Pensioentoezegging. § 1. Op 31 december 2011 wordt een eenmalige toelage op de individuele pensioenrekening gestort voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010.
§ 2. De valutadatum vanaf wanneer het rendement toegekend wordt is 1 januari 2012.
§ 1. De eenmalige toelage is gelijk aan tien euro per rechtgevend trimester voor de periode tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010 voor zover:
§ 2. Voor de werknemers die in dienst komen na 1 januari 2010 is de eenmalige toelage gelijk aan tien euro per rechtgevend trimester voor de periode tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010 voor zover de aangeslotene na 1 januari 2010 gedurende minstens 2 opeenvolgende trimesters verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van toepassing is.
§ 1. Het aantal rechtgevende trimesters wordt als volgt bepaald :
§ 2. Het aantal rechtgevende trimesters wordt vastgesteld op basis van de gegevens die meegedeeld werden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid via de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid.
§ 3. De effectieve tewerkstellingsbreuk is het door de RSZ berekende veld aanwezig in de kwartaalaangifte (DMFA) dat per werknemer weergeeft wat zijn tewerkstellingsbreuk is per werkgever in verhouding tot een voltijdse werknemer voor een volledig kalenderkwartaal. De effectieve tewerkstellingsbreuk wordt gedefinieerd als de som van het aantal werkdagen in een kalenderkwartaal in verhouding tot 13 keer het normaal aantal werkdagen per week van het voltijdse arbeidsstelsel. Het aantal weerhouden werkdagen zijn niet enkel de effectief gepresteerde en betaalde dagen, maar zijn alle dagen waar de werkgever - al dan niet direct – in tussenkomt en meer in het bijzonder: de prestatiecodes 01, 02, 03, 04, 05, 12, 20 en 72 1.
Pensioentoezegging. De toezegging van een aanvullend pensioen door de werkgever aan één of meerdere werknemers en/of de begunstigden.
Pensioentoezegging. De toezegging van een aanvullend rust- en/of overlevingspensioen, resp. kapitaal bij leven en/of kapitaal bij overlijden, door een inrichter aan één of meerdere werknemers en/of hun rechthebbenden verbonden aan deze onthaalstructuur.
Pensioentoezegging. De collectieve of individuele toezegging van een aanvullend rust- en/of overlevingspensioen bij overlijden van de aangeslotene, vóór of na de pensioenleeftijd, of de ermee overeenstemmende kapitaalswaarde, die op basis van de in het pensioenreglement bepaalde verplichte stortingen worden toegekend ter aanvulling van een krachtens een wettelijke socialezekerheidsregeling vastgesteld pensioen, door een inrichter aan één of meerdere werknemers en/of hun rechthebbenden. De effectieve (vervroegde) ingang van het rustpensioen met betrekking tot de beroepsactiviteit die aanleiding gaf tot de opbouw van prestaties. De verplichte afhouding ten laste van de aangeslotene voor de pensioentoezegging die wordt bijgehouden op een afzonderlijke individuele werknemersrekening, zijnde de persoonlijke bijdrageovereenkomst. Indien de persoonlijke bijdragen gestort worden in het financieringsfonds, worden deze bijdragen ingeschreven op een individuele fictieve rekening (teller). De persoonlijke bijdrage wordt door de inrichter van het salaris van de aangeslotene afgehouden in dezelfde termijnen als deze waarin dit salaris wordt uitbetaald.
Pensioentoezegging. De toezegging van een aanvullend rust- en/of overlevingspensioen, resp. kapitaal bij leven en/of kapitaal bij overlijden, door een inrichter aan één of meerdere werknemers en/of hun rechthebbenden. De verplichte storting door de aangeslotene voor de pensioentoezegging die wordt bijgehouden op een afzonderlijke individuele werknemersrekening voor elke aangeslotene, zijnde de persoonlijke bijdrageovereenkomst. De persoonlijke bijdrage wordt door de inrichter van het salaris van de aangeslotene afgehouden in dezelfde termijnen als deze waarin dit salaris wordt uitbetaald.
Pensioentoezegging. Alle werknemers - ouder dan 21 jaar - nemen verplicht deel aan een collectieve pensioenverzekering van Nationale Nederlanden. Tevens wordt voor deze werknemers het ANW-hiaat, nabestaandenpensioen en wezenpensioen verzekerd. Bij arbeidsongeschiktheid geldt premievrije voortzetting. De pensioentoezegging is gebaseerd op een beschikbare premieregeling. Hierbij stelt de werkgever een premie beschikbaar voor de werknemer. Er is sprake van kapitaaldekking, hetgeen betekent dat de werknemer een pensioenkapitaal opbouwt waarvoor te zijner tijd een pensioen moet worden aangekocht.
Pensioentoezegging. De toezegging van een aanvullend pensioen door de inrichter aan de aangeslotenen en/of hun rechthebbenden in uitvoering van de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst van het NPCHA betreffende het sectorale pensioenstelsel, alsook – in voorkomend geval – van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sectorale pensioenstelsel.
Pensioentoezegging. De toezegging van een aanvullend pensioen door een inrichter aan één of meerdere bedrijfsleiders en/of hun rechthebbenden. Met het oog op de financiering van deze toezegging sluit de inrichter een verzekeringsovereenkomst af bij de pensioeninstelling op het hoofd van de bedrijfsleider(s). De pensioentoezegging wordt beheerst door het Pensioenreglement en de Algemene en Bijzondere Voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst. P&V Verzekeringen cv, gevestigd te België, 0000 XXXXXXX, Xxxxxxxxxxxxx 000. De pensioeninstelling wordt in de documenten en briefwisseling ook de maatschappij genoemd. De rechtspersoon die de toezegging doet en die de verzekeringsovereenkomst afsluit bij de pensioeninstelling. De inrichter wordt in de documenten en briefinwisseling ook de verzekeringsnemer genoemd. De bedrijfsleider die een toezegging geniet alsook de voormalige bedrijfsleider die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig het Pensioenreglement. De aangeslotene, op wiens hoofd de verzekering dus wordt afgesloten, wordt in de documenten en briefwisseling ook de verzekerde genoemd.
Pensioentoezegging. De verzekeringsnemer kan het verzekeringscontract wijzigen of opzeggen of de geplande stortingen verlagen, onderbreken of opschorten, met inachtneming van de wettelijke voorschriften. Dit kan onder meer in volgende gevallen: • indien economische of financiële omstandigheden het voortzetten van de pensioentoezegging in zijn huidige vorm tot een last maken die niet in overeenstemming is met een gezonde bedrijfsvoering; • ofwel indien de socialezekerheids- en/of belastingwetten of de wetgeving op aanvullende pensioenen zouden worden gewijzigd, of er andere omstandigheden zouden optreden met gevolgen voor de verzekeringsnemer of de verzekerde, onder meer een rechtstreekse of onrechtstreekse verhoging van de kostprijs van de pensioentoezegging; • ofwel indien de wetgeving betreffende de sociale zekerheid, waarop de individuele pensioentoezegging een aanvulling vormt, belangrijke wijzigingen zou ondergaan; • ofwel indien het behoud van de pensioentoezegging in haar huidige vorm moeilijk wordt of niet redelijk verantwoord is als gevolg van een reorganisatie, herstructurering, fusie, splitsing, overdracht of vereffening van de verzekeringsnemer. In deze gevallen zijn de bepalingen van artikel 21.1. van toepassing.
Pensioentoezegging. Voor de werknemers die reeds onder het toepassingsgebied van het NPCHA vielen vóór de aanvang van de groepsverzekering, wordt het gedeelte van de loopbaan van voor de aanvang van de groepsverzekering in twee stukken opgesplitst: de diensttijd tot en met 31 december 2004 en die vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2011. Het aanvullende pensioen voor de periode tot en met 31 december 2004 werd gedefinieerd onder de vorm van “vaste prestaties” en voor de loopbaan vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2011 volgens het type “cash balance”.
11.1. Luik 1: “vaste prestaties” – jaren tot 31 december 2004 De “vaste prestatie” bestaat erin dat per gepresteerd jaar van erkenning als aangeslotene, een kapitaal van 255,97 EUR wordt uitbetaald op het ogenblik van zijn pensionering . Dit bedrag, dat van toepassing was voor het jaar 2005, wordt vanaf 1 januari 2006 jaarlijks geïndexeerd volgens de stijging van de gezondheidsindex volgens de formule gegeven in punt 11.6.
11.2. Luik 2: “cash balance” – jaren vanaf 1 januari 2005 en tot 31 december 2011 Maandelijks werd tot december 2011 een bijdrage gestort op individuele rekeningen. Ter gelegenheid van de wijziging van het sectorale pensioenstelsel op 1 januari 2012, worden de beschikbare reserves op 31 december 2011 overgedragen naar de individuele rekeningen van de betrokken aangeslotenen, zonder verdere herwaardering en met behoud van de verzekeringscombinatie (situatie op 31 december 2011).
11.3. Luik 3: “overkoepelend plan” Voor de aangeslotenen in dienst gekomen vóór 1 januari 2005, worden de voordelen als volgt vervolledigd: Indien de pensioentoezegging (vanuit de twee hierboven beschreven luiken, alsook van het “vaste bijdragen” stelsel), uitgedrukt in een jaarlijkse constante bruto rente, enkel berekend op het hoofd van de aangeslotene, lager is dan de referentie minimum bruto jaarrente die resulteert uit hetgeen toegezegd werd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2004 tot wijziging van de Codex van Het Fonds voor Bestaanszekerheid “Compensatiefonds voor Bestaanszekerheid – Haven van Antwerpen”, wordt voor de aangeslotene het verschil bijgepast. De referentie minimum bruto jaarrente wordt bepaald in functie van het aantal jaren anciënniteit (erkende dienst). 16 543,34 36 633,87 17 547,47 37 639,27 18 551,61 38 644,67 19 555,74 39 650,07 20 559,87 40 655,47 In geval van niet gehele anciënniteit dient de desbetreffende rente bekomen te worden door lineaire interpolatie tussen de twee dich...