Roostervrije tijd. In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 22 lid 1, is de werkgever bevoegd ten aanzien van werknemers bedoeld in artikel 1, lid 2 deel C werkzaam in de inflightcatering, de roostervrije tijd die deze werknemers hebben op grond van artikel 22 lid 1, in te roosteren in uren in plaats van in dagen.
Roostervrije tijd. In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 22 lid 1, is de werkgever bevoegd ten aanzien van werknemers bedoeld in artikel 1, lid 2 deel B werkzaam in de institutionele sector, de roostervrije tijd die deze werknemers hebben op grond van artikel 22 lid 1, in te roosteren in uren in plaats van in dagen. Dit geldt voor zowel toekomstige als voor bestaande contracten een en ander onder de voorwaarde dat alle betrokken werknemers zich hiermee schriftelijk akkoord verklaren. Alsdan dient aan de Vakraad ontheffing te worden gevraagd.
Roostervrije tijd a. Onder roostervrije tijd wordt verstaan uren/dagen die, na overleg met de werknemers, door de werkgever worden aangewezen en gedurende welke de werknemer vrijaf heeft met behoud van het overeengekomen loon. Roostervrije tijd kan in de vorm van roostervrije uren of dagen worden vastgesteld. Bij een 37,5-urige werkweek dienen 5 roostervrije dagen te worden vastgesteld, bij een 38,75-urige werkweek 12 roostervrije dagen en bij een 40-urige werkweek 19 roostervrije dagen. Wordt er (binnen de in lid 1 onder a aangegeven grenzen) een andere werkweek dan de hierboven genoemde werkweken aangehouden, dan wordt het aantal roostervrije dagen naar verhouding vastgesteld.
b. Voor deeltijdwerknemers zal een aantal roostervrije uren c.q. dagen gelden in verhouding tot het aantal uren of dagen, dat voor werknemers met een volledig dienstverband van toepassing is.
c. Indien het bedrijfsbelang zulks vereist is de werkgever in overleg met de werknemers gerechtigd het reeds vastgestelde rooster te wijzigen.
d. Bij indiensttreding in de loop van het kalenderjaar zal de werkgever voor de betreffende werknemer een gelijk aantal roostervrije uren of dagen vaststellen als het aantal dat nog zal worden vastgesteld voor de overige werknemers in de onderneming/afdeling.
e. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst kan de werknemer geen rechten doen gelden op uitbetaling van roostervrije uren of dagen, die door de werkgever nog niet zijn vastgesteld, dan wel zijn vastgesteld op een tijdstip gelegen na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
f. Roostervrije uren of dagen kunnen niet worden vastgesteld op: - de feestdagen bedoeld in artikel 28; - de uren waarop niet wordt gewerkt, krachtens ontheffing op grond van artikel 8 lid 3 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (tijdelijke vergunning werktijdverkorting).
g. De aangewezen roostervrije uren of dagen kunnen bij ziekte van de werknemer niet worden vervangen door uitbetaling in geld of door vrijaf met behoud van loon op een later tijdstip.
h. Indien de werknemer een vakantie- of snipperdag opneemt op een dag waarop roostervrije tijd is vastgesteld zal de werkgever die roostervrije tijd opnieuw inroosteren, na overleg met de betreffende werknemer.
Roostervrije tijd. Instrument om bij de inzet van werkroosters per vooraf overeengekomen periode de individuele arbeidsduur te kunnen handhaven. In geval van werken in roosters met wisselende werktijden wordt door het vooraf inplannen van roostervrije tijd voorkomen dat per overeengekomen periode de individuele arbeidsduur wordt overschreden. Als gevolg van de toepassing van roostervrije tijd werkt de werknemer precies zoveel uren als m.b.t. zijn individuele arbeidsduur is overeengekomen.
Roostervrije tijd. Tijd, waarin niet wordt gewerkt. De roostervrije tijd geldt wel voor de loonberekening. Het is geen verlof of vakantie.
Roostervrije tijd. 1 De medewerker kan roostervrije tijd opbouwen door gedurende een periode meer uren te werken dan de overeengekomen individuele arbeidsduur. Opname van roostervrije tijd gebeurt door gedurende een andere periode minder te werken dan de overeengekomen individuele arbeidsduur. De afspraken over opbouw en opname van roostervrije tijd vindt plaats in overleg met de leidinggevende en maken onderdeel uit van het arbeidspatroon.
2 Opname van roostervrije tijd vindt plaats in hetzelfde kalenderjaar waarin het is opgebouwd. Voor zover roostervrije tijd niet is opgenomen voor het einde van het kalenderjaar komt deze te vervallen. Roostervrije tijd kan niet in geld worden uitbetaald.
3 Bij alle vormen van verlof, inclusief ziekteverlof, vindt opbouw en opname van roostervrije tijd onverminderd plaats. Indien dit leidt tot een onbillijke situatie vindt verrekening plaats.
Roostervrije tijd. 1. Roostervrije tijd is arbeidstijd waarop niet gewerkt wordt. Iedere werknemer, heeft bij een volledige werkweek van 371⁄2 uur recht op zeven roostervrije dagen per kalenderjaar. Voor werknemers met een normale werkweek van minder dan 371⁄2 uur is het aantal roostervrije dagen naar verhouding.
2. De roostervrije dagen worden door de werkgever vastgesteld in over- leg met de werknemers c.q. de ondernemingsraad (OR).
3. Indien de werkgever in overleg met de werknemers c.q. de OR besluit de roostervrije tijd op een andere wijze vorm te geven dan bedoeld in lid 1 respectievelijk lid 2, dient dat te worden aangemeld bij de Vakraad voor de Timmerfabrieken (Postbus 520, 3440 AM Woerden).
4. De werkgever zal aan de werknemer over roostervrije tijd het indi- vidueel overeengekomen loon betalen alsmede de in lid 33 lid 1 sub a bedoelde bijdragen en premies.
5. Aangewezen roostervrije tijd kan bij ziekte van de werknemers niet worden vervangen door uitbetaling in geld of vrijaf met behoud van loon op een ander tijdstip.
6. Indien de aangewezen roostervrije tijd valt in een periode waarin door de onderneming met ontheffing ingevolge artikel 8 BBA korter wordt gewerkt, zal de Vakraad buiten de periode van verkort werken vervangende roostervrije tijd aanwijzen.
7. Indien en voor zover jeugdigen tijdens roostervrije tijd onderwijs moeten volgen zal door de werkgever vervangende roostervrije tijd worden aangewezen binnen de betreffende werkweek dan wel 4-wekelijkse periode.
Roostervrije tijd. 15 Artikel 4.6 Aanpassen contractuele arbeidsduur (op grond van de Wet arbeidsduur) 15
Roostervrije tijd. In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 22 lid 1, is de werkgever bevoegd ten aanzien van werknemers bedoeld in artikel 1, lid 2 deel B
Roostervrije tijd. T.a.v. roostervrije uren/dagen gelden de volgende voorwaarden: