Vertrekpremie Voorbeeldclausules

Vertrekpremie. 1. De medewerker ontvangt een vertrekpremie als de arbeidsovereenkomst eindigt danwel wordt beëindigd wegens het bereiken van de voor de medewerker gel- dende AOW-leeftijd danwel de in het pensioenreglement opgenomen pensioen- leeftijd. Bij deeltijdpensionering is de vertrekpremie naar rato. Indien de medewer- ker na het bereiken van de AOW-leeftijd een nieuwe arbeidsovereenkomst met werkgever aangaat, ontstaat niet opnieuw een aanspraak op de vertrekpremie. 2. De vertrekpremie bedraagt: diensttijd op de datum van vertrek vertrekpremie - 10 t/m 19 jaar ¼ maandsalaris - 20 t/m 29 jaar - 30 t/m 39 jaar ½ maandsalaris ¾ maandsalaris - 40 t/m 49 jaar - 50 jaar en meer 1 maandsalaris 1¼ maandsalaris
Vertrekpremie. Wanneer de werknemer, aan wie door de werkgever is meegedeeld dat zijn arbeidsplaats zal vervallen een andere werkkring buiten de onderneming c.q. het concern vindt en de arbeidsovereenkomst met de werkgever wenst te beëindigen, heeft hij recht op: - de helft van het salaris over de opzegtermijn die de werkgever ten opzichte van hem in acht zou moeten nemen, of indien de werknemer reeds door de werkgever is opgezegd: - de helft van het salaris over de resterende opzegtermijn.
Vertrekpremie. Aanvulling op lager salaris zekering, daarvan gebruik te maken. Tevens bevelen partijen aan om, indien daar- van gebruik wordt gemaakt, de daardoor ontstane premiebesparing aan te wenden ten gunste van betrokken ex-werknemers.
Vertrekpremie. De boventallige werknemer kan gebruikmaken van een vertrekpremie waarbij hij afziet van alle rechten en plichten behorend bij het herplaatsingstraject. Van deze vertrekpremie kunnen ook werknemers die zich in de premobiliteitsfase bevinden en plaatsmakers gebruik maken mits de werkgever daar vooraf toestemming voor verleent.
Vertrekpremie. Werknemers kunnen een beroep doen op een vertrekpremie. In dit geval zal de dienstbetrekking op initiatief van de werkgever eindigen als gevolg van bedrijfs-/economische redenen. Eén en ander wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Voorwaarde hierbij is dat het vertrek van de werknemer bijdraagt aan de reductie in fte’s binnen De Hoenderloo Groep in de functies zoals genoemd in bijlage 1. De werknemer dient minimaal twee maanden voor vertrek de vaststellingsovereenkomst te tekenen waarbij de volgende vertrekdata mogelijk zijn: - Tot 1 april 2013; de vertrekpremie bedraagt een half maandsalaris per volledig dienstjaar met een minimum van zes en een maximum van twintighalve bruto maandsalarissen. - 1 mei 2013;de vertrekpremie bedraagt een half maandsalaris per volledig dienstjaar met een minimum van vier en een maximum van zestienhalve bruto maandsalarissen. - 1 juni of 1 juli 2013;de vertrekpremie bedraagt een half maandsalaris per volledig dienstjaar met een minimum van twee en een maximum van twaalfhalve bruto maandsalarissen. Deze regeling vervalt op het moment dat het beoogde resultaat van dit Sociaal Plan is bereikt. De volgorde van aanvraag is bepalend. Werknemers die gebruik maken van dit instrument (3.14) komen niet in aanmerking voor de instrumenten (anticumulatie): 3.5 tot en met 3.13.
Vertrekpremie. 1. Bij uitdiensttreding op grond van het FUT-reglement, of indien men geen ge­bruik maakt van deze regeling, bij pensionering, ontvangt de medewerker een vertrekpremie. 2. De vertrekpremie bedraagt: - 10 t/m 19 jaar ¼ maandsalaris - 20 t/m 29 jaar ½ maandsalaris - 30 t/m 39 jaar ¾ maandsalaris - 40 t/m 49 jaar 1 maandsalaris - 50 jaar en meer 1¼ maandsalaris
Vertrekpremie. 1. Vanaf het moment dat schriftelijk aan de premobiliteitskandidaat is medegedeeld dat hij mogelijk boventallig verklaard gaat worden, kan de werknemer gebruik maken van de vertrekpremie. 2. De vrijwillige vertrekpremie is opgebouwd uit de volgende componenten: 4 maal het maandsalaris van deze werknemer plus een bedrag van €2.000. 3. De werkgever en werknemer bepalen in goed overleg de datum van uitdiensttreding. De opzegtermijn bedraagt maximaal één maand. Deze maand opzegtermijn wordt niet verrekend met de vertrekpremie. De werkgever informeert de werknemer over de eventuele gevolgen voor de WW. 4. De gemaakte afspraken zullen worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, waarna werkgever en werknemer, tegen finale kwijting, afscheid van elkaar nemen.
Vertrekpremie. Werknemers kunnen vanaf dagtekening van de schriftelijke aanzegging van boventalligheid binnen 30 dagen kiezen voor de vrijwillig vertrekpremie. 1. Bij het vaststellen van de datum uitdiensttreding wordt rekening gehouden met de wettelijke opzegtermijn. Deze opzegtermijn wordt niet verrekend met de vertrekpremie. Deze werknemer ontvangt over deze periode zijn reguliere salaris. Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen dat de werknemer eerder uit dienst gaat, waarbij de wettelijke opzegtermijn wordt afgekocht. 2. Op de datum uitdiensttreding ontvangt de werknemer een vertrekpremie. Deze vertrekpremie is als volgt opgebouwd: a) 2 maandsalarissen. b) aangevuld met de wettelijke transitievergoeding. 3. Indien fase 2 en 3 van dit landelijk sociaal plan niet doorlopen zijn (interne en externe premobiliteit), wordt bij deze premie vrijwillige vertrekpremie € 2.000 opgeteld. 4. Voor werknemers van 63 jaar en ouder gelden de volgende aanvullende afspraken: a) Bij de berekening van de vertrekpremie worden 3 maandsalarissen meegenomen in plaats van 2 maandsalarissen. b) Voor werknemers van 63 jaar en ouder is het ook mogelijk om in plaats van de vertrekregeling de RVU-regeling uit artikel 9.6 van de Xxx Xxxxxxxxx met de werkgever overeen te komen, zolang deze regeling is opgenomen in de cao. Hiervoor gelden de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 9.6 van de Xxx Xxxxxxxxx 2024-2025. 5. Voor alle werknemers die gebruik maken van de vertrekpremie of van de RVU, geldt dat zij geen aanspraak meer kunnen op de faciliteiten van dit landelijk sociaal plan. Werkgever en werknemer nemen afscheid via een vaststellingsovereenkomst, met inbegrip van de wettelijke opzegtermijn.
Vertrekpremie. Wanneer de journalist, aan wie door de werkgever is meegedeeld dat zijn arbeidsplaats zal vervallen een andere werkkring buiten de onderneming c.q. het concern vindt en het dienstverband met de werkgever wenst te beëindigen, heeft hij recht op: - de helft van het salaris over de opzegtermijn die de werkgever ten opzichte van hem in acht zou moeten nemen, of - indien de werknemer reeds door de werkgever is opgezegd: - de helft van het salaris over de resterende opzegtermijn.