Uitgaven. De prognose voor uitgaven bevat de belangrijkste kosten die de Uitgevende Instelling jaarlijks moet maken om de Portefeuille Groene Aggregaten te exploiteren. De uitgaven omvatten: ▪ Kosten voor onderhoud en reparatie vanaf jaar 3 van exploitatie van de Portefeuille Groene Aggregaten; ▪ Kosten voor administratie van de Uitgevende Instelling en de Obligatielening; ▪ Verzekeringskosten; ▪ Personeelskosten. De bovengenoemde uitgaven zijn voor het grootste deel langjarig vastgelegd.
Uitgaven. De Uitgevende Instelling onderscheidt een tweetal kosten: directe en indirecte kosten.
Uitgaven. 12.1. De uitgaven worden door de opdrachtnemer verricht conform het opgestelde budgetplan.
Uitgaven. De uitgaven die gesubsidieerd kunnen worden zijn uitsluitend deze die in verband staan met de realisatie van het goedgekeurde project. De subsidiabele uitgaven hebben betrekking op alle uitgaven in verband met de werking van het project : vrijwilligersvergoedingen, diensten, huur van materiaal, aankoop van klein materiaal, drukwerk, communicatie, enz. Investeringen in materieel kunnen worden geaccepteerd, maar moeten vooraf door de gemeenten worden goedgekeurd. Hergebruik en huur verdienen de voorkeur. De personeelskosten worden niet gedekt. De gemeenten zullen geen uitgaven subsidiëren waarvan de relevantie of het bedrag niet in overeenstemming is met de doelstellingen van het project. Als de wet inzake overheidsopdrachten van toepassing is, verbinden de projectverantwoordelijken zich ertoe bepalingen ten uitvoer te leggen om te zorgen voor de naleving van de wet en de principes van doorzichtigheid en mededinging bij het gunnen van hun overheidsopdrachten. De projectverantwoordelijken verzekeren de stad en de gemeenten, voor elke aanvraag die zou kunnen gemaakt worden door derden en die zou leiden tot de overtreding van deze reglementering. Als de wet op de openbare opdrachten niet kan toegepast worden, zullen de projectverantwoordelijken zich verbinden de niet-discriminerende principes, de concurrentie en transparantie in de keuze van hun partners. Wat het respecteren van de wet op de overheidsopdrachten betreft, zullen drie offertes gevraagd worden aan de projectbeheerders voor de uitgaven die hoger zijn dan 300 euro. Het voorafgaandelijk akkoord van de gemeente(en) zal noodzakelijk zijn voor de uitgaven die hoger zijn dan 3.000 euro zolang het niet expliciet wordt vermeld in de basisfiche. De gemeenten subsidiëren geen uitgaven waarvan de relevantie of het bedrag niet in overeenstemming is met de doelstellingen van het project.
Uitgaven. 1. Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfskosten en haar eigen kosten voor post en telecommu nicatie in verband met de deelname aan vergaderingen van het Gemengd Comité.
Uitgaven. De gekwalificeerde uitgaven in de Europees Economische Ruimte welke rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met de productie van het Audiovisueel Werk. Deze uitgaven moeten in België plaatsvinden ten belope van minstens 90 % van de waarde van het Tax Shelter attest. Deze uitgaven moeten rechtsreeks gelinkt zijn aan de productie (lonen en vergoedingen van de acteurs, van het personeel, huur van materiaal, laboratorium, decors, accessoires,..) ofwel onrechtstreeks gelinkt aan de productie indien deze verband houden met de productie of de uitvoering van het Audiovisueel Werk. Het is echter noodzakelijk dat minstens 70 % van de uitgaven in België rechtstreeks gelinkt zijn aan de productie en dit voor een duurzame ondersteuning van het Audiovisueel Werk. Indien het percentage van 70 % niet bereikt wordt, zal de waarde van het Tax Shelter attest evenredig dalen.
Uitgaven. De Uitgevende Instelling prognosticeert de komende jaren gedurende de Looptijd van de Obligatielening haar omzet te laten groeien. De kostenstructuur (directe en indirecte kosten) is gerelateerd is aan de geprognotiseerde omzet.
Uitgaven. 9.1 De bewindvoerder sluit voor u een aansprakelijkheids- en inboedelverzekering af, als u hierover niet beschikt. U kunt indien gewenst uw voorkeur uitspreken voor een verzekeringsmaatschappij en/of assurantietussenpersoon.
Uitgaven. Aan elke uitgave, met uitzondering van gas, licht, water andere nutsvoorzieningen en belastingen dient een getekende opdracht aan ten grondslag liggen. Een getekende opdracht kan bestaan uit 2 of meer goedkeuringen middels email, dan wel een besluit van de bestuursvergadering. Deze dienen te allen tijde aangehecht te worden aan de factuur.
Uitgaven. In de uitgaven in de kasstroomprognose zijn de operationele kosten opgenomen. De beschikbare kasstroom na investering laat de inkomsten zien verminderd met uitgaven, belasting, Rente en Aflossingsverplichtingen en balansmutaties en investeringen. De prognose voor operationele kosten bevat de belangrijkste kosten die de Uitgevende Instelling jaarlijks moet maken. De operationele kosten omvatten: ▪ Inkoopkosten van grondstoffen en verpakkingsmiddelen. Deze zijn variabel en worden 1 tot 3 maanden van tevoren ingekocht. Hoe hoger de voorraad is die wordt ingekocht hoe lager de inkoopkosten worden (schaalvoordelen). ▪ Transactie- en verzendkosten m.b.t. de omzetten op de marktplaatsen en in de webshop, welke volledig variabel zijn met de gerealiseerde omzetten. Deze kosten worden eveneens onder de kostprijs van de omzet verantwoord. ▪ Personeelskosten, welke een grotendeels vast karakter hebben en in beperkte mate meegroeien met de omzet als gevolg van de sterke focus van WIINC op één product en een beperkt aantal distributiepartners. ▪ Marketing en saleskosten, met name uitgaven voor social media, campagnes etc. worden door WIINC als volledig variabel beschouwd en aangestuurd. Balansmutaties en investeringen omvatten: ▪ Mutaties in het werkkapitaal. Dat betreffen o.a. de mutaties van de voorraden, debiteuren en liquide middelen. Middels de investeringen, zoals beschreven in hoofdstuk 6.2 (Besteding van de opbrengst), wijzigt het werkkapitaal. ▪ Investeringen in immateriële activa. Dat betreffen de ontwikkelkosten en marketing, zoals beschreven in hoofdstuk 6.2 (Besteding van de opbrengst); ▪ Investeringen in materiële activa. Dat betreffen investeringen in o.a. inventaris. De Uitgevende Instelling streeft ernaar de personeelskosten op termijn op 15% (2020: ca. 20%) van de omzet te stellen. De overige hierboven opgesomde kostensoorten vertegenwoordigen ca 70% van de omzet. De overige bedrijfskosten, waaronder huisvesting en algemene kosten, zijn vast van aard maar met een beperkte omvang en zullen naar verwachting ook bij de beoogde sterke groei nauwelijks toenemen.