Common use of Opzegtermijn Clause in Contracts

Opzegtermijn. 1. De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 jaar heeft bereikt en tenminste één jaar bij de werkgever in dienst is geweest bedraagt die termijn van opzegging tenminste drie weken; b. door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer zal de termijn van opzegging na de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum van vier weken. De opzegging dient te geschieden tegen het einde van de betalingsperiode. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. Opzegging dient tegen het einde van een kalendermaand plaats te hebben. 2. De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot opzegging bedraagt bij een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer arbeidsovereen- komst die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: x. xxxxxx dan 5 jaar heeft bereikt en tenminste één geduurd: 1 maand; b. 5 jaar bij de werkgever of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden; d. 15 jaar of xxxxxx heeft geduurd: 4 maanden. 3. De door werknemer in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;bedraagt 1 maand. b. door opzegging door de werknemer 4. Werknemer en werkgever kunnen schriftelijk van het in het vorige lid bepaalde afwijken, met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer zal dien verstande dat de termijn van opzegging na voor de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met werknemer niet langer mag zijn dan drie maanden en niet langer dan die voor de werkgever geldt. 5. Indien wordt overeengekomen dat de termijn van opzegging voor de werknemer meer dan 1 maand zal bedragen, zal de werkgever een minimum van vier weken. De opzegging zelfde opzegtermijn in acht dienen te nemen als werk- nemer in acht dient te geschieden tegen nemen. Mocht de werkgever op grond van het einde in het tweede lid bepaalde evenwel een langere termijn van opzegging dienen te hanteren dan is overeengekomen, dan dient de betalingsperiodewerkgever de in het tweede lid genoemde langere termijn in acht te nemen. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 36. In geval afwijking van ontslag op staande voet wegens een dringende reden lid 2 bedraagt de door de werkgever in de zin acht te nemen termijn van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat 1 maand indien de werknemer de AOW AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 7. Indien toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst door het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging verkort met de duur van de periode die aanvangt op de datum waarop het volledige verzoek om toestemming is ontvangen en eindigt op de datum van dagtekening van de beslissing op het verzoek om toestemming, met dien verstande dat een termijn van ten minste 1 maand resteert.

Opzegtermijn. 1. Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schriftelijke overeenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen. 2. De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: x. xxxxxx dan vijf jaar heeft bereikt en tenminste geduurd: één jaar bij de werkgever in dienst is geweest bedraagt die termijn van opzegging tenminste drie wekenmaand; b. door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van vijf jaar of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd: twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 wekenmaanden; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer zal de termijn van opzegging na de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum van tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; d. vijftien jaar of langer heeft geduurd: vier weken. De opzegging dient te geschieden tegen het einde van de betalingsperiode. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiodemaanden. 3. In geval De door de werknemer in acht te nemen termijn van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigdopzegging bedraagt één maand. 4. Indien de toestemming bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging verkort met één maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging ten minste één maand bedraagt. 5. De termijn, bedoeld in lid 2, kan slechts worden verkort bij collectieve arbeidsovereenkomst neemt zonder enige of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan. De termijn kan schriftelijk worden verlengd. 6. Van de termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 7. Van lid 4 kan, voorzover het betreft de resterende termijn van opzegging van rechtswege één maand, slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een einde op het moment dat daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer werknemer. 8. Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, mag de AOW gerechtigde leeftijd bereikttermijn van opzegging, bedoeld in lid 6, tweede volzin, voor de werkgever worden verkort, mits de termijn niet korter is dan die voor de werknemer. 9. Voor de toepassing van lid 2 worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te vormen in geval van herstel van de arbeidsovereenkomst ingevolge artikel 682.

Opzegtermijn. 1. 1 Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schrifte- lijke overeenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen. 2 De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging be- draagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: a korter dan 5 jaar heeft bereikt en tenminste één geduurd: 1 maand; b 5 jaar bij of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maan- den; d 15 jaar of langer heeft geduurd: 4 maanden. 3 De door de werkgever werknemer in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;be- draagt 1 maand. b. door opzegging 4 Indien de toestemming bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon be- sluit arbeidsverhoudingen 1945 is verleend, wordt de door de werknemer met een werkge- ver in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als opzegging verkort met 1 maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging ten minste 1 maand bedraagt. 5 De termijn, bedoeld in lid 2, kan slechts worden verkort bij collectieve arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken of bij regeling door of namens een daartoe be- voegd bestuursorgaan. De termijn kan schriftelijk worden verlengd. 6 Van de termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als opzegging voor de werknemer zal mag bij verlenging niet lan- ger zijn dan 6 maanden en voor de werkgever niet korter dan het dub- bele van die voor de werknemer. 7 Van lid 4 kan, voor zover het betreft de resterende termijn van opzeg- ging van 1 maand, slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer. 8 Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, mag de termijn van opzegging na opzegging, be- doeld in lid 6, tweede volzin, voor de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum werkgever worden verkort, mits de termijn niet korter is dan die voor de werknemer. 9 Voor de toepassing van vier weken. De opzegging dient lid 2 worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te geschieden tegen het einde vormen in geval van herstel van de betalingsperiodearbeidsovereenkomst ingevolge artikel 682. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. 1 Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schriftelijke overeenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen. 2 De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: a korter dan 5 jaar heeft bereikt en tenminste één geduurd: 1 maand; b 5 jaar bij of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden; d 15 jaar of langer heeft geduurd: 4 maanden. 3 In afwijking van lid 2 bedraagt de door de werkgever in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;één maand indien de werknemer de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt. b. door opzegging 4 De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt 1 maand. 5 Indien de toestemming bedoeld in artikel 671a lid 1 of lid 2 is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging verkort met de duur van de periode die aanvangt op de datum waarop het volledige verzoek om toestemming is ontvangen en eindigt op de datum van dagtekening van de beslissing op het verzoek van toestemming, met dien verstande dat een termijn van tenminste zoveel weken als ten minste 1 maand resteert. 6 De termijn, bedoeld in lid 2 of lid 3, kan slechts worden verkort bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan. De termijn kan schriftelijk worden verlengd. 7 Van de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken termijn, bedoeld in lid 4, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als opzegging voor de werknemer zal mag bij verlenging niet langer zijn dan 6 maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 8 Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, mag de termijn van opzegging na opzegging, bedoeld in lid 7, tweede volzin, voor de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum werkgever worden verkort, mits de termijn niet korter is dan die voor de werknemer. 9 Voor de toepassing van vier weken. De opzegging dient lid 2 worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te geschieden tegen het einde vormen in geval van herstel van de betalingsperiodearbeidsovereenkomst ingevolge artikel 682 of artikel 683. 2. 10 De partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt, is aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst van een werknemerbij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. 11 De kantonrechter kan de vergoeding, bedoeld in het lid 10, matigen indien hem dit met het oog op de omstandigheden billijk voorkomt, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) dien verstande dat de vergoeding niet minder kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van bedragen dan het in geld vastgestelde loon over de betalingsperiodeopzegtermijn, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kanlid 2, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigdnoch minder dan het in geld vastgestelde loon voor drie maanden. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. De Tenzij de opzegging geschiedt tijdens de proeftijd of wegens dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 en 7:679 BW, geldt voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd artikel 7:672 BW, tenzij hier in dienst neemt een einde:de volgende bepalingen uitdrukkelijk van is afgeweken. a. door opzegging 2. De door de werkgever met in acht te nemen opzegtermijn bedraagt overeenkomstig artikel 7:672 BW bij een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: - korter dan vijf jaar heeft bereikt en tenminste geduurd: één maand; - vijf jaar bij of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd: twee maanden; - tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; - vijftien jaar of langer heeft geduurd: vier maanden. 3. De door de werkgever medewerker in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;bedraagt een maand, tenzij schriftelijk anders overeengekomen. b. door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer zal de termijn van opzegging na de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum van vier weken4. De opzegging dient te geschieden geschiedt tegen het einde van de betalingsperiodekalendermaand. 25. De arbeidsovereenkomst opzegtermijn wordt verkort met de duur van een werknemerde ontslagvergunningsprocedure vanaf het moment van de verzending van de vergunningaanvraag tot het moment van de vergunningverlening, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1dien verstande dat de resterende termijn van opzegging tenminste één maand bedraagt. 6. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag Ten aanzien van de betalingsperiodemedewerker, tenzij bij die op 31 december 1998 45 jaar of krachtens wettelijke bepalingen ouder was en voor wie op grond van artikel XXI van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid (stb.300) op dat moment een langere opzeggingstermijn opzegtermijn gold, blijft de oude opzegtermijn voor de werkgever van kracht voor zover en voor zolang deze langer is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken de in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiodelid 2 bepaalde termijn. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. 1 Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schriftelijke overeen- komst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen. 2 De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot opzegging bedraagt bij een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer ar- beidsovereenkomst die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: a korter dan 5 jaar heeft bereikt en tenminste één geduurd: 1 maand; b 5 jaar bij of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden; d 15 jaar of langer heeft geduurd: 4 maanden. 3 In afwijking van lid 2 bedraagt de door de werkgever in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van op- zegging één maand indien de werknemer de in artikel 7, onderdeel a, van de Alge- mene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt. 4 De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;bedraagt 1 maand. b. door opzegging 5 Indien de omvang van de arbeid niet is vastgelegd, bedraagt de door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging, in afwijking van lid 4, de termijn, bedoeld in artikel 628a, le- den 2 en 4, of vier dagen, indien het een functie betreft die is aangewezen op grond van arti- kel 628a, lid 11. Lid 1 is niet van toepassing. 6 Indien de toestemming bedoeld in artikel 671a, lid 1 of lid 2, is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging verkort met de duur van de peri- ode die aanvangt op de datum waarop het volledige verzoek om toestemming is ontvangen en eindigt op de datum van dagtekening van de beslissing op het verzoek om toestemming, met dien verstande dat een termijn van tenminste zoveel weken als ten minste 1 maand resteert. 7 De termijn, bedoeld in lid 2 of lid 3, kan slechts worden verkort bij collectieve arbeids- overeenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan. De termijn kan schriftelijk worden verlengd. 8 Van de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken termijn, bedoeld in lid 4, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als op- zegging voor de werknemer zal mag bij verlenging niet langer zijn dan 6 maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 9 Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe be- voegd bestuursorgaan, mag de termijn van opzegging na opzegging, bedoeld in lid 7, tweede volzin, voor de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum werkgever worden verkort, mits de termijn niet korter is dan die voor de werk- nemer. 9 Voor de toepassing van vier weken. De opzegging dient lid 2 worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te geschieden tegen het einde vormen in geval van herstel van de betalingsperiodearbeidsover- eenkomst ingevolge artikel 682 of artikel 683. 2. 10 De partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt, is aan de weder- partij een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst van een werknemerbij regelmatige opzegging had be- horen voort te duren. 11 De kantonrechter kan de vergoeding, bedoeld in het lid 10, matigen indien hem dit met het oog op de omstandigheden billijk voorkomt, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) dien verstande dat de ver- goeding niet minder kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van bedragen dan het in geld vastgestelde loon over de betalingsperiodeopzeg- termijn, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kanlid 2, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigdnoch minder dan het in geld vastgestelde loon voor drie maanden. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 jaar heeft bereikt en tenminste één jaar bij de werkgever in dienst is geweest bedraagt die termijn van opzegging tenminste drie weken; b. door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer zal de termijn van opzegging na de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum van vier weken. De opzegging dient te geschieden tegen het einde van de betalingsperiode. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d c (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 7:678 en 7:678 7:679 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op aan het moment dat einde van de betalingsperiode waarin de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. De Tenzij de opzegging geschiedt tijdens de proeftijd of wegens dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 en 7:679 BW, geldt voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd artikel 7:672 BW, tenzij hier in dienst neemt een einde:de volgende bepalingen uitdrukkelijk van is afgeweken. a. door opzegging 2. De door de werkgever met in acht te nemen opzegtermijn bedraagt overeenkomstig artikel 7:672 BW bij een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: - korter dan vijf jaar heeft bereikt en tenminste geduurd: één maand; - vijf jaar bij of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd: twee maanden; - tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; - vijftien jaar of langer heeft geduurd: vier maanden. 3. De door de werkgever medewerker in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;bedraagt een maand, tenzij schriftelijk anders overeengekomen. b. door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer zal de termijn van opzegging na de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum van vier weken4. De opzegging dient te geschieden geschiedt tegen het einde van de betalingsperiodekalendermaand. 25. De arbeidsovereenkomst opzegtermijn wordt verkort met de duur van een werknemerde ontslagvergunningsprocedure (danwel ontbindingsprocedure) vanaf het moment waarop het volledige verzoek om toestemming (danwel het verzoek om ontbinding) is ontvangen tot het moment van de vergunningverlening (danwel de dagtekening van de ontbindingsbeslissing) , met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1dien verstande dat de resterende termijn van opzegging tenminste één maand bedraagt. 6. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag Ten aanzien van de betalingsperiodemedewerker, tenzij bij die op 31 december 1998 45 jaar of krachtens wettelijke bepalingen ouder was en voor wie op grond van artikel XXI van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid (stb.300) op dat moment een langere opzeggingstermijn opzegtermijn gold, blijft de oude opzegtermijn voor de werkgever van kracht voor zover en voor zolang deze langer is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken de in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiodelid 2 bepaalde termijn. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. 1 Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schriftelijke over- eenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen. 2 De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: a korter dan 5 jaar heeft bereikt en tenminste één geduurd: 1 maand; b 5 jaar bij of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden; d 15 jaar of langer heeft geduurd: 4 maanden. 3 In afwijking van lid 2 bedraagt de door de werkgever in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;één maand indien de werknemer de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt. b. door opzegging 4 De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt 1 maand. 5 Indien de toestemming bedoeld in artikel 671a lid 1 of lid 2 is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging verkort met de duur van de periode die aanvangt op de datum waarop het volledige verzoek om toestemming is ontvangen en eindigt op de datum van dagtekening van de be- slissing op het verzoek van toestemming, met dien verstande dat een termijn van tenminste zoveel weken als ten minste 1 maand resteert. 6 De termijn, bedoeld in lid 2 of lid 3, kan slechts worden verkort bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd be- stuursorgaan. De termijn kan schriftelijk worden verlengd. 7 Van de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken termijn, bedoeld in lid 4, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als opzegging voor de werknemer zal mag bij verlenging niet langer zijn dan 6 maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 8 Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, mag de termijn van opzegging na opzegging, bedoeld in lid 7, tweede volzin, voor de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum werkgever worden verkort, mits de termijn niet korter is dan die voor de werknemer. 9 Voor de toepassing van vier weken. De opzegging dient lid 2 worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te geschieden tegen het einde vormen in geval van herstel van de betalingsperiodearbeidsovereenkomst ingevolge artikel 682 of artikel 683. 2. 10 De partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt, is aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst van een werknemerbij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. 11 De kantonrechter kan de vergoeding, bedoeld in het lid 10, matigen indien hem dit met het oog op de omstandigheden billijk voorkomt, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) dien verstande dat de vergoeding niet minder kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van bedragen dan het in geld vastgestelde loon over de betalingsperiodeopzegtermijn, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kanlid 2, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigdnoch minder dan het in geld vastgestelde loon voor drie maanden. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. Opzegging dient tegen het einde van een kalendermaand plaats te hebben. 2. De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: x. xxxxxx dan 5 jaar heeft bereikt geduurd: 1 maand; b. 5 jaar of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden; d. 15 jaar of xxxxxx heeft geduurd: 4 maanden. 3. De door werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt 1 maand. 4. Werknemer en tenminste één jaar bij werkgever kunnen schriftelijk van het in het vorige lid bepaalde afwijken, met dien verstande dat de termijn van opzegging voor de werknemer niet langer mag zijn dan drie maanden en niet langer dan die voor de werkgever geldt. 5. Indien wordt overeengekomen dat de termijn van opzegging voor de werknemer meer dan 1 maand zal bedragen, zal de werkgever een zelfde opzegtermijn in dienst acht dienen te nemen als werknemer in acht dient te nemen. Mocht de werkgever op grond van het in het tweede lid bepaalde evenwel een langere termijn van opzegging dienen te hanteren dan is geweest bedraagt die overeengekomen, dan dient de werkgever de in het tweede lid genoemde langere termijn in acht te nemen. 6. Indien de toestemming als bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (ontslag- vergunning) is verleend, wordt de termijn van opzegging bedoeld in het tweede lid verkort met 1 maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging tenminste drie weken; b. door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer 1 maand zal de termijn van opzegging na de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum van vier weken. De opzegging dient te geschieden tegen het einde van de betalingsperiodebedragen. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1Voor de werknemer geldt een wettelijke opzegtermijn van één maand. De arbeidsovereenkomst opzegtermijn voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met is ook in de wet vastgelegd. één maand bij een termijn arbeidsovereenkomst korter dan vijf jaar twee maanden bij een overeenkomst van tenminste zoveel weken als vijf jaar of langer, maar korter dan tien jaar drie maanden bij een overeenkomst van tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar vier maanden bij een overeenkomst die langer dan vijftien jaar heeft geduurd. De wet geeft de arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid mogelijkheid om van de opzegtermijn af te wijken (Burgerlijk Wetboek, artikel 7: 672 lid 6). De opzegtermijn van werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt mag dan niet langer zijn dan zes maanden en voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 jaar heeft bereikt en tenminste één jaar bij de werkgever in dienst is geweest bedraagt die termijn van geldt tenminste het dubbele aantal. In beide gevallen dient de opzegging tenminste drie weken; b. door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer zal de termijn van opzegging na de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum van vier weken. De opzegging dient schriftelijk te geschieden tegen vóór het einde van de betalingsperiode. 2kalendermaand. Proeftijd Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst kan een proeftijd worden overeengekomen. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als proeftijd is bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag om werkgever en werknemer de gelegenheid te bieden elkaar beter te leren kennen en inzicht te laten verkrijgen in de geschiktheid van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschrevenwerknemer voor de door deze te verrichten werkzaamheden. Indien deze Zowel werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn als werkgever kunnen binnen de proeftijd de arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen met onmiddellijke ingang opzeggen zonder opgave van redenen. De proeftijd moet schriftelijk worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van overeengekomen en de betalingsperiode. 3proeftijd dient voor beide partijen gelijk te zijn. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen De duur van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, is afhankelijk van het soort arbeidsovereenkomst en de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4duur daarvan. De proeftijd mag maximaal één maand duren: bij een arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging voor bepaalde tijd langer dan 6 maanden en korter dan 2 jaar; bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd waarbij het einde niet op een kalenderdatum is gesteld (bijvoorbeeld ter vervanging van rechtswege een einde op het moment zieke werknemer). De proeftijd mag maximaal twee maanden duren: bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van twee jaar of langer. bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst korter dan 6 maanden, kan geen proeftijd worden overeengekomen. Elk beding dat de werknemer proeftijd voor beide partijen ongelijk doet zijn of op langer dan de AOW gerechtigde leeftijd bereikttoegestane termijn is gesteld of in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van korter dan 6 maanden is opgenomen, is nietig.

Opzegtermijn. 1. 1 Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schriftelijke over- eenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen. 2 De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: a korter dan 5 jaar heeft bereikt en tenminste één geduurd: 1 maand; b 5 jaar bij of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden; d 15 jaar of langer heeft geduurd: 4 maanden. 3 In afwijking van lid 2 bedraagt de door de werkgever in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;één maand indien de werknemer de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt. b. door opzegging 4 De door de werknemer met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als opzegging bedraagt 1 maand. 5 Indien de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken toestemming bedoeld in artikel 6 van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel het Buitengewoon besluit ar- beidsverhoudingen 1945 is verleend, wordt de door de werkgever als in acht te ne- men termijn van opzegging verkort met 1 maand, met dien verstande dat de res- terende termijn van opzegging ten minste 1 maand bedraagt. 6 De termijn, bedoeld in lid 2 of lid 3, kan slechts worden verkort bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd be- stuursorgaan. De termijn kan schriftelijk worden verlengd. 7 Van de termijn, bedoeld in lid 4, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer zal mag bij verlenging niet langer zijn dan 6 maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 8 Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, mag de termijn van opzegging na opzegging, bedoeld in lid 7, tweede volzin, voor de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum werkgever worden verkort, mits de termijn niet korter is dan die voor de werknemer. 9 Voor de toepassing van vier weken. De opzegging dient lid 2 worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te geschieden tegen het einde vormen in geval van herstel van de betalingsperiodearbeidsovereenkomst ingevolge artikel 682 of artikel 683. 2. 10 De partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt, is aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst van een werknemerbij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. 11 De kantonrechter kan de vergoeding, bedoeld in het lid 10, matigen indien hem dit met het oog op de omstandigheden billijk voorkomt, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) dien verstande dat de vergoeding niet minder kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van bedragen dan het in geld vastgestelde loon over de betalingsperiodeopzegtermijn, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kanlid 2, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigdnoch minder dan het in geld vastgestelde loon voor drie maanden. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. 1 Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schrifte- lijke overeenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen. 2 De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging be- draagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: a korter dan 5 jaar heeft bereikt en tenminste één geduurd: 1 maand; b 5 jaar bij of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maan- den; d 15 jaar of langer heeft geduurd: 4 maanden. 3 De door de werkgever werknemer in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;be- draagt 1 maand. b. door opzegging 4 Indien de toestemming bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon be- sluit arbeidsverhoudingen 1945 is verleend, wordt de door de werknemer met een werkge- ver in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als opzegging verkort met 1 maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging ten minste 1 maand bedraagt. 5 De termijn, bedoeld in lid 2, kan slechts worden verkort bij collectieve arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken of bij regeling door of namens een daartoe be- voegd bestuursorgaan. De termijn kan schriftelijk worden verlengd. 6 Van de termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als opzegging voor de werknemer zal mag bij verlenging niet lan- ger zijn dan 6 maanden en voor de werkgever niet korter dan het dub- bele van die voor de werknemer. 7 Van lid 4 kan, voor zover het betreft de resterende termijn van opzeg- ging van 1 maand, slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer. 8 Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, mag de termijn van opzegging na opzegging, be- doel in lid 6, tweede volzin, voor de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum werkgever worden verkort, mits de termijn niet korter is dan die voor de werknemer. 9 Voor de toepassing van vier weken. De opzegging dient lid 2 worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te geschieden tegen het einde vormen in geval van herstel van de betalingsperiodearbeidsovereenkomst ingevolge artikel 682. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. De Opzegtermijnen bij een arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door bepaalde tijd: de werkgever met een termijn van tenminste zoveel weken als en de medewerker kunnen beiden de arbeidsovereenkomst na voor bepaalde tijd opzeggen, indien dit is bepaald in de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 wekenindividuele arbeidsovereenkomst. Voor beiden geldt een werknemer die op de dag opzegtermijn van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 jaar heeft bereikt en tenminste één jaar bij de werkgever in dienst is geweest bedraagt die termijn van opzegging tenminste drie weken; b. door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer zal de termijn van opzegging na de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum van vier weken. De opzegging dient te geschieden tegen het einde van de betalingsperiodemaand. 2. De Opzegtermijnen bij een arbeidsovereenkomst van voor onbepaalde tijd: een werknemer, medewerker met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1voor onbepaalde tijd, kan deze opzeggen met inachtneming van een termijn van 1 maand, tenzij in de arbeidsovereenkomst anders is bepaald. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag De opzegtermijn voor de werkgever wordt bepaald door het aantal dienstjaren van de betalingsperiode, tenzij medewerker: - één maand bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer minder dan 5 dienstjaren; - twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiodebij 5 tot 10 dienstjaren; - drie maanden bij 10 tot15 dienstjaren; - vier maanden bij meer dan 15 dienstjaren. 3. In Verlenging van de opzegtermijn van medewerker moet schriftelijk worden overeengekomen. De termijn van opzegging voor de medewerker mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de medewerker. 4. Indien door het UWV toestemming is verleend om de arbeidsovereenkomst op te mogen zeggen, wordt de door de werkgever in acht te nemen opzegtermijn verkort met de duur van de procedure bij het UWV overeenkomstig artikel 672 lid 4 titel 10 boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. De opzegtermijnen gelden niet in geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in of opzegging tijdens de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigdproeftijd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. Opzegging dient tegen het einde van een kalendermaand plaats te hebben. 2. De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: x. xxxxxx dan 5 jaar heeft bereikt geduurd: 1 maand; b. 5 jaar of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden; d. 15 jaar of xxxxxx heeft geduurd: 4 maanden. 3. De door werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt 1 maand. 4. Werknemer en tenminste één jaar bij werkgever kunnen schriftelijk van het in het vorige lid bepaalde afwijken, met dien verstande dat de termijn van opzegging voor de werknemer niet langer mag zijn dan drie maanden en niet langer dan die voor de werkge- ver geldt. 5. Indien wordt overeengekomen dat de termijn van opzegging voor de werkne- mer meer dan 1 maand zal bedragen, zal de werkgever een zelfde opzegtermijn in dienst acht dienen te nemen als werknemer in acht dient te nemen. Mocht de werk- gever op grond van het in het tweede lid bepaalde evenwel een langere termijn van opzegging dienen te hanteren dan is geweest bedraagt die overeengekomen, dan dient de werk- gever de in het tweede lid genoemde langere termijn in acht te nemen. 6. Indien de toestemming als bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (ontslag- vergunning) is verleend, wordt de termijn van opzegging bedoeld in het tweede lid verkort met 1 maand, met dien ver- stande dat de resterende termijn van opzegging tenminste drie weken; b. door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer 1 maand zal de termijn van opzegging na de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum van vier weken. De opzegging dient te geschieden tegen het einde van de betalingsperiodebedra- gen. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. Opzegging dient tegen het einde van een kalendermaand plaats te hebben. 2. De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot opzegging bedraagt bij een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer arbeidsovereen- komst die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: x. xxxxxx dan 5 jaar heeft bereikt en tenminste één geduurd: 1 maand; b. 5 jaar bij de werkgever of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden; d. 15 jaar of xxxxxx heeft geduurd: 4 maanden. 3. De door werknemer in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;bedraagt 1 maand. ‌‌‌ b. door opzegging door de werknemer 4. Werknemer en werkgever kunnen schriftelijk van het in het vorige lid bepaalde afwijken, met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer zal dien verstande dat de termijn van opzegging na voor de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met werknemer niet langer mag zijn dan drie maanden en niet langer dan die voor de werkgever geldt. 5. Indien wordt overeengekomen dat de termijn van opzegging voor de werknemer meer dan 1 maand zal bedragen, zal de werkgever een minimum van vier weken. De opzegging zelfde opzegtermijn in acht dienen te nemen als werknemer in acht dient te geschieden tegen nemen. Mocht de werkgever op grond van het einde in het tweede lid bepaalde evenwel een langere termijn van opzegging dienen te hanteren dan is overeengekomen, dan dient de betalingsperiodewerkgever de in het tweede lid genoemde langere termijn in acht te nemen. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 36. In geval afwijking van ontslag op staande voet wegens een dringende reden lid 2 bedraagt de door de werkgever in de zin acht te nemen termijn van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat 1 maand indien de werknemer de AOW AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 7. Indien toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst door het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging verkort met de duur van de periode die aanvangt op de datum waarop het volledige verzoek om toestemming is ontvangen en eindigt op de datum van dagtekening van de beslissing op het verzoek om toestemming, met dien verstande dat een termijn van ten minste 1 maand resteert.

Opzegtermijn. 1. Opzegging dient tegen het einde van een kalendermaand plaats te hebben. 2. De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: x. xxxxxx dan 5 jaar heeft bereikt en tenminste één geduurd: 1 maand; b. 5 jaar bij de werkgever of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden; d. 15 jaar of xxxxxx heeft geduurd: 4 maanden. 3. De door werknemer in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;bedraagt 1 maand. b. door opzegging door de werknemer 4. Werknemer en werkgever kunnen schriftelijk van het in het vorige lid bepaalde afwijken, met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer zal dien verstande dat de termijn van opzegging na voor de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met werknemer niet langer mag zijn dan drie maanden en niet langer dan die voor de werkgever geldt. 5. Indien wordt overeengekomen dat de termijn van opzegging voor de werknemer meer dan 1 maand zal bedragen, zal de werkgever een minimum van vier weken. De opzegging zelfde opzegtermijn in acht dienen te nemen als werknemer in acht dient te geschieden tegen nemen. Mocht de werkgever op grond van het einde in het tweede lid bepaalde evenwel een langere termijn van opzegging dienen te hanteren dan is overeengekomen, dan dient de betalingsperiodewerkgever de in het tweede lid genoemde langere termijn in acht te nemen. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 36. In geval afwijking van ontslag op staande voet wegens een dringende reden lid 2 bedraagt de door de werkgever in de zin acht te nemen termijn van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat 1 maand indien de werknemer de AOW AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 7. Indien toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst door het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging verkort met de duur van de periode die aanvangt op de datum waarop het volledige verzoek om toestemming is ontvangen en eindigt op de datum van dagtekening van de beslissing op het verzoek om toestemming, met dien verstande dat een termijn van ten minste 1 maand resteert.

Opzegtermijn. 1. Opzegging dient tegen het einde van een kalendermaand plaats te hebben. 2. De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: x. xxxxxx dan 5 jaar heeft bereikt en tenminste één geduurd: 1 maand; b. 5 jaar bij de werkgever of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden; d. 15 jaar of xxxxxx heeft geduurd: 4 maanden. 3. De door werknemer in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;bedraagt 1 maand. b. door opzegging door de werknemer 4. Werknemer en werkgever kunnen schriftelijk van het in het vorige lid be- paalde afwijken, met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer zal dien verstande dat de termijn van opzegging na voor de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met werknemer niet langer mag zijn dan drie maanden en niet langer dan die voor de werkgever geldt. 5. Indien wordt overeengekomen dat de termijn van opzegging voor de werk- nemer meer dan 1 maand zal bedragen, zal de werkgever een minimum van vier weken. De opzegging zelfde op- zegtermijn in acht dienen te nemen als werknemer in acht dient te geschieden tegen nemen. Mocht de werkgever op grond van het einde in het tweede lid bepaalde evenwel een langere termijn van opzegging dienen te hanteren dan is overeengeko- men, dan dient de betalingsperiodewerkgever de in het tweede lid genoemde langere termijn in acht te nemen. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 36. In geval afwijking van ontslag op staande voet wegens een dringende reden lid 2 bedraagt de door de werkgever in de zin acht te nemen ter- mijn van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat 1 maand indien de werknemer de AOW AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 7. Indien toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst door het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging verkort met de duur van de periode die aanvangt op de datum waarop het volledige verzoek om toestemming is ontvangen en eindigt op de datum van dagtekening van de beslissing op het verzoek om toestemming, met dien verstande dat een ter- mijn van ten minste 1 maand resteert.

Opzegtermijn. 1. De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 jaar heeft bereikt en tenminste één jaar bij de werkgever in dienst is geweest bedraagt die termijn van opzegging tenminste drie weken; b. door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer zal de termijn van opzegging na de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum van vier weken. De opzegging dient te geschieden tegen het einde van de betalingsperiode. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d c (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 7:678 en 7:678 7:679 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. Het bepaalde in artikel 7:670 lid 1 aanhef en sub a BW (opzeggingsverbod tijdens arbeidsongeschiktheid) is niet van toepassing, indien de werknemer geen medewerking verleent aan re-integratie in het arbeidsproces. 5. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op aan het moment dat einde van de betalingsperiode waarin de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. Opzegging dient tegen het einde van een kalendermaand plaats te hebben. 2. De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: a. korter dan 5 jaar heeft bereikt geduurd: 1 maand; b. 5 jaar of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maan- den; c. 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maan- den; d. 15 jaar of langer heeft geduurd: 4 maanden. 3. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt 1 maand. 4. Werknemer en tenminste één jaar bij werkgever kunnen schriftelijk van het in het vorige lid bepaalde afwijken, met dien verstande dat de termijn van opzeg- ging voor de werknemer niet langer mag zijn dan drie maanden en niet langer dan die voor de werkgever geldt. 5. Indien wordt overeengekomen dat de termijn van opzegging voor de werknemer meer dan 1 maand zal bedragen, zal de werkgever een- zelfde opzegtermijn in dienst acht dienen te nemen als werknemer in acht dient te nemen. Mocht de werkgever op grond van het in het tweede lid bepaalde evenwel een langere termijn van opzegging dienen te hanteren dan is geweest bedraagt die overeengekomen, dan dient de werkgever de in het tweede lid genoemde langere termijn in acht te nemen. 6. Indien de toestemming als bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (ontslagvergunning) is verleend, wordt de termijn van opzegging bedoeld in het tweede lid verkort met 1 maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging tenminste drie weken; b. door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als voor de werknemer 1 maand zal de termijn van opzegging na de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum van vier weken. De opzegging dient te geschieden tegen het einde van de betalingsperiodebedragen. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. 1 Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schriftelijke over- eenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen. 2 De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: a korter dan 5 jaar heeft bereikt en tenminste één geduurd: 1 maand; b 5 jaar bij of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden; d 15 jaar of langer heeft geduurd: 4 maanden. 3 De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt 1 maand. 4 Indien de toestemming bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon besluit arbeids- verhoudingen 1945 is verleend, wordt de door de werkgever in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen ter- mijn van opzegging verkort met 1 maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging tenminste drie weken;ten minste 1 maand bedraagt. b. 5 De termijn, bedoeld in lid 2, kan slechts worden verkort bij collectieve arbeidsover- eenkomst of bij regeling door opzegging door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan. De termijn kan schriftelijk worden verlengd. 6 Van de werknemer met een termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van tenminste zoveel weken als de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als opzegging voor de werknemer zal mag bij verlenging niet langer zijn dan 6 maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 7 Van lid 4 kan, voor zover het betreft de resterende termijn van opzegging van 1 maand, slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of na- mens een daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer. 8 Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, mag de termijn van opzegging na opzegging, bedoel in lid 6, tweede volzin, voor de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum werkgever worden verkort, mits de termijn niet korter is dan die voor de werknemer. 9 Voor de toepassing van vier weken. De opzegging dient lid 2 worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te geschieden tegen het einde vormen in geval van herstel van de betalingsperiodear- beidsovereenkomst ingevolge artikel 682. 2. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van de betalingsperiode, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kan, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigd. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

Opzegtermijn. 1. 1 Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schrifte- lijke overeenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aan- gewezen. 2 De arbeidsovereenkomst voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst neemt een einde: a. door opzegging door de werkgever met een in acht te nemen termijn van tenminste zoveel weken als de opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst na de meerderjarigheid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken. Deze termijn wordt voor een werknemer ouder dan 45 doch jonger dan 65 jaar voor elk vol jaar dienstverband na de 45e verjaardag met een week verlengd, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken. Voor een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar doch nog niet die van 65 opzegging: a korter dan 5 jaar heeft bereikt en tenminste één geduurd: 1 maand; b 5 jaar bij of langer, maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden; c 10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden; d 15 jaar of langer heeft geduurd: 4 maanden. 3 In afwijking van lid 2 bedraagt de door de werkgever in dienst is geweest bedraagt die acht te nemen termijn van opzegging tenminste drie weken;één maand indien de werknemer de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt. b. door opzegging 4 De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt 1 maand. 5 Indien de toestemming bedoeld in artikel 671a lid 1 of lid 2 is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging ver- kort met de duur van de periode die aanvangt op de datum waarop het volledige verzoek om toestemming is ontvangen en eindigt op de datum van dagtekening van de beslissing op het verzoek van toestemming, met dien verstande dat een termijn van tenminste zoveel weken als ten minste 1 maand resteert. 6 De termijn, bedoeld in lid 2 of lid 3, kan slechts worden verkort bij collec- tieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan. De termijn kan schriftelijk worden verlengd. 7 Van de arbeidsovereenkomst na zijn meerderjarigheid tijdvakken termijn, bedoeld in lid 4, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van twee gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 6 weken; c. voor zowel de werkgever als opzegging voor de werknemer zal mag bij verlenging niet langer zijn dan 6 maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 8 Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, mag de termijn van opzegging na opzegging, be- doeld in lid 7, tweede volzin, voor de proeftijd tenminste één betalingsperiode bedragen met een minimum werkgever worden verkort, mits de termijn niet korter is dan die voor de werknemer. 9 Voor de toepassing van vier weken. De opzegging dient lid 2 worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te geschieden tegen het einde vormen in geval van herstel van de betalingsperiodearbeidsovereenkomst ingevolge artikel 682 of artikel 683. 2. 10 De arbeidsovereenkomst partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt, is aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van een werknemerhet in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsover- eenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. 11 De kantonrechter kan de vergoeding, bedoeld in het lid 10, matigen in- dien hem dit met het oog op de omstandigheden billijk voorkomt, met een arbeidsovereenkomst als bedoeld onder artikel 2.1. lid 1 sub d (tijdelijke aard) dien verstande dat de vergoeding niet minder kan wederzijds worden beëindigd met een opzeggingstermijn van één dag tegen elke dag van bedragen dan het in geld vastgestelde loon over de betalingsperiodeopzegtermijn, tenzij bij of krachtens wettelijke bepalingen een langere opzeggingstermijn is voorgeschreven. Indien deze werknemer langer dan twee maanden onafgebroken in dienst is, zal zijn arbeidsovereenkomst wederzijds slechts kunnen worden beëindigd met een opzeggingstermijn van 6 dagen tegen elke dag van de betalingsperiode. 3. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:677 en 7:678 BW zal, en tijdens of bij het beëindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 2.2.1. kanlid 2, de arbeidsovereenkomst onmiddellijk worden beëindigdnoch min- der dan het in geld vastgestelde loon voor drie maanden. 4. De arbeidsovereenkomst neemt zonder enige opzegging van rechtswege een einde op het moment dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.