POLITIEKE DIALOOG. 1. In het kader van deze overeenkomst wordt de politieke dialoog tussen de partijen verder ontwikkeld. Deze dialoog begeleidt en consolideert de toenadering tussen de Europese Unie en Servië en draagt bij tot nauwe solidariteitsbanden en nieuwe vormen van samenwerking tussen de partijen.
2. De politieke dialoog moet met name bijdragen tot het bevorderen van:
a) volledige integratie van Servië in de gemeenschap van democratische naties en de geleidelijke toenadering tot de Europese Unie;
b) convergentie van de standpunten van de partijen inzake internationale kwesties, waaronder op het gebied van het GBVB, mede door de uitwisseling van informatie, voor zover van toepassing, met name inzake kwesties die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de partijen;
c) regionale samenwerking en de ontwikkeling van betrekkingen van goed nabuurschap;
d) gezamenlijke standpunten inzake veiligheid en stabiliteit in Europa, met inbegrip van samenwerking op de gebieden die vallen onder het GBVB van de Europese Unie.
1. De politieke dialoog vindt plaats binnen de Stabilisatie- en associatieraad, die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor alle aangelegenheden die de partijen hem voorleggen.
2. Op verzoek van de partijen kan de politieke dialoog ook de volgende vormen aannemen:
a) vergaderingen, waar nodig, van hoge ambtenaren van enerzijds Servië en anderzijds het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie, de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en de Europese Commissie;
b) optimaal gebruik van alle diplomatieke kanalen tussen de partijen, met inbegrip van passende contacten in derde landen en binnen de Verenigde Naties, de OVSE, de Raad van Europa en andere internationale fora;
c) alle andere middelen die een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan de consolidatie, ontwikkeling en intensivering van de dialoog, zoals onder meer vastgesteld in de agenda van Thessaloniki, die werd vastgesteld in de conclusies van de Europese Raad van Thessaloniki van 19 en 20 juni 2003.
ARTIKEL 12 Op parlementair niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van het bij artikel 125 ingestelde parlementair Stabilisatie- en associatiecomité.
ARTIKEL 13 De politieke dialoog kan plaatsvinden in multilateraal verband en als regionale dialoog waarbij andere landen in de regio worden betrokken, onder meer in het kader van het forum tussen de EU en de westelijke Balkan.
POLITIEKE DIALOOG. Artikel 5 Tussen de partijen wordt een regelmatige politieke dialoog tot stand gebracht, die zij voornemens zijn te ontwikkelen en te intensiveren. Deze dialoog begeleidt en consolideert het proces waarbij de Gemeen- schap en de Republiek Armenië nader tot elkaar komen, ondersteunt de politieke en economische veranderingen die in dat land aan de gang zijn en draagt bij tot de totstandkoming van nieuwe vormen van samen- werking. De politieke dialoog strekt ertoe — de banden van de Republiek Armenië met de Gemeenschap en haar lidstaten, en aldus met de gemeenschap van democratische naties als geheel, te versterken; de economische convergentie die door middel van deze overeenkomst wordt bewerkstelligd, zal leiden tot hechtere politieke betrekkingen; — de standpunten over internationale vraagstukken van wederzijds be- lang nader tot elkaar te brengen en aldus meer veiligheid en stabi- liteit in de regio te bewerkstelligen en de toekomstige ontwikkeling van de onafhankelijke staten van Trans-Kaukasië te bevorderen; — ervoor te zorgen dat de partijen streven naar samenwerking voor aangelegenheden op het gebied van de versterking van stabiliteit en veiligheid in Europa, de naleving van de democratische begin- selen en de eerbiediging en bevordering van de mensenrechten, vooral die van minderheden, waarbij zo nodig over relevante kwes- ties overleg wordt gepleegd. Deze dialoog kan op regionaal vlak plaatsvinden met het oog op een bijdrage aan het oplossen van regionale conflicten en spanningen.
Artikel 6 Op ministerieel niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van de krachtens artikel 78 opgerichte samenwerkingsraad en, bij andere gelegenheden, in onderlinge overeenstemming.
Artikel 7 De partijen voorzien in andere procedures en regelingen voor de poli- tieke dialoog, met name in de volgende vormen: — regelmatige vergaderingen tussen vertegenwoordigers van de Ge- meenschap en haar lidstaten, enerzijds, en vertegenwoordigers van de Republiek Armenië, anderzijds, op het niveau van hoge ambte- naren; — het optimaal gebruik maken van diplomatieke kanalen tussen de partijen, met inbegrip van passende contacten op bilateraal en mul- tilateraal vlak, onder meer bij de Verenigde Naties, vergaderingen van de OVSE en elders; — alle andere middelen, waaronder vergaderingen van deskundigen, die bijdragen tot het consolideren en ontwikkelen van deze dialoog.
Artikel 8 Op parlementair niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van het krachtens artikel 8...
POLITIEKE DIALOOG. Tussen de partijen wordt een regelmatige politieke dialoog tot stand gebracht, die zij voornemens zijn te ontwikkelen en te intensiveren. Deze dialoog begeleidt en consolideert het proces waarbij de Gemeenschap en de Republiek Oezbekistan nader tot elkaar komen, ondersteunt de politieke en economische veranderingen die in dat land aan de gang zijn en draagt bij tot de totstandkoming van nieuwe vormen van samenwerking. De politieke dialoog strekt ertoe — de banden van de Republiek Oezbekistan met de Gemeen- schap en haar lidstaten, en aldus met de gemeenschap van democratische naties als geheel, te versterken; de economi- sche convergentie die door middel van deze overeenkomst wordt bewerkstelligd, zal leiden tot hechtere politieke betrekkingen; — de standpunten over internationale vraagstukken van wederzijds belang nader tot elkaar te brengen en aldus meer veiligheid en stabiliteit in de regio te bewerkstelligen; — ervoor te zorgen dat de partijen streven naar samenwer- king voor aangelegenheden op het gebied van de naleving van de democratische beginselen, de eerbiediging, bescher- ming en bevordering van de mensenrechten, vooral die van minderheden, waarbij zo nodig over relevante kwesties overleg wordt gepleegd. Deze dialoog kan op regionaal vlak plaatsvinden.
POLITIEKE DIALOOG. De partijen ontwikkelen en versterken een doeltreffende politieke dialoog op alle gebieden van wederzijds belang, ter bevordering van de internationale vrede, stabiliteit en veiligheid, onder andere op het Euraziatische continent, op basis van het internationale recht, doeltreffende samenwerking binnen multilaterale instellingen en gedeelde waarden. De partijen werken samen om de rol van de VN en de OVSE te versterken en de doelmatigheid van internationale en regionale organisaties te vergroten. De partijen intensiveren hun samenwerking en dialoog met betrekking tot vraagstukken inzake internationale veiligheid en crisisbeheer om het hoofd te bieden aan de huidige mondiale en regionale problemen en grote gevaren. De partijen streven naar betere samenwerking met betrekking tot alle vraagstukken van gemeenschappelijk belang, met name de naleving van het internationale recht, de versterking van de eerbiediging van democratische beginselen, de rechtsstaat, mensenrechten en goed bestuur. De partijen komen overeen om samen te werken aan een beter klimaat voor verdere regionale samenwerking, met name inzake Centraal-Azië en daarbuiten.
POLITIEKE DIALOOG. Er wordt een regelmatige politieke dialoog tussen de Partijen tot stand gebracht. Deze dialoog versterkt de betrekkingen tussen de Par- tijen en vormt een bijdrage tot de verdere ontwikkeling van duurzaam partnerschap en de verbetering van het wederzijds begrip en de solida- riteit.
POLITIEKE DIALOOG. Er wordt een regelmatige politieke dialoog tussen de partijen in- gesteld. Via deze dialoog kunnen tussen de partners duurzame, op so- lidariteit gebaseerde betrekkingen worden ingesteld, die zullen bijdragen aan de welvaart, de stabiliteit en de veiligheid van het Middellandse-Zeegebied en een klimaat van begrip en tolerantie tussen culturen zullen scheppen.
POLITIEKE DIALOOG. 1. De partijen komen overeen hun regelmatige politieke dialoog op te voeren.
2. De politieke dialoog heeft tot doel:
a) de ontwikkeling van de bilaterale betrekkingen te bevorderen, en
b) de gezamenlijke aanpak van de partijen te versterken en ruimte voor samenwerking te identificeren op het gebied van regionale en mondiale problemen en kwesties.
3. De dialoog tussen de partijen neemt meer bepaald de volgende vormen aan:
a) overleg, vergaderingen en bezoeken op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders, wanneer de partijen dat noodzakelijk achten;
b) overleg, vergaderingen en bezoeken op ministerniveau, met inbegrip van overleg op het niveau van de ministers van buitenlandse zaken, en ministeriële vergaderingen over handels- en andere kwesties die door de partijen worden vastgesteld, waarvan het tijdstip en de plaats door de partijen worden bepaald;
c) regelmatige vergaderingen van hoge ambtenaren, indien passend geacht over bilaterale kwesties, buitenlands beleid, internationale veiligheid, terrorismebestrijding, handel, ontwikkelingssamenwerking, klimaatverandering en andere door de partijen vastgestelde onderwerpen;
d) sectorale dialogen over aangelegenheden van gemeenschappelijk belang, en
e) uitwisseling van delegaties en andere contacten tussen het parlement van australië en het Europees Parlement.
POLITIEKE DIALOOG. De politieke dialoog tussen de partijen wordt gevoerd binnen het kader waarin is voorzien in deel II.
POLITIEKE DIALOOG. SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN HET BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID
POLITIEKE DIALOOG. 1. Er wordt een regelmatige politieke dialoog tussen de partijen inge- steld. Door middel van deze dialoog kunnen tussen de partners duur- zame, op solidariteit gebaseerde betrekkingen tot stand worden gebracht, die zullen bijdragen tot welvaart, stabiliteit en veiligheid in het Middellandse-Zeegebied en een klimaat van begrip en tolerantie tussen culturen zullen scheppen.
2. Doelstellingen van de politieke dialoog en samenwerking zijn met name:
a. de partijen nader tot elkaar te brengen door het ontwikkelen van beter wederzijds begrip en door regelmatig overleg over internationale vraagstukken van wederzijds belang;
b. elke partij in staat te stellen het standpunt en de belangen van de andere partij in overweging te nemen;
c. te werken aan de consolidering van de veiligheid en stabiliteit in het Middellandse-Zeegebied en in het Midden-Oosten in het bijzonder;
d. bevordering van gezamenlijke initiatieven.