Dierenwelzijn. Vanuit de EU en in de Wet dieren zijn er regels die gericht zijn op het verbeteren van dierenwelzijn. Ook vanuit de maatschappij is hier vraag naar. Dit heeft effect op investeringen binnen de sector en het soort maatregelen. Bij het opstellen van generieke maatregelen houdt de Rijksoverheid rekening met de investeringen die de sector op het gebied van dierenwelzijn vanuit EU-regelgeving moet doen. Dierenwelzijnsmaatregelen kunnen in bepaalde gevallen negatief uitpakken voor emissies van met name ammoniak en fijnstof. Bij het stimuleren van innovatie moet met beide aspecten rekening gehouden worden. Pilot Vergunningverlening toezicht en handhaving Gemeenten en provincies willen in 2022 aan de slag met het versterken van vergunningverlening en/of toezicht en hand- having. In het menu (dat niet uitputtend is) zit een aantal ingrediënten: • Invulling geven aan maatregel 5: landelijke aanpak toezicht veehouderijen. • Scherper vergunnen door zo scherp mogelijk voorschriften aan de onderkant van de range van best beschikbare technieken (BBT) te verbinden aan bestaande en nieuwe omgevingsvergunningen voor milieu Landbouw. Dit door verder te bouwen op het rapport over strenger vergunnen van KokxDeVoogd8: met elkaar onderzoeken hoe dit zou kunnen werken in de praktijk. • Opleiden van VTH-medewerkers, bijvoorbeeld door middel van coaching. • Werken met doelvoorschriften bij de vergunningverlening, waarbij gebruik wordt gemaakt van de geboden experi- menteerruimte van de Chw. • Verder doorvertalen van de Omgevingswet op het gebied van VTH. effect hebben. Het Chw-experiment kan ook een positief effect hebben op andere emissies uit stallen, afhankelijk
Dierenwelzijn. Dierenwelzijn is een element van goede praktijken van veehouders bij het professioneel management van hun veestapel. De zorg voor het welzijn is niet alleen goed voor de dieren zelf, maar levert een bijdrage tot goede technische en economische resultaten op het veebedrijf. Zorg voor het welzijn van de dieren beantwoordt verder aan één van de grote verwachtingen van de consumenten. In onderhavig deel over dierenwelzijn worden drie aspecten toegelicht: behandeling en verzorging van dieren, toegelaten ingrepen, en huisvesting. Overige aspecten zijn opgenomen bij diervoeder en drinkwater en bij transport. De wettelijk toegelaten ingrepen zijn opgenomen in de diersoortspecifieke hoofdstukken. Alle bepalingen die verband houden met dierenwelzijn zijn aangeduid met een code “W” (Welfare) en een oplopend cijfer.
Dierenwelzijn. De partijen bevestigen opnieuw het belang van wederzijds begrip en samenwerking op het gebied van die- renwelzijn en zullen binnen het forum voor samenwerking op het gebied van dierenwelzijn van de Europese Commissie en op het niveau van de bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland informatie blijven uitwisselen en samenwerken en tevens over deze kwesties in het kader van de OIE nauw samenwerken.
Dierenwelzijn. De overeenkomst moet een voortzetting van de samenwerking en de uitwisseling inzake dierenwelzijn bevorderen, om onder meer mogelijke verbintenissen inzake de equivalentie tussen de partijen op het gebied van dierenwelzijn te bespreken.
Dierenwelzijn. 3 A Dierhouderij
Dierenwelzijn. Alle Amelander weidelammeren hebben een weidegang van minimaal 100 dagen. - Alle Amelander Voorjaarslammeren blijven bij de moeder. - Per bedrijf geldt een maximale toegestane veebezetting van 2 Grootvee-eenheden per hectare - Moeder met lammeren worden in groepshuisvesting gehouden. De beschikbare oppervlakte per stel (ooi met lammeren) is tenminste 2 m2. - Weidelammeren die op stal genomen worden, worden in groepshuisvesting gehouden. De beschikbare oppervlakte per dier is tenminste 0,75 m2 - Eisen aan de groepshuisvesting: op stro, met voldoende ruimte, licht, fris drinkwater en frisse lucht. - Lammeren dienen, zodra het weer het toelaat, buiten te lopen. - Voorjaarsammeren mogen vanaf 1 mei niet op stal slachtrijp worden gemaakt. - Weidelammeren mogen van 1 mei tot 1 oktober niet op stal slachtrijp worden gemaakt. Voor vroege of late lammeren die eventueel wel op stal slachtrijp worden gemaakt dienen de ruwvoernormen (onder 2.) in acht te worden genomen.
Dierenwelzijn. C8 Er worden enkel toegestane ingrepen uitgevoerd bij schapen en geiten. B De toegestane ingrepen bij schapen en geiten worden hieronder opgelijst. Voor hertachtigen zijn er geen bepalingen. Voor de ingrepen waarvoor een sedatie of een verdoving vereist is, mogen deze enkel door de dierenarts uitgevoerd worden. Een staartamputatie is enkel toegestaan bij vrouwelijke dieren op chirurgische wijze. Het gebruik van een elastiek is niet toegelaten. In voorkomend geval: bij het verwijderen van hoorngroeipunten is enkel thermocauterisatie (bv. met een gloeibout) toegelaten. Xxxxx’x zijn niet toegelaten. Ingreep Voorwaarden Verdoving en/of pijnstillende middelen Tussenkomst van de dierenarts vereist? Castratie via chirurgische methode of verdoving vereist JA via hemostatische tang kalmeringsmiddel vereist Perforeren of inkepen oor alleen voor het plaatsen van oormerken en oorplaatjes niet vereist NEEN Staartamputatie via chirurgische methode en enkel bij ooien, waarbij de vulva moet bedekt blijven kalmeringsmiddel vereist vanaf de leeftijd van twee weken JA (minder dan 2 weken = NEEN) Verwijderen bijtepels via chirurgische methode of via hemostatische tang kalmeringsmiddel vereist vanaf de leeftijd van zes weken JA (minder dan 6 weken = NEEN) Verwijderen hoorngroeipunt via thermocauterisatie verdoving vereist JA
Dierenwelzijn. De Partijen verwachten dat aangesloten bedrijven due diligence uitvoeren en daarbij specifieke aandacht zullen besteden aan deze thema’s. Dat wil zeggen dat zij op deze thema’s mogelijke negatieve impact in kaart brengen, concrete doelstellingen formuleren en maatregelen zullen nemen die gepast zijn in het licht van de inzichten die hun due diligence proces oplevert. Als zij in hun plan van aanpak besluiten op één of meer van de genoemde thema’s (vooralsnog) geen maatregelen te nemen of andere gelijkwaardige maatregelen als de door Partijen in het vervolg van dit hoofdstuk beschreven maatregelen, dan zullen zij goed toelichten waarom deze keuzes zijn gemaakt. De selectie van negen thema’s is door de Partijen gezamenlijk gemaakt op basis van daadwerkelijke impact op thema’s in de kleding- en textielsector. In het due diligence proces van individuele bedrijven kan niet worden uitgesloten dat zij in hun productie- of toeleveringsketen ook andere problemen tegenkomen, zoals landroof of corruptie. Wanneer dat het geval is, worden deze meegenomen in hun jaarlijkse individuele plan van aanpak. Per thema beschrijven Partijen in bijlage 1:
Dierenwelzijn. De investeringen m.b.t. verbeteren van het dierenwelzijn die veruit het meest terugkwamen in de aanvragen waren investeringen in groepshuisvesting voor kalveren (56%); steun voor verbetering van het stalklimaat (verbetering van isolatie, ventilatie, luchtvochtigheid e.d.) had betrekking op 27% van de aanvragen (cfr. Figuur 5.5).
Dierenwelzijn. Dierenwelzijnsbeleid • Dierenopvang Agrarische zaken • Bestuurlijke vertegenwoordiging in Agrarische Commissie Xxxxxxxxx Xxxx Xxxxxxxxxx (5e loco) Zorg • Maatschappelijke dienstverlening (waaronder Algemeen Maatschappelijk Werk) • Subsidiebeleid Maatschappelijke zorg • Maatschappelijke opvang en beschermd wonen • Vrouwenopvang en Huiselijk geweld (waaronder crisisdienst en daderhulpverlening) • Clientondersteuning • Ouderenbeleid, lichamelijk en verstandelijk gehandicaptenbeleid en zorg voor overige bijzondere groepen • Wonen met Zorg en Welzijn • Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 • Eenzaamheidsbestrijding • Hervorming langdurige zorg • Mantelzorg Evenementen • Evenementenbeleid • Citymarketing Economische zaken • Accounthouderschap en acquisitie - Contacten met bedrijven - Bestuurlijk overleg met brancheorganisaties - Beurzen e.d. • Ruimtelijke en economische ontwikkelingen - Handhaving economische wetgeving - Uitvoering economisch ontwikkelingsbeleid - Programmering en planning winkels, kantoren, bedrijven en industrieën • Werklocaties - Vestigingsbeleid - Stadscentrum - Bedrijventerreinen - Detailhandel (=Standplaatsen/ Markten/Middenstandsaangelegenheden) Welzijn • Sociaal Cultureel werk (wijkgroepen, migrantenorganisaties, bewonersgroepen en kernplatforms, inclusief subsidies) • Vrijwilligerswerk en Vrijwilligersbeleid Cultuur • Cultuurbeleid • Bibliotheek De Boekenberg, Centrum voor de kunsten en theater De Stoep • (Binnenschoolse) Cultuureducatie Culturele activiteiten / verenigingen Kunst in de openbare ruimte