Onderzoeksresultaten. Het tracé van de spoorlijn ligt zowel in zones met een hoge en middelhoge archeologische verwachting als in zones met lage verwachtingen. Binnen deze zones vinden voor het realiseren van de Maaslijn grondroerende activiteiten plaats. Op alle locaties waar grondroerende activiteiten plaatsvinden binnen de hoge en middelhoge archeologische verwachtingswaarden dient nader archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. Indien tijdens dit onderzoek archeologische resten worden aangetroffen worden deze veilig gesteld (bijvoorbeeld door middel van opgravingen). Omdat het nader onderzoek nog niet is uitgevoerd is op delen van het tracé, waar een middelhoge en hoge verwachtingswaarde geldt, een dubbelbestemming archeologie in het Provinciaal Inpassingsplan opgenomen. Waarmee eventueel aanwezige archeologische resten zijn zeker gesteld.
Onderzoeksresultaten. 1. De dienst van Xxxxx Genetics levert een onderzoeksrapport op overeenkomstig de door Koper c.q. Xxxxxxxxx gekozen dienst.
2. De inhoud van het rapport betreft nimmer een rapport van medische aard en Koper c.q. Gebruiker kan op geen manier rechten ontlenen aan de onderzoeksresultaten indien deze niet naar verwachting van Koper c.q. Gebruiker zijn. De inhoud van het rapport is nimmer te gebruiken als rechtsgeldig bewijs in geschillen.
3. Het resultaat van het DNA-onderzoek is afhankelijk van diverse omstandigheden waaronder de juist- en tijdigheid van Koper c.q. Gebruiker en de snelheid van derden zoals de bezorgdienst en het laboratorium.
Onderzoeksresultaten. In hoofdstuk 4 worden de onderzoeksresultaten behandeld. In §4.1 wordt de inventarisatie van de knelpunten uit de interviews weergegeven, waarna er in §4.2 een toelichting op de belangrijkste knelpunten wordt gegeven. Tot slot wordt in §4.3 een weergave gegeven van de oorzaken en bijbehorende oplossingen van deze knelpunten.
Onderzoeksresultaten. Alle eigendoms- en gebruiksrechten op de resultaten van het onderzoekswerk dat de Resident verricht gedurende zijn verblijf bij imec, zullen worden overdragen aan imec. Het is de Resident enkel toegelaten de resultaten aan te wenden voor persoonlijk onderzoek. Om onderzoeksresultaten geheel of gedeeltelijk aan derden bekend te maken, zal een voorafgaande schriftelijke goedkeuring vanwege imec noodzakelijk zijn. De Resident kan te allen tijde vrij beschikken over de verworven of nog te verwerven kennis voorafgaand aan, of buiten deze Overeenkomst.
Onderzoeksresultaten. Oude" afspraken
Onderzoeksresultaten. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de gegevens van 123 akkoorden. In 81 van deze 123 cao’s zijn afspraken over een levensloopregeling aangetroffen. Deze afspraken hebben betrekking op ruim 3,6 miljoen werknemers. Dat is circa 70% van het aantal werknemers onder de onderzochte cao’s. De afspraken in cao’s vertegenwoordigen alle sectoren. In de cao’s in de sector handel en horeca komen tot nu toe weinig afspraken voor. In cao’s zijn over het algemeen geen uitgebreide afspraken of volledig uitgewerkte regelingen opgenomen. Er wordt naar de mogelijkheid dan wel het recht op het deelnemen aan de levensloopregeling verwezen of naar het bestaan van een levensloopreglement of personeelsgids. Het aspect verlof wordt veelvuldig genoemd in de zin van de levensloopregeling als financiering voor het opnemen van een periode van (extra) verlof. Ook is er veelvuldig een werkgeversbijdrage in de levensloopregeling in de cao opgenomen. In 11 cao’s wordt uitgebreider stilgestaan bij de levensloopregeling. In bijvoorbeeld de cao voor TNT is een reglement levensloopregeling opgenomen. Na artikelen over het doel, deelneming en regels over de te sparen bedragen volgen verder verschillende andere aspecten. Het gaat daarbij dan om een (niet specifieke) levensloopinstelling (een kredietinstelling of een onderscheidenlijk verzekeraar) waarnaar de bedragen worden overgemaakt dan wel premie wordt gestort. Het opnemen van bedragen ten behoeve van onbetaald verlof, aanvraag duur en consequenties (ten aan zien van pensioenopbouw, opleidingsfaciliteiten, kinderopvang en overige personeelsfaciliteiten) komen ook aan de orde. De cao voor de postkantoren kent een vergelijkbaar reglement waarin de kernelementen van de levensloopregeling zijn vervat. In de cao voor de technische groothandel is een zogenoemde kaderregeling opgenomen. Daarin komen een aantal aspecten aan de orde zoals de duur (maximaal 13 weken), de aanvraag/goedkeuring van het verlof, de opname (voltijd of deeltijd) en arbeidsongeschiktheid tijdens de verlofperiode. Voor het overige wordt verwezen naar de wettelijke regelingen inzake levensloopverlof met name op het punt van arbeidsongeschiktheid en continuering van sociale voorzieningen. Ook in de cao’s voor de metaal- en technische bedrijfstakken wordt in een bijlage de betreffende levensloopregeling uitgebreid beschreven. Na de definities en algemene bepalingen in die cao’s komen de opbouw van het levenslooptegoed, de levenslooprekening, de beschikking over het tegoed...
Onderzoeksresultaten. In 41 van de 70 onderzochte akkoorden zijn afspraken over een levensloopregeling aangetroffen27. In 17 akkoorden zijn de afspraken dusdanig concreet, dat inderdaad per 1 januari 2006 op CAO-niveau een invulling aan de levensloopregeling wordt gegeven. In 10 andere akkoorden zijn de afspraken er op gericht om op of rond 1 januari 2006 de levensloopregeling nader in te kunnen vullen. Het gaat hier bijvoorbeeld om de afspraken om offertes voor een levensloopregeling te vragen. Of om afspraken om medewerking aan de invoering van een levensloopregeling te verlenen. Daarnaast zijn er eveneens 10 akkoorden waarin is afgesproken om voor de invoering van een levensloopregeling eerst een nadere studie te verrichten. Tot slot zijn er nog vier akkoorden waarin de levensloopregeling in het algemeen wordt genoemd of waarin is afgesproken om nader overleg over de invoering van een levensloopregeling te voeren. Onderstaand wordt ingegaan op enkele aspecten van de CAO-afspraken over de levensloopregeling. Hierbij moet worden bedacht dat dit onderzoek voornamelijk is gebaseerd op de tekst van principe-akkoorden. In de CAO kan aan de afspraken in deze akkoorden een nadere invulling worden gegeven. Een voorbeeld hiervan zijn de afspraken die voor het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf zijn gemaakt. In het principe-akkoord voor die bedrijfstak is afgesproken dat de werkgever vanaf 1 januari 2006 een nader te bepalen percentage van het loon stort op een levenslooprekening van de werknemer. In de CAO is dit verder uitgewerkt en is onder meer afgesproken dat de werkgever verplicht is de noodzakelijke administratieve handelingen te verrichten voor een levenslooprekening voor zijn werknemers; dat de werkgever (bij iedere loonbetaling) 1,6% van het brutoloon op de levenslooprekening stort; dat de werknemer de werkgever kan vragen dat bedrag (belast) aan hem uit te betalen; en dat de werknemer de werkgever kan verzoeken een deel van zijn brutoloon op de levenslooprekening te storten.
Onderzoeksresultaten. Ik heb voor mijn onderzoek gekeken naar 4 factoren: de huisvestingslocatie, de huishoud samenstelling, de populatie samenstelling in de buurt, en sociaal kapitaal, waaronder etnisch en interetnisch contact. Ik zal deze factoren nu kort per casus bespreken.
Onderzoeksresultaten. Het eindrapport van het MIRT-onderzoek is vastgesteld in het overleg van de bestuurlijke stuurgroep van 3 juli 2013. De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn samengevat: In 2030 zal, zonder aanvullende maatregelen, sprake zijn van knelpunten in de bereikbaarheid aan de Noordkant Amsterdam bezien vanuit de reistijdnormen uit de Nota Mobiliteit, de provinciale reistijdnormen en de reistijden op prioritaire deur-tot-deur relaties van de Stadsregio Amsterdam (hierna: SRA-relaties). Deze knelpunten gaan samen met een fors aantal voertuigverliesuren. Daarnaast is sprake van sterke variatie in de reistijden (onbetrouwbaarheid) en blijken versto- ringen door incidenten te leiden tot een groot aantal voertuigverliesuren (gebrek aan robuustheid). Verder is vastgesteld dat het bereikbaarheidsprobleem het grootst is aan de oost- kant van het studiegebied. Dit betreft zowel het NoMo-traject A7 als regionale trajecten in Waterland en in het zoekgebied voor de doortrekking van de A8, gesi- De problemen op de A10-Noord en -West zijn beperkt in het referentiejaar 2030, zowel in RC als GE want de reistijdnormen worden hier gehaald.
Onderzoeksresultaten. Resultaten van onderzoek of ontwikkeling die door de onderzoekers worden gerealiseerd in het kader van hun relatie met de UGent en/of met gebruik van de middelen of uitrusting van de UGent (cf. valorisatiereglement). Werken van letterkunde of kunst in de zin van de bepalingen betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (cf. boek XI titel 5 ‘Auteursrecht en naburige rechten’ van het Wetboek Economisch Recht) maken geen deel uit van de onderzoeksresultaten. Computerprogramma’s of databanken beschermd door de bepalingen cf. boek XI titel 5 ‘Auteursrecht en naburige rechten’ van het Wetboek Economisch Recht van 1 januari 2015 maken wel deel uit van onderzoeksresultaten. Zie ook valoriseerbare onderzoeksresultaten.