Economische uitvoerbaarheid. Dit bestemmingsplan voorziet in nieuwe bouwmogelijkheden. De Grondexploitatie-wetgeving is dan ook van toepassing. Dat betekent dat meerkosten voor de planologische procedure als gevolg van particuliere ontwikkelingen dienen te worden verhaald op de initiatiefnemer(s). Het verhalen van deze kosten kan op twee manieren worden geregeld, namelijk via een anterieure overeenkomst of via een exploitatieplan. De gemeente Halderberge heeft nadrukkelijk de voorkeur om dit via een anterieure overeenkomst met de initiatiefnemer te regelen omdat het opstellen van een exploitatieplan aanzienlijke meerkosten voor gemeente én initiatiefnemer tot gevolg heeft. Dit plan is een particulier initiatief. Met initiatiefnemer is een anterieure overeenkomst gesloten. De kosten die voortvloeien uit het plan zijn voor rekening en risico van initiatiefnemer. Hiermee is de financiële haalbaarheid voor de gemeente gegarandeerd. In de anterieure overeenkomst is ook vastgelegd dat de eventuele planschade voor rekening komt voor de initiatiefnemer. De economische uitvoerbaarheid is hiermee voldoende aangetoond.
Economische uitvoerbaarheid. Dit hoofdstuk beschrijft de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van deze buitenplanse afwijking (art. 2.12 lid 1, sub a onder 3o Wabo).
Economische uitvoerbaarheid. Om de gemeentelijke kosten die gemaakt worden bij uitvoering van voorgestane ontwikkeling te verhalen, wordt leges geheven conform de door de gemeenteraad van Dronten vastgestelde “legesverordening 2018”.
Economische uitvoerbaarheid. Het bestemmingsplan voorziet niet in werken of werkzaamheden uit te voeren door of in opdracht van het gemeentebestuur. Er is sprake van een consoliderend plan waarbinnen hooguit door particulier initiatief wijzigingen in de bebouwing kunnen ontstaan.
Economische uitvoerbaarheid. Het bestemmingsplan is conserverend van aard. De infrastructurele ingrepen binnen het plan ten behoeve van de aanleg van de rotonde op de Van Beethovensingel met de Deltaweg wordt door de gemeente gefinancierd met een eventuele subsidiebijdrage van de Stadsregio. Er is geen reden een exploitatieplan vast te stellen. Een kostenverhaal van de binnen het plangebied te realiseren infrastructuur is op grond van de zogenaamde 'veegwet' (waarin onder andere een aanpassing van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening, artikel 9.1.20 is geregeld) niet mogelijk. De bouwmogelijkheden die er zijn, waren ook al op grond van het oude bestemmingsplan mogelijk en worden met het nieuwe bestemmingsplan niet uitgebreid.
Economische uitvoerbaarheid. Omdat het plan particuliere initiatieven betreft zijn er voor de gemeente Schouwen-Duiveland geen financieel-economische consequenties aan verbonden. De uitvoeringsrisico’s liggen bij de ontwikkelaars. Eventueel benodigde onderzoeken ten behoeve van het bestemmingsplan zijn afgerond. Tevens is door de strandpaviljoenhouders een marktonderzoek uitgevoerd en zijn ondernemingsplannen opgezet. Hieruit blijkt dat er vraag is vanuit de markt naar jaarrondexploitatie van strandpaviljoens aan het Noordzeestrand. Tevens blijkt hieruit dat voor de strandpaviljoenhouders jaarrondexploitatie (op den duur) financieel rendabeler is. Xxxxxx xx 0 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xx xx xxxxxxxx Xxxxxxxx-Xxxxxxxxx is een exploitatieovereenkomst afgesloten voor het initiatief ‘Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand’. De gemeente Schouwen-Duiveland is met de 5 strandpaviljoenhouders overeengekomen dat de kosten voor het in procedure brengen van het bestemmingsplan en de eventuele planschadekosten voor hun rekening komen. De financieel-economische haalbaarheid is hiermee voldoende verzekerd en er kan daarom worden afgezien van het opstellen van een exploitatieplan.
Economische uitvoerbaarheid. Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening is daarbij de verplichting ontstaan om, indien er sprake is van een ontwikkeling waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, deze kosten op de initiatiefneemster te verhalen. Voorbeelden hiervan zijn de aanleg van voorzieningen van openbaar nut en de plankosten. Een en ander dient te worden vastgelegd in privaatrechtelijke overeenkomsten met iedere grondeigenaar. Als er met een grondeigenaar geen overeenkomst is gesloten en het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd, dient een exploitatieplan te worden opgesteld welke tegelijkertijd met het bestemmingsplan moet worden vastgesteld. De uitvoering van het plan is in particuliere handen. Het plan heeft dan ook geen gevolgen voor de gemeentelijke financiën. Hoewel het niet is te verwachten dat derden schade leiden door de gevraagde ontwikkeling, hebben de initiatiefnemers een planschadeverhaalsovereenkomst gesloten met de gemeente. Eventuele planschade komt hierdoor niet voor rekening van de gemeente. De kosten met betrekking tot het ambtelijk apparaat zijn afgedekt door de leges.
Economische uitvoerbaarheid. In artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is vastgelegd dat inzicht gegeven moet worden in de uitvoerbaarheid van het plan. De ontwikkelingen die concreet mogelijk gemaakt worden binnen het inpassingsplan moeten (economisch) uitvoerbaar zijn en gerealiseerd kunnen worden. De kosten van de spoorverdubbeling worden gefinancierd door de Europese Unie, door het Connecting Europe Facility, het Rijk, de provincie Limburg en Parkstad Limburg.
Economische uitvoerbaarheid. De economische uitvoerbaarheid van een ruimtelijk besluit moet op grond van het Bro onderzocht, respectievelijk aannemelijk worden gemaakt. Dat betekent enerzijds dat aannemelijk moet worden gemaakt dat de door de gemeente te maken kosten moeten zijn gedekt, dan wel op de bij de uitvoering van het project betrokken partijen moeten kunnen worden verhaald. Anderzijds moet worden onderzocht of:
1) de kosten van overige partijen van een deugdelijke dekking zijn voorzien en;
2) het project naar objectieve maatstaven, ook geabstraheerd van de concreet betrokken partijen, vanuit financieel‐economisch perspectief tot uitvoering zou kunnen komen. De herontwikkeling aan de Marelstraat is een initiatief van een ontwikkelaar. De ontwikkeling van de locatie en de daarmee samenhangende kosten, inclusief planvoorbereiding geschieden voor rekening en risico van de initiatiefnemer. Om eventuele gemeentelijke kosten te voorkomen die een gevolg zijn van de voorgestane ontwikkeling, wordt een anterieure overeenkomst gesloten met de initiatiefnemer. Hiermee is vastgelegd dat de realisatie van de ontwikkeling voor de gemeente geen negatieve financiële gevolgen oplevert. In de betreffende overeenkomst wordt ook een regeling opgenomen inzake het verhaal van een eventuele tegemoetkoming in planschade. Verder zullen de overige gemeentelijke kosten worden verhaald via de gemeentelijke legesverordening. Voor de gemeente Maassluis verloopt het plan dus budgettair neutraal. Het kostenverhaal is met het bovenstaande anderszins verzekerd in de zin van artikel 6.12 tweede lid van de Wro wat ook betekent dat kan worden besloten géén exploitatieplan vast te stellen. De initiatiefnemer heeft inmiddels een omgevingsvergunning op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangevraagd voor de nieuw te bouwen woningen. Dit maakt voldoende aannemelijk dat het project ook daadwerkelijk tot uitvoering zal komen, waarmee de economische uitvoerbaarheid afdoende is aangetoond.
Economische uitvoerbaarheid. De gronden zijn in eigendom van de opdrachtgever. Alle voorbereidings- en uitvoeringskosten komen voor rekening van de initiatiefnemer. Tussen de gemeente Halderberge en de initiatiefnemer is een anterieure overeenkomst gesloten. Het plan is voor de gemeente Halderberge derhalve een kostenneutrale ontwikkeling.Op basis van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat het opstellen van een exploitatieplan achterwege kan blijven. De economische uitvoerbaarheid is hiermee gewaarborgd.