Tendensen Voorbeeldclausules

Tendensen. Er zijn geen gegevens over bekende tendensen, onzekerheden, eisen, verplichtingen of gebeurtenissen waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen dat zij ten minste in het lopende Boekjaar wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de vooruitzichten van de Uitgevende Instelling. Sinds de laatst gepubliceerde en gecontroleerde jaarrekening van de Uitgevende Instelling heeft zich geen wijziging van betekenis voorgedaan in de financiële of handelspositie van de Uitgevende Instelling en de groep waartoe de Uitgevende Instelling behoort.
Tendensen. 7.1 Voor de belangrijkste markttendensen die belangrijk zijn voor de vennootschap (o.a. niveau huurprijzen) verwijzen wij naar het Vastgoedverslag - Vastgoedmarkt in het Jaarlijks financieel verslag op de pagina’s 96- 101. Er zijn geen nieuwe belangrijke markttendensen voor de periode gaande van de afsluiting van boekjaar 2017 tot de datum van dit Registratiedocument.
Tendensen. Er zijn geen recente tendensen, onzekerheden, eisen, verplichtingen of gebeurtenissen waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen dat zij ten minste in het lopende boekjaar wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de vooruitzichten van Hefboom CVBA.
Tendensen. Zoals nader toegelicht onder Deel VI titel 4.8. van dit prospectus, geldt krachtens het op datum van huidig prospectus geldend artikel 21, 6° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen in hoofde van een aandeelhouder-natuurlijke persoon van een erkende coöperatieve vennootschap, een vrijstelling van roerende voorheffing in de personenbelasting voor de eerste schijf van 190 EUR (aanslagjaar 2014) van door die erkende coöperatieve vennootschap uitgekeerde dividenden. Deze vrijstelling geldt niet voor vennootschappen en rechtspersonen. Vulpia Share CVBA (een erkende coöperatieve vennootschap) vroeg op 10 april 2013 een zogenaamde ruling aan bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen in Fiscale Zaken. Deze aanvraag strekte ertoe te vernemen of de eventuele winst die zij onder de vorm van dividenden zou uitkeren aan aandeelhouders-natuurlijke personen binnen de perken voorzien in genoemd artikel 21, 6° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, ook vrij is van vennootschapsbelasting (naast de vrijstelling van roerende voorheffing in de personenbelasting in hoofde van de aandeelhouder- natuurlijke persoon, zoals uitdrukkelijk opgenomen in het genoemde wetsartikel). Vennootschappen zijn in principe belastbaar op het totale bedrag van de winst, uitgekeerde dividenden inbegrepen. Gelet op het feit dat de van roerende voorheffing vrijgestelde eerste schijf van 190 EUR aan dividenden (uitgekeerd door erkende coöperatieve vennootschappen aan aandeelhouders-natuurlijke personen) niet wordt beschouwd als “uitgekeerde dividend”, zou in die zin immers ook een vrijstelling van vennootschapsbelasting in hoofde van de erkende coöperatieve vennootschap zelf gelden. Dit principe wordt evenwel niet uitdrukkelijk in de Belgische fiscale wetgeving bevestigd, maar volgt uit een interpretatie van de bestaande regelgeving. Voor het overige zijn er geen recente tendensen, onzekerheden, eisen, verplichtingen of gebeurtenissen waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen dat zij ten minste in het lopende boekjaar wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de vooruitzichten van Vulpia Share CVBA.
Tendensen. Argen-Co verklaart dat er zich sinds haar oprichting geen negatieve wijziging van betekenis heeft voorgedaan in de vooruitzichten van Argen-Co, in het bijzonder met betrekking tot haar voorgenomen participatie in BVg. Er zijn geen tendensen, onzekerheden, eisen, verplichtingen of gebeurtenissen waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen dat zij in het lopende boekjaar wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de vooruitzichten van Argen-Co, in het bijzonder met betrekking tot haar voorgenomen participatie in BVg.
Tendensen. De Emittent is de holdingmaatschappij van de Groep. De Groep is gespecialiseerd in de verwerving, ontwikkeling en het beheer van logistiek vastgoed, d.w.z. gebouwen die gepast zijn voor logistieke doeleinden en lichte industriële activiteiten. De Groep heeft als doelstelling om een toonaangevende pan-Europese gespecialiseerde ontwikkelaar te worden die eigenaar en beheerder is van hoogwaardig logistiek en licht industrieel vastgoed. Om dit doel te bereiken, focust de Groep op (i) strategisch gelegen percelen die geschikt zijn voor de ontwikkeling van logistieke bedrijvenparken van een bepaalde omvang om er een uitgebreide en goed gediversifieerde grondbank en vastgoedportefeuille op toplocaties op te bouwen; (ii) het streven naar de optimalisering van de operationele prestaties van de portefeuille en de activiteiten van zijn huurders via toegewijde teams die diensten verstrekken op het gebied van activa-eigendom en ontwikkelingsbeheer; en (iii) de groei van de 50:50 Joint Venture met Allianz, met als doel om een platform op te richten van nieuwe, logistieke en industriële eigendommen van klasse A, waarbij de hoofdfocus de uitbreiding is op de Duitse kernmarkt en op snelgroeiende LMOE-markten met de bedoeling om stabiele inkomsten-gerelateerde rendementen te behalen met potentieel voor waardestijgingen. De Joint Venture streeft ernaar de omvang van haar portefeuille tegen uiterlijk mei 2021 te doen toenemen tot ongeveer EUR 1,7 miljard via de inbreng in de Joint Venture van nieuwe logistieke ontwikkelingen die door VGP worden uitgevoerd. Derhalve zal de strategie van de Joint Venture in de eerste plaats een "behoud-strategie" zijn en haar territoriale toepassingsgebied en beoogde omvang zouden kunnen worden uitgebreid om de versnelde groei op de bestaande Joint Venture markten evenals de verdere geografische expansie van de Groep te ondersteunen, overeenkomstig een wederzijdse overeenkomst die daartoe tussen VGP en Allianz is afgesloten. Alle voormelde elementen zullen naar verwachting een positieve invloed hebben op het vermogen van de Groep om waardevermeerderingen te realiseren en kunnen met de tijd een aanzienlijke impact hebben op de capaciteiten van de Groep om inkomsten te genereren uit vergoedingen als VGP zal genieten van inkomsten uit vergoedingen van diensten van activabeheer, vastgoedbeheer en ontwikkelingsbeheer. Anderzijds zullen de terugkerende huurinkomsten voor de Groep negatief worden beïnvloed als de inkomsten-genererende activa worden ve...
Tendensen. De aanpak van het verpakkingenbeleid is in die periode o.a. gekenmerkt door twee tendensen (zie ook Bijlage 1):
Tendensen. De hoogte van de overheidsstimulansen variëren volgens de voortschrijdende inzichten bij de verschillende overheden (Vlaanderen, België en Europa). Op korte termijn kan dit leiden tot investeringsonzekerheid. Dat was bijvoorbeeld het geval in 2012 toen de marktomstandigheden wijzigden. Het beleid maakte het niet eenvoudig om nieuwe projecten te starten en de prijs van de certificaten daalde sterk. Op middellange en lange termijn is de meerwaarde van energie uit hernieuwbare bronnen verzekerd op basis van Europese wetgeving met betrekking tot energie en milieu. Dankzij de structuur van Ecopower kunnen we periodes van wisselend beleid relatief gemakkelijk doorkomen. Desondanks kunnen de plotse wijzigingen van overheidsondersteuningen voor hernieuwbare energie een belangrijke impact hebben op de werking van Ecopower.
Tendensen. Er is geen sprake van belangrijke negatieve wijzigingen in de vooruitzichten van de Uitgevende Instelling sinds de gecontroleerde tussentijdse financiële informatie voor de periode 7 februari 2023 - 14 juli 2023 zoals opgenomen in bijlage 2 bij dit Registratiedocument. Er is wel sprake van enige wijziging van betekenis in de financiële prestaties van de Uitgevende Instelling welke zich heeft voorgedaan na de datum van de gecontroleerde tussentijdse financiële informatie voor de periode 7 februari - 14 juli 2023 zoals opgenomen in bijlage 2 bij dit Registratiedocument. Op 31 augustus 2023 is het restant van het aankoopbedrag voldaan voor Vrolik. Voor meer informatie verwijzen wij u naar paragraaf 3.1.2.1 (Vrolik en Vrolik Obligaties).
Tendensen. Er zijn geen gegevens over tendensen, onzekerheden, eisen, verplichtingen of gebeurtenissen, anders dan die in het Informatiememorandum zijn vermeld waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij ten minste in het lopende boekjaar wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de vooruitzichten van de Uitgevende Instelling.