Protocol Voorbeeldclausules

Protocol. Het bij de CAO gevoegde protocol wordt geacht deel uit te maken van de CAO.
Protocol. CAO VCK Logistics Airfreight B.V. 2017 Paraaf VCK: Paraaf CNV: 42
Protocol. Vanaf het vakantiejaar 2012 zal de werkgever een bewust beleid voeren om de ongewenste grote omvang van individuele oude vakantierechten, opgebouwd vanaf 2007 tot 2010, gericht af te bouwen. Dit zal plaatsvinden in goed overleg tussen de direct leidinggevende en de betrokken werknemer. Indien dat overleg niet tot het gewenste resultaat leidt kan de werkgever de conform lid 8 data vaststellen waarop de vakantiedagen worden opgenomen. Daar waar reeds een doelbestemming voorzien was zal deze worden ingepast in de nieuwe doelspaarregeling.
Protocol. Artikel 1 (betreffende artikel 5 – Bescherming van persoonsgegevens) In tegenstelling tot bij het Eiland Man, Jersey en Guernsey was geen advies voorhanden van de Europese Commissie over het niveau van gegevensbescherming op de Britse Maagdeneilanden. Evenals Duitsland heeft Nederland daarom voorgesteld een aantal basisregels voor de behandeling van persoonsgegevens vast te leggen zoals voortvloeiend uit de Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PbEG L 281, blz. 31-50). Deze regels zijn vastgelegd in artikel 1 van het Protocol. Dezelfde regeling is ook overeengekomen met ondermeer Bermuda en de Turks- en Caicoseilanden. De regeling waar­borgt onder meer een inzagerecht (onder sub e), dat betrokkenen de gelegenheid geeft op verzoek inzage te krijgen in de gegevens die hen betreffen en hoe deze gegevens worden aangewend. Het gaat hierbij niet om een kennisgevingprocedure. Verder is voorzien in een aansprakelijkheidsregeling voor het geval waarin schade wordt geleden door gegevensverstrekking, met in achtneming van het nationale recht. Het doel van deze regeling (onder f) is het verlagen van een drempel om in zulke ge­vallen toekomende rechten in te roepen, mede gezien de grote geografische afstand tussen de be­trokkene(n) en de verdragsluitende staat of staten. Dit doet evenwel niet af aan de eventuele aanspra­kelijkheid van de andere betrokken overheid, zodat, waar toepasselijk, een regresrecht kan worden geëffectueerd. Artikel 2 (betreffende artikel 5 – Kennisgeving op verzoek) De Britse Maagdeneilanden willen graag een efficiënte informatie-uitwisseling bevorderen en daarom bepaalt artikel 2 dat als een verzoek om informatie onvolledig is, de verzoekende partij hier­over zo spoedig mogelijk wordt geïnformeerd. De verzoekende partij zal worden verzocht de aanvul­lende informatie te verstrekken zodat het verzoek zo effectief mogelijk kan worden afgehandeld.
Protocol. De CAO wijzigingen zijn direct in dit document verwerkt zonder voorafgaand protocol.
Protocol. Het bijgevoegde Protocol vormt een integrerend onderdeel van dit Verdrag.
Protocol. Bij de ondertekening van het Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrek- king tot belastingen naar het inkomen, heden gesloten tussen het Ko- ninkrijk der Nederlanden en het Sultanaat Oman, zijn de ondergeteken- den overeengekomen dat de volgende bepalingen een integrerend onderdeel van het Verdrag vormen.
Protocol. 15.1 Plas Budgetcoach houdt zich strikt aan het protocol indien er sprake is van verbaal en/of fysiek geweld. Dit protocol houdt het volgende in: 15.2 Bij verbaal geweld krijgt cliënt per aangetekend schrijven een berisping. Bij herhaling wordt bij de politie aangifte van intimidatie gedaan en wordt de samenwerking beëindigd. 15.3 Bij fysiek geweld wordt meteen aangifte bij de politie gedaan en wordt de samenwerking, met onmiddellijke ingang, beëindigd. 15.4 Bij overtreding van de artikelen 15.1 t/m 15.3 is de cliënt aansprakelijk voor alle directe en/of indirecte schade die Plas Budgetcoach te gevolge van deze overtreding zal lijden. 15.5 Alle kosten voor beëindiging van de overeenkomst zullen aan de cliënt dan wel aan een sponsor ( een Plas Budgetcoach betalende derde) in rekening worden gebracht.
Protocol. Betreffende artikel 4, derde lid: In het Protocol, dat een integrerend onderdeel van het Verdrag vormt, wordt artikel 4, derde lid, van het Verdrag nader toegelicht. Ter aanvulling van het woonplaatsbegrip zijn de verdragsluitende partijen overeengekomen dat waar het een trust betreft als uitgangspunt geldt de woonplaats van de lasthebber van de trust, dan wel de plaats waar de administratieve beslissingen ten aanzien van de trust worden genomen. Indien beide criteria geen uitsluitsel bieden over de woonplaats van de trust, kunnen de verdragsluitende partijen in onderling overleg de woonplaats van de Trust overeenkomen.
Protocol. Bij de ondertekening van de Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, heden tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden gesloten, zijn de ondergetekenden overeengekomen dat de volgende bepalingen een integrerend deel van de Overeenkomst vormen. 10.0.1. I. Ad artikel 3, eerste lid, onderdeel b Het is wel te verstaan dat de uitdrukking "Nederland" de exclusieve economische zone omvat waarbinnen Nederland soevereine rechten kan uitoefenen in overeenstemming met het internationale recht, indien Nederland zal overgaan tot de aanwijzing van een zodanige zone in de Nederlandse wetgeving en tot de uitoefening van heffingsrechten daarin. 10.0.2. II. Ad artikel 3, eerste lid, onderdeel g Vervoer van voorraden of personeel tussen een Overeenkomstsluitende Staat en een plaats in die Staat waar werkzaamheden buitengaats worden verricht of tussen dergelijke plaatsen, wordt beschouwd als vervoer tussen plaatsen in die Staat. 10.0.3. III. Ad artikel 4 Een natuurlijke persoon die aan boord van een schip woont zonder een werkelijke woonplaats in een van de Overeenkomstsluitende Staten te hebben, wordt geacht inwoner te zijn van de Overeenkomstsluitende Staat waarin het schip zijn thuishaven heeft. 10.0.4. IV. Ad artikel 5, 6, 13 en 23 Het is wel verstaan dat rechten tot exploratie en exploitatie van de zeebodem en de ondergrond daarvan en hun natuurlijke rijkdommen worden beschouwd als een onroerende zaak die is gelegen in de Overeenkomstsluitende Staat op wiens zeebodem en ondergrond daarvan deze rechten betrekking hebben, alsmede dat deze rechten worden geacht te behoren tot de activa van een vaste inrichting in die Staat. Voorts is het wel verstaan dat vorenbedoelde rechten ook omvatten rechten op belangen bij, of voordelen uit, vermogensbestanddelen die voortvloeien uit die exploratie of exploitatie. 10.0.5. V. Ad artikel 7 Met betrekking tot het eerste en het tweede lid van artikel 7 geldt dat, indien een onderneming van een Overeenkomstsluitende Staat in de andere Overeenkomstsluitende Staat goederen of koopwaar verkoopt of een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, de voordelen van die vaste inrichting niet worden bepaald op basis van het totale door de onderneming ontvangen bedrag, doch slechts op basis van de vergoedingen die aan de werkelijke werkzaamheden van de vaste inrichting voor ...