Watertoets Voorbeeldclausules

Watertoets. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Watertoets. Voor ruimtelijke plannen, zoals het Tracébesluit A27/A1, moet een watertoetsprocedure worden doorlopen. De Watertoets is een procesinstrument waarmee ruimtelijke plannen en besluiten kunnen worden getoetst op waterhuishoudkundige aspecten. In de uitvoering van de Watertoets beoordelen de waterbeheerders de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de maatregelen die getroffen worden om de waterkwantiteit en de waterkwaliteit op orde te houden. De waterbeheerders hebben in de startfase van de planvorming in een gespreksronde hun randvoorwaarden en aandachtspunten aangegeven. De opmerkingen vanuit de waterbeheerders zijn verwerkt in het plan.
Watertoets. Het procesinstrument watertoets is alleen voor het bestemmingsplan en het inpassingsplan bij wet geregeld. We spreken af om de watertoets, conform de Bestuurlijke Notitie Watertoets, uit te voeren bij alle overige ruimtelijke plannen die van belang zijn voor het waterbeheer, waaronder structuur- visies. Deze afspraak wordt in dit Bestuursakkoord Water overgenomen om te voorkomen dat ze vervalt vanwege de beëindiging van het Nationaal Bestuursakkoord Water. Overhevelen van verantwoordelijkheden Op een aantal gebieden hebben de provincies de verantwoordelijkheid voor operationele taken. Het uitgangspunt is om deze verantwoordelijkheid over te dragen naar een uitvoerende overheid. We spreken af welke taken kunnen worden overgedragen en van welke taken onderzocht moet worden of het zinvol is deze over te dragen en onder welke voorwaarden.
Watertoets. Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Het regenwater dat terecht komt op het dak van de nieuwbouw wordt aangesloten op een regenwaterput met inhoud 10.000L. De regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met overstort op de bestaande gracht langs de Barzestraat. Het regenwater dat op de nieuwe verharding in steenslag terechtkomt kan op natuurlijke wijze in de bodem infiltreren.
Watertoets. Voor het onroerend goed geeft het overstromingsrapport volgende scores: - P score (overstromingskans voor het perceel) : A - G score (overstromingskans voor het gebouw) : A Het is de koper bekend dat het goed gelegen is in: - Een overstromingsgevoelig gebied: neen - Een afgebakend overstromingsgebied: neen - Een afgebakende oeverzone: neen - Een risicozone voor overstromingen: neen - Van nature overstroombaar gebied neen De verkoper deelt mee dat het goed gelegen is in: - een signaalgebied neen - met bouwvrije opgave neen
Watertoets. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Gelet op het gescheiden rioolstelsel en de bestaande regenwaterput van 5000L. De infiltratie is niet nodig gezien het perceel kleiner dan 250m² is.
Watertoets. Uitgangspunt voor de waterhuishouding in met name nieuwbouwprojecten, is een duurzaam gescheiden systeem. Dit betekent dat schoon hemelwater, wat valt op daken en terreinverharding, zoveel mogelijk in het gebied opgevangen en geïnfiltreerd dient te worden en alleen het vervuilde afvalwater via het riool wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. De hoeveelheid afvalwater die getransporteerd wordt naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie zal hiermee afnemen, wat uit het oogpunt van milieu een positieve ontwikkeling betekent. Emissie van vervuilingen vanaf het erf is een belangrijke route waarlangs vervuilende middelen (zoals olie, vet, gewasbeschermingsmiddelen) in het milieu kunnen komen. Voor behoud van een effectief middelenpakket én om normoverschrijdingen in het oppervlaktewater te verminderen is het belangrijk om erfemissie aan te pakken. Met de o.a. de Toolbox Emissiebeperking willen Nefyto, de Unie van Waterschappen, LTO Nederland, Agrodis en Cumela gezamenlijk de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater verminderen. Ter plaatse van het plangebied is verschillende bedrijfsbebouwing en voorzieningen voor buitenopslag voorzien. Op de locatie is sprake van het ontstaan van 3 soorten afvalwaterstomen namelijk: - Niet-verontreinigd hemelwater; - Afvalwater afkomstig van de wasplaat; - Huishoudelijk afvalwater. Het niet-verontreinigde hemelwater wordt separaat afgevoerd naar een infiltratievoorziening. Dit niet- verontreinigde hemelwater is afkomstig van daken en schone erfverharding. Het afvalwater, welke ontstaat bij het reinigen van voertuigen (waarmee geen gewasbeschermingsmiddelen zijn gebruikt), is aangesloten op een olie- en vetafscheider. Deze olie- en vetafscheider voldoet aan de eisen zoals gesteld in de NEN 858-1 en NEN 858-2 norm en zijn voorzien van een CE-certificaat. Via de olie- en vetafscheider wordt het water afgevoerd naar een opslagvoorziening onder een van de nieuwe loodsen. Het water wordt dus niet geloosd op een lokale sloot via een IBA. Het afvalwater uit de opslagvoorziening wordt per as afgevoerd naar de rioolwaterzuivering. Het afvalwater afkomstig van Dit geldt ook voor het huishoudelijke afvalwater van de bestaande woning. Voorgenomen activiteit Sinds de inwerkingtreding van de beleidsregels behorende bij de Keur Waterschap Brabantse Delta d.d. 01-01-2015 is sprake geweest van 4.000 m2 aan versnelde afvoer. In de beoogde situatie wordt 9.000 m2 aan verharding gerealiseerd. In de beoogde situ...
Watertoets. Sinds 1 november 2003 zijn overheden wettelijk verplicht om de watertoetsprocedure toe te passen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets is een instrument waarmee waterhuishoudkundige belangen expliciet en op evenwichtige wijze worden meegewogen in de belangenafweging. Het is niet een toets achteraf, maar een proces dat de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder zo vroeg mogelijk met elkaar in gesprek brengt. Alle ruimtelijke plannen die van invloed kunnen zijn op de waterhuishouding worden voor advies voorgelegd aan de waterbeheerders. De inzet daarbij is om in elk afzonderlijk plan met maatwerk het reeds bestaande waterhuishoudkundige en ruimtelijke beleid goed toe te passen en uit te voeren. De waterhuishoudkundige aspecten die in de watertoetsprocedure worden betrokken zijn de veiligheid, wateroverlast, watervoorziening, verdroging en riolering. Er wordt aandacht besteed aan zowel grondwater als oppervlaktewater en aan zowel waterkwaliteit als waterkwantiteit. Het watertoetsproces loopt van de locatiekeuze tot en met de inrichting en is van toepassing zowel in de stad als in landelijk gebied. De watertoetsprocedure is verplicht voor alle bestemmingsplannen en projectafwijkingsbesluiten, inclusief uitwerkings- en wijzigingsplannen (zie het Besluit ruimtelijke ordening artikel 3.1.1). Voor plannen waarbij door de aard of omvang van het plan geen gevolgen voor de waterhuishouding te verwachten zijn, hoeft geen (pre)wateradvies te worden aangevraagd bij het watertoetsloket en bepaalt de gemeente zelf aan welke waterhuishoudkundige randvoorwaarden het plan moet voldoen.
Watertoets. De zogenaamde ‘watertoets’ is een instrument waarmee de overheid die beslist over een vergunning, een plan of een programma, inschat welke de impact ervan is op het watersysteem. Artikel 1.3.3.3.2 van de ‘Codex Integraal Waterbeleid’, dat deze materie regelt, verplicht de notaris om de partijen in Vijfde blad van zes te lichten over het feit of het betrokken perceel zich bevindt in een gebied waar water een probleem kan vormen. Het betreft de volgende gebieden:
Watertoets. Onder de 'watertoets' wordt verstaan een procedure, waarbij een initiatiefnemer in een vroeg stadium over een beoogde ruimtelijke ontwikkeling overleg voert met de waterbeheerder. De watertoets heeft als doel het voorkomen van ruimtelijke ontwikkelingen, die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Voor het uitvoeren van deze watertoets wordt gebruik gemaakt van de Handreiking watertoets van het Hoogheemraadschap van Delfland (xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxxxxxxx- ruimtelijke-plannen/).