Opbouw van vakantierechten Voorbeeldclausules

Opbouw van vakantierechten. 41.1 Hoeveel vakantiedagen heeft de werknemer als hij niet het hele jaar bij zijn werkgever werkt?
Opbouw van vakantierechten. Een medewerker die na 1 januari van enig jaar in dienst van de werkgever treedt, dan wel voor 31 december van enig jaar de dienst van de werkgever verlaat, heeft aanspraak op vakantie naar rato van het aantal volle kalendermaanden dat hij/zij gedurende dat vakantiejaar in dienst van de werkgever is, met dien verstande dat indien de medewerker voor of op de 15e van een maand in dienst van de werkgever treedt, dan wel na de 15e van een maand de dienst van de werkgever verlaat, de maand van in, c.q. uit dienst treden ten volle meetelt voor het bepalen van het recht op vakantie in het desbetreffende vakantiejaar. In afwijking hiervan heeft, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de medewerker naar rato recht op vakantie. Indien de medewerker in de loop van het vakantiejaar de dienst van de werkgever verlaat, zullen de teveel genoten vakantierechten met hem/haar worden verrekend.
Opbouw van vakantierechten. Vakantiejaar / onvolledig vakantiejaar Als de arbeidsovereenkomst in de loop van het vakantiejaar aanvangt of eindigt dan wordt het aantal vakantiedagen berekend naar het aantal kalendermaanden waarover maandsalaris verschuldigd was. Vindt de aanvang plaats op de 16e van de maand of eerder, dan telt deze maand mee. Eindigt de arbeidsovereenkomst op de 15e van de maand of eerder, dan telt deze maand niet mee.
Opbouw van vakantierechten. 1. Xxxxxxx vakantiedagen heeft de werknemer als hij niet het hele jaar bij zijn werkgever werkt? 2. Wat gebeurt er met zijn vakantiedagen als hij een tijd niet werkt?
Opbouw van vakantierechten. 40.1. Naar evenredigheid
Opbouw van vakantierechten. 41.1. Naar evenredigheid De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst is (ge- weest) van de werkgever, heeft recht op een evenredig deel van de vakan- tierechten.
Opbouw van vakantierechten. Deze dienen naar Rato te geschieden. (volledige opbouw voor gewerkte uren).
Opbouw van vakantierechten. Iedere medewerker met een fulltime dienstverband die een vol jaar in dienst van de werkgever werkzaam is, heeft aanspraak op een vakantie met behoud van maandinkomen van in totaal respectievelijk: a. 25 werkdagen of diensten, indien de medewerker nog geen 19 jaar en niet leerplichtig is. Deze 25 vakantiedagen bestaan uit 20 wettelijke vakantiedagen en 5 bovenwettelijke vakantiedagen. b. De parttime medewerker heeft naar rato recht op vakantiedagen. c. De medewerker wiens dienstverband in de loop van het vakantiejaar aanvangt ontvangt in dat jaar een aantal dagen vakantie naar rato van het aantal volle maanden dat hij in dat jaar in dienst van de werkgever is. d. Extra vakantiedagen: De medewerker 40 jaar of ouder is, dan wel 5 ononderbroken dienstjaren heeft. 1 extra vakantiedag. De medewerker 40 jaar of ouder is en 5 ononderbroken dienstjaren heeft, dan wel 45 jaar of ouder is. 2 extra vakantiedagen. De medewerker 45 jaar of ouder is en 5 ononderbroken dienstjaren heeft, dan wel 50 jaar of ouder is. 3 extra vakantiedagen. De medewerker 50 jaar of ouder is en 5 ononderbroken dienstjaren heeft. 4 extra vakantiedagen. e. De peildatum voor de leeftijd en voor de dienstjaren als bedoeld hierboven is 1 januari van het lopende vakantiejaar. f. Als regel kan door de werkgever 2 van deze extra bovenwettelijke vakantie dagen of diensten met instemming van de ondernemingsraad als verplichte snipperdagen worden aangewezen.
Opbouw van vakantierechten 

Related to Opbouw van vakantierechten

  • Vakantierechten Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Iedere werknemer heeft per vakantiejaar recht op het volgende aantal verlofdagen: Leeftijd Aantal werkdagen verlofdagen seniorendagen totaal tot 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 25 0 25 tussen 10 jaar en 5 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 25 9 34 vanaf 5 jaar voor de AOW- gerechtigde leeftijd 25 12 37 Een werknemer die gedurende het kalenderjaar de leeftijd bereikt waarop hij recht heeft op seniorendagen, heeft recht op deze dagen naar rato. Hierbij zal het aantal op hele dagen worden afgerond. De ingangsleeftijd van de seniorendagen loopt synchroon op met de AOW- gerechtigde leeftijd. Indien de AOW-leeftijd gedurende de looptijd van deze CAO wordt verhoogd, betekent dit dat de in dit artikel bedoelde leeftijd met dezelfde periode wordt verhoogd.

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. 2. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in de nacht (meer dan 1 uur tussen 00.00 en 06.00 uur). Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. Bestaande afspraken gemaakt met werknemers die voorheen onder de CAO Goederenvervoer Nederland vielen, worden gerespecteerd. 3. Teneinde bij te dragen aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers en die werknemers meer inzicht te geven daarin zal het Sectorinstituut Transport en Logistiek het gebruik van employability- en loopbaanscans en een vitaliteitsprogramma nader promoten. Werknemers kunnen 1x per 3 jaar gebruik maken van deze instrumenten.