Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW: a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen; b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon door te betalen. 2. Onder netto-inkomen wordt in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest. 3. Bij de vaststelling van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon. 4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid. 5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat: a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd; b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaald.
Appears in 6 contracts
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon door te betalen.;
2. Onder netto-inkomen wordt in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
3. Bij de vaststelling van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - – of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - – onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaald.
Appears in 2 contracts
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de werkgever per kalenderjaar- de keuze tussen de onder 2 of 3 genoemde regelingen inzake loondoor- betaling bij ziekte. Voordat de werkgever zijn keuze bepaalt, informeert hij de OR/PVT/Personeelsvergadering hierover en voert hij met hen overleg. Indien de werkgever voor zijn onderneming kiest voor de regeling onder 2 dient hij dit schriftelijk te melden aan de Vakraad. Indien de werkgever na 1 juli 2012 kiest voor de regeling onder 2 dient dit te geschieden met instemming van de OR/PVT/Personeelsvergadering. Indien een werkge- ver wisselt van regeling, geldt deze wisseling niet voor een werknemer indien en voor zolang deze werknemer als gevolg hiervan in een periode van 24 maanden zowel geconfronteerd wordt met toepassing van wacht- dagen als bedoeld in lid 2, sub c, als met een verlaging van het bruto in- komen als bedoeld in lid 3 onder a.
2. In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever, on- verminderd het bepaalde onder c, verplicht:
a. 100 % van het bruto periode-inkomen door te betalen, over de eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte niet heeft gewerkt, worden sa- mengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen;
b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto periode-inkomen door te betalen in geval de werkne- mer minder dan 35% arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA en arbeid verricht bij de werkgever. Voor de toepassing van de onderdelen a en b wordt onder bruto periode- inkomen verstaan, het periode-inkomen dat de werknemer verdiend zou hebben indien hij volgens het in de periode van zijn arbeidsongeschikt- heid normaal geldende dienstrooster gewerkt zou hebben in zijn functie.
c. In afwijking van het bepaalde onder a, is de werkgever niet verplicht het bruto periode-inkomen door te betalen: - over de eerste dag van ziekte bij de tweede en derde ziekmelding per kalenderjaar; - over de eerste twee dagen van ziekte bij de vierde en vijfde ziek melding per kalenderjaar; - indien de werknemer recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, in welk geval het bruto periode-inkomen onder aftrek van deze uitkering wordt doorbetaald. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt voor de bepaling van het bruto periode-inkomen over een dag uitgegaan van de gemiddelde ver- dienste per dag op basis van een vijfdaagse werkweek overeenkomstig de systematiek zoals bepaald in bijlage IX.
d. Op verzoek van een werknemer die ten gevolge van een chronische ziekte een substantieel hogere verzuimfrequentie heeft dan het ge- middelde in de onderneming, kan de werkgever na advies van de bedrijfsarts afwijken van de wachtdagenregeling als bedoeld in on- derdeel c.
3. In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever ver- plicht tot de volgende loondoorbetalingen bij arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte niet heeft gewerkt, worden samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen:
a. 100% van het bruto periode-inkomen over de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; - 95% van het bruto periode-inkomen over de 7e t/m 12e maand van arbeidsongeschiktheid; - 90% van het bruto periode-inkomen over de 13e t/m 18e maand van arbeidsongeschiktheid; - 85% van het bruto periode-inkomen over de 19e t/m 24e maand van arbeidsongeschiktheid. Gedurende de 13e t/m 24e maand wordt aan een fulltime werknemer daarbij ten minste het wettelijke minimum(jeugd)loon uitbetaald.
b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto periode-inkomen doorbetalen in geval de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA en arbeid verricht bij de werkgever. Voor de toepassing van de onderdelen a en b wordt onder bruto periode- inkomen verstaan, het periode-inkomen dat de werknemer verdiend zou hebben indien hij volgens het in de periode van zijn arbeidsongeschikt- heid normaal geldende dienstrooster gewerkt zou hebben in zijn functie.
4. De werknemer die een second opinion aanvraagt ten aanzien van pas- sendheid van de aangeboden arbeid en besluit het werk niet te hervatten heeft recht op loondoorbetaling zoals bepaald in onderdeel B, sub 7, van Bijlage XI.
5. Indien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor een derde aansprakelijk is, heeft de werkge- ver een vordering tot schadevergoeding jegens deze ander ten bedrage van het door hem betaalde loon met inachtneming van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon door te betalen6:107a BW.
26. Onder netto-inkomen wordt Voor werknemers in dit dienst van ondernemingen die vallen onder artikel verstaan inkomen vermeerderd met 1, lid 3, geldt de financiële regeling bij reïntegratie in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag lagere functie bij de eigen werkgever of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
3. Bij de vaststelling bij een andere werkgever van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaald.Bijlage X.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. a. Een werknemer, die door arbeidsongeschiktheid in de zin van de Ziektewet niet in staat is zijn werkzaamheden te verrichten, is verplicht hiervan kennis te geven aan de werkgever op de eerste dag van zijn arbeidsongeschiktheid, vóór 9.00 uur, tenzij over- macht zulks onmogelijk maakt.
b. Met uitsluiting van het bepaalde in artikel 7: 629 7:629, lid 1 BW Burgerlijk Wetboek is de werkgever verplicht aan de werknemer, werknemer die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. van de ziektewet; – bij een onafgebroken dienstverband van 3 maanden of min- der vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal 9 weken 100% van zijn netto- inkomen door te betalen en vervolgens maximaal 43 weken 70% van zijn netto-inkomen door te betalen; – bij een onafgebroken dienstverband van 6 maanden of min- der vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal 16 weken 100% van zijn netto- inkomen door te betalen en vervolgens maximaal 36 weken 70% van zijn netto-inkomen door te betalen; – bij een onafgebroken dienstverband van meer dan 6 maanden vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 100% van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon door te betalen.
2. Onder Na de in lid 1 van dit artikel genoemde periode van 12 maanden 100% van het voor de werknemer geldende netto-inkomen wordt in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met salaris door te betalen over de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dagen dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou zijn geweestxxxxxxx van arbeids- ongeschiktheid een loongerelateerde uitkering ontvangt krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering doch ten hoogste voor een periode van 12 maanden.
3. Bij De loondoorbetaling bedoeld in de vaststelling leden 1 en 2 van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met dit artikel wordt voor de werknemer, zoals bedoeld in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers 17 en 18 berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - – of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - – onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
54. Indien een handelsvertegenwoordiger de werknemer, zoals bedoeld in artikel 17 en 18, op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft wordt de loondoorbetaling als bedoeld in lid de leden 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande daten 2 als volgt vastgesteld:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 2 van dit artikel bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben heb- ben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaald.
5. De werkgever is verplicht een aanvullende WAO-verzekering aan te bieden aan alle werknemers jonger dan 58 jaar met een inkomen boven het wettelijk minimumloon. Alle werknemers in bovenge- noemde categorie zijn verplicht zich via de werkgever aanvullend op de wettelijke WAO te verzekeren. Vanaf 1 januari 1998 luiden de voorwaarden voor de aanvullende WAO-verzekering als volgt:
a. de dekking dient te geschieden tot 70% van het laatstgenoten inkomen tot het maximum van het WAO-dagloon;
b. de uitkering dient geïndexeerd te zijn met 2% per jaar;
c. de maximale inhouding bedraagt 1,9% over het totale loon van de deelnemers tot de grens van f 82 940,– (2000);
d. de regeling blijft betrekking houden op werknemers met een inkomen voor de sociale verzekeringen boven de f 31 186,– (2000) per jaar tot het maximum van f 82 940,– (2000) per jaar en die jonger zijn dan 58 jaar;
e. de grondslag voor de toerekening wordt dan het loon minus de franchise binnen de eerder aangegeven grenzen. Per bedrijf wor- den de alsdan gevonden kosten over de werknemers omgeslagen op basis van het loon minus de franchise.
1. De werknemer heeft geen aanspraken als bedoeld in artikel 12:
a. indien de verhindering tot het verrichten van arbeid het gevolg is van een ongeval terzake waarvan op grond van wettelijk aanspra- kelijkheid rechten te zijnen behoeve geldend gemaakt kunnen worden;
b. indien de verhindering tot het verrichten van arbeid het gevolg is van een ongeval terzake waarvan te zijnen behoeve een particu- liere verzekering ter dekking van de ten gevolge van dat ongeval door de werknemer gederfde inkomsten is afgesloten. Indien de uitkering aan de werknemer krachtens een dergelijke verzekering lager is dan de uitkering waarop de werknemer krachtens artikel 12 tegenover werkgever aanspraak zou kunnen maken, is de werkgever gehouden een aanvulling te verstrekken tot het bedrag van laatstgenoemde uitkering.
2. Indien in het geval, bedoeld in het eerste lid onder a, de werknemer zijn rechten tegenover derden terzake van schade uit het ongeval aan de werkgever cedeert, wordt hij alsnog in het genot gesteld van de, overeenkomstig het artikel 12 bepaalde, vastgestelde bedragen.
3. Onder schade wordt voor de toepassing van het tweede lid geen andere schade verstaan dan die, waarop de in dat lid bedoelde bedra- gen betrekking hebben.
4. Indien de werkgever xxxxxxx van de door voornoemde cessie verkre- gen rechten door middel van een rechtsgeding een burgerrechtelijke vordering wenst in te stellen zal hij de werknemer in de gelegenheid stellen om, in afwijking van het bepaalde in het derde lid, de cessie betrekking te doen hebben op de volledige door de werknemer gele- den schade. Alsdan zal door de werkgever het meerdere, van de der- den verkregen, aan de werknemer worden afgedragen. De kosten welke uit het rechtsgeding voortvloeien kunnen niet op de werknemer worden verhaald.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting In geval van arbeidsongeschiktheid die is ingegaan vanaf 1 januari 2004 heeft de werkgever per kalenderjaar, voor het eerst per 1 januari 2006, de keuze tussen de onder 2 of 3 genoemde regelingen inzake loondoor- betaling bij ziekte. Indien de werkgever voor zijn onderneming kiest voor de regeling onder 2 dient hij dit schriftelijk te melden aan de Va- kraad. Indien een werkgever wisselt van regeling, geldt deze wisseling niet voor een werknemer indien en voor zolang deze werknemer als gevolg hiervan in een periode van 24 maanden zowel geconfronteerd wordt met toepassing van wachtdagen als bedoeld in lid 2, sub c, als met een ver- laging van het bruto inkomen als bedoeld in lid 3 onder a. In afwijking van de eerste volzin kunnen ondernemingen die vallen on- der artikel 1, lid 3, vanaf 1 mei 2005 een keuze maken. Deze keuze kan niet leiden tot een verrekening met terugwerkende kracht van de finan- ciële gevolgen van de keuze.
2. In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever, on- verminderd het bepaalde onder c, verplicht:
a. 100 % van het bruto inkomen door te betalen, over de eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werk- nemer ten gevolge van ziekte niet heeft gewerkt, worden samenge- teld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier we- ken opvolgen;
b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto inkomen door te betalen in geval de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA en arbeid verricht bij de werkgever. Voor de toepassing van de onderdelen a en b wordt onder bruto inko- men verstaan, het inkomen dat de werknemer verdiend zou hebben in- dien hij normaal gewerkt zou hebben in de oorspronkelijke functie.
c. In afwijking van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW onder a, is de werkgever niet verplicht aan het bruto inkomen door te betalen: - over de werknemereerste dag van ziekte bij de tweede en derde ziekmel- ding per 12 maanden, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. gerekend vanaf de eerste dag van ziekte van de eerste ziekmelding; - over de eerste twee dagen van ziekte bij de vierde en vijfde ziek- melding per 12 maanden, gerekend vanaf de eerste dag van ziekte van de eerste ziekmelding; - indien de werknemer recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, in welk geval het bruto inkomen onder aftrek van deze uitkering wordt doorbetaald; Voor de toepassing van de vorige volzin wordt voor de duur bepaling van het bruto salaris over een dag uitgegaan van de gemiddelde ver- dienste per dag op basis van een vijfdaagse werkweek overeenkom- stig de systematiek zoals bepaald in bijlage X.
3. In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever ver- plicht tot de volgende loondoorbetalingen bij arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % niet heeft gewerkt, worden samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;minder dan vier weken opvolgen:
b. in het tweede ziektejaar 70a. 100% van het laatst verdiende nettoloon door te betalenbruto inkomen over de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; - 95% van het bruto inkomen over de 7e t/m 12e maand van ar- beidsongeschiktheid; - 90% van het bruto inkomen over de 13e t/m 18e maand van ar- beidsongeschiktheid; - 85% van het bruto inkomen over de 19e t/m 24e maand van ar- beidsongeschiktheid.
2. Onder netto-b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto inkomen wordt doorbetalen in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien geval de werknemer niet minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
3is in de zin van de WIA en arbeid ver- richt bij de werkgever. Bij Voor de vaststelling toepassing van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van de onderdelen a en b wordt onder bruto inko- men verstaan, het inkomen vermeerderd met dat de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen werknemer verdiend zou hebben in- dien hij normaal gewerkt zou hebben in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begonoorspronkelijke functie.
4. De aanvulling als bedoeld werknemer die een second opinion aanvraagt ten aanzien van pas- sendheid van de aangeboden arbeid en besluit het werk niet te hervat- ten heeft recht op loondoorbetaling zoals bepaald in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis onderdeel B, sub 7, van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheidBijlage XIII.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond de arbeidsongeschiktheid van de tussen werknemer het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor een derde aansprakelijk is, heeft de werkge- ver een vordering tot schadevergoeding jegens deze ander ten bedrage van het door hem betaalde loon met inachtneming van het bepaalde in artikel 6:107a BW.
6. Voor werknemers in dienst van ondernemingen die vallen onder artikel 1, lid 3, geldt de financiële regeling bij reïntegratie in een lagere functie bij de eigen werkgever of haar en bij een andere werkgever van Bijlage XI.
7. Voor werknemers die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode gewor- den, in dienst van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft ondernemingen die vallen onder artikel 1, lid 3, res- pectievelijk artikel 1, lid 4, geldt in plaats van het bepaalde in de leden 1 t/m 3, de CAO voor de Textielindustrie zoals deze luidde op provisie30 april 2005 (bijlage XII A), blijft respectievelijk de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan CAO voor de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaaldConfectie-Industrie zoals deze luidde op 31 december 2004 (Bijlage XII B).
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. In geval van arbeidsongeschiktheid die is ingegaan vanaf 1 januari 2004 heeft de werkgever per kalenderjaar, voor het eerst per 1 januari 2006, de keuze tussen de onder 2 of 3 genoemde regelingen inzake loondoor- betaling bij ziekte. Indien de werkgever voor zijn onderneming kiest voor de regeling onder 2 dient hij dit schriftelijk te melden aan de Vakraad. Indien een werkgever wisselt van regeling, geldt deze wisseling niet voor een werknemer indien en voor zolang deze werknemer als gevolg hier- van in een periode van 24 maanden zowel geconfronteerd wordt met toepassing van wachtdagen als bedoeld in lid 2, sub c, als met een ver- laging van het bruto inkomen als bedoeld in lid 3 onder a. Voordat de werkgever zijn keuze bepaalt, informeert hij de OR/PVT/Personeelsvergadering hierover en voert hij met hen overleg.
2. In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever, on- verminderd het bepaalde onder c, verplicht:
a. 100 % van het bruto periode-inkomen door te betalen, over de eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte niet heeft gewerkt, worden sa- mengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen;
b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto periode-inkomen door te betalen in geval de werkne- mer minder dan 35% arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA en arbeid verricht bij de werkgever. Voor de toepassing van de onderdelen a en b wordt onder bruto periode- inkomen verstaan, het periode-inkomen dat de werknemer verdiend zou hebben indien hij volgens het in de periode van zijn arbeidsongeschikt- heid normaal geldende dienstrooster gewerkt zou hebben in zijn functie.
c. Tot 1 januari 2009 geldt het volgende: Met uitsluiting ingang van 1 januari 2009 geldt het volgende:
d. Op verzoek van een werknemer die ten gevolge van een chronische ziekte een substantieel hogere verzuimfrequentie heeft dan het ge- middelde in de onderneming, kan de werkgever na advies van de bedrijfsarts afwijken van de wachtdagenregeling als bedoeld in on- derdeel c.
3. In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever ver- plicht tot de volgende loondoorbetalingen bij arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte niet heeft gewerkt, worden samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen:
a. 100% van het bruto periode-inkomen over de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; - 95% van het bruto periode-inkomen over de 7e t/m 12e maand van arbeidsongeschiktheid; - 90% van het bruto periode-inkomen over de 13e t/m 18e maand van arbeidsongeschiktheid; - 85% van het bruto periode-inkomen over de 19e t/m 24e maand van arbeidsongeschiktheid. Gedurende de 13e t/m 24e maand wordt aan een fulltime werknemer daarbij ten minste het wettelijke minimum(jeugd)loon uitbetaald.
b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto periode-inkomen doorbetalen in geval de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA en arbeid verricht bij de werkgever. Voor de toepassing van de onderdelen a en b wordt onder bruto periode- inkomen verstaan, het periode-inkomen dat de werknemer verdiend zou hebben indien hij volgens het in de periode van zijn arbeidsongeschikt- heid normaal geldende dienstrooster gewerkt zou hebben in zijn functie.
4. De werknemer die een second opinion aanvraagt ten aanzien van pas- sendheid van de aangeboden arbeid en besluit het werk niet te hervatten heeft recht op loondoorbetaling zoals bepaald in onderdeel B, sub 7, van Bijlage XIII.
5. Indien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor een derde aansprakelijk is, heeft de werkge- ver een vordering tot schadevergoeding jegens deze ander ten bedrage van het door hem betaalde loon met inachtneming van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon door te betalen6:107a BW.
26. Onder netto-inkomen wordt Voor werknemers in dit dienst van ondernemingen die vallen onder artikel verstaan inkomen vermeerderd met 1, lid 3, geldt de financiële regeling bij reïntegratie in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag lagere functie bij de eigen werkgever of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou zijn geweestbij een andere werkgever van Bijlage XI.
3. Bij de vaststelling van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaald.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. De leden 1 tot en met 10 gelden vanaf 1 april 2005
1. Met uitsluiting De werkgever is verplicht aan de arbeidsongeschikte werknemer die geen recht heeft op een Ziekte- wet-uitkering, gedurende de eerste 52 weken van de arbeidsongeschiktheid een aanvulling op het wettelijk verplichte loon te verstrekken ter hoogte van het verschil tussen het wettelijk verplichte loon en 100% van het volledige Ziektewet-dagloon*. Onder Ziektewet-dagloon wordt in dit kader verstaan het Ziektewet-dagloon, voor zover nodig, vermeerderd met het spaarloon. Verder wordt voor de bepa- ling van het Ziektewet-dagloon het privé gebruik van de door de werkgever ter beschikking gestelde auto buiten beschouwing gelaten. *) De samenstelling van het Ziektewet-dagloon is opgenomen op de website van de ROM: xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx
2. De werkgever is verplicht aan de arbeidsongeschikte werknemer die geen recht heeft op een Ziekte- wet-uitkering, na de eerste 52 weken van arbeidsongeschiktheid gedurende 52 weken het wettelijk verplichte loon te betalen met een maximum van 70% van het maximum Ziektewet-dagloon*).
3. De werkgever kan in overleg met v.v., met inachtneming van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW B.W., het in lid 1 genoemde percentage verminderen met een aantal procentpunten, indien gewenst ver- deeld over verschillende tijdvakken gedurende de eerste 52 weken van de arbeidsongeschiktheid, onder gelijktijdige vermeerdering van het in lid 2 bedoelde wettelijk percentage met hetzelfde aantal procentpunten, indien gewenst eveneens verdeeld over verschillende tijdvakken.
4. Over de eerste twee dagen waarop wegens arbeidsongeschiktheid niet is gewerkt behoeft door de werkgever aan de werknemer geen loon te worden betaald en geen aanvulling te worden verstrekt, en na die dagen behoeft geen aanvulling op de wettelijk verplichte loondoorbetaling te worden verstrekt indien: - de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt; - de werknemer rechtens zijn vrijheid is ontnomen.
5. Over de eerste dag waarop wegens arbeidsongeschiktheid niet is gewerkt behoeft door de werkgever aan de werknemer geen loon te worden doorbetaald en geen aanvulling te worden verstrekt in de ge- vallen en op de voorwaarden als is omschreven in de regeling ter voorkoming van misbruik welke in de onderneming reeds bestaat of na met de ondernemingsraad bereikte overeenstemming door de werkgever wordt vastgesteld.
6. De werkgever zal geen gebruik maken van de wettelijke mogelijkheid met de werknemer overeen te komen bij ziekmelding een vakantiedag af te boeken.
7. Indien en voor zolang de arbeidsongeschikte werknemer naar het oordeel van de werkgever en naar het oordeel van de bedrijfsarts optimaal meewerkt aan zijn herstel en reïntegratie, is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. vanaf werknemer na de eerste dag van ziekte voor de duur 52 weken van de ziekte arbeidsongeschiktheid gedurende 52 we- ken een aanvulling op het wettelijk verplichte loon te verstrekken ter hoogte van het verschil tussen het wettelijk verplichte loon en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 7080% van het laatst verdiende nettoloon door te betalenvolledige Ziektewet-dagloon*).
28. Onder nettoIndien naar het oordeel van de bedrijfsarts de volledig arbeidsongeschikte werknemer geen duur- zaam benutbare mogelijkheden meer heeft, is de werkgever verplicht aan de werknemer na de eerste 52 weken van de arbeidsongeschiktheid gedurende 52 weken een aanvulling op het wettelijk verplich- te loon te verstrekken ter hoogte van het verschil tussen het wettelijk verplichte loon en 80% van het volledige Ziektewet-inkomen wordt dagloon*).
9. De werkgever is gerechtigd, zo nodig in afwijking van het gestelde in de leden 1 t/m 8 van dit artikel verstaan inkomen vermeerderd artikel, sancties op te leggen aan de werknemer die de controlevoorschriften overtreedt die zijn neergelegd in een ondernemingsregeling waarin is geregeld hoe de werknemer dient te handelen bij ziekte. De sancties dienen in de regeling te zijn opgenomen. Deze ondernemingsregeling zal in overleg met de ondernemingsraad worden vastgesteld.
10. De werkgever is in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk het kader van zijn goed werkgeverschap gehouden een gedeeltelijk arbeidsge- schikte werknemer zo mogelijk passend werk aan te bieden. Indien de werkgever geen passend werk beschikbaar heeft, deelt hij dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien schriftelijk aan de werknemer niet arbeidsongeschikt zou mee. In dat geval zal de werknemer be- geleiding naar passend werk bij een andere werkgever binnen of buiten de bedrijfstak worden aange- boden. De werknemer zal -met inachtneming van de wettelijke beroepsmogelijkheden- zijn geweestmedewer- king hieraan verlenen.
311. Bij De werkgever is verplicht aan de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer gedurende maximaal twee jaren te rekenen vanaf de datum van werkhervatting, aanvullingen te verstrekken, indien deze werknemer passende of eigen, aangepaste, werkzaamheden bij de werkgever, dan wel passende werkzaamheden, met het daarbij behorende salaris, bij een andere werkgever hervat. De aanvullingen zijn zodanig dat ze tezamen met het salaris, eventuele andere aanvullingen en/of uitkeringen en de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, gedurende het eerste jaar vanaf de datum van werkhervatting een bedrag opleveren dat gelijk is aan het bedrag, dat de werknemer zou hebben ontvangen, indien hij gedurende die periode bij hem 100% van het volledige Ziektewet-dagloon*) zou hebben ontvangen. Gedurende het tweede jaar vanaf de datum van werkhervatting dienen deze aanvullingen te leiden tot een bedrag gelijk aan 90% van het volledige Ziektewet-dagloon*).
12. De in lid 11 bedoelde aanvullingen bij werkhervatting dienen ook te worden verstrekt aan de werkne- mer die in overleg met de bedrijfsarts arbeid op arbeidstherapeutische basis verricht.
13. Indien gedurende de referteperiode die voor de vaststelling van het nettoZiektewet-inkomen kan worden uitgegaan dagloon geldt, de voor de werknemer geldende arbeidsduur is vermeerderd of verminderd, geldt voor de toepassing van de leden 1, 7, 8 en 11 een fictief Ziektewet-dagloon. Dit fictieve Ziektewet-dagloon is gelijk aan het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met Ziek- tewet-dagloon dat zou hebben gegolden indien voor de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in werknemer gedurende de 13 weken voorafgaande aan gehele referteperi- ode de arbeidsduur had gegolden die voor hem gold op het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begonarbeidsongeschikt- heid is ingetreden.
414. De aanvulling als bedoeld Het in lid 1 de leden 1, 2, 7, 8, 11 en 13 bedoelde (fictieve) Ziektewet-dagloon wordt gewijzigd met de in de Metalektro van toepassing zijnde algemene salariswijzigingen. Aanbeveling 1: In het kader van de reïntegratie van (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers binnen de bedrijfstak bevelen partij- en aan dat de ondernemingen onderzoeken welke functies binnen de onderneming geschikt zijn, dan wel geschikt te maken zijn, om vervuld te worden door (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers. Tevens bevelen partijen aan dat bij vacatures in deze functies, deze vacatures ter bemiddeling worden gemeld bij één of meer organen belast met de reïntegratie van deze werknemers. Aanbeveling 2: Om te komen tot een integrale aanpak ter voorkoming van vermijdbaar ziekteverzuim en mogelijke arbeidsongeschikt- heid bevelen partijen aan dat ondernemingen in de bedrijfstak in overleg met de ondernemingsraad of de VGW- commissie een plan van aanpak gericht op de eigen onderneming ontwikkelen. Aspecten die ten minste een onderdeel van een dergelijk plan van aanpak zijn, betreffen: - een tijdsfasering ten aanzien van de nagestreefde verbeteringen zodat effectieve bewaking van de voortgang en evaluatie mogelijk is; - een inventarisatie van mogelijke verbeteringen met betrekking tot de kwaliteit van de arbeid binnen de onderne- ming, waarin met name aandacht zal zijn voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis lawaai, ergonomische omstandigheden, sociale arbeidsomstandig- heden en gevaarlijke stoffen; - de gekozen aanpak ter bevordering van het inkomen over terugdringen van het ziekteverzuim, waarbij gedacht moet worden aan het opzetten van een gericht verzuimbeleid waarvan een aanpak voor de laatste 12 maanden - of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheidsociaal-medische begeleiding onderdeel uitmaakt.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaald.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon loon door te betalen.;
2. Onder netto-inkomen wordt in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
3. Bij de vaststelling van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - – of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - – onmiddellijk voorafgaande vooraf- gaande aan de arbeidsongeschiktheid.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaald.
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 100% van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon door te betalen.
2. Onder netto-inkomen wordt in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
3. Bij de vaststelling van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande vooraf- gaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - – of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - – onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever werk- gever bovendien het verschil wordt bijbetaald.
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Door ziekte of ongeval (voor werknemers waarvan de eerste ziektedag op of na 1 januari 2004 ligt)
1. Met uitsluiting Indien een werknemer als gevolg van het bepaalde ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, en waarbij de eerste ziektedag op of na 1 januari 2004 ligt, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) voor zover hierna niet anders is bepaald.
2. Bij arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer gedurende de eerste 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon door te betalenmaandinkomen, tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dagloon op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen worden doorbetaald.
23. Onder netto-inkomen wordt in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met Gedurende de eerste 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 14 7:629 BW ontvangt de werknemer, boven op de wettelijke loondoorbetaling, een aanvulling tot 100% van het maandinkomen.
4. Gedurende de tweede 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel7: 629 BW zal aan de werknemer 80% van het maandinkomen worden doorbetaald. Indien de werknemer aantoonbaar en optimaal meewerkt aan activiteiten die zijn overeengekomen in en uitgevoerd zijn op basis van het reïntegratieplan, zal aanvulling tot 100% plaatsvinden. Van een aantoonbare, optimale inspanning tot reïntegratie is sprake bij het volgen van om- en bijscholing, werken op basis van arbeidstherapie of het verrichten van al dan niet aangepast werk. De verplichtingen uit de Wet verbetering poortwachter en de afspraken in het Kappa Care programma vormen de basis van de afspraken.
5. De werknemer die voldoet aan de IVA-condities (volledig en duurzaam arbeidsongeschikt) wordt, eventueel met terugwerkende kracht) gedurende zowel de eerste als de tweede 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7: 629 BW, aangevuld tot 100% van het maandinkomen.
6. Het bepaalde in artikel 13 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk 3, 4 en 5 is van overeenkomstige toepassing.
7. Partijen zijn van mening dat met reïntegratie en arbeidsparticipatie essentieel zijn. Reïntegratieactiviteiten dienen dan ook zo snel mogelijk na ontstaan van de arbeidsongeschiktheid aan te vangen. Partijen hebben in een zekere regelmaat protocol nadere afspraken gemaakt (zie Bijlage VII).
8. Voor de verschillende groepen arbeidsongeschikte werknemers worden de volgende afspraken gemaakt:
a. De werknemer die na 2 jaar ziekte als gevolg van de keuring in het kader van de WIA als minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt verrichtbeschouwd, waarbij blijft in beginsel in dienst van de werkgever. Voor wat betreft eventuele aanpassingen van functie en arbeidsvoorwaarden geldt het aantal uren per dag of per week volgende: - Indien de werknemer volledig werkzaam blijft in de eigen functie, vindt doorbetaling van het volledige salaris plaats; - Indien de werknemer volledig werkzaam blijft, maar in een lager ingedeelde functie is artikel 8 lid 4 onder c van toepassing; - Indien de werknemer niet meer volledig werkzaam kan variërenzijn, en verondersteld mag worden dat is artikel 8 lid 4 onder c over het overwerk ook verricht zou zijn gewerkte deel van toepassing indien de werknemer in een lager ingedeelde functie gedeeltelijk werkzaam is. - over het niet gewerkte deel vindt gedurende een periode van 5 jaar per jaar een afbouw plaats van resp. 90, 80, 70, 60 en 50% over het arbeidsongeschiktheidspercentage. - Afbouw van de ploegentoeslag vindt plaats volgens artikel 9 lid 2 onder d en van de consignatietoeslag volgens artikel 9 lid 3 onder d.
b. Voor de werknemer die na 2 jaar ziekte als gevolg van de keuring in het kader van de WIA voor 35 – 80% arbeidsongeschikt wordt beschouwd, geldt het volgende: - Indien de werknemer volledig werkzaam blijft in de eigen functie, vindt doorbetaling van het volledige salaris plaats; - Indien de werknemer volledig werkzaam blijft maar in een lager ingedeelde functie is artikel 8 lid 4 onder c van toepassing; - Indien de werknemer niet meer volledig werkzaam kan zijn, is artikel 8 lid 4 onder c over het gewerkte deel van toepassing indien de werknemer in een lager ingedeelde functie gedeeltelijk werkzaam is. Over het niet gewerkte deel zal naast de uitkering op grond van de WGA (Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikte) gedurende een periode van 5 jaar een aanvulling plaatsvinden van 5% van het maandinkomen dat de werknemer zou hebben ontvangen als hij niet arbeidsongeschikt zou zijn geweestgeworden.
39. Bij de vaststelling Verzekering WGA-hiaat (benutten van het netto-inkomen kan worden uitgegaan < 50% van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaald.resterende verdiencapaciteit)
Appears in 1 contract
Samples: Employment Agreement
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting In geval van arbeidsongeschiktheid die is ingegaan vanaf 1 januari 2004 heeft de werkgever per kalenderjaar, voor het eerst per 1 januari 2006, de keuze tussen de onder 2 of 3 genoemde regelingen inzake loondoor- betaling bij ziekte. Indien de werkgever voor zijn onderneming kiest voor de regeling onder 2 dient hij dit schriftelijk te melden aan de Vakraad. Indien een werkgever wisselt van regeling, geldt deze wisseling niet voor een werknemer indien en voor zolang deze werknemer als gevolg hier- van in een periode van 24 maanden zowel geconfronteerd wordt met toepassing van wachtdagen als bedoeld in lid 2, sub c, als met een ver- laging van het bruto inkomen als bedoeld in lid 3 onder a. Voordat de werkgever zijn keuze bepaalt, informeert hij de OR/PVT/Personeelsvergadering hierover en voert hij met hen overleg.
2. In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever, on- verminderd het bepaalde onder c, verplicht:
a. 100 % van het bruto periode-inkomen door te betalen, over de eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte niet heeft gewerkt, worden sa- mengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen;
b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto periode-inkomen door te betalen in geval de werkne- mer minder dan 35% arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA en arbeid verricht bij de werkgever. Voor de toepassing van de onderdelen a en b wordt onder bruto periode- inkomen verstaan, het periode-inkomen dat de werknemer verdiend zou hebben indien hij volgens het in de periode van zijn arbeidsongeschikt- heid normaal geldende dienstrooster gewerkt zou hebben in zijn functie.
c. In afwijking van het bepaalde onder a, is de werkgever niet verplicht het bruto periode-inkomen door te betalen: - over de eerste dag van ziekte bij de tweede en derde ziekmelding per kalenderjaar; - over de eerste twee dagen van ziekte bij de vierde en vijfde ziek- melding per kalenderjaar; - indien de werknemer recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, in welk geval het bruto periode-inkomen onder aftrek van deze uitkering wordt doorbetaald; Voor de toepassing van de vorige volzin wordt voor de bepaling van het bruto periode-inkomen over een dag uitgegaan van de gemiddel- de verdienste per dag op basis van een vijfdaagse werkweek over- eenkomstig de systematiek zoals bepaald in bijlage IX.
d. Op verzoek van een werknemer die ten gevolge van een chronische ziekte een substantieel hogere verzuimfrequentie heeft dan het ge- middelde in de onderneming, kan de werkgever na advies van de bedrijfsarts afwijken van de wachtdagenregeling als bedoeld in on- derdeel c.
3. In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever ver- plicht tot de volgende loondoorbetalingen bij arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte niet heeft gewerkt, worden samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen:
a. 100% van het bruto periode-inkomen over de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; - 95% van het bruto periode-inkomen over de 7e t/m 12e maand van arbeidsongeschiktheid; - 90% van het bruto periode-inkomen over de 13e t/m 18e maand van arbeidsongeschiktheid; - 85% van het bruto periode-inkomen over de 19e t/m 24e maand van arbeidsongeschiktheid. Gedurende de 13e t/m 24e maand wordt aan een fulltime werknemer daarbij ten minste het wettelijke minimum(jeugd)loon uitbetaald.
b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto periode-inkomen doorbetalen in geval de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA en arbeid verricht bij de werkgever. Voor de toepassing van de onderdelen a en b wordt onder bruto periode- inkomen verstaan, het periode-inkomen dat de werknemer verdiend zou hebben indien hij volgens het in de periode van zijn arbeidsongeschikt- heid normaal geldende dienstrooster gewerkt zou hebben in zijn functie.
4. De werknemer die een second opinion aanvraagt ten aanzien van pas- sendheid van de aangeboden arbeid en besluit het werk niet te hervatten heeft recht op loondoorbetaling zoals bepaald in onderdeel B, sub 7, van Bijlage XIII.
5. Indien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor een derde aansprakelijk is, heeft de werkge- ver een vordering tot schadevergoeding jegens deze ander ten bedrage van het door hem betaalde loon met inachtneming van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon door te betalen6:107a BW.
26. Onder netto-inkomen wordt Voor werknemers in dit dienst van ondernemingen die vallen onder artikel verstaan inkomen vermeerderd met 1, lid 3, geldt de financiële regeling bij reïntegratie in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag lagere functie bij de eigen werkgever of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
3. Bij de vaststelling bij een andere werkgever van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaald.Bijlage X.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 100% van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon door te betalen.
2. Onder netto-inkomen wordt in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
3. Bij de vaststelling van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande vooraf- gaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - – of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - – onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever werkge- ver bovendien het verschil wordt bijbetaald.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht ver- plicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZWvan de Ziektewet:
a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon loon door te betalen;
c. een aanvulling te verstrekken tot het voor de werknemer geldende netto- inkomen over de dagen dat de werknemer ter zake van arbeidsongeschikt- heid in het derde ziektejaar een loongerelateerde uitkering ontvangt krach- tens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, doch ten hoogste 12 maanden.
2. Onder netto-inkomen wordt in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede waarin begrepen overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk over- werk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
3. Bij de vaststelling van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde gemid- delde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen plus overwerkvergoedingen in de 13 weken voorafgaande vooraf- gaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - – of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - – onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaald.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting Uitsluitend voor de werknemer die ten gevolge van het bepaalde ziekte niet in artikel 7: 629 lid 1 BW staat is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar bedongen arbeid te verrichten geldt met inachtneming van de artikelen 7:629, 629a, 658a en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW660a BW, het volgende:
a. vanaf Bij arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer gedurende de eerste dag 26 weken van ziekte de wettelijke periode ex artikel 7:629 BW 100% van het maandinkomen worden doorbetaald. Behoudens sub j van dit artikel zal gedurende de daaropvolgende 78 weken van de wettelijke periode ex artikel 7:629 BW over het arbeidsongeschikte deel 80% van het maandinkomen aan de werknemer worden doorbetaald. Over het arbeidsgeschikte deel, voor zover ook (passend) werk wordt verricht voor dat deel, ontvangt de werknemer 100% van het maandinkomen. Tijdens een eventuele verlenging van de 104 weken periode voor de duur van een door het Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen aan de ziekte en gedurende maximaal werkgever opgelegde loonsanctie, zal de eerste 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70werkgever 80% van het laatst verdiende nettoloon door te betalenmaandinkomen doorbetalen.
2. b. Onder netto-inkomen maandinkomen wordt in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk bedoeld het maandinkomen dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou hebben ontvangen indien hij arbeidsgeschikt zou zijn geweest.
3. Bij Indien de vaststelling werknemer recht heeft op ploegentoeslag, wordt de gemiddelde ploegentoeslag genomen van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 3 maanden - of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
c. De in lid a bedoelde loondoorbetaling wordt beëindigd wanneer de dienstbetrekking met de werknemer eindigt. De aanvullingen worden niet toegekend aan werknemers die de AOW gerechtigde leeftijd hebben bereikt.
d. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde loondoorbetaling en aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die:
1. door opzet arbeidsongeschikt is geworden;
2. arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van een gebrek waarover hij in het kader van een aanstellingskeuring valse informatie heeft verstrekt en daardoor de toetsing van de voor de functie opgestelde belastbaarheidseisen niet juist kon worden uitgevoerd;
3. zijn genezing heeft belemmerd of vertraagd;
4. zonder deugdelijke grond geen passend werk bij de werkgever of een derde verricht, waartoe werkgever hem in de gelegenheid stelt;
5. geen gevolg geeft aan door de werkgever of een door werkgever aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of weigert mee te werken aan door werkgever of door de deskundige getroffen maatregelen of nalatig is geweest in reïntegratie-inspanningen;
6. weigert medewerking te verlenen bij het opstellen, evalueren, bijstellen en uitvoeren van het plan van aanpak.
e. De werkgever heeft het recht om de loonbetaling en aanvulling op te schorten dan wel de aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die zich niet houdt aan de voor hem geldende regels en aanwijzingen bij ziekte.
f. De werkgever heeft het recht om de aanvullingen op de wettelijke regeling te weigeren ten aanzien van de werknemer die:
1. weigert medewerking te verlenen aan een door de werkgever gevraagde second opinion van het Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen of
2. weigert gebruik te maken van voorhanden zijnde veiligheidsmiddelen dan wel de voorschriften met betrekking tot veiligheid en gezondheid overtreedt en als gevolg daarvan arbeidsongeschikt is geworden of
3. misbruik maakt van de voorziening.
g. De werkgever en de werknemer hebben het recht een second opinion aan te vragen bij het Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen. De werknemer heeft recht op loondoorbetaling zoals genoemd onder a van dit artikel, mits de second opinion binnen 10 werkdagen na het advies van de arbodienst wordt aangevraagd.
h. De werknemer zal eventuele vorderingen op wettelijke organen uit hoofde van arbeidsongeschikt- heid overdragen aan de werkgever voor de tijd dat de werkgever het inkomen aanvult.
i. Indien de werkgever ter zake van arbeidsongeschiktheid van de werknemer tegen derden een handelsvertegenwoordiger vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de werknemer daaraan zijn medewerking verlenen tenzij een nadrukkelijk belang van de werknemer zich hiertegen verzet.
j. De werknemer die zich op grond van de tussen hem of haar Wet Werk en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar Inkomen naar Arbeidsvermogen (“WIA”) kwalificeert als volledig en duurzaam arbeidsongeschikt (conform de dan geldende regeling InkomensVoorziening voor volledig en duurzaam Arbeidsongeschikten (“IVA”) ontvangt over de wettelijke periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door 104 weken een volledige doorbetaling van de werkgever bovendien van het verschil maand- inkomen. Tijdens een eventuele verlenging van de 104-weken periode voor de duur van een door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen aan de werkgever opgelegde loonsanctie, geldt voor de werkgever een verplichting 80% van het maandinkomen door te betalen. Dit geldt ook als de werkgever en de werknemer in onderling overleg besluiten de aanvraag voor een WIA- uitkering uit te stellen.
k. In geval de volledig en duurzaam arbeidsongeschikte werknemer op grond van de WIA in aanmerking komt voor een vervoegde IVA-uitkering, zal hij de aanspraken uit dien hoofde gedurende de wettelijke periode van de 104 weken aan de werkgever overdragen. Indien onverhoopt aan de werkgever een loonsanctie wordt bijbetaaldopgelegd, geldt dat de werknemer evenzeer over die verlengde periode verplicht is om zijn aanspraken uit hoofde van de IVA-uitkering aan de werkgever over te dragen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Door ziekte of ongeval (voor werknemers waarvan de eerste ziektedag op of na 1 januari 2004 ligt)
1. Met uitsluiting Indien een werknemer als gevolg van het bepaalde ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, en waarbij de eerste ziektedag op of na 1 januari 2004 ligt, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) voor zover hierna niet anders is bepaald.
2. Bij arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer gedurende de eerste 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon door te betalenmaandinkomen, tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dagloon op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen worden doorbetaald.
23. Onder netto-inkomen wordt in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met Gedurende de eerste 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 14 7:629 BW ontvangt de werknemer, boven op de wettelijke loondoorbetaling, een aanvulling tot 100% van het maandinkomen.
4. Gedurende de tweede 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7: 629 BW zal aan de werknemer 80% van het maandinkomen worden doorbetaald. Indien de werknemer aantoonbaar en optimaal meewerkt aan activiteiten die zijn overeengekomen in en uitgevoerd zijn op basis van het re-integratieplan, zal aanvulling tot 100% plaatsvinden. Van een aantoonbare, optimale inspanning tot re-integratie is sprake bij het volgen van om- en bijscholing, werken op basis van arbeidstherapie of het verrichten van al dan niet aangepast werk. De verplichtingen uit de Wet verbetering poortwachter vormen de basis van de afspraken.
5. De werknemer die voldoet aan de IVA-condities (volledig en duurzaam arbeidsongeschikt) wordt, eventueel met terugwerkende kracht, gedurende zowel de eerste als de tweede 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7: 629 BW, aangevuld tot 100% van het maandinkomen.
6. Het bepaalde in artikel 13 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk 3, 4 en 5 is van overeenkomstige toepassing.
7. Partijen zijn van mening dat met re-integratie en arbeidsparticipatie essentieel zijn. Re-integratie- activiteiten dienen dan ook zo snel mogelijk na ontstaan van de arbeidsongeschiktheid aan te vangen. Partijen hebben in een zekere regelmaat protocol nadere afspraken gemaakt (zie Bijlage VII).
8. Voor de verschillende groepen arbeidsongeschikte werknemers worden de volgende afspraken gemaakt:
a. De werknemer die na 2 jaar ziekte als gevolg van de keuring in het kader van de WIA als minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt verrichtbeschouwd, waarbij blijft in beginsel in dienst van de werkgever. Voor wat betreft eventuele aanpassingen van functie en arbeidsvoorwaarden geldt het aantal uren per dag of per week volgende: - Indien de werknemer volledig werkzaam blijft in de eigen functie, vindt doorbetaling van het volledige salaris plaats; - Indien de werknemer volledig werkzaam blijft, maar in een lager ingedeelde functie, is artikel 8 lid 4 onder c van toepassing; - Indien de werknemer niet meer volledig werkzaam kan variërenzijn, en verondersteld mag worden dat is artikel 8 lid 4 onder c over het overwerk ook verricht zou zijn gewerkte deel van toepassing, indien de werknemer in een lager ingedeelde functie gedeeltelijk werkzaam is. - over het niet gewerkte deel vindt gedurende een periode van 5 jaar per jaar een afbouw plaats van respectievelijk 90, 80, 70, 60 en 50% over het arbeidsongeschiktheidspercentage. - Afbouw van de ploegentoeslag vindt plaats volgens artikel 9 lid 2 onder d en van de consignatietoeslag volgens artikel 9 lid 3 onder d.
b. Voor de werknemer die na 2 jaar ziekte als gevolg van de keuring in het kader van de WIA voor 35 – 80% arbeidsongeschikt wordt beschouwd, geldt het volgende: - Indien de werknemer volledig werkzaam blijft in de eigen functie, vindt doorbetaling van het volledige salaris plaats; - Indien de werknemer volledig werkzaam blijft, maar in een lager ingedeelde functie is artikel 8 lid 4 onder c van toepassing; - Indien de werknemer niet meer volledig werkzaam kan zijn, is artikel 8 lid 4 onder c over het gewerkte deel van toepassing, indien de werknemer in een lager ingedeelde functie gedeeltelijk werkzaam is. Over het niet gewerkte deel zal naast de uitkering op grond van de WGA (Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikte) gedurende een periode van 5 jaar een aanvulling plaatsvinden van 5% van het maandinkomen dat de werknemer zou hebben ontvangen als hij niet arbeidsongeschikt zou zijn geweestgeworden.
39. Bij de vaststelling Verzekering WGA-hiaat (benutten van het netto-inkomen kan worden uitgegaan < 50% van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaald.resterende verdiencapaciteit)
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de werkgever per kalenderjaar- de keuze tussen de onder 2 of 3 genoemde regelingen inzake loondoor- betaling bij ziekte. Voordat de werkgever zijn keuze bepaalt, informeert hij de OR/PVT/Personeelsvergadering hierover en voert hij met hen overleg. Indien de werkgever voor zijn onderneming kiest voor de regeling onder 2 dient hij dit schriftelijk te melden aan de Vakraad. Indien de werkgever na 1 juli 2012 kiest voor de regeling onder 2 dient dit te geschieden met instemming van de OR/PVT/Personeelsvergadering. Indien een werkge- ver wisselt van regeling, geldt deze wisseling niet voor een werknemer indien en voor zolang deze werknemer als gevolg hiervan in een periode van 24 maanden zowel geconfronteerd wordt met toepassing van wacht- dagen als bedoeld in lid 2, sub c, als met een verlaging van het bruto in- komen als bedoeld in lid 3 onder a.
2. In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever, on- verminderd het bepaalde onder c, verplicht:
a. 100 % van het bruto periode-inkomen door te betalen, over de eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte niet heeft gewerkt, worden sa- mengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen;
b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto periode-inkomen door te betalen in geval de werkne- mer minder dan 35% arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA en arbeid verricht bij de werkgever. Voor de toepassing van de onderdelen a en b wordt onder bruto periode- inkomen verstaan, het periode-inkomen dat de werknemer verdiend zou hebben indien hij volgens het in de periode van zijn arbeidsongeschikt- heid normaal geldende dienstrooster gewerkt zou hebben in zijn functie.
c. In afwijking van het bepaalde onder a, is de werkgever niet verplicht het bruto periode-inkomen door te betalen: - over de eerste dag van ziekte bij de tweede en derde ziekmelding per kalenderjaar; - over de eerste twee dagen van ziekte bij de vierde en vijfde ziek- melding per kalenderjaar; - indien de werknemer recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, in welk geval het bruto periode-inkomen onder aftrek van deze uitkering wordt doorbetaald; Voor de toepassing van de vorige volzin wordt voor de bepaling van het bruto periode-inkomen over een dag uitgegaan van de gemiddel- de verdienste per dag op basis van een vijfdaagse werkweek over- eenkomstig de systematiek zoals bepaald in bijlage IX.
d. Op verzoek van een werknemer die ten gevolge van een chronische ziekte een substantieel hogere verzuimfrequentie heeft dan het ge- middelde in de onderneming, kan de werkgever na advies van de bedrijfsarts afwijken van de wachtdagenregeling als bedoeld in on- derdeel c.
3. In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever ver- plicht tot de volgende loondoorbetalingen bij arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte niet heeft gewerkt, worden samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen:
a. 100% van het bruto periode-inkomen over de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; - 95% van het bruto periode-inkomen over de 7e t/m 12e maand van arbeidsongeschiktheid; - 90% van het bruto periode-inkomen over de 13e t/m 18e maand van arbeidsongeschiktheid; - 85% van het bruto periode-inkomen over de 19e t/m 24e maand van arbeidsongeschiktheid. Gedurende de 13e t/m 24e maand wordt aan een fulltime werknemer daarbij ten minste het wettelijke minimum(jeugd)loon uitbetaald.
b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto periode-inkomen doorbetalen in geval de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA en arbeid verricht bij de werkgever. Voor de toepassing van de onderdelen a en b wordt onder bruto periode- inkomen verstaan, het periode-inkomen dat de werknemer verdiend zou hebben indien hij volgens het in de periode van zijn arbeidsongeschikt- heid normaal geldende dienstrooster gewerkt zou hebben in zijn functie.
4. De werknemer die een second opinion aanvraagt ten aanzien van pas- sendheid van de aangeboden arbeid en besluit het werk niet te hervatten heeft recht op loondoorbetaling zoals bepaald in onderdeel B, sub 7, van Bijlage XI.
5. Indien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor een derde aansprakelijk is, heeft de werkge- ver een vordering tot schadevergoeding jegens deze ander ten bedrage van het door hem betaalde loon met inachtneming van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon door te betalen6:107a BW.
26. Onder netto-inkomen wordt Voor werknemers in dit dienst van ondernemingen die vallen onder artikel verstaan inkomen vermeerderd met 1, lid 3, geldt de financiële regeling bij reïntegratie in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag lagere functie bij de eigen werkgever of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
3. Bij de vaststelling bij een andere werkgever van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaald.Bijlage X.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting In geval van arbeidsongeschiktheid die is ingegaan vanaf 1 januari 2004 heeft de werkgever per kalenderjaar, voor het eerst per 1 januari 2006, de keuze tussen de onder 2 of 3 genoemde regelingen inzake loondoor- betaling bij ziekte. Indien de werkgever voor zijn onderneming kiest voor de regeling onder 2 dient hij dit schriftelijk te melden aan de Va- kraad. Indien een werkgever wisselt van regeling, geldt deze wisseling niet voor een werknemer indien en voor zolang deze werknemer als gevolg hiervan in een periode van 24 maanden zowel geconfronteerd wordt met toepassing van wachtdagen als bedoeld in lid 2, sub c, als met een ver- laging van het bruto inkomen als bedoeld in lid 3 onder a. In afwijking van de eerste volzin kunnen ondernemingen die vallen on- der artikel 1, lid 3, vanaf 1 mei 2005 een keuze maken. Deze keuze kan niet leiden tot een verrekening met terugwerkende kracht van de finan- ciële gevolgen van de keuze.
2. In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever, on- verminderd het bepaalde onder c, verplicht:
a. 100 % van het bruto inkomen door te betalen, over de eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werk- nemer ten gevolge van ziekte niet heeft gewerkt, worden samenge- teld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier we- ken opvolgen;
b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto inkomen door te betalen in geval de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA en arbeid verricht bij de werkgever. Voor de toepassing van de onderdelen a en b wordt onder bruto inko- men verstaan, het inkomen dat de werknemer verdiend zou hebben in- dien hij normaal gewerkt zou hebben in de oorspronkelijke functie.
c. In afwijking van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW onder a, is de werkgever niet verplicht aan het bruto inkomen door te betalen: - over de werknemereerste dag van ziekte bij de tweede en derde ziekmel- ding per 12 maanden, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. gerekend vanaf de eerste dag van ziekte van de eerste ziekmelding; - over de eerste twee dagen van ziekte bij de vierde en vijfde ziekmelding per 12 maanden, gerekend vanaf de eerste dag van ziekte van de eerste ziekmelding; - indien de werknemer recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, in welk geval het bruto inkomen onder aftrek van deze uitkering wordt doorbetaald; Voor de toepassing van de vorige volzin wordt voor de duur bepaling van het bruto salaris over een dag uitgegaan van de gemiddelde ver- dienste per dag op basis van een vijfdaagse werkweek overeenkom- stig de systematiek zoals bepaald in bijlage X.
3. In afwijking van het in artikel 7:629, lid 1 en lid 11, BW bepaalde terzake van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, is de werkgever ver- plicht tot de volgende loondoorbetalingen bij arbeidsongeschiktheid, waarbij perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 % niet heeft gewerkt, worden samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;minder dan vier weken opvolgen:
b. in het tweede ziektejaar 70a. 100% van het laatst verdiende nettoloon door te betalenbruto inkomen over de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; - 95% van het bruto inkomen over de 7e t/m 12e maand van ar- beidsongeschiktheid; - 90% van het bruto inkomen over de 13e t/m 18e maand van ar- beidsongeschiktheid; - 85% van het bruto inkomen over de 19e t/m 24e maand van ar- beidsongeschiktheid.
2. Onder netto-b. met ingang van 1 januari 2006 vanaf het derde t/m zevende jaar 85% van het bruto inkomen wordt doorbetalen in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien geval de werknemer niet minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
3is in de zin van de WIA en arbeid ver- richt bij de werkgever. Bij Voor de vaststelling toepassing van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van de onderdelen a en b wordt onder bruto inko- men verstaan, het inkomen vermeerderd met dat de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen werknemer verdiend zou hebben in- dien hij normaal gewerkt zou hebben in de 13 weken voorafgaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begonoorspronkelijke functie.
4. De aanvulling als bedoeld werknemer die een second opinion aanvraagt ten aanzien van pas- sendheid van de aangeboden arbeid en besluit het werk niet te hervat- ten heeft recht op loondoorbetaling zoals bepaald in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis onderdeel B, sub 7, van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheidBijlage XIII.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond de arbeidsongeschiktheid van de tussen werknemer het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor een derde aansprakelijk is, heeft de werkge- ver een vordering tot schadevergoeding jegens deze ander ten bedrage van het door hem betaalde loon met inachtneming van het bepaalde in artikel 6:107a BW.
6. Voor werknemers in dienst van ondernemingen die vallen onder artikel 1, lid 3, geldt de financiële regeling bij reïntegratie in een lagere functie bij de eigen werkgever of haar en bij een andere werkgever van Bijlage XI.
7. Voor werknemers die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode gewor- den, in dienst van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft ondernemingen die vallen onder artikel 1, lid 3, res- pectievelijk artikel 1, lid 4, geldt in plaats van het bepaalde in de leden 1 t/m 3, de CAO voor de Textielindustrie zoals deze luidde op provisie30 april 2005 (bijlage XII A), blijft respectievelijk de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan CAO voor de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil wordt bijbetaaldConfectie-Industrie zoals deze luidde op 31 december 2004 (Bijlage XII B).
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Met uitsluiting van het bepaalde in artikel 7: 629 lid 1 BW is de werkgever verplicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en niet valt onder de werking van artikel 29 ZW:
a. vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste 12 maanden 100 100% van zijn of haar netto-inkomen door te betalen;
b. in het tweede ziektejaar 70% van het laatst verdiende nettoloon door te betalen.;
2. Onder netto-inkomen wordt in dit artikel verstaan inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen alsmede overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het overwerk ook verricht zou zijn indien de werknemer niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
3. Bij de vaststelling van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemiddelde van het inkomen vermeerderd met de in artikel 14 lid 3a genoemde toeslagen in de 13 weken voorafgaande vooraf- gaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon.
4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers berekend op basis van het inkomen over de laatste 12 maanden - – of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd - – onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid.
5. Indien een handelsvertegenwoordiger op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de in lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, met dien verstande dat:
a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in lid 1 bedoelde aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd;
b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever werkge- ver bovendien het verschil wordt bijbetaald.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)