Watertoets Voorbeeldclausules

Watertoets. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Watertoets. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Gelet op het gescheiden rioolstelsel. Omdat het perceel kleiner is dan 3are, dient er niet te worden voorzien in een regenwaterput.
Watertoets. Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Er wordt voorzien in een gescheiden rioolstelsel, een regenwaterput met inhoud 10.000L. Er moet worden voorzien in een infiltratievoorziening.
Watertoets. Het procesinstrument watertoets is alleen voor het bestemmingsplan en het inpassingsplan bij wet geregeld. We spreken af om de watertoets, conform de Bestuurlijke Notitie Watertoets, uit te voeren bij alle overige ruimtelijke plannen die van belang zijn voor het waterbeheer, waaronder structuur- visies. Deze afspraak wordt in dit Bestuursakkoord Water overgenomen om te voorkomen dat ze vervalt vanwege de beëindiging van het Nationaal Bestuursakkoord Water.
Watertoets. Uitgangspunt voor de waterhuishouding in met name nieuwbouwprojecten, is een duurzaam gescheiden systeem. Dit betekent dat schoon hemelwater, wat valt op daken en terreinverharding, zoveel mogelijk in het gebied opgevangen en geïnfiltreerd dient te worden en alleen het vervuilde afvalwater via het riool wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. De hoeveelheid afvalwater die getransporteerd wordt naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie zal hiermee afnemen, wat uit het oogpunt van milieu een positieve ontwikkeling betekent. Emissie van vervuilingen vanaf het erf is een belangrijke route waarlangs vervuilende middelen (zoals olie, vet, gewasbeschermingsmiddelen) in het milieu kunnen komen. Voor behoud van een effectief middelenpakket én om normoverschrijdingen in het oppervlaktewater te verminderen is het belangrijk om erfemissie aan te pakken. Met de o.a. de Toolbox Emissiebeperking willen Nefyto, de Unie van Waterschappen, LTO Nederland, Agrodis en Cumela gezamenlijk de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater verminderen. Ter plaatse van het plangebied is verschillende bedrijfsbebouwing en voorzieningen voor buitenopslag voorzien. Op de locatie is sprake van het ontstaan van 3 soorten afvalwaterstomen namelijk: - Niet-verontreinigd hemelwater; - Afvalwater afkomstig van de wasplaat; - Huishoudelijk afvalwater. Het niet-verontreinigde hemelwater wordt separaat afgevoerd naar een infiltratievoorziening. Dit niet- verontreinigde hemelwater is afkomstig van daken en schone erfverharding. Het afvalwater, welke ontstaat bij het reinigen van voertuigen (waarmee geen gewasbeschermingsmiddelen zijn gebruikt), is aangesloten op een olie- en vetafscheider. Deze olie- en vetafscheider voldoet aan de eisen zoals gesteld in de NEN 858-1 en NEN 858-2 norm en zijn voorzien van een CE-certificaat. Via de olie- en vetafscheider wordt het water afgevoerd naar een opslagvoorziening onder een van de nieuwe loodsen. Het water wordt dus niet geloosd op een lokale sloot via een IBA. Het afvalwater uit de opslagvoorziening wordt per as afgevoerd naar de rioolwaterzuivering. Het afvalwater afkomstig van Dit geldt ook voor het huishoudelijke afvalwater van de bestaande woning. Voorgenomen activiteit Sinds de inwerkingtreding van de beleidsregels behorende bij de Keur Waterschap Brabantse Delta d.d. 01-01-2015 is sprake geweest van 4.000 m2 aan versnelde afvoer. In de beoogde situatie wordt 9.000 m2 aan verharding gerealiseerd. In de beoogde situ...
Watertoets. Voor ruimtelijke plannen, zoals het Tracébesluit A27/A1, moet een watertoetsprocedure worden doorlopen. De Watertoets is een procesinstrument waarmee ruimtelijke plannen en besluiten kunnen worden getoetst op waterhuishoudkundige aspecten. In de uitvoering van de Watertoets beoordelen de waterbeheerders de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de maatregelen die getroffen worden om de waterkwantiteit en de waterkwaliteit op orde te houden. De waterbeheerders hebben in de startfase van de planvorming in een gespreksronde hun randvoorwaarden en aandachtspunten aangegeven. De opmerkingen vanuit de waterbeheerders zijn verwerkt in het plan.
Watertoets. Voor het onroerend goed geeft het overstromingsrapport volgende scores: - P score (overstromingskans voor het perceel) : A - G score (overstromingskans voor het gebouw) : A Het is de koper bekend dat het goed gelegen is in: - Een overstromingsgevoelig gebied: neen - Een afgebakend overstromingsgebied: neen - Een afgebakende oeverzone: neen - Een risicozone voor overstromingen: neen - Van nature overstroombaar gebied neen De verkoper deelt mee dat het goed gelegen is in: - een signaalgebied neen - met bouwvrije opgave neen
Watertoets. Sinds 1 november 2003 is de toepassing van de watertoets wettelijk verplicht door de verankering in het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985. De watertoets heeft betrekking op alle grond- en oppervlaktewateren en behandelt alle van belang zijn de waterhuishoudkundige aspecten (naast veiligheid en wateroverlast ook bijvoorbeeld waterkwaliteit en verdroging). De watertoets is een belangrijk procesinstrument om het belang van water een evenwichtige plaats te geven in de ruimtelijke ordening. Uit de waterparagraaf blijkt de betrokkenheid van de waterbeheerder in het planproces en de wijze waarop het wateradvies van de waterbeheerder is meegenomen in de uitwerking van het plan. De watertoetsprocedure kan op drie manieren gevolgd worden: de procedure geen waterbelang, de korte procedure en de normale procedure. Welke procedure gevolgd moet worden hangt af van de implicaties van het ruimtelijk plan voor de waterhuishouding. De procedure geen waterbelang en de korte procedure zijn bedoeld voor ruimtelijke plannen met beperkte gevolgen voor de waterhuishouding. Bij deze twee procedures kan de watertoets volledig digitaal doorlopen worden. De normale procedure is gericht op ruimtelijke plannen met relatief vergaande consequenties voor de waterhuishouding. In dit geval is actieve betrokkenheid van Waterschap Zuiderzeeland nodig.
Watertoets. AG Vespa verklaart dat bij zijn weten volgens de Geopunt-kaart en het overstromingsrapport, het eigendom: - niet gelegen is in een risicozone voor overstroming; - niet gelegen is in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied; - niet gelegen is in een effectief overstromingsgevoelig gebied; - niet gelegen is in een afgebakend overstromingsgebied; - niet gelegen is in een afgebakende oeverzone; - niet gelegen is in een signaalgebied. Het perceel heeft perceelscore A en gebouwscore A. AG Vespa verklaart dat het goed bij zijn weten nooit is overstroomd.
Watertoets. De aanvraag heeft geen gevolgen inzake de verordening hemelwater.