Toelage op andere gronden Voorbeeldclausules

Toelage op andere gronden. In bijzondere gevallen kan de werkgever aan de werknemer of aan een groep werknemers een toelage toekennen op een andere grond dan die zijn vermeld in de artikelen 3.12 tot en met 3.14.
Toelage op andere gronden. 1. Gedeputeerde staten kunnen aan groepen van ambtenaren op andere gronden dan die, vermeld in de artikelen C.11 tot en met C.14, een toelage toekennen overeenkomstig de daartoe door hen vast te stellen algemeen verbindende voorschriften. Over deze algemeen verbindende voorschriften vindt overleg plaats met de vakorganisaties van overheidspersoneel overeenkomstig hoofdstuk I. 2. In uitzonderlijke gevallen kan aan de ambtenaar een toelage worden toegekend op andere gronden dan die, vermeld in de artikelen C.11 tot en met C.14 en artikel C.15, eerste lid.
Toelage op andere gronden. De artikelen C.11 t/m C.14 geven een opsomming van toelagen die kunnen worden verstrekt. Artikel C.15 is een kapstokbepaling die het mogelijk maakt om ook op andere gronden een toelage toe te kennen. Dat kan zowel een toelage aan een individuele ambtenaar zijn als aan een groep van ambtenaren. In het laatste geval stellen gedeputeerde staten daarvoor een regeling vast. Daarover maken zij afspraken met de vakorganisaties van overheidspersoneel in het Georganiseerd Overleg. Te denken valt hier aan een toelage P.M. (inconveniënten, bereikbaarheidsdiensten). Een persoonlijke toelage op grond van het (goede) functioneren van de ambtenaar (functioneringstoelage) is op grond van dit artikel uiteraard niet mogelijk. Daarvoor biedt het in de artikelen C.4 t/m C.7, C.9 en C.10 uitgewerkte beloningssysteem immers een uitputtende voorziening. Artikelen C.16 t/m C.20 Individueel Keuzebudget‌ In de artikelen C.16 t/m C.20 is het Individueel Keuzebudget (IKB) geregeld. Het IKB is een in geldwaarde uitgedrukt budget dat de ambtenaar naar keuze kan aanwenden voor een aantal doelen. Met het IKB krijgen werknemers meer verantwoordelijkheid voor en zeggenschap over de inhoud van hun arbeidsvoorwaardenpakket. Zij kunnen hierdoor beter keuzes maken die aansluiten bij hun levensfase en/of hun persoonlijke omstandigheden. Het IKB is opgebouwd uit een aantal collectieve voorzieningen die voor alle ambtenaren gelden. In het IKB zijn opgenomen: - de eindejaarsuitkering van 8,3% - de vakantie-uitkering van 8% - de werkgeversbijdrage levensloop van 3,4% (schalen 1 t/m 13) resp. 2,85% (schalen 14 en hoger). Ook het bovenwettelijk vakantieverlof (36 uur voor voltijdwerkers) is, uitgedrukt in geld, aan het IKB toegevoegd. Dit bedraagt 1,92%. Alles bij elkaar opgeteld is het IKB per 1 januari 2016 13,62% resp. 13,07% van het salaris plus 8% van de bezoldiging. De ambtenaar kan er voor kiezen meer uren te gaan werken. Het extra geld dat hij of zij daarmee verdient wordt dan in het IKB gestort. De werknemer krijgt ook de mogelijkheid om geld dat hij of zij uit bepaalde vaste, specifiek voor hem geldende (individuele) voorzieningen verdient, in het IKB te storten. Bij de start van het IKB blijft die mogelijkheid beperkt tot de vaste, maandelijkse toelagen, zoals garantietoelagen, arbeidsmarkttoelagen e.d. Het IKB wordt berekend over het salaris. Alleen de vakantie-uitkering in het IKB wordt (net als nu) berekend over de bezoldiging (salaris plus toelagen). Daarbij geldt een wettelijk vastges...
Toelage op andere gronden. 1. Gedeputeerde Staten kunnen aan groepen van ambtenaren andere toelagen toekennen dan de toelage onregelmatige dienst, afbouwtoelage onregelmatige dienst, de arbeidsmarkttoelage en de bindingspremie. 2. Gedeputeerde Staten stellen regels vast voor toe te kennen toelagen op andere gronden.
Toelage op andere gronden. De artikelen C.11 t/m C.14 geven een opsomming van toelagen die kunnen worden verstrekt. Artikel C.15 is een kapstokbepaling die het mogelijk maakt om ook op andere gronden een toelage toe te kennen. Dat kan zowel een toelage aan een individuele ambtenaar zijn als aan een groep van ambtenaren. In het laatste geval stellen gedeputeerde staten daarvoor een regeling vast. Daarover maken zij afspraken met de vakorganisaties van overheidspersoneel in het Georganiseerd Overleg. Te denken valt hier aan een toelage P.M. (inconveniënten, bereikbaarheidsdiensten). Een persoonlijke toelage op grond van het (goede) functioneren van de ambtenaar (functioneringstoelage) is op grond van dit artikel uiteraard niet mogelijk. Daarvoor biedt het in de artikelen C.4 t/m C.7, C.9 en C.10 uitgewerkte beloningssysteem immers een uitputtende voorziening.
Toelage op andere gronden. In bijzondere gevallen kan de werkgever de medewerker of een groep medewerkers een toelage toekennen op andere gronden dan vermeld in dit hoofdstuk.

Related to Toelage op andere gronden

  • Toelage onregelmatige dienst 1 Aan de werknemer niet behorend tot het onderwijsgevend personeel voor wie het salaris wordt vastgesteld volgens een van de schalen 1 tot en met 10 en die regelmatig of vrij regelmatig in opdracht van de werkgever arbeid verricht op andere tijden dan op de dagen maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur, wordt een toelage toegekend. 2 De toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de werknemer geldende salaris per uur en wel: a 20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 uur en 22.00 uur; b 40% voor de uren op zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur; c 40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur; d 65% voor de uren op niet-werkdagen, met dien verstande, dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het maximumsalaris behorende bij schaal 6. 3 Voor de in het tweede lid onder a genoemde uren wordt de toelage slechts toegekend indien de werknemer zijn werkzaamheden is begonnen vóór 07.00 uur of heeft beëindigd na 20.00 uur.

  • Onregelmatigheidstoeslag Verwijzend naar artikel 39 lid 1, waarin wordt verwezen naar de matrixen toeslagen onregelmatige uren bij de verbijzonderende delen, is voor werknemers vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van deze cao die institutionele cateringactiviteiten verricht, de matrix toeslagen onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4a van toepassing. Op werknemers als bedoeld in artikel 1 lid 2 deel B, in dienst vanaf 1 juli 1994, kan de matrix onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4b worden toegepast. Voor werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1999 in dienst, geldt in afwijking van bijlage B4b, van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 20.00 uur, een 0-tarief, een en ander zoals verwerkt in bijlage B4c.