Aanvullend pensioen Voorbeeldclausules

Aanvullend pensioen. Arbeiders in de sector metaal- en machinebouw (PC 111.1&2) hebben recht op een aanvullend sectoraal pensioen (tweede pijler) naast het wettelijk pensioen (eerste pijler). Hiertoe werd het Pensioenfonds Metaal1 opgericht. periode van arbeidsongeschiktheid waarover geen geschil bestaat, valt hierbuiten. (1) xxx.xxxxxxxxx.xx Dit Fonds ontvangt en beheert de bijdragen die je werkgever voor je stort. Vrijwillige stortingen van de werkgever of een persoonlijke bijdrage zijn niet toegestaan. In ieder geval worden de werkgeversbijdragen berekend als een percentage van je brutoloon. Sinds 1 juli 2017 is deze bijdrage 2,39 % (2,29 % + 0,1 % solidariteit). Alleen wie in totaal minstens 12 maand heeft gewerkt in de sector, heeft recht op een aanvullend pensioen. De gewerkte periode mag onderbroken zijn en verdeeld over meerdere werkgevers binnen de sector. Ook de aard (voltijds – deeltijds – bepaalde of onbepaalde duur) van je arbeidscontract speelt hierin geen rol. Periodes van uitzendwerk worden niet meegeteld als gewerkte periode. Je bent dan immers in dienst bij een uitzendkantoor en niet bij een bedrijf van de sector. Ter compensatie wordt je loon als uitzendkracht verhoogd met een gelijkwaardige pensioenpremie. • De som van de werkgeversbijdragen die voor jou tijdens je loopbaan werden gestort. • Voor de periodes van tijdelijke werkloosheid en ziekte is er een tussenkomst van het solidariteitsfonds. • NIEUW: Voor de periodes van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht corona werd tijdelijk in een tussenkomst van het solidariteitsfonds voorzien. • Voor een beperkte periode dat je werkgever zijn bijdragen aan het Pensioenfonds niet kon betalen (dreigend faillissement) is er eveneens een tussenkomst van het solidariteitsfonds. • Het voor jou opgespaard bedrag wordt verhoogd met een minimumrendement dat momenteel 1,75 % bedraagt. Bijdragen van voor 2009 genieten nog van een minimumrendement van 3,25 %. Je kunt je aanvullend pensioen opvragen als kapitaal of als rente, op voorwaarde dat deze jaarlijkse rente minstens 659,79 euro bedraagt (geïndexeerd bedrag geldig in 2020), vanaf de eerste dag van de maand die volgt op je wettelijk (vervroegd) pensioen. Er is geen mogelijkheid om dit bedrag nog te laten staan na je pensionering. Een vervroegde uitbetaling is ook niet mogelijk. Enkel oudere werknemers met SWT-statuut kunnen vooralsnog hun aanvullend pensioenkapitaal ‘vervroegd’ opnemen: als je geboren bent in 1958, 1959, 1960 of 1961, dan is opname mogelijk vanaf res...
Aanvullend pensioen. Het levenslange bruto ouderdoms-, partner- en wezenpensioen dat verkregen kan worden met het Aanvullend kapitaal in het Basis Pensioenreglement.
Aanvullend pensioen. De Werknemer wordt aangesloten bij pensioentoezegging waarvan het pensioenreglement “Aanvullend pensioen 2016” is goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de Universiteit Gent van 7 oktober 2016, zoals dit van tijd tot tijd wordt gewijzigd.
Aanvullend pensioen. U kent de onheilsberichten over uw pensioen intussen wel: het wettelijk pensioen voldoet niet om aan uw behoeften te voldoen en uw levensstandaard te behouden na uw pensionering. Voor artsen en apothekers geldt net hetzelfde. Het goede nieuws? U kunt voor uw pensioen bijsparen. En de RIZIV-polis is de eerste logische stap. Zo laat u uw RIZIV- toelage uitgroeien tot een mooi extra pensioen voor uw oude dag.
Aanvullend pensioen. 3.1.1 Met de krachtens dit Pensioenreglement gestorte premies in het regelingsonderdeel Aanvullend pensioen, inclusief de daarop behaalde beleggingsresultaten wordt een Aanvullend kapitaal gevormd. 3.1.2 Op de Pensioeningangsdatum van het ouderdomspensioen in het Basis Pensioenreglement dan wel bij eerdere beëindiging van de deelneming anders dan door overlijden van de Deelnemer wordt het Aanvullend kapitaal aangewend voor inkoop van Aanvullend pensioen in de vorm van een levenslang ouderdomspensioen met een bijbehorend partner- en wezenpensioen, in het Basis Pensioenreglement van het Fonds, in de verhouding 100:70:14 op basis van de Pensioenrichtdatum. 3.1.3 De aanspraken uit hoofde van het Aanvullend pensioen worden toegevoegd aan de pensioenaanspraken van het Basis Pensioenreglement. Op het ingekochte Aanvullend pensioen zijn vervolgens alle bepalingen van het Basis Pensioenreglement van toepassing, tenzij in dit Pensioenreglement hiervan uitdrukkelijk wordt afgeweken. 3.1.4 Het Bestuur stelt – met inachtneming van de wettelijke regels terzake - de actuariële grondslagen en aanwendingsfactoren vast voor de omzetting van het Aanvullend kapitaal in Aanvullend pensioen met inachtneming van: x. xx xxxxxxxxxx, waaronder ook begrepen fiscale bepalingen; b. de door het Bestuur van het Fonds vastgestelde actuariële grondslagen en aanwendingsfactoren; c. de keuzemogelijkheden krachtens dit Pensioenreglement. Deze actuariële grondslagen en aanwendingsfactoren zijn op te vragen bij het Fonds. De inkoopfactoren, welke onderdeel uitmaken van de aanwendingsfactoren staan opgenomen in Bijlage IV.

Related to Aanvullend pensioen

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • Aanvullende eisen Om bij diefstal aanspraak te kunnen maken op dekking is het in onderstaande situaties vereist dat er braakschade is, die te zien is aan de buitenkant van: • de ruimte waarin is ingebroken; als er is ingebroken in een algemene ruimte in of bij het gebouw dat bij de woning hoort, zoals in een trappenhuis of een gemeenschappelijke bergruimte. • de garage; indien er is ingebroken in een garage(box) die zich op een ander adres bevindt dan het adres van uw woning. • het gebouw; indien de inboedel zich bevindt in een ander gebouw in Nederland dan in de woning. Is de inboedel opgeslagen in een opslagbox? Dan moet er braakschade te zien zijn aan de buitenkant van die box. • de auto; indien uw inboedel uit een goed afgesloten auto in Nederland wordt gestolen, vergoedt de Woongarant All In Woonpakket Inboedelverzekering uw schade. Wel geldt er een maximale vergoeding van € 300,- per gebeurtenis. Deze dekking geldt ook voor de inboedel in een auto als u een dagtocht maakt (maximaal 24 uur) vanuit Nederland naar België, Luxemburg of Duitsland. In de overige situaties dan hier genoemd is er geen dekking voor schade door diefstal. Schade aan de inboedel van uw woning door scherven van ruiten, spiegels of glas in muurversieringen is verzekerd.

  • Pensioenen Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 19, paragraaf 1, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen, betaald aan een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat ter zake van een vroegere dienstbetrekking, slechts in die Staat belastbaar.

  • Aanvullende afspraken 1. De Rijschool kan indien het nodig is aanvullende afspraken met de leerling (ouders/voogd) maken. Deze zullen dan in een overeenkomst worden vastgelegd. Echter deze Algemene Voorwaarden zullen op al onze aanvullende overeenkomsten van kracht blijven.

  • Pensioenopbouw De pensioenopbouw is gebaseerd op het volledige salaris bij de oorspronkelijke arbeidsduur. De pensioenopbouw wordt voortgezet onder de normale verdeling van werkgevers- en werknemerspremie. Het geldende pensioenreglement van ABP is bepalend.

  • Pensioen Voor de werknemer die als overheidswerknemer in de Wet Privatisering ABP (Stb.1995, nr. 639) wordt aangemerkt, geldt met betrekking tot de pensioenvoorziening het bepaalde in het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

  • UITSPRAAK OVER DE BODEMKWALITEIT Er zijn geen aanwijzingen bij de OVAM dat op deze grond een bodemverontreiniging voorkomt.

  • Partnerpensioen Het partnerpensioen bedraagt 50% van het te bereiken ouderdomspen- sioen. Dit pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer overlijdt. Ook voor alleenstaanden wordt een fictief partnerpensioen opgebouwd.

  • Pensioenfonds Voor de bedrijfstak linnenverhuur- en wasserijbedrijven en textielreinigingsbedrijven bestaat een pensioenfonds genaamd stichting bedrijfstakpensioenfonds mode, interieur-, tapijt- en textielindustrie. De rechten voortvloeiende uit dit fonds zijn geregeld in de Statuten en het Pensioenreglement. Zowel werkgever als werknemer zijn verplicht deel te nemen aan dit Bedrijfstakpensioenfonds en de Statuten en het Pensioenreglement van dit Bedrijfstakpensioenfonds na te leven. Genoemde pensioenregeling is niet van toepassing op vakantiewerkers en stagiaires.

  • Aanvullende of afwijkende bepalingen Aanvullende dan wel van deze algemene voorwaarden afwijkende bepalingen mogen niet ten nadele van de consument zijn en dienen schriftelijk te worden vastgelegd dan wel op zodanige wijze dat deze door de consument op een toegankelijke manier kunnen worden opgeslagen op een duurzame gegevensdrager.