Reiskostenregeling Voorbeeldclausules

Reiskostenregeling. Per 1 januari 2011 is een reiskostenregeling ingevoerd. Woon-werkverkeer wordt vanaf deze datum door de werkgever aan de werknemer vergoed met inachtneming van het volgende: a. De hoogte van de vergoeding bedraagt € 0,15 per kilometer bij een minimum reisafstand van 5 kilometer en een maximum reisafstand van 40 kilometer enkele reis per gewerkte dag. b. Een reisafstand van meer dan 40 kilometer enkele reis wordt als 40 kilometer vergoed; c. Berekening enkele reis en terug volgens de ANWB-routeplanner, kortste route (postcode woonadres, postcode werkplek); d. Indien er sprake is van vervoer door of namens de werkgever geregeld, geldt geen vergoeding in de zin van deze reiskostenregeling; e. Indien bij verhuizing op initiatief van de werknemer de reisafstand groter wordt, is toestemming van de werkgever vereist voor een hogere vergoeding; f. Als een reiskostenregeling op bedrijfsniveau bestaat die voor de werknemer gunstiger is dan de CAO-regeling, geldt de regeling op bedrijfsniveau; g. Uitbetaling van de reiskostenvergoeding geschiedt met inachtneming van de regels die de belastingwetgeving hieraan stelt. Dit betekent dat de reiskostenvergoedingen afhankelijk van die regelingen netto of bruto worden uitgekeerd. h. Het fiscaal verrekenen van niet ontvangen reiskosten wordt op vrijwillige basis mogelijk gemaakt, met inachtneming van het gebruik van een door Raltex goedgekeurde modelovereenkomst en uitvoeringsregelement.
Reiskostenregeling. De werkgever stelt met instemming van de OR regelingen vast voor de vergoeding van reiskosten (woon- werkverkeer en dienstreizen), verblijfskosten, plaats- en tijdonafhankelijk werken en het ter beschikking stellen van lease-auto’s. De regelingen worden gepubliceerd op Intranet.
Reiskostenregeling. 41.1. Voor het dagelijks heen-en-weer reizen is een reiskostenregeling opgesteld waarbij het navolgende is overeengekomen. 41.2. Voor een daadwerkelijk afgelegde kilometer wordt een onbelaste vergoeding van € 0,15 toegekend. 41.3. Er wordt een eigen bijdrage (EB) per werknemer van € 26,- per maand ingehouden. Hierdoor ontstaat feitelijk een ondergrens voor toekenning van een reiskostenvergoeding voor een enkele reis van 4 kilometer. 41.4. De bovengrens voor een enkele reis is vastgesteld op 60 kilometer per enkele reis. 41.5. Voor het vaststellen van de reiskostenvergoeding wordt de volgende formule gehanteerd: 41.6. De vergoeding van de daadwerkelijke kilometers vindt plaats over 11 maanden (dus exclusief de vakantiemaand c.q. –dagen). Het totale jaarbedrag aan reiskostenvergoeding wordt gelijkelijk over 12 maanden verdeeld en maandelijks uitbetaald. De toegekende vergoedingen worden uitbetaald conform de dan geldende fiscale regels. 41.7. De in punt 42.3. genoemde eigen bijdrage geldt voor een werknemer met een fulltime arbeidsovereenkomst. De eigen bijdrage en de vergoedingen voor een parttime werknemer worden naar rato op basis van het aantal werkdagen zoals contractueel overeengekomen, vastgesteld.
Reiskostenregeling. Voorbeeld Bijvoorbeeld
Reiskostenregeling. 1. De werknemer heeft recht op een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer volgens onderstaande regeling: a. De reiskostenregeling geldt voor alle werknemers die voor hun woon-werkverkeer geen gebruik maken van een auto van de werkgever. b. De reiskostenvergoeding bedraagt € 0,15 per kilometer. c. Over een enkelvoudige reisafstand van 10 kilometer wordt geen vergoeding verstrekt. Dat betekent dat er per werkdag een eigen bijdrage geldt van totaal 20 kilometer. d. De reiskostenvergoeding zal maximaal worden gebaseerd op basis van een enkelvoudige reisafstand van 55 kilometer na aftrek van de eigen bijdrage van 10 km enkelvoudige reisafstand. e. De reisafstand wordt berekend door de werkgever op basis van de kortste route per auto volgens de ANWB routeplanner. De werkgever bewaart de calculatie in het dossier van de betreffende medewerker. f. De reiskostenvergoeding geldt alleen voor gewerkte dagen, dus niet vakantie- en/of ziekte- en/of buitengewoon verlofdagen. g. Bij overplaatsing van een werknemer wordt de reiskostenvergoeding herzien op basis van de nieuwe woon-werkafstand. h. Een werknemer die op eigen initiatief verder weg gaat wonen van zijn werkplaats ontvangt geen hogere reiskostenvergoeding dan is vastgesteld op grond van zijn oorspronkelijke woonplaats. i. Incidentele overplaatsing. Indien een werknemer, in opdracht van de werkgever, incidenteel werkzaamheden verricht in een filiaal dat gelegen is op een afstand van tenminste 5 kilometer van het filiaal waar hij normaal zijn werkzaamheden verricht en er sprake is van hogere reiskosten, zal een tijdelijk hogere reiskostenvergoeding worden verstrekt. De vergoeding bedraagt bij gebruik van de eigen auto de maximale belastingvrije vergoeding per kilometer. j. Ambulante werknemers. Aan de werknemer, die in opdracht van de werkgever regelmatig in verschillende filialen werkzaamheden verricht en in opdracht van de werkgever voor vervoer gebruik maakt van een eigen auto, wordt de maximale belastingvrije vergoeding per kilometer verstrekt. a. In afwijking van het gestelde in het eerste lid behoudt de werknemer, die op 31 december 2018 in dienst was van de werkgever en sindsdien onafgebroken in dienst is gebleven, de reiskostenvergoeding op grond van de voor 1 januari 2019 bestaande reiskostenregeling in zijn bedrijf, indien en voor zolang die vergoeding hoger is dan de reiskostenvergoeding als bedoeld in het eerste lid. b. Op het moment dat de reiskostenvergoeding berekend op basis van het gestelde in het e...
Reiskostenregeling. 1. De werkgever dient een regeling voor vergoeding van reiskosten voor woon-werkverkeer en voor dienstreizen te hebben. 2. De vergoeding voor dienstreizen is tenminste overeenkomstig de fiscaal vastgestelde vergoeding per kilometer. 3. De vergoeding van reiskosten per maand voor woon-werkverkeer wordt tenminste vastgesteld conform onderstaande staffel, gebaseerd op de fiscaal vastgestelde vergoeding per kilometer. 4. Indien de werknemer met het openbaar vervoer reist, kan de werkgever ook de werkelijke reiskosten vergoeden op basis van de laagste klasse en het goedkoopste tarief van het openbaar vervoer. Onderstaande staffel geldt als basis. 5. Op verzoek van de werkgever dient de werknemer de bescheiden te overleggen, waaruit het bedrag van de vergoeding kan worden vastgesteld. 11 € 15,00 € 30,00 € 45,00 € 60,00 € 75,00 12 € 16,00 € 33,00 € 49,00 € 65,00 € 81,00 13 € 18,00 € 35,00 € 53,00 € 70,00 € 88,00 14 € 19,00 € 38,00 € 57,00 € 76,00 € 95,00 15 € 20,00 € 41,00 € 61,00 € 81,00 € 102,00 16 € 22,00 € 43,00 € 65,00 € 87,00 € 108,00 17 € 23,00 € 46,00 € 69,00 € 92,00 € 115,00 18 € 24,00 € 49,00 € 73,00 € 98,00 € 122,00 19 € 26,00 € 52,00 € 77,00 € 103,00 € 129,00 20 € 27,00 € 54,00 € 81,00 € 108,00 € 136,00 21 € 28,00 € 57,00 € 85,00 € 114,00 € 142,00 Artikel 19 van de CAO Sport bevat minimumafspraken ten aanzien van de reiskosten voor woon-werkverkeer en voor de dienstreizen. De staffel geeft de vergoedingen aan per maand. Deze afspraken zijn op basis van de fiscaal vastgestelde vergoeding per kilometer en kunnen onbelast aan de werknemer worden vergoed. Een werknemer werkt drie dagen per week. De enkele reisafstand woon-werk is 15 km. De vergoeding voor de heen- en terugreis samen bedraagt dan conform de staffel € 61,- per maand. Bijvoorbeeld. Indien de werkgever een Openbaar Vervoerskaart vergoed of verstrekt mag het deel van de vergoeding dat ziet op het aantal dagen waarop de medewerker ‘zakelijk reist’ onbelast worden toegekend. Er staan twee wegen ter beschikking:
Reiskostenregeling. De werkgever zorgt dat er een reiskostenregeling beschikbaar is.
Reiskostenregeling. 1. De werkgever heeft een regeling voor de vergoeding van reiskosten voor zakelijk en woon-werkverkeer. 2. De reiskostenvergoeding voor zakelijk verkeer is minimaal hetzelfde als de fiscaal vastgestelde maximale onbelaste vergoeding per kilometer. 3. De vergoeding van de reiskosten per maand voor woon-werkverkeer wordt tenminste vastgesteld volgens onderstaande staffel, gebaseerd op de fiscaal vastgestelde maximale onbelaste vergoeding per kilometer. 4. De werkgever kan aan de werknemer die met het openbaar vervoer reist ook de werkelijke reiskosten vergoeden op basis van de laagste klasse en het goedkoopste tarief van het openbaar vervoer. Onderstaande staffel geldt hierbij als basis. 5. Op verzoek van de werkgever zal de werknemer bewijzen aanleveren, op basis waarvan het bedrag van de vergoeding kan worden vastgesteld. 11 € 15,00 € 30,00 € 45,00 € 60,00 € 75,00 12 € 16,00 € 33,00 € 49,00 € 65,00 € 81,00 13 € 18,00 € 35,00 € 53,00 € 70,00 € 88,00 14 € 19,00 € 38,00 € 57,00 € 76,00 € 95,00 15 € 20,00 € 41,00 € 61,00 € 81,00 € 102,00 16 € 22,00 € 43,00 € 65,00 € 87,00 € 108,00 17 € 23,00 € 46,00 € 69,00 € 92,00 € 115,00 18 € 24,00 € 49,00 € 73,00 € 98,00 € 122,00 19 € 26,00 € 52,00 € 77,00 € 103,00 € 129,00 20 € 27,00 € 54,00 € 81,00 € 108,00 € 136,00 21 € 28,00 € 57,00 € 85,00 € 114,00 € 142,00
Reiskostenregeling. 1. De werkgever heeft een regeling voor de vergoeding van reiskosten voor zakelijk en woon-werkverkeer. 2. De reiskostenvergoeding voor zakelijk verkeer is minimaal hetzelfde als de fiscaal vastgestelde maximale onbelaste vergoeding per kilometer. 3. De vergoeding van de reiskosten per maand voor woon-werkverkeer wordt tenminste vastgesteld volgens onderstaande staffel, gebaseerd op de fiscaal vastgestelde maximale onbelaste vergoeding per kilometer. 4. De werkgever kan aan de werknemer die met het openbaar vervoer reist ook de werkelijke reiskosten vergoeden op basis van de laagste klasse en het goedkoopste tarief van het openbaar vervoer. Onderstaande staffel geldt hierbij als basis. 5. Op verzoek van de werkgever zal de werknemer bewijzen aanleveren, op basis waarvan het bedrag van de vergoeding kan worden vastgesteld. Van 0 t/m 10 km geldt geen vergoeding Km 21 geldt indien km enkele reis > 20 km bedraagt
Reiskostenregeling. De werknemer heeft recht op een reiskostenvergoeding woon- werkverkeer volgens onderstaande regeling. 1. Deze regeling geldt voor alle werknemers die voor hun woon- werkverkeer geen gebruik maken van een auto van de werkge- ver. 2. Als regel worden de reiskosten berekend op basis van het ter beschikking staand openbaar vervoer via de kortst mogelijke route en tegen de laagst mogelijke kosten.