twee dagen.
4. bij huwelijk of partnerregistratie van een van zijn kinderen, pleegkinderen, ouders en schoonouders, broers, zusters, zwagers en schoonzusters, gedurende één dag.
5. bij bevalling van de partner de dag van de bevalling en daarna gedurende twee dagen kraamverlof (hoofdstuk 3 artikel 3.4), dat binnen een tijdvak van vier weken na de bevalling dient te worden opgenomen.
6. Bij zwangerschap en bevalling gelden de wettelijke (doorbetaalde) verlofregelingen.
7. bij priesterwijding van een broer of zoon, alsmede bij de Grote Professie van een eigen kind, broer of zuster, gedurende één dag.
8. bij 25- en 40-jarig dienstjubileum van de werknemer, gedurende één dag.
9. bij overlijden van de partner en van inwonende tot het gezin van de werknemer behorende eigen kinderen en pleegkinderen, van de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis of crematie.
10. bij overlijden van ouders, schoonouders, uitwonende eigen kinderen en pleegkinderen, gedurende één dag, alsmede gedurende één dag bij de begrafenis of crematie.
11. bij overlijden van xxxxxxxxxxx, aangehuwde kinderen, kleinkinderen, broers, zusters, zwagers en schoonzusters, gedurende één dag.
12. bij 25- en 40-jarig huwelijk van de werknemer en bij 25-, 40- en 50-jarig huwelijk van de ouders en schoonouders gedurende één dag.
13. gedurende een door de werkgever naar billijkheid te bepalen tijdsduur met een maximum van twee dagen, indien de werknemer ten gevolge van de vervulling van een bij of krachtens de wet persoonlijk opgelegde verplichting verhinderd is zijn arbeid te verrichten, mits deze vervulling niet in zijn vrije tijd kan geschieden en onder aftrek van de vergoeding welke van derden kan worden ontvangen.
14. bij noodzakelijk bezoek aan een arts-specialist de daarvoor benodigde tijd. Bij bezoek aan huisarts of tandarts is het doorbetaald verzuim maximaal 2 uur. Het doorbetaald verzuim geldt alleen indien het bezoek aan de arts redelijkerwijs niet buiten werktijd te plannen is. De werknemer meldt dit t...
Bovenwettelijk verlof. 1. Op verzoek van werknemer kan een deel van het salaris omgezet worden in bovenwettelijk verlof, waarbij de waarde van 1 uur is bepaald op 0,6% (1/165) (0,58% (1/173) bij een 40-urige werk- week in het kader van een functiecontract) van het schaalsalaris plus de vaste persoonlijke toelage. De omzetting van salaris in bovenwettelijk verlof is gemaximeerd op 104 uur per kalenderjaar. Indien op basis van een individuele overeenkomst tussen werkgever en werknemer méér dan deze 104 uur worden ingezet, geldt voor het meerdere een ruilwaarde van 0,6% (0,58% bij een 40-urige werkweek in het kader van een functiecontract) van het salaris.
2. Op verzoek van werknemer kan voor zover de dienst dat toelaat, aanspraak in tijd die ontstaat door overwerk, verschoven werktijd of reistijd 1:1 omgezet worden in bovenwettelijk verlof.
3. Het bovenwettelijk verlof dient als bron en doel voor het onderne- mingsgewijze vastgestelde keuzemodel arbeidsvoorwaarden, met bestemmingen als studie, zorg, seniorenverlof, sabbatical leave of een periode voorafgaande aan (pre-)pensionering.
4. Het saldo van het bovenwettelijk verlof is gemaximeerd op 1040 uur en dient bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst door ver- vroegde uittreding of pensionering volledig in tijd te zijn opgeno- men.
Bovenwettelijk verlof. Deels ruilen voor: Reiskosten Fiscaal voordeel benutten Artikel 4
Bovenwettelijk verlof. 1. Je maakt naast het wettelijk verlof aan- spraak op bovenwettelijk verlof.
2. Per kalenderjaar bedraagt dat bij een voltijd dienstverband 28,8 uur (vier dagen). Als deeltijdwerker bouw je bovenwettelijk verlof naar rato van je dienstverband op.
3. De waarde van de aanspraak op bovenwet- telijk verlof wordt als component van de Flexkeuzetoeslag per maand uitbetaald en kan naar keuze worden omgezet in vrije tijd. Zie artikel 24 cao.
Bovenwettelijk verlof. Indien per cao is bepaald dat een werknemer recht heeft op meer dan 20 dagen verlof, wordt de meerdere deel aangemerkt als bovenwettelijk verlof (indien dus per cao wordt bepaald dat een werknemer recht heeft op 25 vakantiedagen, gelden 5 dagen als bovenwettelijk verlof). De aanspraak op dit bovenwettelijk verlof vervalt 5 jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verkregen (het toegekende bovenwettelijk verlof over het jaar 2016 vervalt dus per 1 januari 2022). Boven wettelijke verlofdagen komen uitsluitend bij – einde dienstverband – voor uitkering in aanmerking.
Bovenwettelijk verlof. Hoofdregel is dat het inzetten van bovenwettelijk verlof als bron in het Keuzemodel begrensd is op 64 uur per jaar bij een fulltime dienstverband. Voor werknemers met een parttime dienstverband wordt het maxi- male in te zetten verloftegoed naar evenredigheid berekend. Het verkopen van verlof geschiedt in hele uren. Het inzetten van bovenwettelijk verlof als bron voor het sparen voor levensloop kan plaatsvinden tot het maximaal daarvoor beschikbare saldo.