Zwangerschapsuitkering Voorbeeldclausules

Zwangerschapsuitkering. Verzekerden die tenminste 6 maanden zwanger zijn en 90 dagen voor de uitgerekende bevallingsdatum langer dan 2 jaar bij de maatschappij zijn verzekerd op basis van Rubriek A, kunnen aanspraak maken op een bevallingsuitkering, mits ze een eigenrisicotermijn van hoogstens 91 dagen hebben verzekerd. De maximale uitkeringsduur bedraagt 112 dagen, waarop in mindering wordt gebracht de overeengekomen eigenrisicotermijn. Het recht op deze uitkering bedraagt 100% van de verzekerde jaarrente voor Xxxxxxx A gedurende een periode die aanvangt 28 dagen vóór de uitgerekende bevallingsdatum en eindigt 84 dagen nadat deze 28 dagen zijn verstreken, met dien verstande dat de uitkering eerst aanvangt na verloop van de overeengekomen eigenrisicotermijn. Bij de vaststelling van de hoogte van de zwangerschapsuitkering worden verhogingen van de krachtens Rubriek A verzekerde jaarrente buiten beschouwing gelaten, tenzij een termijn van tenminste 2 jaar is verlopen na het van kracht worden van het bedrag van de verhoogde rente. Wanneer de werkelijke bevallingsdatum meer dan 28 dagen voor de uitgerekende bevallingsdatum ligt, vangt de periode voor deze uitkering 28 dagen vóór de werkelijke bevallingsdatum aan. Teneinde voor het recht op uitkering in aanmerking te kunnen komen dient verzekerde in de periode van 90 dagen vóór de uitgerekende bevallingsdatum en de daadwerkelijke bevallingsdatum een schriftelijke verklaring te overleggen van de huisarts, verloskundige of gynaecoloog, waaruit deze bevallingsdatum blijkt. Indien in de periode waarin recht ontstaat op een zwangerschapsuitkering eveneens aanspraak bestaat op een uitkering krachtens het bepaalde in artikel 5 van de polisvoorwaarden, dan zal gedurende deze periode ten hoogste recht bestaan op 100% van de verzekerde jaarrente voor Rubriek A.
Zwangerschapsuitkering a Bij een zwangerschap van de verzekerde die minimaal 26 weken heeft geduurd, kan een zwangerschapsuitkering worden gedaan voor de duur van maximaal 16 weken. De eigen risicotermijn die van toepassing is, wordt hiervan afgetrokken. De zwangerschaps- uitkering bedraagt 25% van de verzekerde daguitkering. Deze uitkering wordt alleen gedaan als de bevallingsdatum ten minste één jaar na de ingangsdatum van deze verzekering ligt. Als de eigen risicotermijn in het jaar voorafgaand aan de bevallingsdatum is gewijzigd, wordt de eigen risicotermijn met de langste duur aangehouden. Als de verzekerde daguitkering in het jaar voorafgaand aan de bevallingsdatum is gewijzigd, dan wordt de laagste verzekerde daguitkering aangehouden. De jaarlijkse indexering, zoals in deze algemene voorwaarden beschreven, wordt wel meegenomen. Voor de berekening van de uitkering begint de periode van 16 weken op de dag gelegen zes weken voor de geboorte. b De zwangerschapsuitkering wordt in één keer betaald. De verzekeraar keert uit na ontvangst van een uittreksel uit het geboorteregister. c In de periode dat er samenloop is met een uitkering bij arbeids- ongeschiktheid, wordt de zwangerschapsuitkering niet uitgekeerd. d Als de verzekerde arbeidsongeschikt is als gevolg van en/of gerelateerd aan de zwangerschap in de periode die tien weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum ligt, wordt de op het polisblad genoemde eigen risicotermijn één keer toegepast.
Zwangerschapsuitkering. In de varianten ‘Ongevallen en aandoeningen inclusief psychische aandoeningen’ en ‘Ongevallen en aandoeningen exclusief psychische aandoeningen’ bent u ook verzekerd voor zwangerschap en bevalling. Hierbij gelden de volgende regels: • De uitgerekende bevallingsdatum is ten minste één jaar na de ingangsdatum van de verzekering. • U stuurt ons een verklaring van uw arts of verloskundige. Hierin moet de uitgerekende bevallingsdatum staan en de bevestiging dat u ten minste zes maanden zwanger bent. • Uw uitkering duurt maximaal 16 weken. • Uw eigenrisicotermijn wordt van deze 16 weken afgetrokken. Als uw eigenrisicotermijn meer dan 16 weken is, heeft u geen recht op een zwangerschapsuitkering. • Uw uitkering begint zes weken voor de uitgerekende bevallingsdatum. • Uw daguitkering is uw verzekerd bedrag voor Rubriek A (het eerstejaarsrisico) gedeeld door 365. • Uw totale uitkering betalen we in één keer uit. Het kan voorkomen dat u arbeidsongeschikt bent en recht heeft op een zwangerschapsuitkering. Uw uitkering voor arbeidsongeschiktheid wordt dan tijdelijk gestopt. U ontvangt de zwangerschapsuitkering zolang u daar recht op heeft. Xxxx u daarna nog arbeidsongeschikt? Dan ontvangt u weer uw uitkering voor arbeidsongeschiktheid.
Zwangerschapsuitkering. U hebt recht op de zwangerschapsuitkering in verband met de zwangerschap van verzekerde als: • de uitgerekende bevallingsdatum ten minste 52 weken na de ingangsdatum van de verzekering ligt; en • de zwangerschap ten minste 20 weken heeft geduurd. De zwangerschapsuitkering is 100% van het verzekerd dagbedrag met een maximum van het verzekerd dagbedrag zoals dat gold 52 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. De periode van deze zwangerschapsuitkering is maximaal 16 weken. De eigenrisicotermijn wordt op de maximale uitkeringsduur in mindering gebracht. Is de eigenrisicotermijn in de 52 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum aangepast? Dan gaan wij bij het bepalen van het recht op de zwangerschapsuitkering uit van de langste eigenrisicotermijn. De uitkeringsperiode begint 8 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum. Is de bevalling eerder dan 8 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum? Dan gaat de uitkeringsperiode in op de dag van de bevalling. Bent u op een bepaald moment arbeidsongeschikt en hebt u tegelijkertijd recht op een zwangerschapsuitkering? Xxx krijgt u een zwangerschapsuitkering van 100% van het verzekerd dagbedrag. In deze periode hebt u geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Is de zwangerschapsuitkering lager dan de arbeidsongeschiktheidsuitkering die u in deze periode zou krijgen? Dan hebt u wel recht op een aanvullende uitkering. Deze aanvullende uitkering berekenen wij als volgt: arbeidsongeschiktheidsuitkering -/- zwangerschapsuitkering. In dit geval wordt de eigenrisicotermijn maar één keer toegepast. U vraagt de zwangerschapsuitkering zo snel mogelijk aan. Met de aanvraag moet u een zwangerschapsverklaring sturen van de arts of verloskundige die u begeleidt. Hierop moet de uitgerekende bevallingsdatum staan.
Zwangerschapsuitkering. Als u na een zwangerschap van minimaal 26 weken bevalt, betalen wij u een zwangerschapsuitkering. Deze uitkering is gebaseerd op 25% van het verzekerde dagbedrag en duurt maximaal 16 weken. Voor de berekening van de uitkering begint de periode van 16 weken op de dag die zes weken voor de geboorte ligt. Voor deze uitkering gelden verder de volgende regels: • U moet minstens één jaar een Reaal UNIM AOV hebben. • U krijgt geen zwangerschapsuitkering als u al een uitkering voor arbeidsongeschiktheid van ons krijgt. • Uw eigenrisicotermijn houden wij op de uitkering in. • Wordt u voor de datum dat u bent uitgerekend arbeids- ongeschikt in verband met uw zwangerschap? Dan passen wij maar één keer uw eigenrisicotermijn toe. • Heeft u in het jaar voor de bevallingsdatum de eigenrisico- termijn veranderd in een kortere termijn? Dan geldt de eigenrisicotermijn van voor die verandering. • Is uw verzekerde dagbedrag in het jaar voor de bevallingsdatum veranderd? Dan nemen wij voor de berekening van de bevallingsuitkering het laagste verzekerde dagbedrag. Het laagste verzekerde dagbedrag wordt vermeerderd met het indexcijfer uit artikel 7.2, als u de verhoging ‘klimmend CBS- index’ heeft. • U krijgt de uitkering in een keer van ons uitbetaald, nadat wij van u een uittreksel uit het geboorteregister hebben gekregen.
Zwangerschapsuitkering. Wat krijgt u uitgekeerd als u zwanger bent? 4.1 Als u een Soepel&Zeker AOV – ‘Lang’ hebt en u gaat bevallen, dan hebt u recht op een zwangerschaps­ uitkering, mits de vermoedelijke bevallingsdatum ten minste 2 jaar na de ingangsdatum van de verzekering ligt. Bij Soepel&Zeker AOV – ‘Kort’ bestaat geen recht op uitkering in verband met zwangerschap en/of bevalling. 4.2 We keren maximaal 16 weken uit. De uitkering gaat acht weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum in. Eindigt de zwangerschap voor de 20e week, dan bestaat er geen recht op uitkering. 4.3 De eigenrisicotermijn wordt op de maximale uitkerings­ duur in mindering gebracht. Als de eigenrisicotermijn in de 2 jaar voorafgaand aan de vermoedelijke bevallingsdatum is gewijzigd, gaan we uit van de eigenrisicotermijn met de langste duur. 4.4 De uitkering wordt gebaseerd op het verzekerde bedrag, met een maximum van het verzekerde bedrag zoals dat gold 2 jaar voor de vermoedelijke bevallingsdatum. 4.5 Bent u ook arbeidsongeschikt, dan hebt u alleen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering als deze hoger is dan uw uitkering voor zwangerschap. 4.6 De zwangerschap moet blijken uit een verklaring van een arts of verloskundige, waarin de vermoedelijke bevallingsdatum staat aangegeven. 4.7 We betalen de zwangerschapsuitkering uiterlijk op de laatste dag van elke kalendermaand aan de verzekeringnemer uit.

Related to Zwangerschapsuitkering

  • Zwangerschap U bent verzekerd voor annuleringskosten als u, uw partner, of de waarnemer zwanger wordt.

  • Eindejaarsuitkering 1. De werkgever kent de werknemer, met wie een onafgebroken dienstverband van tenminste twee maanden bestaat in de loop van december een uitkering toe van 2% van het in de voorafgaande 12 maanden bij de werkgever verdiende inkomen zoals bedoeld in artikel 1b lid 17 van de CAO. Niet meegenomen bij het inkomen is de vakantietoeslag en de toeslag zelve, alsmede de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. 2. Wordt het dienstverband anders dan op grond van een dringende reden ex art. 7:678 Burgerlijk Wetboek beëindigd, dan wordt voor iedere maand van het dienstverband waarvoor deze uitkering nog niet is verstrekt 1/12 van deze uitkering gegeven. 3. Indien in een onderneming enigerlei regeling bestaat, niet zijnde een belastingvrije uitkering of een vleespakket, dan wordt de uitkering als bedoeld in lid 1 en 2 met deze uitkering verrekend.

  • Zwangerschaps- en bevallingsverlof art. 69 Ouderschapsverlof

  • Ouderschapsverlof 1. De werknemer die als ouder in familierechtelijke betrekking staat tot een kind, onderscheidenlijk de werknemer die blijkens verklaringen uit de gemeentelijke basisadministratie op hetzelfde adres woont als een kind en duurzaam de verzorging en opvoeding van dat kind als eigen kind op zich heeft genomen, heeft recht op verlof in verband met ouderschap. Indien de ter zake van het recht op het verlof in de eerste volzin gestelde voorwaarden ten aanzien van meer kinderen van de werknemer met ingang van hetzelfde tijdstip worden vervuld, bestaat het recht op verlof ten aanzien van ieder van die kinderen. 2. Geen recht op verlof bestaat over tijdvakken gelegen na de datum waarop het kind de leeftijd van acht jaren heeft bereikt. 3. Het totaal aantal uren verlof waarop de werknemer ten hoogste recht heeft bedraagt 26 maal de arbeidsduur per week gerekend over een periode van 12 maanden. 4. Het verlof wordt per week opgenomen gedurende een periode van ten hoogste 12 maanden. Het aantal uren verlof per week bedraagt ten hoogste de helft van de arbeidsduur per week. In afwijking van de eerste dan wel de tweede volzin kan de werknemer de werkgever verzoeken om verlof voor een langere periode dan 12 maanden onderscheidenlijk om meer uren verlof per week dan de helft van de arbeidsduur per week. De werkgever stemt in met het verzoek tenzij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich daartegen verzet. 5. Over de periode en de omvang van het verlof geniet de betrokkene geen salaris. 6. Voor zover in dit artikel niet anders is bepaald zijn de bepalingen van hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg van toepassing. 7. In afwijking van en in aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg geldt voor de werknemer die van het recht op ouderschapsverlof gebruik wil maken dat tijdens het ouderschapsverlof het werkgeversaandeel in de pensioenpremie over de opgenomen verlofuren voor rekening van de werkgever komt.

  • Deelnemerschap 2.1 Deelnemer in de zin van deze overgangsregeling is de (gewezen) werknemer die a) vóór 1 januari 1996 een tijdelijk partnerpensioen heeft opgebouwd uit hoofde van het pensioenreglement van het inmiddels geliquideerde Pensioenfonds Campagne, welk reglement in 2003 is overgenomen door het Fonds; en b) een ex-partner heeft. 2.2 Het deelnemerschap vangt aan op 1 april 2016. 2.3 Het deelnemerschap eindigt: a) op de datum van overlijden van de (gewezen) deelnemer; b) op de pensioendatum.

  • Uitkering De maatschappij betaalt de schade-uitkering aan de verzekeringnemer, tenzij deze een ander aanwijst of de polisvoorwaarden anders bepalen.

  • Onderhoudswerkzaamheden Overeenkomsten tot het verrichten van onderhoud worden tenzij uitdrukkelijk schriftelijk anders is overeengekomen aangegaan voor onbepaalde tijd en kunnen door beide partijen schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een termijn van drie maanden.

  • Kostbaarheden U bent alleen verzekerd voor diefstal van kostbaarheden uit een vervoermiddel als:

  • WIA-uitkering Een uitkering die een werknemer krijgt toegekend van UWV volgens de WIA.

  • Vakantie-uitkering 1. De werknemer heeft aanspraak op een vakantie-uitkering voor de tijd waarin hij salaris heeft ontvangen. 2. De vakantie-uitkering wordt vastgesteld via de matrix in bijlage A9 van deze cao, waarbij rekening wordt gehouden met het gestelde in: Berekeningswijze VU. 3. De vakantie-uitkering wordt in de maand mei uitbetaald over de periode van twaalf maanden die eindigt met de maand mei. 4. In afwijking van het derde lid vindt bij ontslag van de werknemer de uitbetaling plaats over het tijdvak, gelegen tussen het einde van de laatst verstreken periode waarover de vakantie-uitkering werd uitbetaald en de datum van ontslag. 5. Onverminderd het zesde lid bedraagt de vakantie-uitkering per kalendermaand 8% van het bedrag dat de werknemer in die maand aan salaris heeft ontvangen. 6. Voor de werknemer die in de van toepassing zijnde maand op grond van het eerste lid aanspraak heeft op een bedrag dat lager is dan het bedrag genoemd in bijlage A9, wordt de vakantie-uitkering vastgesteld op laatstbedoeld bedrag, met dien verstande dat dit bedrag naar evenredigheid wordt verminderd voor de werknemer die is aangesteld in een betrekking met een omvang van minder dan een normbetrekking.