VERZOENING. Verplichte verzoeningsprocedure
VERZOENING. Overeenkomstig de beschikkingen van paragraaf a) van artikel 5 van het Regentbesluit van 15 oktober 1945, besluit het Nationaal Paritair comité een Nationaal Comité en gewestelijke organen voor verzoening op te richten. De leden van het Gewestelijk Verzoeningscomité die geen lid zijn van het N.P.C. dienen evenwel deel uit te maken van de in dit Paritair comité verte- genwoordigde organisaties.
VERZOENING. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 19 van het Koninklijk Besluit van 6 november 1969 tot vaststelling van de algemene regels voor de werking van de paritaire comités en de paritaire subcomités, kan het paritair comité sommige van zijn leden in beperkt comité afvaardigen om de directie en het werkliedenpersoneel van een onderneming te verzoenen betreffende elk geschil dat niet kon worden opgelost op het niveau van de onderneming.
VERZOENING. Beroep op de Toepassingscommissie Documenten • Schadebericht • Compensatiedocument • Regeling van betwisting • Aanvraag inspectie/ onderzoek / wedersamenstelling • Akkoord voor een directe regeling De Expertise en RDR-overeenkomst is niet enkel voorbehouden aan de leden van Assuralia. Alle verzekeringsondernemingen, lid of geen lid van Assuralia, die een erkenning bezitten om de tak BA-Motorrijtuigen op de Belgische markt te beoefenen, kunnen toetreden. In hun streven naar een snelle uitvoering van de expertise en de regeling van de materiële schade, een versoepeling van het beheer en een beperking van de administratiekosten, verbinden de toegetreden ondernemingen zich ertoe de volgende overeenkomsten en hun handleiding na te leven: − de Expertise en RDR-overeenkomst (Directe Regeling) − de overeenkomst tot Regeling van de Terugbetalingen − de technische nota met betrekking tot het E-platform Deze overeenkomsten vormen een samenhangend geheel. Het is onmogelijk tot één ervan toe te treden zonder ook de andere te onderschrijven. De toetreding houdt de verplichting in de bepalingen na te leven voor alle schadegevallen gebeurd vanaf de aanvangsdatum van de toetreding. De uitsluiting van één van die overeenkomsten of de opzegging ervan brengt automatisch de uitsluiting of de opzegging mee van de andere. De onderneming is maar van haar verplichtingen ontslagen voor de schadegevallen gebeurd vanaf de datum waarop de uitsluiting of de opzegging van de overeenkomsten uitwerking heeft. Omdat ze streven naar een snelle uitvoering van de expertise en ten einde de regeling van de materiële schade ingevolge aanrijding te bespoedigen, verbinden de toegetreden ondernemingen zich ertoe onderling de volgende bepalingen na te leven :
VERZOENING. Verplichting tot verzoening 2. Lijst van de verzoeners 3. Procedure via het platform 3.1. Betwistingen na compensatie 3.2. Verzending va een regeling van betwisting 3.2.1. Uitwisseling van argumenten en documenten 3.2.2. Termijn en verval 3.3. Antwoord op een regeling van betwisting 3.3.1. Uitwisseling van argumenten en documenten 3.3.2. Termijn en verval4. Procedure buiten platform 4.1. Soorten betwistingen 4.1.1. Betwistingen na een regeling in gemeen recht 4.1.2. Betwistingen door een afzonderlijke verzekeraar die vergoedde in MS of op grond van een andere overeenkomst 4.1.3. Andere betwistingen 4.2. Verzending van een regeling van betwisting 4.2.1. Uitwisseling van argumenten en documenten 4.2.2. Termijn en verval 4.2.2.1. Na een regeling in gemeen recht/na een laattijdig akkoord 4.2.2.2. Na regeling door een afzonderlijke verzekeraar die vergoedde in MS of op grond van een andere overeenkomst 4.2.2.3. Andere betwistingen 4.3. Antwoord op een regeling van betwisting 4.3.1. Uitwisseling van argumenten en documenten 4.3.2. Termijn en verval 410-G-1 410-G-1 410-G-1 410-G-1 410-G-2 410-G-2 410-G-2 410-G-2 410-G-2 410-G-2 410-G-2 410-G-2 410-G-2 410-G-2 410-G-2 410-G-3 410-G-3 410-G-3 410-G-3 410-G-3 410-G-3 410-G-3 410-G-3 410-G-3
VERZOENING. 1. Lijst van de verzoeners
VERZOENING. 1. Ieder geschil tussen de ondergetekenden, of tussen de A.V.B.B. en een uitgever, of tussen een uitgever en één of verscheidene beroepsjournalisten of stagiairs--journalisten aangaande de toepassing van onderhavige collectieve overeenkomst, verplicht de partijen tot een verzoeningspoging in de gemengde verzoeningscommissie. Elke ondertekenende partij kan deze commissie belasten met een verzoeningspoging in verband met een ander geschil.
2. De commissie zal haar advies kunnen laten gelden voor andere gevallen van dezelfde aard als dat wat bij haar aanhangig is, indien deze laatste het voorwerp uitmaken van een geschil op het ogenblik dat zij uitspraak doet.
3. Deze commissie bestaat uit twee afgevaardigden en twee plaatsvervangers, door de voorzitter van de Belgische Vereniging van de Dagbladuitgevers aangewezen, en uit twee afgevaardigden en twee plaatsvervangers, aangewezen door de voorzitter van de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België.
4. Desgewenst kunnen beide voorzitters, alsmede de secretarissen, met adviserende bevoegdheid deel uitmaken van de verzoeningscommissie.
5. Wanneer een geschil bij de commissie aanhangig gemaakt wordt, komt ze bijeen binnen de 30 dagen (60 dagen in de periode juni-juli-augustus), of binnen de 15 dagen wanneer één der partijen de spoedprocedure vraagt.
VERZOENING. Met het oog op de uitoefening van de verzoeningsbevoegdheid waarvan spraak is in artikel 6 d) van dit reglement, richt het Comité in zijn schoot een Vast Bureau op dat drie werkgeversafgevaardigden en drie werknemersafgevaardigden en evenveel plaatsvervangers telt. (Dat Bureau werkt volgens de bepalingen van de artikelen 5 t.e.m. 9 van het besluit van de Regent van 10 oktober 1945 tot vaststelling van de werkingsmodaliteiten van de paritaire comités.)
VERZOENING. De toegetreden ondernemingen verbinden er zich toe aan Assuralia de lijst van hun verzoeners mee te delen, waaruit ze de verzoener(s), die ook met de verdachte gevallen belast is (zijn) zullen aanduiden. Assuralia zal een algemene lijst aanleggen en bijhouden, die aan elke verzoener zal meegedeeld worden. - Elke betwisting onder verzekeraars betreffende de toepassing van de expertise- en RDR overeenkomsten dient het voorwerp uit te maken van een verzoening. Deze verzoening houdt in dat de daartoe aangewezen verzoeners effectief hun argumenten uitwisselen. Zo niet zal de Toepassingscommissie het artikel 8 van de overeenkomst kunnen toepassen. - De verzoener mag uitsluitend gebruik maken van een formulier « Regeling van betwisting » dat dezelfde rubrieken overneemt als deze voorzien op het specimen III in 410-N-1.
VERZOENING. In geval van geschil tussen de advocaat en de cliënt, zullen partijen trachten dit geschil op te lossen ofwel via verzoening, ofwel via de ombudsman van de Orde indien de cliënt een consument is. Bovendien, in geval van geschil met de advocaat, kan de cliënt de tussenkomst vragen van de Stafhouder die eventueel een lasthouder zal belasten partijen te trachten te verzoenen. Indien het geschil op erelonen betrekking heeft, kunnen de advocaat en de cliënt overeenkomen om dit geschil te laten beslechten door een arbiter, zonder afbreuk van de kantonnering waarvan sprake in punt 6.5 van de huidige voorwaarden.