Pensioenvoorzieningen Voorbeeldclausules

Pensioenvoorzieningen. Er bestaan pensioenvoorzieningen in het bedrijf van de werkgever. De medewerkers zijn verplicht op de grondslag van de desbetreffende reglementen aan deze voorzieningen deel te nemen. Over belangrijke wijzigingen inzake recht en/of premiebetaling door de medewerker zal de werkgever overleg plegen met de vakbonden.
Pensioenvoorzieningen. 22.1 Bij SABIC IP/SHPP geldt één pensioenregeling, uniform voor zowel medewerkers van SABIC Innovative Plastics B.V., SHPP B.V. en SABIC Limburg B.V. in de vorm van een CDC-regeling. De pensioenregeling is vastgelegd in het pensioenreglement van het pensioenfonds SABIC NL PF. Deelname aan de pensioenregeling is voor medewerkers verplicht De regeling kent een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar. De pensioenpremie bedraagt 25.5% van het Pensioenloon conform het Pensioen- reglement Stichting Pensioenfonds SPF (voor de medewerker bedraagt de premie tot de premieberekeningsgrens 2,5% en daarboven 6,5%, het restant van de premie tot 25,5%, wordt door SABIC aangevuld). Voor de medewerkersbijdrage zal een gedeelte worden ingehouden door middel van de verrekening van de 4 ATV-dagen. Deze afspraken gelden voor een periode van 5 jaar, dat wil zeggen tot 1 januari 2024.
Pensioenvoorzieningen. 23.1 Bij SABIC IP geldt één pensioenregeling, uniform voor zowel medewerkers van SABIC Innovative Plastics B.V. en SABIC Limburg B.V. in de vorm van een CDC-regeling. De pensioenregeling is vastgelegd in het pensioenreglement van het pensioenfonds SABIC NL PF. Deelname aan de pensioenregeling is voor medewerkers verplicht De regeling kent een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. De pensioenpremie bedraagt 25.5% van de loonsom (voor de medewerker bedraagt de premie tot de premieberekeningsgrens 2,5% en daarboven 6,5%, het restant van de premie tot 25,5%, wordt door SABIC aangevuld). Voor de medewerkersbijdrage zal een gedeelte worden ingehouden door middel van de verrekening van de 4 ATV-dagen. Deze afspraken gelden voor een periode van 5 jaar, dat wil zeggen tot 1 januari 2019.
Pensioenvoorzieningen. 1. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming op wie deze CAO van toepassing is, aan te melden bij de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en Aanverwante Bedrijven, overeenkomstig de bepalingen, opgenomen in de statuten en het reglement van deze vereniging.
Pensioenvoorzieningen. Met ingang van 1 januari 2012 geldt voor de Werknemers die vallen onder de OPTAS A én de OPTAS B één pensioenregeling. Hierdoor worden zowel de OPTAS B als de OPTAS A pensioenen verbeterd. De nieuwe pensioenregeling ziet er op hoofdlijnen als volgt uit: Deelnemers De huidige deelnemers in de OPTAS A en OPTAS B regelingen en medewerkers die op of na 1 januari 2012 in dienst treden. Pensioen spilleeftijd 65 jaar Bruto premiestaffel 88% van de met een rek loonbelasti leeftijd 4% rekenrente premiestaffel III enrente van 4% (besluitng 28 april 2003). 88,00% 20-24 7,13% 25-29 8,62%
Pensioenvoorzieningen. Pensioenvoorzieningen Er bestaan pensioenvoorzieningen in het bedrijf van de werkgever. De medewerkers zijn verplicht op de grondslag van de desbetreffende reglementen aan deze voorzieningen deel te nemen. Over belangrijke wijzigingen inzake recht en/of premiebetaling door de medewerker zal de werkgever overleg plegen met de vakbonden. Met ingang van 1 januari 2006 is een nieuwe pensioenregeling met bijbehorende overgangsregeling ingevoerd.
Pensioenvoorzieningen. Ten behoeve van de onder deze cao vallende werknemers zijn door de werkgever een tweetal pensioenregelingen tot 1 maart 2017 ondergebracht bij OPTAS Pensioenen NV (100% dochteronderneming van Aegon N.V.). Vanaf 1 maart 2017 zijn de beide pensioenregelingen verzekerd bij Aegon Cappital (eveneens 100% dochteronderneming van Aegon N.V.). Per 1 januari 2018 is de pensioenrichtleeftijd gesteld op de 68-jarige leeftijd en per 1 januari 2021 is de A-regeling aangepast qua franchise en netto premiestaffel. De belangrijkste kenmerken van de pensioenregelingen voor de periode vanaf 1 januari 2021 zijn hieronder vermeld. • Deelnemers zijn de werknemers, die op of na 1 januari 1998 in dienst zijn getreden. • Beschikbare premieregeling. • Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00 jaar. • Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00 jaar. • Het pensioengevend jaarsalaris is 12 maal het vaste maandsalaris, vermeerderd met de vakantietoeslag en indien overeengekomen de 13e maand, ploegentoeslag en persoonlijke toeslag (2021: maximum € 112.189). • Franchise is gelijk aan 100/75 AOW voor een samenwonende inclusief de vakantietoeslag (2021: € 14.544). • Pensioengrondslag is het pensioengevend jaarsalaris minus de franchise. • De beschikbare netto premie is een percentage van de pensioengrondslag en is gebaseerd op 90% van de maximale fiscale staffel 2 op 3% rekenrente (staffelbesluit 17 december 2014), namelijk: 20 – 24 jaar 7,20% 25 – 29 jaar 8,37% 30 – 34 jaar 9,72% 35 – 39 jaar 11,25% 40 – 44 jaar 13,14% 45 – 49 jaar 15,30% 50 – 54 jaar 17,82% 55 – 59 jaar 20,97% 60 – 64 jaar 24,93% 65 – 67 jaar 28,89% • De eigen bijdrage van de deelnemer is 6,5% van een ‘afgeleide’ pensioengrondslag en wordt in maandelijkse termijnen verrekend met het salaris van de deelnemer. Bij het bepalen van de eigen bijdrage wordt namelijk rekening gehouden met een franchise ter grootte van 100/70 AOW voor een samenwonende inclusief de vakantietoeslag (2021: € 15.583). • Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en nabestaandenpensioenen bij overlijden voor de pensioendatum (partnerpensioen 1,16% per deelnemersjaar vanaf datum in dienst; wezenpensioen is 20% van het partnerpensioen) zijn op risicobasis verzekerd gedurende het dienstverband met de werkgever. • Deelnemers zijn de werknemers, die geboren zijn in de geboortejaren 1950- 1976 en voor 1 januari 1998 reeds verzekerd waren bij het Pensioenfonds voor de Vervoer en Havenbedrijven (PVH). • Beschikbare premieregeling. • Pensioenrichtleeftijd 68 jaar. • Het pensioengevend jaarsala...
Pensioenvoorzieningen. De op het moment van uittreding bestaande pensioenvoorzieningen, met uitzondering van de pré-pensioenspaarregeling, worden onverkort gehandhaafd, alsof betrokkene nog in dienst van de werkgever was gebleven.
Pensioenvoorzieningen. 7.1 Wanneer het dienstverband is beëindigd, eindigt formeel eveneens de deelneming in het pensioenfonds. Volgens de bepalingen van het pensioenreglement worden de tot het einde van het dienstverband opgebouwde pensioenrechten premievrij gemaakt en omgezet in een uitgesteld pensioen op 65-jarige leeftijd, danwel overgedragen aan een ander pensioenfonds.
Pensioenvoorzieningen. 2. Indien werknemers gebruik maken van de wettelijke regeling inzake ouderschapsverlof, evenals van de zogenaamde 32-uursregeling – zie artikel 40 – zal de opbouw van pensioenrechten niet worden aange- tast, onder voorwaarde dat de premiebetaling wordt voortgezet op basis van het inkomen en de premieverdeling zoals deze direct voor- afgaande aan het ouderschapsverlof c.q. 32-uursregeling gold.