Verloop van de rechtspleging. De verwerende partij heeft een antwoordnota ingediend en heeft een afschrift van het administratief dossier neergelegd. De verzoekende partij heeft een wederantwoordnota ingediend. De verwerende partij heeft een laatste nota ingediend. De partijen zijn opgeroepen voor de zitting van 30 juni 2016, waar de vordering tot vernietiging werd behandeld. Kamervoorzitter Xxxx XXX XXXX heeft verslag uitgebracht. Advocaat Xxxxxxxx XXXXXXX die loco advocaat Xxx XXXXXXX verschijnt voor de verzoekende partij en advocaat Xxxxxx XXXXXXXXX die loco advocaat Xxx XXXXX verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord. Het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) en het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit) zijn toegepast. De debatten worden gesloten.
Verloop van de rechtspleging. De verwerende partij heeft een nota ingediend. Auditeur Xxxxx Xxxxxxxxx heeft een verslag opgesteld. De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 12 februari 2018. Kamervoorzitter Xxxxx Xxx Xxxxxxxxxxx heeft verslag uitge- bracht. Advocaat Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx, die verschijnt voor de verzoe- kende partij en advocaat Xxxx Xxxxxxxx, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord. Auditeur Xxxxx Xxxxxxxxx heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven. Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, ge- coördineerd op 12 januari 1973.
Verloop van de rechtspleging. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en de verzoekers hebben een memorie van wederantwoord ingediend. Eerste auditeur Xxxxxxxx Xxxxxxxxx heeft op 1 december 2022 een verslag opgesteld overeenkomstig artikel 93, eerste lid, van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 ‘tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State’. De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 16 februari 2023. Staatsraad Xxxxx Xxxxxxxx heeft verslag uitgebracht. Xxxxxxxx Xxxx-Xxxxxxx Xxxxxx, die verschijnt voor de verzoekers en advocaat Xxxxxxxxx Xxx xx Xxxxxxxxx, die loco advocaten Xxxxxx Xxxxxxxxx en Xxxx-Xxxxxxxxx Xxxxxx verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord. Eerste auditeur Xxxxxxxx Xxxxxxxxx heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven. Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Verloop van de rechtspleging. 1. De behandeling van de vordering die initieel werd toegewezen aan de eerste kamer, werd op 29 augustus 2013 toegewezen aan de achtste kamer. De verwerende partij heeft een antwoordnota ingediend en heeft een afschrift van het administratief dossier neergelegd. De verzoekende partij heeft een wederantwoordnota ingediend.
2. Bij arrest met nummer A/2014/0484 van 8 juli 2014 werd het beroep van de verzoekende partij gegrond verklaard en de bestreden beslissing vernietigd. Het derde middel werd gegrond bevonden. De overige middelen werden ongegrond bevonden. De verwerende partij heeft tegen dit arrest op 13 augustus 2014 een cassatieberoep ingesteld bij de Raad van State, waarbij een enig cassatiemiddel wordt aangevoerd met betrekking tot de beoordeling van het voormelde derde middel. Bij arrest nr. 230.338 van 26 februari 2015 heeft de Raad van State het vermeld arrest van de Raad vernietigd “in zoverre de uitspraak het beroep gegrond verklaart", waarbij het enig cassatiemiddel "in de aangegeven mate" gegrond werd bevonden. De zaak wordt verwezen naar een anders samengestelde kamer van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Met een beschikking van 17 november 2015 werd de behandeling van de zaak toegewezen aan de vierde kamer.
3. De partijen zijn opgeroepen voor de openbare terechtzitting van 8 december 2015 waar de vordering tot vernietiging werd behandeld. Kamervoorzitter Xxxxxxxx XX XXXXXX heeft verslag uitgebracht. Advocaat Xxxxxxx XXXXXXXX die loco advocaat Xxxxxx X’XXXXX verschijnt voor de verzoekende partij en advocaat Xxxxxxxx XXX XXXXXXXX die loco advocaat Xxxxx XXXXXXX verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.
Verloop van de rechtspleging. De verwerende partij heeft geen nota betreffende de vordering tot schorsing ingediend maar heeft wel een afschrift van het administratief dossier neergelegd. De repliek in feite en in rechte van de tussenkomende partij betreffende de vordering tot schorsing is vervat in haar verzoekschrift tot tussenkomst. De partijen zijn opgeroepen voor de openbare terechtzitting van 24 oktober 2012, waar de vordering tot schorsing werd behandeld. Kamervoorzitter Xxxxx XXX XXXXX heeft verslag uitgebracht. Advocaat Xxxxxx XXXXXXXX die verschijnt voor de verzoekende partij en advocaat Xxxxxxxx XXXXXXXXXX die verschijnt voor de tussenkomende partij, zijn gehoord. De verwerende partij, hoewel behoorlijk opgeroepen, is niet ter zitting verschenen. Gelet op artikel 4.8.24 VCRO verhindert de afwezigheid van partijen de geldigheid van de zitting, en dus van de behandeling van de zaak, echter niet.
Verloop van de rechtspleging. Xx Xxxx heeft met het arrest van 25 mei 2011 met nummer S/2011/0046 de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing verworpen. De verwerende partij heeft een antwoordnota ingediend en het originele administratief dossier neergelegd. De verzoekende partijen hebben een wederantwoordnota ingediend. De partijen zijn opgeroepen voor de openbare zitting van 7 december 2011, waar de vordering tot vernietiging werd behandeld. Kamervoorzitter Xxxxx XXX XXXXX heeft verslag uitgebracht. De eerste verzoekende partij, in persoon aanwezig, en advocaat Xxxxx XXXXXXX, die verschijnt voor de eerste en de tweede verzoekende partij, zijn gehoord. De verwerende partij, hoewel behoorlijk opgeroepen, is niet ter zitting verschenen. Gelet op artikel 4.8.24 VCRO verhindert de afwezigheid van partijen de geldigheid van de zitting, en dus van de behandeling van de zaak, echter niet. Er is toepassing gemaakt van de bepalingen van titel IV, hoofdstuk VIII van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) betreffende de Raad voor Vergunningsbetwistingen en van de bepalingen van het reglement van orde van de Raad, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 20 november 2009. De uitdrukkelijke verwijzingen in dit arrest naar artikelen van de VCRO hebben betrekking op de tekst van deze artikelen, zoals zij golden op het ogenblik van het instellen van de voorliggende vordering.
Verloop van de rechtspleging. De verwerende partij heeft een nota betreffende de vordering tot schorsing ingediend en een afschrift van het administratief dossier neergelegd. De repliek in feite en in rechte van de tussenkomende partij betreffende de vordering tot schorsing is vervat in haar verzoekschrift tot tussenkomst. De partijen zijn opgeroepen voor de openbare terechtzitting van 5 oktober 2010, alwaar de vordering tot schorsing werd behandeld. Kamervoorzitter Xxxxx XXXXXXX heeft verslag uitgebracht. Advocaat Xxxx XXXXXX die loco advocaat Xxxxxxxxx XXXXXXX verschijnt voor de verzoekende partij, de xxxx Xxx XXXXXX, jurist, die verschijnt voor de verwerende partij en advocaat Xxx XXX XXXX die loco advocaat Xxx XXXXXXXX verschijnt voor de tussenkomende partij, zijn gehoord. De kamervoorzitter heeft de zaak in dezelfde staat in voortzetting geplaatst naar de openbare terechtzitting van 12 oktober 2010, enerzijds om de verzoekende partij toe te laten een bewijs te bezorgen van de datum van het aangetekend verzenden van het inleidend verzoekschrift aan de Raad, anderzijds om de verwerende partij toe te laten een bewijs te bezorgen van de datum van het aangetekend verzenden van de bestreden beslissing aan de verzoekende partij. De gevraagde stukken zijn tijdig aan de Raad bezorgd. Geen van de partijen is op de openbare terechtzitting van 12 oktober 2010 verschenen. Gelet op artikel 4.8.24 VCRO verhindert de afwezigheid van partijen de geldigheid van de zitting, en dus van de behandeling van de zaak, echter niet. Er is toepassing gemaakt van de bepalingen van titel IV, hoofdstuk VIII van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) betreffende de Raad voor Vergunningsbetwistingen en van de bepalingen van het reglement van orde van de Raad, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 20 november 2009.
Verloop van de rechtspleging. De verwerende partij heeft een antwoordnota ingediend en heeft het administratief dossier neergelegd. De verzoekende partij heeft een wederantwoordnota ingediend. De tussenkomende partijen hebben een schriftelijke uiteenzetting ingediend. De behandeling van de vordering die initieel werd toegewezen aan de derde kamer, werd op 17 oktober 2013 toegewezen aan de achtste kamer. De partijen zijn opgeroepen voor de openbare zitting van 5 november 2013, waar de vordering tot vernietiging werd behandeld. Kamervoorzitter Xxxx XXX XXXX heeft verslag uitgebracht. Advocaat Xxxxx XXXXXXX die loco advocaten Xxxx XX XXXXXXXX en Xxxxx XXXXXXXX verschijnt voor de verzoekende partij, advocaat Xxxx XXXXXXXX die verschijnt voor de verwerende partij, en de heer ......... en mevrouw ........., die verschijnen voor de eerste zestien tussenkomende partijen zijn gehoord. De zeventiende tussenkomende partij is schriftelijk verschenen.
Verloop van de rechtspleging. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en het administratief dossier neergelegd. De verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend. De verwerende partij heeft een laatste memorie ingediend. De partijen zijn opgeroepen voor de zitting van 15 januari 2015 waar de vordering tot vernietiging werd behandeld. De zaak wordt in voortzetting gesteld teneinde de verwerende partij uit te nodigen de beslissing van de gewestelijke entiteit van 22 augustus 2014 neer te leggen waarbij een alternatieve geldboete werd opgelegd aan bvba […] in het kader van dezelfde feitelijke context. De verwerende partij legt deze beslissing neer aangevuld met een bijkomende nota. De verzoekende partij heeft een laatste memorie ingediend. De partijen zijn opnieuw opgeroepen voor de zitting van 26 februari 2015, waar de vordering tot vernietiging werd behandeld. Met een beschikking van 9 november 2015 werd de zaak door de voorzitter van het Milieuhandhavingscollege toevertrouwd aan de vierde kamer. Bij tussenarrest van 9 november 2015 werden de debatten heropend en de partijen opnieuw opgeroepen voor de zitting van 24 november 2015. Kamervoorzitter Xxxx XXX XXXX heeft verslag uitgebracht. De verzoekende en de verwerende partij zijn schriftelijk verschenen. De vordering tot vernietiging werd ab initio behandeld en de debatten werden gesloten.
Verloop van de rechtspleging. De verwerende partij heeft een nota met opmerkingen over de gevorderde schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid ingediend en heeft een afschrift van het administratief dossier neergelegd. De belanghebbenden hebben nota’s met opmerkingen over de gevorderde schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid ingediend. De partijen zijn opgeroepen voor de openbare zitting van 11 juni 2015, waar de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid werd behandeld. Kamervoorzitter Xxxxx XXX XXXXX heeft verslag uitgebracht. Advocaat Xxxxxx XXXXXXX die loco advocaat Xxxxx XXXXXXX verschijnt voor de verzoekende partij en de derde belanghebbende, advocaat Xxxxx XXXXXXXXXXX die verschijnt voor de verwerende partij en advocaat Xxxx XXXXXX die loco advocaat Xxxx XXXXXXXXX verschijnt voor de eerste en tweede belanghebbende, zijn gehoord. Er is toepassing gemaakt van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) en van het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit).