Directeur Voorbeeldclausules

Directeur. De uitvoeringsorganisatie bestaat uit betaalde medewerkers en wordt geleid door een directeur. De directeur is uitvoerend secretaris van het bestuur van SFM. De directeur is verantwoordelijk voor het dagelijks functioneren van de uitvoeringsorganisatie en is verantwoording verschuldigd aan het bestuur. De directeur geeft direct leiding aan de coördinator van de afdeling NC (Naleving CAOs), de coördinator afdeling Opleidingen, Arbo en Veiligheid, de medewerker PR en communicatie, de coördinator afdeling OPOV en de controller. De directeur vertegenwoordigt de uitvoeringsorganisatie bij het bestuur en het bestuur bij de uitvoeringsorganisatie. De directeur woont daartoe als regel de bestuursvergaderingen bij, tenzij het bestuur besluit tot intern vertrouwelijk overleg. De directeur kan zich tijdens de bestuursvergaderingen laten bijstaan door medewerkers van de uitvoeringsorganisatie. Dit dient vooraf afgestemd te worden met de voorzitter van SFM. De directeur is verantwoordelijk voor het inhoud geven aan het door het bestuur vastgestelde beleid. Dit betekent eindverantwoordelijkheid, zowel hiërarchisch en financieel, voor het functioneren van de totale voorbereidings- en uitvoeringsorganisatie in zowel beheersmatig als in beleidsmatig opzicht. De verantwoordelijkheden van de directeur worden verder uitgewerkt in de functiebeschrijving. Wanneer er twijfel bestaat over wie, bestuur of directeur, bevoegd of verantwoordelijk is, beslist het bestuur. De directeur wordt in de uitoefening van de functie bijgestaan door de medewerkers van de uitvoe- ringsorganisatie. De directeur legt jaarlijks een overzicht van de organisatie, de personeelsformatie en de functieomschrijvingen van de medewerkers van SFM, ter vaststelling voor aan het bestuur. Noodzakelijke wijzigingen en/of aanpassingen op het in de vorige zin bedoelde, worden door de directeur ter vaststelling aan het bestuur voorgelegd. De directeur fungeert als bestuurder van de uitvoeringsorganisatie in de zin van de ‘Wet op de Ondernemingsraden’.
Directeur. De bevoegdheden van de directeur zijn direct gekoppeld aan de verantwoordelijkheden van de directeur. De directeur is bevoegd om op grond van het vastgestelde beleidskader en de begroting: 1. Het dagelijks management over de uitvoeringsorganisatie te voeren. 2. Het algemeen strategisch beleid voor te bereiden en na vaststelling door het bestuur uit te voeren. 3. De organisatie op de uitvoeringsorganisatie zo in te richten dat op een efficiënte en effectieve wijze gewerkt kan worden. 4. Keuzen te maken ten aanzien van de operationalisering van het organisatorische en inhoude- lijke beleid. a. De organisatie extern te vertegenwoordigen in contacten en overleg met de overheid, subsidie ontvangende en/of subsidie verstrekkende instellingen, werkgevers(organisaties) en/of werknemers(organisaties), verwante organisaties en/of andere organisaties en de pers en overige media, voor zover het zaken betreft die vallen onder het werkterrein van SFM. b. De organisatie extern te vertegenwoordigen in ter zake doende stichtingen, commissies, werkgroepen en bij andere relevante optredens. c. Alle communicatie naar buiten zal verzorgd worden door de directeur. 6. Beslissingen te nemen ten aanzien van de inhoudelijke processen en hun voortgang. Hiertoe is de directeur bevoegd een juridische procedure te starten tegen een onderneming in het kader van de CAO Zorgvervoer en Taxi en de daarvoor in de plaats tredende CAO en/of de CAO SFM -nalevingswerkzaamheden. 7. Het door het bestuur vastgestelde personeelsbeleid uit te voeren. 8. Het door het bestuur vastgestelde financieel beleid uit te voeren. 9. Het door het bestuur vastgestelde automatiseringsbeleid uit te voeren. Voorts is de directeur bevoegd om het bestuur gevraagd en ongevraagd van advies te dienen.
Directeur. 1. Er is een directeur. De directeur is uitvoerend secretaris van het bestuur van SFM en geeft inhoud aan het door het bestuur vastgestelde beleid. 2. De directeur geeft uitvoering aan de bestedingsactiviteiten van SFM als omschreven in artikel 4, lid 1, onder a, sub 1, van de CAO SFM, artikel 4, lid 1, onder b, sub 1 tot en met sub 6, van de CAO SFM, artikel 4, lid 1, onder c, sub 1 tot en met sub 13, van de CAO SFM, en artikel 4, lid 1, onder g van de CAO SFM, en artikel 4, lid 1, onder a, sub 1, artikel 4, lid 1, onder b, sub 1 tot en met sub 6, artikel 4, lid 1, onder c, sub 1 tot en met sub 13, en artikel 4, lid 1, onder g. 3. De directeur is belast met de dagelijkse leiding. 4. De directeur is verantwoording schuldig aan het bestuur. 5. De directeur maakt als uitvoerend secretaris geen onderdeel uit van het bestuur. De in artikel 7 vastgelegde bevoegdheden van het bestuur zijn niet van toepassing op de directeur. De directeur is noch bevoegd tot het verrichten van de rechtshandelingen als bedoeld in artikel 2:291, lid 2, van het Burgerlijk Wetboek, noch tot vertegenwoordiging van SFM in en buiten rechte. De taken en bevoegdheden van de directeur worden door het bestuur vastgelegd in een directiestatuut. De wijze van benoeming van de directeur, de verantwoordelijkheden van de directeur, de wijze waarop verantwoordelijkheid wordt afgelegd door de directeur, alsmede de arbeidsvoorwaarden, worden geregeld in een door het bestuur vastgesteld huishoudelijk reglement en/of schriftelijke instructie. De directeur is beperkt bevoegd tot het aangaan van rechtshandelingen tot een maximumbedrag van vijfenveertigduizend euro (€ 45.000,00) per transactie.’ Artikel 15 van de statuten wordt vernummerd naar artikel 14 en komt te luiden:
Directeur. De verantwoordelijkheden van de directeur worden in een aparte functie-omschrijving van de directeur geregeld.
Directeur. Het lid van de rekenkamer vervult tevens de functie van directeur van de ondersteuningsorganisatie van de rekenkamer.
Directeur. 1. Het Bestuur kan een directeur benoemen en deze belasten met de dagelijkse gang van zaken van de Stichting. 2. Indien een directeur is benoemd kan deze door het Bestuur met inachtneming van de daartoe strekkende wettelijke bepalingen worden ontslagen. 3. De directeur heeft in de vergaderingen van het Bestuur een adviserende stem.
Directeur. 1. Het bestuur kan zich terzijde doen staan door een directeur, wiens bevoegdheden, verplichtingen en werkzaamheden in een door het bestuur vast te stellen functieomschrijving worden geregeld. 2. Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat de directeur. De benoeming geschiedt onder de opschortende voorwaarde van een positief oordeel over de betrokkene van De Nederlandsche Bank als bedoeld in de Pensioenwet. 3. De directeur is verantwoording verschuldigd aan het bestuur. 4. De directeur woont naast de Chief Investment Officer, tenzij het bestuur dat niet wenst, als adviseur de vergaderingen van het bestuur bij.
Directeur. 1. Het bestuur draagt de dagelijkse leiding van de Stichting op aan een door het bestuur aan te stellen directeur. 2. Het bestuur kan de directeur volmacht verlenen, van welk volmacht omvang en inhoud door het bestuur worden vastgesteld. 3. De directeur oefent zijn taken en bevoegdheden uit onder verantwoordelijkheid van het bestuur.
Directeur. 1. Het bestuur kan een directeur benoemen. Het bestuur stelt de arbeidsvoorwaarden van de directeur vast. 2. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van de activiteiten van de stichting en draagt zorg voor de uitvoering van die besluiten waarvan de uitvoering door het bestuur aan hem is opgedragen. 3. De directeur heeft de volgende bevoegdheden: - het in dienst nemen of ontslaan van personeel; - het openen van bankrekeningen of storten van gelden bij Nederlandse banken als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht en het opnemen van gelden van deze bankrekeningen; - het ter leen opnemen van gelden op basis van een kredietovereenkomst tot een maximum als door het bestuur overeengekomen met een bank of andere kredietverlener; - het voeren van rechtsgedingen, het nemen van executoriale maatregelen, het sluiten van vaststellingsovereenkomsten en het onderwerpen van geschillen aan de beslissing van scheidslieden, een en ander voor zover het nemen van maatregelen tot het bewaren van recht noodzakelijk zijn; - het doen van investeringen in welke vorm dan ook die, in samengesteld verband, een bedrag van * niet te boven gaan; - het sluiten van overeenkomsten in het kader van de normale activiteiten van de stichting voor zover met deze overeenkomsten geen verplichtingen worden aangegaan voor een periode langer dan een jaar en voor zover de verplichtingen van de stichting uit deze overeenkomst bovendien, in samengesteld verband, een bedrag van - het aanvaarden van erfstellingen onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Bij de uitoefening van deze bevoegdheden moet de directeur de richtlijnen en de instructies volgen die het bestuur daarvoor geeft. 4. De directeur bereidt de bestuursvergaderingen voor en woont de bestuursvergaderingen bij, tenzij het bestuur anders beslist. De directeur heeft in een bestuursvergadering het recht het woord te voeren, maar hij heeft geen stemrecht. 5. Het bestuur kan een directeur schorsen en ontslaan. Het besluit tot schorsing of ontslag kan slechts worden genomen wanneer ten minste _ twee derde van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 6. De overige taken, bevoegdheden en de nadere regels ten aanzien van _ het functioneren van de directeur worden geregeld in een reglement. Het bepaalde in artikel 9 is hierop van toepassing.
Directeur. 1. Het Bestuur kan de directeur van de RAS, ook als haar directeur aanstellen. De directeur is geen lid van het bestuur. De directeur heeft in het bestuur een adviserende stem. De directeur kan de functie van penningmeester vervullen. 2. Als de aanstelling tot directeur RAS eindigt, eindigt ook de aanstelling als directeur van het Controle Orgaan. 3. De directeur werkt naast, met en voor het bestuur en heeft dan in elk geval de volgende taken: - het initiëren, coördineren en realiseren van de beleidsontwikkeling; - het initiëren, coördineren en realiseren van de beleidsuitvoering. - het aansturen van het secretariaat