Common use of Uitkering bij arbeidsongeschiktheid Clause in Contracts

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar 100% en daarna 70% van het bruto inkomen. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag worden. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopen. 5. In geval de werkgever ter zake van de arbeidsongeschiktheid van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienst. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Indien een medewerker werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004verrichten, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet van het Burgerlijk Wet- boek (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004voorheen 1638c B.W.), de Wet arbeid en zorg Uitbreiding Loondoorbetalings- plicht bij Ziekte (WULBZ), de Ziektewet, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen op de Arbeidsonge- schiktheidsverzekering (WIAWAO), voor zover hierna niet anders is bepaald bepaald. a. Bij ongeschiktheid arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer die bij aanvang van de werknemer tot arbeidsongeschiktheid korter dan 13 loonperioden in dienst is, het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagtvolgende worden verstrekt: 1. In de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar 100% en daarna Gedurende maximaal 52 weken 70% van het bruto inkomensalaris (tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dag- loon inzake de Coördinatiewet SV). De eerste dag geldt als wachtdag. Wachtdagen gelden niet, indien de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een bedrijfsongeval dan wel een beroepsziekte, als bedoeld in artikel 9 van de Arbowet, dan wel wanneer er sprake is van zwangerschap of bevalling, orgaandonatie of ziekte van een ex-arbeidsongeschikte werknemer. 2. na Indien de eerste zes maanden arbeidsongeschiktheid daarna voortduurt, ontvangt de werknemer uitsluitend de uitkering krachtens de AAW/ WAO. b. Bij arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer die ten minste 13 loonperioden in dienst is, het volgende worden verstrekt: 1. Gedurende maximaal 52 weken 70% van het ziektejaar t/m salaris (tot maximaal het voor de 24e maand vindt er daarnaast werknemer geldende maximum dag- loon inzake de Coördinatiewet SV). Daarenboven ontvangt de werknemer een aanvulling plaats tot 100% van het salaris. 2. Bij volledige arbeidsongeschiktheid wordt de AAW/WAO- uitkering maximaal gedurende 52 weken aangevuld tot 90% van het salaris. Deze aanvulling zal nooit meer bedragen dan 20% indien van het salaris. Voor de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen berekening hiervan wordt uitgegaan van een onge- korte uitkering. De aanvullingsperiode bedraagt in dit geval maximaal twee jaar, gerekend vanaf het verlengde tijdstip van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien aanvang van de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag wordenarbeidsongeschiktheid. 3. Aansluitend op Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zal de eerste twee jaren vindt werkgever aan de werknemer die in passende arbeid is tewerkgesteld, een aanvulling verstrekken op grond van het dan geldende salaris en de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is uit- kering krachtens AAW/WAO tot 90% van het arbeidsongeschiktheidspercentagesalaris. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen Voor de berekening hiervan wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling uitgegaan van een eventuele onge- korte uitkering. De aanvulling na de eerste aanvullingsperiode bedraagt in dit geval maximaal twee jaren bedraagt: a. Indien jaar, gerekend vanaf het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing tijdstip van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d aanvang van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijdarbeidsongeschiktheid. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar Bij gedeeltelijk arbeidsongeschiktheid door zal de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegdaan de werknemer die niet in passende arbeid kan worden tewerk- gesteld, heeft indien de medewerker werknemer een AAW/WAO-uitkering en een WW-uitkering ontvangt, op grond deze uitkeringen een aanvul- ling verstrekken tot 90% van het bepaalde salaris. Voor de berekening hiervan wordt uitgegaan van een onge- korte uitkering. De aanvullingsperiode bedraagt in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij dit geval maximaal twee jaar, gerekend vanaf het einde tijdstip van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde aanvang van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopenarbeidsongeschiktheid. 5. Voor de berekening van de hiervoor bedoelde aanvulling AAW/WAO wordt er van uitgegaan dat de werknemer deel- neemt aan de verzekering van het zogenaamde WAO-gat. 3. Onder salaris, bedoeld in dit artikel, wordt verstaan dat bedrag dat de werknemer zou hebben ontvangen, indien hij arbeidsgeschikt zou zijn geweest, vermeerderd met een gemiddelde onregelmatigheids- toeslag. De gemiddelde onregelmatigheidstoeslag wordt berekend door de som van de avond-, nacht-, weekend-, en feesttoeslagen over de drie hele perioden direct voorafgaande aan de ziekte te delen door de som van het aantal overeengekomen contracturen van de medewerker. 4. De in lid 2 bedoelde loondoorbetaling en de aanvullingen worden 46 beëindigd, wanneer de dienstbetrekking met de werknemer eindigt en de aanvullingen worden niet toegekend aan werknemers van 65 jaar en ouder. 5. De werkgever heeft het recht om, gehoord hebbende de Arbodienst, de in dit artikel bedoelde loondoorbetaling en aanvulling te weige- ren ten aanzien van de werknemer die: a. door opzet arbeidsongeschikt is geworden; b. arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van een gebrek waar- over hij in het kader van een aanstellingskeuring valse informa- tie heeft verstrekt en daardoor de toetsing van de voor de functie opgestelde belastbaarheidseisen niet juist kon worden uitgevoerd; c. zijn genezing heeft belemmerd of vertraagd en/of zonder deug- delijke grond geen passend werk verricht; de loondoorbetaling en aanvulling op te schorten en de aanvulling te weigeren ten aanzien van de werknemer die: d. zich niet houdt aan de voor hem geldende regels en aanwijzin- gen bij ziekte (controlevoorschriften); de aanvulling te weigeren ten aanzien van de werknemer die x. xxxxxxx zijn medewerking te verlenen aan een door de werkge- ver gevraagde second opinion x. xxxxxxx gebruik te maken van voorhanden zijnde veiligheidsmid- delen dan wel de voorschriften met betrekking tot veiligheid en gezondheid overtreedt en als gevolg daarvan arbeidsongeschikt is geworden; x. xxxxxxxx maakt van de voorziening. 6. In geval de werkgever ter zake xxxxxxx van de arbeidsongeschiktheid van de medewerker werknemer tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding van schadever- goeding kan doen gelden, zal de medewerker werknemer daaraan zijn medewerking medewer- king verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden7. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in In overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker ondernemingsraad of een gelijkgesteld overlegor- gaan, dan wel bij afwezigheid daarvan de Arbodienst, zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan werk- gever een beleid ontwikkelen gericht op het voorkomen van onnodig ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Uitgangspunt hierbij zijn de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienst. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.navolgende onderdelen:

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In de eerste zes maanden van Gedurende het eerste ziektejaar jaar van arbeidsongeschiktheid van werknemer betaalt werkgever 100% en daarna 70% van het bruto inkomensalaris door. Aanspraken op vakantiegeld en de dertiende maand als bedoeld onder artikel 12 CAO blijven bestaan. Tot het salaris behoren eveneens de toeslagen die door de uitvoeringsinstelling worden meegeteld bij de vaststelling van het dagloon. 2. na 2 Gedurende het tweede jaar van arbeidsongeschiktheid vult werkgever de eerste zes maanden uitkering van werknemer aan tot 100% van het ziektejaar t/m maximaal salaris indien werknemer arbeidsongeschikt is in de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde zin van de Wet verbetering poortwachterWAO en in verband daarmee recht heeft op een uitkering krachtens die wet. Dit is Aanspraken op vakantiegeld en de dertiende maand als bedoeld in artikel 12 CAO blijven bestaan. Tot het geval indien salaris behoren eveneens de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen toeslagen die door de kaders uitvoeringsinstelling worden meegeteld bij de vaststelling van wat reëel mogelijk is en verwacht mag wordenhet dagloon. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling 3 Indien werkgever op grond van onvoldoende re-integratie-inspanningen wettelijk ver- plicht is om gedurende de cao plaats over in lid 2 bedoelde periode of een gedeelte van deze periode het salaris door te betalen, zal hij 100% van het salaris doorbetalen. Indien op gezamen- lijk verzoek van werkgever en werknemer de aanvullingsgrondslagwachttijd voor de WAO-uitkering wordt verlengd, waarbij zal werkgever gedurende de hoogte periode van verlenging eveneens 100% van het salaris doorbetalen. De periode van doorbetaling van het salaris komt in mindering op de periode van aanvulling van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien 4 Gedurende het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen derde jaar van arbeidsongeschiktheid vult werkgever de 80uitkering van werknemer aan tot 90% en 100% ligt,naar analogie van lid 2 van dit artikel. 5 Rechten op uitkeringen in verband met de medewerker arbeidsongeschiktheid cedeert werknemer aan werkgever. Blijft cessie achterwege, dan heeft werkgever het recht deze uitkeringen in mindering te brengen op het salaris. 6 In het geval een volledige WGAwerknemer binnen 2,5 jaar na de datum van een eerdere toekenning, herziening of intrekking van een uitkering ingevolge de WAO arbeidsongeschikt wordt of nadat hij de wachttijd als bedoeld in artikel 19 lid 1 van de WAO heeft doorgemaakt maar aansluitend geen recht had op toekenning van een WAO-uitkering ontvangt omdat hij niet arbeidsongeschikt was, en er dus geen loon deze arbeidsongeschiktheid voortkomt uit arbeid is: dezelfde oorzaak, dan zal de aanvullingsperiode als bedoeld in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopenworden beperkt tot vier‌‌‌ weken. 57 Bij de vaststelling van het salaris zullen de inkomensaanpassingen ingevolge deze CAO in acht worden genomen. 8 De suppletieperiode wordt geacht niet te zijn onderbroken indien dezelfde oorzaak van arbeidsongeschiktheid binnen een maand wederom intreedt. 9 Vanaf het vierde jaar van arbeidsongeschiktheid zal werkgever ten behoeve van werk- nemers een collectieve voorziening treffen die voorziet in een aanvulling op de WAO uitkering tot 75% van het laatstgenoten jaarinkomen voor zover dit jaarinkomen de maximum WAO-uitkeringsgrondslag niet overstijgt. In geval De premie voor deze voorziening is voor rekening van werkgever. 10 Vanaf het vierde jaar van arbeidsongeschiktheid komt werknemer wiens jaarinkomen meer bedraagt dan de werkgever ter zake maximum WAO uitkeringsgrondslag, en die op het tijdstip van intreden van de arbeidsongeschiktheid reeds ten minste vijf jaren in dienst van werkgever is geweest, in aanmerking voor een aanvullende uitkering van 75% van het jaarinkomen voor zover dat meer bedraagt dan de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenenmaximum WAO uitkeringsgrondslag. a. De werkgever heeft 11 In afwijking van het recht om de gestelde in lid 8 en 9 van dit artikel bedraagt voor werknemers die per 31 mei 2000 onder de CAO voor het bankbedrijf vielen en op die datum reeds een uitkering krachtens de WAO genoten, een percentage van 70. 12 Tot het in lid 8 en 9 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen jaarinkomen worden eveneens geacht te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die behoren de toeslagen, welke worden meegeteld bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraadvaststelling van het WAO dagloon. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven 13 Het in lid lid 8 en 9 bedoelde jaarinkomen wordt jaarlijks aangepast aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienstalgemene prijsontwikkeling. 6. De werkgever pleegt over het staken van 14 Bij een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid worden de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen uitgangspunten en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraadrekenregels volgens dit artikel naar evenredigheid gehanteerd.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Door ziekte of ongeval (voor werknemers waarvan de eerste ziektedag voor 1 januari 2004 ligt) en bij overlijden 1. Indien een medewerker werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004verrichten, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 7: 629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf luidden tot 1 januari 2004), voor zwangerschap- en bevallingsverlof de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WIAWAO), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid bepaald. a. Wettelijke loondoorbetaling b. Aanvulling wettelijke loondoorbetaling Gedurende de (verlengde) wachttijd voor de toekenning van de WAO-uitkering of herziening daarvan van maximaal 52/104 weken, die verlengd wordt met de periode van zwangerschap- en bevallingsverlof, ontvangt de werknemer boven op de wettelijke loondoorbetaling, respectievelijk de wettelijke uitkering een aanvulling tot 100% van het verrichten maandinkomen. c. Aanvulling WAO-uitkering bij volledige arbeidsongeschiktheid Na de hiervoor onder b bedoelde wachttijd zal bij volledige arbeidsongeschiktheid het totaal van uitkeringen krachtens de WAO, de WAO-excedentverzekering en de WAO- hiaatverzekering gedurende maximaal 52 weken worden aangevuld tot 100% van het maandinkomen. Voor de berekening van de bedongen aanvulling wordt uitgegaan van een ongekorte uitkering. Werknemers van 58 jaar en ouder, die volledig arbeidsongeschikt raken, zullen op de normale WAO-uitkering voor het tweede en de volgende WAO-jaren een aanvulling ontvangen tot 85% bruto. Hierbij geldt dat de eerste ziektedag op of na de 58e verjaardag dient te liggen. d. Aanvulling WAO-uitkering bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en herplaatsing Na de hiervoor onder b bedoelde wachttijd zal bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid aan de werknemer die in passende arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever is tewerkgesteld, gedurende maximaal 52 weken een aanvulling worden verstrekt op het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte totaal van het loon bedraagt: 1dan geldende maandinkomen en de uitkeringen krachtens de WAO, de WAO-excedentverzekering en de WAO-hiaatverzekering tot 100% van het maandinkomen. In Voor de eerste zes maanden berekening van de aanvulling wordt uitgegaan van een ongekorte uitkering. Vervolgens zal het maandinkomen voor deze gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemer bestaan uit: het nieuwe maandinkomen (incl. wettelijke uitkeringen), vermeerderd met een aanvulling van 50% van het eenmalig vastgestelde verschil tussen het nieuwe maandinkomen (incl. wettelijke uitkeringen) en het maandinkomen dat geldt aan het einde van het eerste ziektejaar 100% en daarna 70% van het bruto inkomen. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot reWAO-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag worden. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d ondergrens van toepassing. f. Indien 90% ten opzichte van de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij inkomenssituatie aan het einde van de arbeidsovereenkomsthet eerste WAO-jaar. Indien als gevolg van promotie, dan wel inconveniënten als ploegendienst en consignatie het maandinkomen stijgt, wordt de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij aanvulling verlaagd met het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag stijging. e. Aanvulling WAO-uitkering bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en werkloosheid Na de hiervoor onder b bedoelde wachttijd zal bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid aan aanvullingen waar de werknemer die niet in passende arbeid kan worden te werk gesteld, indien de werknemer een WAO-uitkering, een uitkering krachtens de WAO-excedentverzekering, de WAO- hiaatverzekering én een WW-uitkering ontvangt, gedurende maximaal 52 weken op basis deze uitkeringen een aanvulling worden verstrekt tot 100% van het maandinkomen. Voor de berekening van deze aanvulling wordt uitgegaan van ongekorte uitkeringen. f. Voor het samenvallen van de hierboven onder a, b, c, d en e genoemde gevallen geldt dat in de aldaar genoemde gevallen nooit langer zal worden doorbetaald, respectievelijk aangevuld dan in totaal maximaal 104 weken die verlengd wordt met de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof, uitgezonderd de situatie van werknemers van 58 jaar en ouder, zoals beschreven in lid 1 van 2 onder c en de situatie als omschreven in lid 2 onder d. 3. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel recht bedoelde: a. door opzet arbeidsongeschikt is geworden; b. arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van een gebrek, dat hij bij de aanstelling heeft verzwegen en daardoor de toetsing van de voor de functie opgestelde belastbaarheidseisen niet juist kon worden uitgevoerd; c. zijn genezing heeft belemmerd of vertraagd; d. zonder deugdelijke grond geen passend werk verricht; e. zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan door de werkgever of een deskundige gegeven redelijke voorschriften of maatregelen om passend werk te verrichten; f. zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan opstelling, evaluatie, of bijstelling van een plan van aanpak tot re-integratie. - loonbetaling en aanvulling op heeftte schorten, dan wel de aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die: g. zich niet houdt aan de voor hem geldende regels en aanwijzingen bij ziekte (controlevoorschriften); - aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die: h. weigert medewerking te verlenen aan een door de werkgever gevraagde second opinion van UWV; i. weigert gebruik te maken van voorhanden zijnde veiligheidsmiddelen, dan wel de voorschriften met betrekking tot veiligheid en gezondheid overtreedt en als gevolg daarvan arbeidsongeschikt is geworden; Daarnaast kan de werkgever de werknemer een sanctie opleggen indien de werknemer de voor hem geldende regels en aanwijzingen bij ziekte (controlevoorschriften) niet naleeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopen. 5. In geval Indien de werkgever ter zake van de arbeidsongeschiktheid van de medewerker werknemer tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever werknemer de daartoe benodigde informatie verstrekken. Indien de werknemer dit weigert, heeft het hij geen recht om op de in dit artikel genoemde aanvullingen. 4. De in lid 2 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen loondoorbetaling en de aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die worden beëindigd wanneer de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg arbeidsovereenkomst met de centrale ondernemingsraadwerknemer eindigt en worden niet toegekend aan werknemers die na de pensioengerechtigde leeftijd in dienst treden. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienst. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In geval van arbeidsongeschiktheid door ziekte of ongeval zal werkgever aan de werknemer, tenzij deze valt onder artikel 3 lid 4, of de werknemer een uitkering ontvangt krachtens de IVA- regeling, de volgende uitkering doen: a. gedurende de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar 26 weken: 100% en daarna 70% van het loon; - gedurende de volgende 26 weken: 90% van het loon; - gedurende de daarop volgende 52 weken: 80% van het loon. Loon is het bruto inkomenperiodesalaris, vermeerderd met eventuele vaste toeslagen op basis van 3 voorafgaande perioden van 4 weken aan de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. b. Tijdens het tweede ziektejaar zal tenminste het voor de werknemer geldende minimumloon worden doorbetaald. 2. na Indien de eerste zes maanden medewerker in het tweede ziektejaar tenminste 25% van zijn contracturen werkt (incl. arbeidstherapie) zal voor deze uren het loon 100% worden doorbetaald. Voor de resterende ziekte uren zal de doorbetaling van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt loon worden aangevuld tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag worden90%. 3. Aansluitend Na 104 weken uitkering of indien op een eerder moment een uitkering krachtens de eerste twee jaren vindt IVA- regeling is toegekend, is de CAO betreffende aanvulling op uitkeringen krachtens de WIA bij arbeidsongeschiktheid van toepassing, indien en voor zover aan de daarin gestelde voorwaarden is voldaan. a. Indien werkgever en werknemer in onderling overleg gezamenlijk het Uitvoerings- instituut Werknemersverzekeringen verzoeken de wachttijd van 104 weken voor de toekenning van een aanvulling WIA-uitkering te verlengen, zal werkgever gedurende deze verlenging aan werknemer per periode 80% van het loon doorbetalen zoals genoemd in lid 1 van dit artikel. b. Indien het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen het tijdvak gedurende welke de werkgever bij arbeidsongeschiktheid maximaal verplicht is het loon door te betalen (2 jaar) verlengt omdat werkgever de gestelde verplichtingen op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslagwet Poortwachter niet nakomt, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is zal werkgever gedurende deze verlenging aan werknemer per periode 80% van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd loon doorbetalen als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: genoemd in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht artikel. c. De duur van de verlenging zoals hiervoor genoemd in sub b wordt in mindering gebracht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopentotale duur van een aanvulling op een eventuele WIA- of WW-uitkering op grond van de CAO zoals genoemd in lid 2 van dit artikel. 5. In De in lid 1 en lid 4 van dit artikel bedoelde aanvullingen, respectievelijk uitkeringen uitgaande boven die, welke krachtens de sociale verzekeringswetgeving worden genoten zijn niet verschuldigd, indien en voor zover de werknemer in geval de werkgever ter zake van de arbeidsongeschiktheid ziekte dan wel uit hoofde van de medewerker tegen een of meer hem overkomen ongeval, ten opzichte van derden een vordering tot schadevergoeding wegens loonderving kan doen gelden, . Hieronder tevens te begrijpen de uitkering vakantietoeslag en winstdeling. In dit geval zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken vermelde betalingen aan werknemer doen, doch alleen bij wijze van voorschot op schadevergoeding. De werknemer wordt geacht zijn recht op schadevergoeding ten aanzien belope van medewerkers die de bij het bedrag van het voorschot aan de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot hebben gecedeerd en is desverlangd verplicht een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienst. 6hierop betrekking hebbende akte van cessie te tekenen. De werkgever pleegt over zal het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg voorschot met de ondernemingsraaduit te keren schadevergoeding verrekenen.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar 100% en daarna 70% van het bruto inkomen. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag worden. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is Onverminderd het bepaalde in artikel 14 lid 7d 7:629 BW (recht op loon bij ziekte) heeft de werk- nemer vanaf de aanvang van toepassingde arbeidsongeschiktheid recht op 90% van zijn structurele loon gedurende zijn eerste ziektejaar en gedurende het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer 80% van zijn structurele loon. Onder structureel loon wordt verstaan de volgende loonbestanddelen: - Functieloon; - Toeslag(en) als gemiddelde berekenen over drie maanden voorafgaande aan de eerste ziektedag. Voor de parttimer geldt bij arbeidsongeschiktheid dat het structurele loon wordt berekend over het gemiddelde aantal gewerkte uren gedurende de periode van 52 weken vooraf- gaand aan de datum van ziekmelding. Het aantal contractueel overeengekomen uren dient daarbij als ondergrens te worden gehanteerd. f. Indien b. Voor medewerkers welke voor 1 januari 2020 reeds ziek waren geldt lid 1 sub a niet, zij blijven vallen onder artikel 56 lid 1 van de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking CAO 2019. c. Ten aanzien van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft hebben bereikt geldt in afwijking geval van bovenstaande dat er geen recht op arbeidsongeschiktheid een transitievergoeding bestaatloondoorbetalingsverplichting, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per gelijk aan het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van onder lid 1 van dit artikel recht op heeftgenoemde percentage van 90%, gedurende een periode van 13 we- ken, te rekenen vanaf de eerste ziektedag. In dat geval Zodra de wet werken na de AOW gerech- tigde leeftijd wijzigt, wordt ook deze periode van 13 weken aangepast. d. Tijdens de arbeidsongeschiktheid wordt de transitievergoeding aangevuld totdat pensioenopbouw over 100% van het verschil basis- loon berekend. 2. De werknemer is ingelopenverplicht zich te houden aan de door de werkgever gestelde regelingen ter zake van ziek- en betermelding. 3. De werkgever heeft de bevoegdheid om per ziekmelding een wachtdag toe te passen. In- dien de arbeidsongeschiktheid langer dan zeven dagen aaneengesloten heeft geduurd, zal een eventueel toegepaste wachtdag alsnog worden vergoed. 4. Het in lid 1 van dit artikel bepaalde is niet van kracht indien en voor zover de werknemer met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheid jegens een of meer derde(n) een vordering tot schadevergoeding wegens inkomensderving kan doen gelden. De werkgever heeft een zelfstandig vorderingsrecht op grond van art 6:107 a lid 2 BW op aansprakelijke veroorzaker van de gekwetste werknemer, die daardoor arbeidsongeschikt is geworden. 5. In geval de werkgever ter zake Indien spaaruren als gevolg van de arbeidsongeschiktheid ziekte niet kunnen worden opgenomen voor 30 april van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner daaropvolgende kalenderjaar en de door werknemer is langer dan drie maanden aaneenge- sloten ziek, kunnen deze uren binnen zes maanden na datum herstel alsnog worden opge- nomen. Na deze datum worden de werkgever ingeschakelde Arbo- diensturen uitbetaald. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsvoorwaarden (Cao)

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien a. Onverminderd het bepaalde in artikel 7:629 BW (recht op loon bij ziekte) heeft de werk- nemer vanaf de aanvang van de arbeidsongeschiktheid recht op 95% van zijn structurele loon gedurende zijn eerste ziektejaar en gedurende het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer 90% van zijn structurele loon. Onder structureel loon wordt verstaan de vol- gende loonbestanddelen: - Functieloon; - Diplomatoeslag. Voor de parttimer geldt bij arbeidsongeschiktheid dat het structurele loon wordt berekend over het gemiddelde aantal gewerkte uren gedurende de periode van 52 weken vooraf- gaand aan de datum van ziekmelding. b. Ten aanzien van werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt geldt in geval van arbeidsongeschiktheid een medewerker ten gevolge loondoorbetalingsverplichting gedurende een peri- ode van ziekte52 weken, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij rekenen vanaf de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem ziektedag. c. Tijdens de bepalingen van artikel 7:629 BW, arbeidsongeschiktheid wordt de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar pensioenopbouw over 100% en daarna 70% van het bruto inkomenbasis- loon berekend. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke De werknemer voldoet is verplicht zich te houden aan de verplichtingen in het verlengde door de werkgever gestelde regelingen ter zake van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is ziek- en verwacht mag wordenbetermelding. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever heeft de bevoegdheid om per ziekmelding een wachtdag toe te passen. In- dien de arbeidsongeschiktheid langer dan zeven dagen aaneengesloten heeft geduurd, zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijdeventueel toegepaste wachtdag alsnog worden vergoed. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde Het in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht bepaalde is niet van kracht indien en voor zover de werknemer met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheid jegens een of meer derde(n) een vordering tot schadevergoeding wegens inkomensderving kan doen gelden. De werkgever heeft een zelfstandig vorderingsrecht op heeft. In dat geval wordt grond van art 6:107 a lid 2 BW op aansprakelijke veroorzaker van de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil gekwetste werknemer, die daardoor arbeidsongeschikt is ingelopengeworden. 5. In geval de werkgever ter zake Indien spaaruren als gevolg van de arbeidsongeschiktheid ziekte niet kunnen worden opgenomen voor 30 april van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner daaropvolgende kalenderjaar en de door werknemer is langer dan drie maanden aaneenge- sloten ziek, kunnen deze uren binnen zes maanden na datum herstel alsnog worden opge- nomen. Na deze datum worden de werkgever ingeschakelde Arbo- diensturen uitbetaald. 6. De werkgever pleegt over werknemer heeft tenminste het staken recht op het wettelijk minimumloon, berekend naar rato van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraadzijn formele arbeidsduur.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge a. Onverminderd het bepaalde in artikel 7:629 BW (recht op loon bij ziekte) heeft de werknemer vanaf de aanvang van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten arbeidsongeschiktheid recht op 90% van zijn structurele loon gedurende zijn eerste ziektejaar en waarbij gedurende het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer 80% van zijn structurele loon. Onder structureel loon wordt verstaan de volgende loonbestanddelen: - Functieloon; - Toeslag(en) als gemiddelde berekenen over drie maanden voorafgaande aan de eerste ziektedag ligt op of na ziektedag. Voor de parttimer geldt bij arbeidsongeschiktheid dat het structurele loon wordt berekend over het gemiddelde aantal gewerkte uren gedurende de periode van 52 weken voorafgaand aan de datum van ziekmelding. b. Voor medewerkers welke voor 1 januari 20042020 reeds ziek waren geldt lid 1 sub a niet, gelden voor hem de bepalingen van zij blijven vallen onder artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 56 lid 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten CAO 2019 c. Ten aanzien van werknemers die de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt geldt in geval van arbeidsongeschiktheid een loondoorbetalingsverplichting gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte een periode van het loon bedraagt: 1. In 52 weken, te rekenen vanaf de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar ziektedag. d. Tijdens de arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw over 100% en daarna 70% van het bruto inkomenbasis- loon berekend. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke De werknemer voldoet is verplicht zich te houden aan de verplichtingen in het verlengde door de werkgever gestelde regelingen ter zake van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is ziek- en verwacht mag wordenbetermelding. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van heeft de medewerker (intern dan wel extern)bevoegdheid om per ziekmelding een wachtdag toe te passen. Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd arbeidsongeschiktheid langer dan zeven dagen aaneengesloten heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijdgeduurd, zal een eventueel toegepaste wachtdag alsnog worden vergoed. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde Het in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht bepaalde is niet van kracht indien en voor zover de werknemer met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheid jegens een of meer derde(n) een vordering tot schadevergoeding wegens inkomensderving kan doen gelden. De werkgever heeft een zelfstandig vorderingsrecht op heeft. In dat geval wordt grond van art 6:107 a lid 2 BW op aansprakelijke veroorzaker van de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil gekwetste werknemer, die daardoor arbeidsongeschikt is ingelopengeworden. 5. In geval de werkgever ter zake Indien spaaruren als gevolg van de arbeidsongeschiktheid ziekte niet kunnen worden opgenomen voor 30 april van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner daaropvolgende kalenderjaar en de door werknemer is langer dan drie maanden aaneengesloten ziek, kunnen deze uren binnen zes maanden na datum herstel alsnog worden opgenomen. Na deze datum worden de werkgever ingeschakelde Arbo- diensturen uitbetaald. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In de eerste zes maanden van het eerste halve ziektejaar 100% en daarna 70% van het bruto inkomen. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag worden. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao CAO plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als dat de UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopen. 5. In geval de werkgever ter zake van de arbeidsongeschiktheid van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner HR-adviseur en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- Arbo-dienst. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In de eerste zes maanden van Gedurende het eerste ziektejaar jaar van arbeidsongeschiktheid van werknemer betaalt werkgever 100% en daarna 70% van het bruto inkomensalaris door. Aanspraken op vakantietoeslag en de dertiende maand als bedoeld onder artikel 12 CAO blijven bestaan. Tot het salaris behoren eveneens de toeslagen die door de uitvoeringsinstelling worden meegeteld bij de vaststelling van het dagloon. 2. na 2 Gedurende het tweede jaar van arbeidsongeschiktheid vult werkgever de eerste zes maanden uitkering van werknemer aan tot 100% van het ziektejaar t/m maximaal salaris indien werknemer arbeidsongeschikt is in de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde zin van de Wet verbetering poortwachterWAO en in verband daarmee recht heeft op een uitkering krachtens die wet. Dit is Aan- spraken op vakantietoeslag en de dertiende maand als bedoeld in artikel 12 CAO blijven bestaan. Tot het geval indien salaris behoren eveneens de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen toeslagen die door de kaders uitvoeringsinstelling worden meegeteld bij de vaststelling van wat reëel mogelijk is en verwacht mag wordenhet dagloon. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling 3 Indien werkgever op grond van onvoldoende re-integratie-inspanningen wettelijk verplicht is om gedurende de cao plaats over in lid 2 bedoelde periode of een gedeelte van deze periode het salaris door te betalen, zal hij 100% van het salaris doorbetalen. Indien op gezamenlijk verzoek van werkgever en werknemer de aanvullingsgrondslagwachttijd voor de WAO-uitkering wordt verlengd, waarbij zal werkgever gedurende de hoogte periode van verlenging eveneens 100% van het salaris door- betalen. De periode van doorbetaling van het salaris komt in mindering op de periode van aanvulling van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien 4 Gedurende het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen derde jaar van arbeidsongeschiktheid vult werkgever de 80uitkering van werknemer aan tot 90% en 100% ligt,naar analogie van lid 2 van dit artikel. 5 Rechten op uitkeringen in verband met de medewerker arbeidsongeschiktheid cedeert werknemer aan werkgever. Blijft cessie achterwege, dan heeft werkgever het recht deze uitkeringen in mindering te brengen op het salaris. 6 In het geval een volledige WGAwerknemer binnen 2,5 jaar na de datum van een eerdere toekenning, herziening of intrekking van een uitkering ingevolge de WAO arbeidsongeschikt wordt of nadat hij de wachttijd als bedoeld in artikel 19 lid 1 van de WAO heeft doorgemaakt maar aansluitend geen recht had op toekenning van een WAO-uitkering ontvangt omdat hij niet arbeidsongeschikt was, en er dus geen loon deze arbeidsongeschiktheid voortkomt uit arbeid is: dezelfde oorzaak, dan zal de aanvullingsperiode als bedoeld in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopenworden beperkt tot vier weken. 57 Bij de vaststelling van het salaris zullen de inkomensaanpassingen ingevolge deze CAO in acht worden genomen. 8 De suppletieperiode wordt geacht niet te zijn onderbroken indien dezelfde oorzaak van arbeidsongeschiktheid binnen een maand wederom intreedt. 9 Vanaf het vierde jaar van arbeidsongeschiktheid zal werkgever ten behoeve van werk- nemers een collectieve voorziening treffen die voorziet in een aanvulling op de WAO uitkering tot 75% van het laatstgenoten jaarinkomen voor zover dit jaarinkomen de maxi- mum WAO-uitkeringsgrondslag niet overstijgt. In geval De premie voor deze voorziening is voor rekening van werkgever. 10 Vanaf het vierde jaar van arbeidsongeschiktheid komt werknemer wiens jaarinkomen meer bedraagt dan de werkgever ter zake maximum WAO uitkeringsgrondslag, en die op het tijdstip van intreden van de arbeidsongeschiktheid reeds ten minste vijf jaren in dienst van werkgever is geweest, in aanmerking voor een aanvullende uitkering van 75% van het jaarinkomen voor zover dat meer bedraagt dan de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenenmaximum WAO uitkeringsgrondslag. a. De werkgever heeft 11 In afwijking van het recht om de gestelde in lid 8 en 9 van dit artikel bedraagt voor werknemers die per 31 mei 2000 onder de CAO voor het bankbedrijf vielen en op die datum reeds een uitkering krachtens de WAO genoten, een percentage van 70. 12 Tot het in lid 8 en 9 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen jaarinkomen worden eveneens geacht te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die behoren de toeslagen, welke worden meegeteld bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraadvaststelling van het WAO dagloon. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven 13 Het in lid lid 8 en 9 bedoelde jaarinkomen wordt jaarlijks aangepast aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienstalgemene prijsontwikkeling. 6. De werkgever pleegt over het staken van 14 Bij een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid worden de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen uitgangspunten en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraadrekenregels volgens dit artikel naar evenredigheid gehanteerd.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien 1. De werkgever is verplicht aan de arbeidsongeschikte werknemer die geen recht heeft op een medewerker ten gevolge van ziekteZiektewet-uitkering, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij gedu- rende de eerste ziektedag ligt 52 weken van de arbeidsongeschiktheid een aanvulling op of na 1 januari 2004, gelden voor hem de bepalingen het wettelijk verplichte loon te verstrekken ter hoogte van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004het verschil tussen het wettelijk verplichte loon en 100% van het volledige Ziektewet-dagloon*), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Onder Ziek- tewet-dagloon wordt in dit kader verstaan het Ziektewet-dagloon, voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid nodig, vermeerderd met het spaarloon. Verder wordt voor de bepaling van het Ziektewet-dagloon het privé gebruik van de werknemer tot door de werkgever ter beschikking ge- stelde auto buiten beschouwing gelaten. *) De samenstelling van het verrichten Ziektewet-dagloon is opgenomen op de website van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheidROM: xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx 2. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In werkgever is verplicht aan de arbeidsongeschikte werknemer die geen recht heeft op een Ziektewetuitkering, na de eerste zes maanden 52 weken van arbeidsongeschiktheid gedurende 52 weken het eerste ziektejaar 100% en daarna wettelijk verplichte loon te betalen met een maxi- mum van 70% van het bruto inkomen. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot remaximum Ziektewet-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag wordendagloon*). 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal kan in geval overleg met v.v., met inachtneming van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 7: 629 lid 7d 1 B.W., het in lid 1 genoem- de percentage verminderen met een aantal procentpunten, indien gewenst verdeeld over verschillende tijdvakken gedu- rende de eerste 52 weken van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking arbeidsongeschiktheid, onder gelijktijdige vermeerdering van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijdbedoelde wet- telijk percentage met hetzelfde aantal procentpunten, indien gewenst eveneens verdeeld over verschillende tijdvakken. 4. In geval Over de arbeidsovereenkomst na minimaal eerste twee jaar dagen waarop wegens arbeidsongeschiktheid niet is gewerkt behoeft door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegdaan de werknemer geen loon te worden betaald en geen aanvulling te worden verstrekt, heeft en na die dagen behoeft geen aanvulling op de medewerker op grond van het bepaalde wettelijk verplichte loondoorbetaling te worden verstrekt indien: - de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd zoals bedoeld in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd Algemene Ouderdomswet (AOW) heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar bereikt; - de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil rechtens zijn vrijheid is ingelopenontnomen. 5. In geval Over de werkgever ter zake van de eerste dag waarop wegens arbeidsongeschiktheid van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de niet is gewerkt behoeft door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienstaan de werknemer geen loon te worden doorbetaald en geen aanvulling te worden verstrekt in de gevallen en op de voorwaarden als is om- schreven in de regeling ter voorkoming van misbruik welke in de onderneming reeds bestaat of na met de ondernemings- raad bereikte overeenstemming door de werkgever wordt vastgesteld. 6. De werkgever pleegt over het staken zal geen gebruik maken van de wettelijke mogelijkheid met de werknemer overeen te komen bij ziekmel- ding een vakantiedag af te boeken. 7. Indien en voor zolang de arbeidsongeschikte werknemer naar het oordeel van de werkgever en naar het oordeel van de bedrijfsarts optimaal meewerkt aan zijn herstel en re-integratie, is de werkgever verplicht aan de werknemer na de eerste 52 weken van de arbeidsongeschiktheid gedurende 52 weken een aanvulling op het wettelijk verplichte loon te verstrek- ken ter hoogte van het verschil tussen het wettelijk verplichte loon en 80% van het volledige Ziektewet-dagloon*). 8. Indien naar het oordeel van de bedrijfsarts de volledig arbeidsongeschikte werknemer geen duurzaam benutbare moge- lijkheden meer heeft, is de werkgever verplicht aan de werknemer na de eerste 52 weken van de arbeidsongeschiktheid gedurende 52 weken een aanvulling op het wettelijk verplichte loon te verstrekken ter hoogte van het verschil tussen het wettelijk verplichte loon en 80% van het volledige Ziektewet-dagloon*). 9. De werkgever is gerechtigd, zo nodig in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf afwijking van het gestelde in de leden 1 t/m 8 van dit artikel, sancties op te leggen aan de werknemer die de controlevoorschriften overtreedt die zijn neergelegd in een ondernemingsregeling waarin is ge- regeld hoe de werknemer dient te handelen bij ziekte. De sancties dienen in de regeling te zijn opgenomen. Deze ondernemingsregeling zal in overleg met de ondernemingsraadondernemingsraad worden vastgesteld. 10. De werkgever is in het kader van zijn goed werkgeverschap gehouden een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer zo mogelijk passend werk aan te bieden. Indien de werkgever geen passend werk beschikbaar heeft, deelt hij dat schriftelijk aan de werknemer mee. In dat geval zal de werknemer begeleiding naar passend werk bij een andere werkgever binnen of buiten de bedrijfstak worden aangeboden. De werknemer zal - met inachtneming van de wettelijke beroepsmogelijk- heden - zijn medewerking hieraan verlenen. 11. De werkgever is verplicht aan de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer gedurende maximaal twee jaren te rekenen vanaf de datum van werkhervatting, aanvullingen te verstrekken, indien deze werknemer passende of eigen, aangepaste, werkzaamheden bij de werkgever, dan wel passende werkzaamheden, met het daarbij behorende salaris, bij een andere werkgever hervat. De aanvullingen zijn zodanig dat ze tezamen met het salaris, eventuele andere aanvullingen en/of uit- keringen en de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, gedurende het eerste jaar vanaf de datum van werkhervatting een be- drag opleveren dat gelijk is aan het bedrag, dat de werknemer zou hebben ontvangen, indien hij gedurende die periode bij hem 100% van het volledige Ziektewet-dagloon*) zou hebben ontvangen. Gedurende het tweede jaar vanaf de datum van werkhervatting dienen deze aanvullingen te leiden tot een bedrag gelijk aan 90% van het volledige Ziektewet-dagloon*). 12. De in lid 11 bedoelde aanvullingen bij werkhervatting dienen ook te worden verstrekt aan de werknemer die in overleg met de bedrijfsarts arbeid op arbeidstherapeutische basis verricht. 13. Indien gedurende de referteperiode die voor de vaststelling van het Ziektewet-dagloon geldt, de voor de werknemer geldende arbeidsduur is vermeerderd of verminderd, geldt voor de toepassing van de leden 1, 7, 8 en 11 een fictief Ziek- tewet-dagloon. Dit fictieve Ziektewet-dagloon is gelijk aan het Ziektewet-dagloon dat zou hebben gegolden indien voor de werknemer gedurende de gehele referteperiode de arbeidsduur had gegolden die voor hem gold op het moment waarop de arbeidsongeschiktheid is ingetreden. 14. Het in de leden 1, 2, 7, 8, 11 en 13 bedoelde (fictieve) Ziektewet-dagloon wordt gewijzigd met de in de Metalektro van toepassing zijnde algemene salariswijzigingen. Aanbeveling 1: In het kader van de re-integratie van (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers binnen de bedrijfstak bevelen partijen aan dat de onder- nemingen onderzoeken welke functies binnen de onderneming geschikt zijn, dan wel geschikt te maken zijn, om vervuld te worden door (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers. Tevens bevelen partijen aan dat bij vacatures in deze functies, deze vacatures ter bemiddeling worden gemeld bij één of meer organen belast met de re-integratie van deze werknemers. Aanbeveling 2: Om te komen tot een integrale aanpak ter voorkoming van vermijdbaar ziekteverzuim en mogelijke arbeidsongeschiktheid bevelen partijen aan dat ondernemingen in de bedrijfstak in overleg met de ondernemingsraad of de VGW-commissie een plan van aanpak gericht op de eigen onderneming ontwikkelen. Aspecten die ten minste een onderdeel van een dergelijk plan van aanpak zijn, betreffen: - een tijdsfasering ten aanzien van de nagestreefde verbeteringen zodat effectieve bewaking van de voortgang en evaluatie mogelijk is; - een inventarisatie van mogelijke verbeteringen met betrekking tot de kwaliteit van de arbeid binnen de onderneming, waarin met name aandacht zal zijn voor lawaai, ergonomische omstandigheden, sociale arbeidsomstandigheden en gevaarlijke stoffen; - de gekozen aanpak ter bevordering van het terugdringen van het ziekteverzuim, waarbij gedacht moet worden aan het opzetten van een gericht verzuimbeleid waarvan een aanpak voor de sociaal-medische begeleiding onderdeel uitmaakt.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar 100% en daarna 70% van het bruto inkomen. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag worden. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao CAO plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopen. 5. In geval de werkgever ter zake van de arbeidsongeschiktheid van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienst. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien a. Onverminderd het bepaalde in artikel 7:629 BW (recht op loon bij ziekte) heeft de werknemer vanaf de aanvang van de arbeidsongeschiktheid recht op 95% van zijn structurele loon gedurende zijn eerste ziektejaar en gedurende het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer 90% van zijn structurele loon. Onder structureel loon wordt verstaan de volgende loonbestanddelen: - Functieloon; - Diplomatoeslag. Voor de parttimer geldt bij arbeidsongeschiktheid dat het structurele loon wordt berekend over het gemiddelde aantal gewerkte uren gedurende de periode van 52 weken voorafgaand aan de datum van ziekmelding. b. Ten aanzien van werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt geldt in geval van arbeidsongeschiktheid een medewerker ten gevolge loondoorbetalingsverplichting gedurende een periode van ziekte52 weken, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij rekenen vanaf de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem ziektedag. c. Tijdens de bepalingen van artikel 7:629 BW, arbeidsongeschiktheid wordt de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar pensioenopbouw over 100% en daarna 70% van het bruto inkomenbasisloon berekend. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke De werknemer voldoet is verplicht zich te houden aan de verplichtingen in het verlengde door de werkgever gestelde regelingen ter zake van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is ziek- en verwacht mag wordenbetermelding. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van heeft de medewerker (intern dan wel extern)bevoegdheid om per ziekmelding een wachtdag toe te passen. Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd arbeidsongeschiktheid langer dan zeven dagen aaneengesloten heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijdgeduurd, zal een eventueel toegepaste wachtdag alsnog worden vergoed. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde Het in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht bepaalde is niet van kracht indien en voor zover de werknemer met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheid jegens een of meer derde(n) een vordering tot schadevergoeding wegens inkomensderving kan doen gelden. De werkgever heeft een zelfstandig vorderingsrecht op heeft. In dat geval wordt grond van art 6:107 a lid 2 BW op aansprakelijke veroorzaker van de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil gekwetste werknemer, die daardoor arbeidsongeschikt is ingelopengeworden. 5. In geval de werkgever ter zake Indien spaaruren als gevolg van de arbeidsongeschiktheid ziekte niet kunnen worden opgenomen voor 30 april van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner daaropvolgende kalenderjaar en de door werknemer is langer dan drie maanden aaneengesloten ziek, kunnen deze uren binnen zes maanden na datum herstel alsnog worden opgenomen. Na deze datum worden de werkgever ingeschakelde Arbo- diensturen uitbetaald. 6. De werkgever pleegt over werknemer heeft tenminste het staken recht op het wettelijk minimumloon, berekend naar rato van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraadzijn formele arbeidsduur.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Loondoorbetaling gedurende de eerste 2 jaren van arbeidsongeschiktheid 1. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte, zwangerschap ziekte of bevalling ongeval niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004verrichten, gelden voor hem de bepalingen in artikel 7:629 BW evenals de bepalingen in de Wet Verbetering Poortwachter. a. In het eerste ziektejaar zal in afwijking van artikel 7:629 lid 1 BW, 100% van het maandinkomen worden doorbetaald. b. In het tweede ziektejaar zal in afwijking van artikel 7:629 lid 1 BW, 80% van het maandinkomen worden doorbetaald, mits de Ziektewet werknemer bij het begin van de arbeidsongeschiktheid ten minste 1 jaar in dienst van de werkgever was. De pensioenopbouw zal in het tweede ziektejaar over 100% van het maandinkomen worden voortgezet. 3. Indien in het tweede ziektejaar gewerkt wordt, zal over de gewerkte uren 100% van het uurinkomen worden doorbetaald en over de niet gewerkte uren 80% van het uur- inkomen. In het kader van arbeidstherapie gewerkte uren worden als gewerkte uren aangemerkt. 4. Zolang de werknemer aanspraak maakt op de in lid 2 bepaalde aanvulling op de wettelijke loondoorbetalingverplichting, zal hem in afwijking van het bepaalde in artikel 16 lid 2 een zodanige aanvulling op de vakantietoeslag worden uitbetaald, dat hij in totaal een netto-vakantietoeslag ontvangt, welke overeenkomt met 100% van de netto- vakantietoeslag, waarop hij krachtens lid 2 van artikel 16 aanspraak zou hebben gemaakt, indien hij niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest. 5. De werkgever zal een aanbod tot passend werk - zowel bij een interne als een externe functie - schriftelijk (zoals die luiden laten) doen. Het aanbod vermeldt tevens het wettelijk recht van de werknemer een second opinion aan te vragen bij het UWV. De werknemer dient deze second opinion binnen 10 werkdagen aan te vragen en de werkgever van de datum van de aanvrage in kennis te stellen. 6. Indien de werknemer van het recht op second opinion gebruik maakt en de werknemer tevens het aanbod van de werkgever tot passend werk weigert, zal gedurende de behandeling van de second opinion door het UWV de werkgever het loon doorbetalen. 7. Indien de werknemer een aanbod tot passend werk heeft geweigerd en het UWV komt aansluitend tot het oordeel dat deze weigering onterecht is, zal het loon vanaf de dag van de weigering van het passende aanbod worden teruggevorderd. 8. Met ingang van 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en 2006 is de Wet werk en Inkomen inkomen naar Arbeidsvermogen arbeidsvermogen van kracht geworden (de zg. WIA). In de nieuwe wet worden 3 verschillende onderdelen onderscheiden, namelijk: a. de IVA, voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van degenen, die volledig arbeidsongeschikt zijn; b. de werknemer tot het verrichten van WGA, voor degenen, die een arbeidsongeschiktheidspercentage hebben tussen de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt:35% en 80%; c. degenen, die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn. a. IVA (Regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) 1. In Indien een medewerker na twee jaar arbeidsongeschiktheid in aanmerking komt voor een uitkering volgens de IVA, zal met terugwerkende kracht alsnog het salaris over het tweede ziektejaar aangevuld worden tot 100% van het maandinkomen. 2. Voor de werknemer die op of na de 55-jarige leeftijd volledig arbeidsongeschikt is verklaard en vanaf die leeftijd recht heeft op een WAO/IVA-uitkering naar een arbeidsongeschiktheid van 80/100% en bovendien op de eerste zes maanden dag van de maand waarin bij 62 jaar wordt ten minste 10 jaar in de bedrijfstak werkzaam is geweest, wordt de WAO/IVA-uitkering vanaf de 105e week van arbeidsonge-schiktheid tot 62 jaar, aangevuld tot 90% van het eerste ziektejaar 100inkomen.” b. WGA (Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk arbeidsongeschikten) 1. De werknemer die op grond van de wet voor ten minste 35% maar minder dan 80% arbeidsongeschikt wordt verklaard, zal niet worden ontslagen om reden van verminderde arbeidsgeschiktheid. Werkgever heeft de inspanningsverplichting om de werknemer in het arbeidsproces te re-integreren. Mocht de restverdiencapaciteit niet volledig benut kunnen worden zal er in ieder geval naar gestreefd worden om de werknemer ten minste voor 50% van zijn restverdiencapaciteit te herplaatsen. 2. De werknemer die recht heeft op een WGA- uitkering ontvangt in het derde jaar een aanvulling op het nieuwe maandinkomen en daarna de WGA uitkering van de arbeidsongeschiktheid tot 75% van het oude bruto maandinkomen. In het vierde jaar zal een aanvulling op het nieuwe maandinkomen en de WGA uitkering tot 70% van het oude bruto inkomenmaandinkomen plaatsvinden. 3. In geval van een externe herplaatsing zal de WGA uitkering en het bruto loon bij de nieuwe werkgever in het derde jaar van de arbeidsongeschiktheid tot 75% van het oude bruto maandinkomen aangevuld worden. In het vierde jaar van de arbeidsongeschiktheid zal de WGA uitkering en het brutoloon bij de nieuwe werkgever tot 70% van het oude bruto maandinkomen plaatsvinden. 4. De inkomensaanvullingen eindigen na het vierde jaar vanaf de eerste arbeidsongeschiktheidsdag. 5. In geval werkgever niet in staat is intern of extern passende arbeid aan te bieden, zal werkgever tot ontslag overgaan en een afvloeiingsregeling treffen gebaseerd op dienstjaren, leeftijd en de laatst geldende inkomensgarantie ingevolge dit artikel conform de berekeningswijze van de zgn. neutrale kantonrechterformule. c. Arbeidsongeschiktheid minder dan 35% 1. De werknemer die op grond van de wet minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt verklaard, zal niet worden ontslagen om reden van verminderde arbeidsgeschiktheid. Werkgever heeft de inspanningsverplichting om de werk- nemer in het arbeidsproces te re-integreren. 2. na Indien intern herplaatst kan worden zal in het derde jaar van de eerste zes maanden arbeidsongeschiktheid een aanvulling op het nieuwe maandinkomen tot 75% van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast oude bruto maandinkomen plaatsvinden. Vanaf het vierde jaar zal een aanvulling plaats op het nieuwe maandinkomen tot 70% van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag wordenoude bruto maand- inkomen plaatsvinden. 3. Aansluitend op In geval van een externe herplaatsing, zal het bruto loon bij de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond nieuwe werkgever in het derde jaar van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is arbeidsongeschiktheid tot 75% van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is aangevuld worden. In het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet vierde jaar van de arbeids-ongeschiktheid zal het bruto loon bij de bepaling nieuwe werkgever tot 70% van een eventuele uitkeringhet oude bruto maandinkomen plaatsvinden. De aanvulling inkomensaanvullingen eindigen na het vierde jaar vanaf de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijdarbeidsongeschiktheidsdag. 4. In geval werkgever niet in staat is intern of extern passende arbeid aan te bieden, zal werkgever tot ontslag overgaan en een afvloeiingsregeling treffen gebaseerd op dienstjaren, leeftijd en de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door laatst geldende inkomensgarantie ingevolge dit artikel conform de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde berekeningswijze van de arbeidsovereenkomstzgn. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar neutrale kantonrechterformule. 9. Op de werknemer op basis die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschiktheid is geworden blijft de regeling van lid artikel 36 CAO zoals deze luidde tot 1 januari 2005 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopentoepassing. 510. In geval Voor de werkgever ter zake arbeidsongeschikte werknemer van 55 jaar en ouder met 25 dienstjaren alsmede voor de arbeidsongeschiktheid arbeidsongeschikte werknemer van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden50 jaar en ouder met 25 dienstjaren, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenenploegentoeslag niet conform artikel 24 lid 3 afgebouwd worden. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienst. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Door ziekte of ongeval (voor werknemers waarvan de eerste ziektedag voor 1 januari 2004 ligt) en bij overlijden 1. Indien een medewerker werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004verrichten, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 7: 629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf luidden tot 1 januari 2004), voor zwangerschap- en bevallingsverlof de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WIAWAO), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid bepaald. a. Wettelijke loondoorbetaling b. Aanvulling wettelijke loondoorbetaling Gedurende de (verlengde) wachttijd voor de toekenning van de WAO-uitkering of herziening daarvan van maximaal 52/104 weken, die verlengd wordt met de periode van zwangerschap- en bevallingsverlof, ontvangt de werknemer boven op de wettelijke loondoorbetaling respectievelijk de wettelijke uitkering een aanvulling tot 100% van het verrichten maandinkomen. c. Aanvulling WAO-uitkering bij volledige arbeidsongeschiktheid Na de hiervoor onder b bedoelde wachttijd zal bij volledige arbeidsongeschiktheid het totaal van uitkeringen krachtens de WAO, de WAO-excedentverzekering en de WAO- hiaatverzekering gedurende maximaal 52 weken worden aangevuld tot 100% van het maandinkomen. Voor de berekening van de bedongen aanvulling wordt uitgegaan van een ongekorte uitkering. Werknemers van 58 jaar en ouder, die volledig arbeidsongeschikt raken, zullen op de normale WAO-uitkering voor het tweede en de volgende WAO-jaren een aanvulling ontvangen tot 85% bruto. Hierbij geldt dat de eerste ziektedag op of na de 58e verjaardag dient te liggen. d. Aanvulling WAO-uitkering bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en herplaatsing Na de hiervoor onder b bedoelde wachttijd zal bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid aan de werknemer die in passende arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever is tewerkgesteld, gedurende maximaal 52 weken een aanvulling worden verstrekt op het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte totaal van het loon bedraagt: 1dan geldende maandinkomen en de uitkeringen krachtens de WAO, de WAO-excedentverzekering en de WAO-hiaatverzekering tot 100% van het maandinkomen. In Voor de eerste zes maanden berekening van de aanvulling wordt uitgegaan van een ongekorte uitkering. Vervolgens zal het maandinkomen voor deze gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemer bestaan uit: het nieuwe maandinkomen (incl. wettelijke uitkeringen), vermeerderd met een aanvulling van 50% van het eenmalig vastgestelde verschil tussen het nieuwe maandinkomen (incl. wettelijke uitkeringen) en het maandinkomen dat geldt aan het einde van het eerste ziektejaar 100% en daarna 70% van het bruto inkomen. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot reWAO-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag worden. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d ondergrens van toepassing. f. Indien 90% ten opzichte van de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij inkomenssituatie aan het einde van de arbeidsovereenkomsthet eerste WAO-jaar. Indien als gevolg van promotie, dan wel inconveniënten als ploegendienst en consignatie het maandinkomen stijgt, wordt de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij aanvulling verlaagd met het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag stijging. e. Aanvulling WAO-uitkering bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en werkloosheid Na de hiervoor onder b bedoelde wachttijd zal bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid aan aanvullingen waar de werknemer die niet in passende arbeid kan worden te werkgesteld, indien de werknemer een WAO-uitkering, een uitkering krachtens de WAO-excedentverzekering, de WAO- hiaatverzekering én een WW-uitkering ontvangt, gedurende maximaal 52 weken op basis deze uitkeringen een aanvulling worden verstrekt tot 100% van het maandinkomen. Voor de berekening van deze aanvulling wordt uitgegaan van ongekorte uitkeringen. f. Voor het samenvallen van de hierboven onder a, b, c, d en e genoemde gevallen geldt dat in de aldaar genoemde gevallen nooit langer zal worden doorbetaald respectievelijk aangevuld dan in totaal maximaal 104 weken die verlengd wordt met de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof, uitgezonderd de situatie van werknemers van 58 jaar en ouder, zoals beschreven in lid 1 van 2 onder c en de situatie als omschreven in lid 2 onder d. 3. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel recht op heeft. In bedoelde: a. door opzet arbeidsongeschikt is geworden; b. arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van een gebrek, dat geval wordt hij bij de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopen.aanstelling heeft verzwegen en daardoor de toetsing van de voor de functie opgestelde belastbaarheidseisen niet juist kon worden uitgevoerd; 5. In geval c. zijn genezing heeft belemmerd of vertraagd; d. zonder deugdelijke grond geen passend werk verricht; e. zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan door de werkgever ter zake of een deskundige gegeven redelijke voorschriften of maatregelen om passend werk te verrichten; f. zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan opstelling, evaluatie, of bijstelling van een plan van aanpak tot reïntegratie. - loonbetaling en aanvulling op te schorten dan wel de aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die: - g. zich niet houdt aan de voor hem geldende regels en aanwijzingen bij ziekte (controlevoorschriften); - aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die: x. xxxxxxx medewerking te verlenen aan een door de werkgever gevraagde second opinion van het UWV; i. weigert gebruik te maken van voorhanden zijnde veiligheidsmiddelen dan wel de voorschriften met betrekking tot veiligheid en gezondheid overtreedt en als gevolg daarvan arbeidsongeschikt is geworden; x. xxxxxxxx maakt van de voorziening. Daarnaast kan de werkgever de werknemer een sanctie opleggen indien de werknemer de voor hem geldende regels en aanwijzingen bij ziekte (controlevoorschriften) niet naleeft. Indien de werkgever xxxxxxx van de arbeidsongeschiktheid van de medewerker werknemer tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever werknemer de daartoe benodigde informatie verstrekken. Indien de werknemer dit weigert, heeft het hij geen recht om op de in dit artikel genoemde aanvullingen. 4. De in lid 2 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen loondoorbetaling en de aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die worden beëindigd wanneer de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg arbeidsovereenkomst met de centrale ondernemingsraadwerknemer eindigt en worden niet toegekend aan werknemers die na de pensioengerechtigde leeftijd in dienst treden. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienst. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.

Appears in 1 contract

Samples: Employment Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Indien een medewerker de werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen bedon- gen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004verrichten, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004ZW), voor zwangerschaps- en bevallingsverlof de Wet arbeid en zorg zorg, de Wet Verbetering Poortwachter en de Wet werk en Inkomen inkomen naar Arbeidsvermogen arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid bepaald. 2. Loondoorbetaling eerste periode van 52 weken van arbeidsongeschiktheid a) Aan de werknemer tot het verrichten die arbeidsongeschikt is wordt de wettelijke loondoorbetaling van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar 100% en daarna 70% van het bruto inkomennetto maandinkomen betaald. 2. na b) Indien de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van vereisten uit de Wet verbetering poortwachter. Dit is Verbetering Poortwachter vindt er een aanvulling van 30% plaats, waardoor de werknemer een loondoorbetaling ontvangt van 100% over het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag wordenlaatst genoten netto maandinkomen. 3. Aansluitend op Loondoorbetaling tweede periode van 52 weken van arbeidsongeschiktheid a) Aan de eerste twee jaren werknemer die arbeidsongeschikt is wordt de wettelijke loondoorbetaling van 70% van het netto maandinkomen betaald. b) Indien de werknemer voldoet aan de vereisten uit de Wet Verbetering Poortwachter vindt er een aanvulling op grond van 10% plaats, waardoor de werknemer een loondoorbetaling ontvangt van 80% over het laatst genoten netto maandinkomen. c) Indien en voor zover de werknemer (therapeutisch) arbeid verricht wordt over dit deel het inko- men tegen 100% van het netto maandinkomen doorbetaald. 4. Onder netto maandinkomen wordt verstaan het gederfde roosterinkomen dat de werknemer zou hebben verdiend indien hij arbeidsgeschikt zou zijn geweest, onder aftrek van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkeringsociale verzeke- ringspremies welke normaliter ingehouden worden. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 5. Een werknemer die de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGAAOW-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking ontvangt voor een periode van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en 6 weken een loondoorbetaling van 70% van zijn laatst genoten netto maandinkomen. Indien de Wet werken na ar- beidsongeschiktheid een aanvang heeft genomen voordat de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijdleeftijd heeft bereikt, geldt de periode van 6 weken vanaf die datum, met dien verstande dat de to- tale periode van loondoorbetaling en aanvulling niet meer dan 104 weken bedraagt. 46. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopen. 5. In geval de werkgever ter zake van de arbeidsongeschiktheid van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen aanvullende uitkeringen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die werknemers die: a) geweigerd hebben gebruik te maken van voorhanden zijnde veiligheidsmiddelen; b) de bij controlevoorschriften overtreden; c) misbruik maken van deze voorziening. 7. Ter voorkoming van ziekte en arbeidsongeschiktheid treft de werkgever geldende controlevoorschriften overtredenmaatregelen. Deze maat- regelen betreffen onder meer: - Het sanctiebeleid houden van een periodiek geneeskundig onderzoek door een bedrijfsgenees- kundige. - Het voortzetten en waar mogelijk verbeteren van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van de arbeid en de arbeidsomstandigheden, met bijzondere aandacht voor door werknemers te tillen gewichten. - De werkgever zal worden uitgewerkt zoveel mogelijk de re-integratie van een zieke werknemer bevorderen, waarbij aanpassing van de werkplek en/of de werkzaamheden, dan wel herplaatsing of om-, her- en bijscholing aan de orde kunnen komen. Doel van dit beleid is om, waar mogelijk, het dienstverband in overleg met de centrale ondernemingsraadal dan niet aangepaste vorm voort te zetten. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienst. 68. De werkgever pleegt over zal geen overeenkomst met de werknemer afsluiten met als strekking om bij ziekte één of meer vakantiedagen af te boeken. 9. Gedurende het staken tweede jaar van gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, zal de pensi- oengrondslag en daarmee de opbouw van de pensioenaanspraken, alsmede de werknemers- bijdrage in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen het kader van de pensioenregeling, gebaseerd blijven op het volledige inkomen (100%) van de werknemer. 10. Werkgever zal zich blijven inspannen om gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers binnen zijn onderneming te herplaatsen en aanvullingen vooraf overleg daarbij blijven streven om de restverdiencapaciteit zoveel mogelijk te benutten (zie Bijlage VII). . 11. Indien onverhoopt blijkt dat een gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemer niet binnen de on- derneming van werkgever herplaatsbaar is en dientengevolge werkgever besluit dat de betref- fende werknemer extern herplaatst wordt en/ of het dienstverband met hem wordt beëindigd zal werkgever alvorens tot uitvoering van dit besluit over te gaan de ondernemingsraadvakbonden hierover informe- ren en in de gelegenheid stellen over de ontstane situatie te overleggen. 12. De werknemer die, na twee jaar achtereen (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt te zijn geweest, in het kader van de WIA minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt verklaard door de uitkeringsinstantie UWV, ontvangt indien sprake is van inkomensverlies, gedurende het derde jaar en vierde jaar van arbeidsongeschiktheid een aanvulling tot 75% van het laatstverdiende (geïndexeerde) inkomen. 13. De werkgever biedt de werknemer de mogelijkheid om deel te nemen aan een collectieve WGA- aanvullingsverzekering. De werkgever neemt 50% van de premie van deze verzekering voor haar rekening.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. 1. Indien een medewerker werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004verrichten, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004)Ziektewet, de Wet arbeid Arbeid en zorg Zorg en de Wet werk Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet niets anders is bepaald Bij ongeschiktheid bepaald. a. Wettelijke loondoorbetaling eerste periode van 52 weken b. Aanvulling wettelijke loondoorbetaling eerste periode van 52 weken Gedurende de eerste 52 weken van de werknemer wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW ontvangt de werknemer, boven op de wettelijke loondoorbetaling, een aanvulling tot 100% van het verrichten maandinkomen. c. Wettelijke loondoorbetaling tweede periode van 52 weken Gedurende de tweede 52 weken van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW zal aan de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar 100% en daarna werknemer 70% van het maandinkomen worden doorbetaald. d.1 Aanvulling wettelijke loondoorbetaling tweede periode van 52 weken d. 2 De werknemer die na de tweede periode van 52 weken op grond van de Regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten volledig en duurzaam arbeidsongeschikt wordt verklaard door de UWV, ontvangt uiterlijk in het derde ziektejaar alsnog over het tweede jaar een aanvulling tot 100% van het bruto inkomenmaandinkomen. e. Aanvulling maandinkomen na de periode van 104 weken voor werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn verklaard. Voor de werknemer die op grond van de wet voor minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt verklaard, zal geen ontslag om reden van verminderde arbeidsgeschiktheid door de werkgever worden aangevraagd. In het derde jaar van de arbeidsongeschiktheid zal een inkomenssuppletie tot tenminste 75% van het oude bruto maandinkomen plaatsvinden. In het vierde jaar zal een inkomenssuppletie tot tenminste 70% van het oude bruto maandinkomen plaatsvinden. Vanaf het vijfde jaar vindt geen inkomenssuppletie meer plaats. f. Aanvulling maandinkomen na de periode van 104 weken voor werknemers die 35% - 80% ongeschikt zijn verklaard. g. Indien op grond van de Wet Verbetering Poortwachter voor de werkgever sprake is van een verlengde loondoorbetalingsverplichting, zal de loondoorbetalingsverplichting conform lid 1 sub a, van evenredige toepassing zijn. Indien aansluitend op de periode van loondoorbetaling sprake is van een aanvullingsverplichting conform lid 1 sub b, kan de periode van loondoorbetaling en aanvulling tezamen niet meer bedragen dan 104 weken inclusief de perioden genoemd in artikel 14 lid 1 sub a en sub b. Indien werkgever en werknemer in onderling overleg besluiten de aanvraag voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering uit te stellen is dit lid eveneens van toepassing. h. De Loondoorbetalingverplichting voor de werkgever is eveneens van toepassing bij een second opinion als de werknemer bij een onterechte weigering het aanbod tot vervangend werk alsnog accepteert. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet Vorenbedoelde aanvullingen worden niet toegekend aan de verplichtingen in het verlengde werknemer die naar oordeel van de Wet verbetering poortwachterdoor werkgever of door betrokken bedrijfsvereniging aangewezen controlerende arts dan wel verzuimconsulent de desbetreffende voorschriften niet stipt naleeft. Dit De werknemer is het geval indien verplicht aan personen de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt door hen gevraagde inlichtingen te verschaffen en desverlangd toegang tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag wordenzijn woning te verschaffen. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame misbruik dan wel indien de arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing te wijten is aan eigen schuld van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegdbetrokken werknemer, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht verbeurt hij eveneens iedere afspraak op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van in lid 1 van dit artikel recht op heeftbedoelde uitkeringen c.q. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopenaanvullingen. 54. In geval Het bepaalde in lid 1 van dit artikel is niet van kracht indien en voor zover de werkgever werknemer ter zake van de zijn arbeidsongeschiktheid van de medewerker tegen een jegens één of meer derden een vordering tot schadevergoeding salarisvergoeding wegens salarisderving kan doen gelden. Indien en voor zover de werknemer zijn recht op schadevergoeding als in de vorige alinea bedoeld ten belope van het bedrag der in lid 1 van dit artikel geregelde bovenwettelijke aanvullingen aan de werkgever overdraagt, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft echter aan de werknemer voorschotten uitkeren tot het recht om beloop van de aanvullende uitkeringen, welke de werknemer overeenkomstig het bepaalde in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die hem zou moeten ontvangen als hij geen vordering tot schadevergoeding jegens derden had gehad. De op deze wijze door de bij werknemer genoten voorschotten zullen worden verrekend met wat de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraadvan derde(n) als schadevergoeding ontvangt. b. 5. De medewerker zal vanaf gedifferentieerde WGA premie komt volledig voor rekening van de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienstwerkgever. 6. De werkgever pleegt over het staken stelt de werknemer in de gelegenheid deel te nemen aan een collectieve WGA-hiaat verzekering en aan de 10% aanvullende WIA verzekering. De premie voor deze verzekeringen komt voor rekening van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraadwerknemer.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien a. De werkgever zal bij arbeidsongeschiktheid vanaf de eerste ziektedag gedurende ten hoogste 52 weken het individueel over- eengekomen loon doorbetalen. b. De werkgever zal bij voortdurende arbeidsongeschiktheid, zolang er sprake is van een medewerker dienstverband, vanaf de 53ste week t/m de 104de week een aanvulling betalen tot het individueel overeen- gekomen loon. Deze aanvulling vindt plaats bovenop het bedrag van enige geldelijke uitkering die de werknemer toekomt krach- tens enige wettelijk voorgeschreven arbeidsongeschiktheidsver- zekering of krachtens enige verzekering of uit enig fonds waarin de deelneming is bedongen bij of voortvloeit uit de arbeidsover- eenkomst. c. Onder loon, bedoeld in lid 1a en 1b, wordt verstaan het gemid- deld werkelijk verdiende netto-inkomen in de laatste 13 weken voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid, te verhogen met tus- sentijdse algemene CAO-verhogingen. d. Er is een invaliditeitspensioen ten gevolge behoeve van ziektewerknemers. Dit invaliditeitspensioen dient als aanvulling op een uitkering krach- tens de wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (WAO) en maakt deel uit van het Bedrijfspensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen. 2. Bij arbeidsongeschiktheid zijn de gedragsregels uit bijlage 1 van deze CAO van toepassing. De loondoorbetaling uit lid 1a kan in min- dering worden gebracht met en conform de sanctiebepalingen uit deze bijlage. 3. Het recht op de in lid 1a en 1b genoemde doorbetaling c.q. aanvul- ling bestaat voor: a. werknemers, zwangerschap aangenomen ofwel voor bepaalde tijd, ofwel voor een bepaalde taak, ofwel voor werkzaamheden van tijdelijke aard, die bij de aanvang van hun arbeidsongeschiktheid twee maanden of bevalling langer in dienst zijn, gedurende de tijd, dat het dienstverband zou hebben voortgeduurd met een maximum van drie maanden; b. werknemers, die bij de aanvang van hun arbeidsongeschiktheid tenminste drie maanden maar nog geen jaar in dienst zijn, gedu- rende 1 jaar; c. werknemers, die bij aanvang van hun arbeidsongeschiktheid ten- minste een jaar in dienst zijn, gedurende twee jaar. De verplich- ting geldt ook indien er sprake is van een samenloop van een uit- kering krachtens de WAO en AWW in het tweede jaar van de arbeidsongeschiktheid. 4. Gedurende een aaneengesloten periode van twee jaar, waarin een werknemer wegens arbeidsongeschiktheid niet in staat is de bedongen arbeid zijn werk- zaamheden te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004verrichten, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever niet toegestaan het loon door gedurende dienstverband op te zeggen (artikel 1639h lid 3 B.W.). Na deze ongeschiktheidperiode is ontslag slechts toegestaan indien is aangetoond dat her- plaatsing binnen de onderneming niet tot de mogelijkheden behoort. 5. De hoogte aanvulling bedoeld in lid 3 van dit artikel wordt voor de handels- vertegenwoordiger berekend op basis van het loon bedraagt: 1. In inkomen over de eerste zes laat- ste 12 maanden van het eerste ziektejaar 100% en daarna 70% van het bruto inkomen. 2. na – of zoveel korter als de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet dienstbetrekking heeft geduurd – onmiddellijk voorafgaande aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachterarbeidsongeschiktheid. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag worden. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt Indien een aanvulling handelsvertegenwoordiger op grond van de cao plaats over tussen hem en zijn werkgever gesloten overeenkomst, tijdens zijn periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de aanvullingsgrondslagin lid 4 bedoelde aanvulling, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentageresp. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheiduitbetaling achterwege, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagtmet dien ver- stande dat: a. Indien indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder provisiebedrag even groot of groter is dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslagin lid 4 bedoelde aanvulling, resp. uitbetaling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd; b. Indien indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over provisiebedrag kleiner is dan de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern)aanvulling, resp. Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid uit- betaling zou hebben bedragen, door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat bovendien het verschil is ingelopenwordt bijbetaald. 5. In geval de werkgever ter zake van de arbeidsongeschiktheid van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienst. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge 1. Met uitsluiting van ziekte, zwangerschap of bevalling niet het bepaalde in staat artikel 7: 629 lid 1 BW is de bedongen werkgever ver- plicht aan de werknemer, die door arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn of haar arbeid te verrichten en waarbij niet valt onder de werking van artikel 29 van de Ziektewet: a. vanaf de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden dag van ziekte voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid duur van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door en gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In maximaal de eerste zes 12 maanden 100 % van zijn of haar netto-inkomen door te betalen; b. in het eerste tweede ziektejaar 100% en daarna 70% van het bruto inkomenlaatst verdiende loon door te betalen; c. een aanvulling te verstrekken tot het voor de werknemer geldende netto- inkomen over de dagen dat de werknemer ter zake van arbeidsongeschikt- heid in het derde ziektejaar een loongerelateerde uitkering ontvangt krach- tens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), doch ten hoogste 12 maanden. 2. na de eerste zes maanden van Onder netto-inkomen wordt in dit artikel verstaan inkomen waarin begrepen overwerk dat met een zekere regelmaat wordt verricht, waarbij het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% aantal uren per dag of per week kan variëren, en verondersteld mag worden dat het over- werk ook verricht zou zijn indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag wordenniet arbeidsongeschikt zou zijn geweest. 3. Aansluitend Bij de vaststelling van het netto-inkomen kan worden uitgegaan van het gemid- delde van het inkomen plus overwerkvergoedingen in de 13 weken vooraf- gaande aan het moment waarop de arbeidsongeschiktheid begon. 4. De aanvulling als bedoeld in lid 1 wordt voor handelsvertegenwoordigers bere- kend op basis van het inkomen over de eerste twee jaren vindt laatste 12 maanden – of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd – onmiddellijk voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid. 5. Indien een aanvulling handelsvertegenwoordiger op grond van de cao plaats over tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst tijdens zijn of haar periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak verwerft op provisie, blijft de aanvullingsgrondslagin lid 1 bedoelde aanvulling achterwege, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagtmet dien verstande dat: a. Indien indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder provisiebedrag even groot of groter is dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% in lid 1 bedoelde aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslagzou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd; b. Indien indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid zou hebben bedragen, door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat bovendien het verschil is ingelopenwordt bijbetaald. 5. In geval de werkgever ter zake van de arbeidsongeschiktheid van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienst. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge a. Onverminderd het bepaalde in artikel 7:629 BW (recht op loon bij ziekte) heeft de werk- nemer vanaf de aanvang van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten arbeidsongeschiktheid recht op 90% van zijn structurele loon gedurende zijn eerste ziektejaar en waarbij gedurende het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer 80% van zijn structurele loon. Onder structureel loon wordt verstaan de vol- gende loonbestanddelen: - Functieloon; - Toeslag(en) als gemiddelde berekenen over drie maanden voorafgaande aan de eerste ziektedag ligt op of na ziektedag. Voor de parttimer geldt bij arbeidsongeschiktheid dat het structurele loon wordt berekend over het gemiddelde aantal gewerkte uren gedurende de periode van 52 weken vooraf- gaand aan de datum van ziekmelding. b. Voor medewerkers welke voor 1 januari 20042020 reeds ziek waren geldt lid 1 sub a niet, gelden voor hem de bepalingen van zij blijven vallen onder artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 56 lid 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten CAO 2019 c. Ten aanzien van werknemers die de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt geldt in geval van arbeidsongeschiktheid een loondoorbetalingsverplichting gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte een peri- ode van het loon bedraagt: 1. In 52 weken, te rekenen vanaf de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar ziektedag. d. Tijdens de arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw over 100% en daarna 70% van het bruto inkomenbasis- loon berekend. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke De werknemer voldoet is verplicht zich te houden aan de verplichtingen in het verlengde door de werkgever gestelde regelingen ter zake van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is ziek- en verwacht mag wordenbetermelding. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever heeft de bevoegdheid om per ziekmelding een wachtdag toe te passen. In- dien de arbeidsongeschiktheid langer dan zeven dagen aaneengesloten heeft geduurd, zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijdeventueel toegepaste wachtdag alsnog worden vergoed. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde Het in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht bepaalde is niet van kracht indien en voor zover de werknemer met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheid jegens een of meer derde(n) een vordering tot schadevergoeding wegens inkomensderving kan doen gelden. De werkgever heeft een zelfstandig vorderingsrecht op heeft. In dat geval wordt grond van art 6:107 a lid 2 BW op aansprakelijke veroorzaker van de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil gekwetste werknemer, die daardoor arbeidsongeschikt is ingelopengeworden. 5. In geval de werkgever ter zake Indien spaaruren als gevolg van de arbeidsongeschiktheid ziekte niet kunnen worden opgenomen voor 30 april van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner daaropvolgende kalenderjaar en de door werknemer is langer dan drie maanden aaneenge- sloten ziek, kunnen deze uren binnen zes maanden na datum herstel alsnog worden opge- nomen. Na deze datum worden de werkgever ingeschakelde Arbo- diensturen uitbetaald. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling 1. Op de werknemer die wegens ziekte op arbeidsongeschiktheid niet in staat is om de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004verrichten, gelden voor hem de bepalingen van is artikel 7:629 7.629 BW, de Ziektewet Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), AAW) en/of de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Ar- beidsongeschiktheidsverzekering (WIA)WAO) van toepassing, voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar 100% en daarna 70% van het bruto inkomenbepaald. 2. na Bij arbeidsongeschiktheid ontvangt de werknemer, mits de controle- voorschriften worden nageleefd en voorzover de werknemer 60 da- gen of langer in de voorafgaande 6 maanden in dienst van de werk- gever is geweest gedurende maximaal 52 weken en vanaf de eerste zes maanden verzuimdag 100% van het ziektejaar tnetto maandinkomen/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot reperiode-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag wordeninkomen. 3. Aansluitend a. Indien de arbeidsongeschiktheid van een werknemer als bedoeld in lid 2 voortduurt en deze werknemer op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond verzuimdag 1 jaar of langer in dienst van de cao plaats werkgever is geweest (dan wel heeft doorgebracht bij een ander graanbe- en verwerkend be- drijf), zal bij arbeidsongeschiktheid de uitkering krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering gedurende maxi- maal 52 weken tot 100% van het gemiddelde netto maandinkomen/periode-inkomen over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou laatste 6 betalings- perioden worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag;aangevuld. b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% de arbeidsongeschiktheid van een werknemer als bedoeld in lid 2 voortduurt en 80% ligt: deze werknemer op de eerste verzuimdag 1 jaar of langer in het 3e jaar: dienst van de werkgever is geweest (dan wel heeft doorgebracht bij een ander graanbe- en verwerkend be- drijf), zal bij samenloop van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en gedeeltelijke werkloosheid de uitkering krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Werkloosheidswet, gedurende maximaal 52 weken tot 100% loon over gewerkte uren + WGAvan het gemiddelde netto maandinkomen/periode-uitkering + 15% aanvulling inkomen over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijdlaatste 6 betalings- perioden worden aangevuld. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopen. 5. In geval de werkgever ter zake van de arbeidsongeschiktheid van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de is gerechtigd in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en geval van misbruik, bedrog of nala- tigheid evenbedoelde uitkeringen of aanvullingen te weigeren respectievelijk in schorsen of te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraadstaken. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienst. 6. De werkgever pleegt over het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraad.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In geval van arbeidsongeschiktheid door ziekte of ongeval zal werkgever aan de werknemer, tenzij deze valt onder artikel 3 lid 4, of de werknemer een uitkering ontvangt krachtens de IVA- regeling, de volgende uitkering doen: a. gedurende de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar 26 weken: 100% en daarna 70% van het loon; - gedurende de volgende 26 weken: 90% van het loon; - gedurende de daarop volgende 52 weken: 80% van het loon. Loon is het bruto inkomenperiodesalaris, vermeerderd met eventuele vaste toeslagen op basis van 3 voorafgaande perioden van 4 weken aan de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. b. Tijdens het tweede ziektejaar zal tenminste het voor de werknemer geldende minimumloon worden doorbetaald. 2. na Indien de eerste zes maanden medewerker in het tweede ziektejaar tenminste 25% van zijn contracturen werkt (incl. arbeidstherapie) zal voor deze uren het loon 100% worden doorbetaald. Voor de resterende ziekte uren zal de doorbetaling van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt loon worden aangevuld tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag worden90%. 3. Aansluitend Na 104 weken uitkering of indien op een eerder moment een uitkering krachtens de eerste twee jaren vindt IVA- regeling is toegekend, is de CAO betreffende aanvulling op uitkeringen krachtens de WIA bij arbeidsongeschiktheid van toepassing, indien en voor zover aan de daarin gestelde voorwaarden is voldaan. a. Indien werkgever en werknemer in onderling overleg gezamenlijk het Uitvoerings- instituut Werknemersverzekeringen verzoeken de wachttijd van 104 weken voor de toekenning van een aanvulling WIA-uitkering te verlengen, zal werkgever gedurende deze verlenging aan werknemer per periode 80% van het loon doorbetalen zoals genoemd in lid 1 van dit artikel. b. Indien het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen het tijdvak gedurende welke de werkgever bij arbeidsongeschiktheid maximaal verplicht is het loon door te betalen (2 jaar) verlengt omdat werkgever de gestelde verplichtingen op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslagwet Poortwachter niet nakomt, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is zal werkgever gedurende deze verlenging aan werknemer per periode 80% van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd loon doorbetalen als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: genoemd in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht artikel. c. De duur van de verlenging zoals hiervoor genoemd in sub b wordt in mindering gebracht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopentotale duur van een aanvulling op een eventuele WIA- of WW-uitkering op grond van de CAO zoals genoemd in lid 2 van dit artikel. 5. In De in lid 1 en lid 4 van dit artikel bedoelde aanvullingen, respectievelijk uitkeringen uitgaande boven die, welke krachtens de sociale verzekeringswetgeving worden genoten zijn niet verschuldigd, indien en voor zover de werknemer in geval de werkgever ter zake van de arbeidsongeschiktheid ziekte dan wel uit hoofde van de medewerker tegen een of meer hem overkomen ongeval, ten opzichte van derden een vordering tot schadevergoeding wegens loonderving kan doen gelden, . Hieronder tevens te begrijpen de uitkering vakantie- toeslag en winstdeling. In dit geval zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken vermelde betalingen aan werknemer doen, doch alleen bij wijze van voorschot op schadevergoeding. De werknemer wordt geacht zijn recht op schadevergoeding ten aanzien belope van medewerkers die de bij het bedrag van het voorschot aan de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot hebben gecedeerd en is desverlangd verplicht een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner en de door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienst. 6hierop betrekking hebbende akte van cessie te tekenen. De werkgever pleegt over zal het staken van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg voorschot met de ondernemingsraaduit te keren schadevergoeding verrekenen.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (zoals die luiden vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald 1. Bij ongeschiktheid arbeidsongeschiktheid van de werknemer tot in de zin van lid 4 van dit artikel, onverminderd het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon door in lid 2 bepaalde, zal gedurende deze ongeschiktheid. De hoogte van het loon bedraagt: 1. In ten hoogste de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar 100% en daarna 52 weken de navolgende uitkering dan wel aanvul- ling worden verstrekt: 70% van het bruto inkomenmaandinkomen (tot ten hoogste het voor de werknemer geldende dagloon inzake de Coördinatiewet SV) met een aanvulling tot 100% van het maandinkomen, mits de werknemer zich houdt aan de gedragsregels, zoals bedoeld in artikel 4 lid 5. Indien als gevolg van een geschil over arbeidsongeschiktheid een second opinion wordt aangevraagd, zal de werkgever tot het moment van de uitspraak van de second opinion, het salaris als voorschot doorbetalen. 1. Voor werknemers die bij de aanvang van de arbeidsongeschikt- heid één jaar of langer in dienst zijn, zal bij volledige arbeids- ongeschiktheid gedurende maximaal 1 jaar de uitkering krachtens de WAO wordt aangevuld ter hoogte van 30% van het in lid 3 van dit artikel genoemde loon. 2. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zal voor de werknemer die bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid één jaar of langer in dienst is en die in passende arbeid is tewerkgesteld, gedurende maximaal 2 jaar na de eerste zes maanden aanvang van de arbeidsongeschiktheid een aanvulling worden toegekend ter hoogte van 30% van het ziektejaar t/m maximaal in lid 3 van dit artikel genoemde loon, met dien verstande dat de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats aan- vulling niet meer bedraagt dan in geval van 20% indien de zieke werknemer voldoet aan de verplichtingen in het verlengde van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag wordenvolledige arbeids- ongeschiktheid. 3. Aansluitend op Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zal voor de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond werknemer die bij aanvang van de cao plaats over arbeidsongeschiktheid één jaar of langer in dienst is en die niet in passende arbeid kan worden tewerkge- steld, indien en voor zover de aanvullingsgrondslagwerknemer een WAO-uitkering en een WW-uitkering ontvangt, waarbij de deze uitkeringen gedurende maxi- maal 1 jaar worden aangevuld ter hoogte van de aanvulling afhankelijk is 30% van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen in lid 3 van dit artikel genoemde loon, met dien verstande dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder aan- vulling niet meer bedraagt dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van de medewerker (intern dan wel extern). Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijdarbeids- ongeschiktheid. 4. In geval Aan de arbeidsovereenkomst na minimaal twee werknemer zal bij volledige arbeidsongeschiktheid in verband met het tweede WAO-jaar arbeidsongeschiktheid door een uitkering worden ver- strekt ter grootte van een bruto 4-weken salaris. 3. Onder loon wordt in dit artikel verstaan, het loon dat de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegdwerknemer gemiddeld per dag over de laatste 26 weken heeft verdiend met uit- zondering van vakantietoeslag, heeft eindejaarsuitkering en evt. de medewerker op grond van het bepaalde in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomsteenma- lige uitkering(en). Indien de medewerker toepassing van het voorgaande leidt tot onredelijke situaties kan aan de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt vaste commissie worden verzocht hiervan te mogen afwijken. 4. Onder werknemer in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond zin van dit artikel per het einde wordt verstaan de werk- nemer met wie een dienstbetrekking is aangegaan voor onbepaalde tijd of voor een bepaalde tijd van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht op heeft. In dat geval wordt de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil is ingelopenten minste twee maanden. 5. In geval de werkgever ter zake van Onder 1 genoemde uitkeringen c.q. aanvullingen zullen niet worden verstrekt als de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een li- chaamsgebrek waaromtrent de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen geldenwerknemer bij het aangaan van het dienstverband geen, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenendan wel valse, inlichtingen heeft verstrekt. a. 6. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk genoemde uitkerings- dan wel aanvullingsregeling geheel of gedeeltelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers een werknemer die: 1. misbruik maakt van deze regelingen; 2. de controlevoorschriften overtreedt. 7. Het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel is niet van kracht indien en voorzover de werknemer ter zake van zijn arbeids- ongeschiktheid jegens een of meer derden een vordering tot schade- vergoeding wegens loonderving kan doen gelden. Indien en voorzover de werknemer zijn recht op schadevergoeding als in de vorige alinea bedoeld ten belope van het bedrag der in de leden 1 en 2 van dit artikel geregelde buitenwettelijke uitkeringen aan de werkgever overdraagt, zal de werkgever echter aan de werk- nemer voorschotten verstrekken tot het beloop van de aanvullende uitkeringen die de bij werknemer krachtens lid 1 en 2 van dit artikel zou hebben moeten ontvangen als hij geen vordering tot schadevergoe- ding jegens derden had gehad. De op deze wijze door de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal werknemer genoten voorschotten zullen worden uitgewerkt in overleg verrekend met wat de centrale ondernemingsraadwerkge- ver van de derde(n) als schadevergoeding ontvangt. b. 8. Op het moment van inwerkingtreding van deze collectieve arbeids- overeenkomst bestaande regelingen die gunstiger uitkerings- voorwaarden kennen dan de in dit artikel genoemde, blijven voors- hands gehandhaafd. 9. De medewerker zal vanaf uitkeringen, bedoeld in de derde ziekmelding gevolg dienen te geven leden 1 en 2, worden voor de vertegenwoordigers/verkoopadviseurs berekend op basis van het in- komen (salaris en eventuele provisie, doch exclusief eventuele ver- goeding(en) voor onkosten) over de laatste 12 maanden – of zoveel korter als het dienstverband heeft geduurd – onmiddellijk vooraf- gaande aan de uitnodiging tot arbeidsongeschiktheid. Indien een gesprek over verzuimbegeleiding vertegenwoordiger/ verkoopadviseur tijdens zijn periode van arbeidsongeschiktheid aan- spraak verwerft op provisie, blijven de in de leden 1 en 2 bedoelde uitkeringen achterwege, met zijn directe leidinggevendedien verstande dat: 1. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de in de leden 1 en 2 bedoelde uitkeringen zouden hebben bedragen, in overleg met dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd; 2. indien het provisiebedrag kleiner is dan de HR business partner en de uitkeringen zouden hebben bedragen door de werkgever ingeschakelde Arbo- dienstbovendien het verschil wordt bijbetaald, een en ander tot een maximum gelijk aan het gemid- delde inkomen (exclusief onkostenvergoedingen van het vooraf- gaande jaar). 61. De werknemer welke op of na het bereiken van de 57-jarige leef- tijd arbeidsongeschikt wordt in de zin van art. 629 BW Z (loon- doorbetaling bij ziekte), heeft ingeval van volledige arbeids- ongeschiktheid in de zin van de WAO met ingang van het derde uitkeringsjaar ingevolge de WAO recht op een jaarlijkse uitke- ring. 2. De hoogte van de jaarlijkse uitkering als bedoeld in lid 1 is gelijk aan een bruto 4-weken salaris, gebaseerd op het salaris, dat de werknemer genoot direct voorafgaande aan de arbeidsongeschikt- heid. Uitbetaling van de jaarlijkse uitkering zal geschieden door het Uitvoerend Orgaan van het VUT Fonds voor de werknemer die voor 1 januari 1999 de 57-jarige leeftijd heeft bereikt en op dat moment arbeidsongeschikt was in de zin van art. 629 BW. 1. De werkgever pleegt over zal ten behoeve van de werknemers een collec- tieve verzekering sluiten die voorziet in een aanvulling op de WAO-uitkering tot 70% van het staken laatstgenoten jaarinkomen voor- zover dit jaarinkomen de maximum WAO-uitkeringsgrondslag niet overstijgt. 2. Door de Stichting Kwaliteit van de Arbeid is een verzekerings- polis ontwikkeld, die aan alle bedrijven is aangeboden. (De polis- voorwaarden zijn opvraagbaar bij het secretariaat van de stich- ting). Deze verzekering geldt voor alle werknemers voor het inkomensdeel tussen de maximum WAO-uitkeringsgrondslag en het wettelijk minimumloon. 3. Werkgevers die onder de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen genoemde voorwaarden zelf een verzekering kunnen aanbieden tegen een gelijke of lagere premie, zijn gerechtigd deze verzekeringsmogelijkheid aan te bieden. Door de Vaste Commissie zal worden beoordeeld of de polis vol- doet aan de minimumvoorwaarden. 4. De premie voor deze verzekering komt voor rekening van de werknemer. De premie zal per betalingsperiode worden ingehou- den op het brutoloon. (De premietabel is opgenomen in bijlage VII van deze CAO). 5. De verzekeringspolis zal minimaal aan de volgende randvoor- waarden dienen te voldoen: – alle in dienst zijnde werknemers kunnen deelnemen zonder keuring en aanvullingen vooraf alle nieuwe werknemers kunnen bij indiensttre- ding deelnemen op basis van de aanstellingskeuring; – toekenning van de uitkering door de verzekeraar geschiedt op basis van de beslissing van de Bedrijfsvereniging, die het arbeidsongeschiktheidspercentage vaststelt; – de eventuele overrente zal worden gebruikt voor indexering van de ingegane uitkeringen. Wijzigingen in de polisvoorwaarden beneden de minimumpakket- voorwaarden zullen uitsluitend in overleg en overeenstemming met de ondernemingsraadvakorganisaties plaats kunnen hebben.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Indien een medewerker ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet 1. Onverminderd het bepaalde in staat is de bedongen arbeid te verrichten en waarbij de eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, BW (recht op loon bij ziekte) heeft de Ziektewet (zoals die luiden werknemer vanaf 1 januari 2004), de Wet arbeid en zorg en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald Bij ongeschiktheid aanvang van de arbeidsongeschiktheid recht op 90% van zijn structurele loon gedurende zijn eerste ziektejaar. Gedurende het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer tot 80% van zijn structurele loon. Onder structureel loon wordt verstaan alle verplichte loonbestanddelen. Hieronder valt in elk geval het verrichten bedrag dat de betrokken werknemer gemiddeld gedurende de periode van 52 weken voorafgaand aan de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt datum van xxxxxxxxxxx heeft ontvangen aan: • Overuren; • Diplomatoeslag; • Indien de werkgever het loon door gedurende deze ongeschiktheidwerknemer langer dan 15 kalenderdagen aaneengesloten ziek is (m.i.v. de ziekmel- ding) heeft hij tevens recht op onregelmatigheidstoeslag. De hoogte gemiddelde onregelmatigheids- toeslag wordt berekend over 52 weken voorafgaand aan de datum van het loon bedraagt: 1arbeidsongeschiktheid. In • Tijdens de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw over 100% en daarna 70% van het bruto inkomenbasisloon berekend. 2. na de eerste zes maanden van het ziektejaar t/m maximaal de 24e maand vindt er daarnaast een aanvulling plaats van 20% indien de zieke De werknemer voldoet is verplicht zich te houden aan de verplichtingen in het verlengde door de werkgever gestelde regelingen ter zake van de Wet verbetering poortwachter. Dit is het geval indien de zieke werknemer meewerkt en/of initiatief neemt tot re-integratie binnen de kaders van wat reëel mogelijk is ziek- en verwacht mag wordenbetermelding. 3. Aansluitend op de eerste twee jaren vindt een aanvulling op grond van de cao plaats over de aanvullingsgrondslag, waarbij de hoogte van de aanvulling afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingsgrondslag is het verschil tussen het oude en nieuwe bruto maandinkomen. Het oude bruto maandinkomen is het inkomen dat verdiend zou worden bij volledige arbeidsgeschiktheid, waarbij hetzelfde maandinkomen wordt gehanteerd als UWV doet bij de bepaling van een eventuele uitkering. De aanvulling na de eerste twee jaren bedraagt: a. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35% bedraagt: In het 3e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 85% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 4e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 80% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 5e jaar: 100% loon over de gewerkte uren + 75% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; In het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + 70% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; b. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80% ligt: in het 3e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag ; in het 6e en 7e jaar: 100% loon over gewerkte uren + WGA-uitkering. c. Indien het arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80% en 100% ligt,de medewerker een volledige WGA-uitkering ontvangt en er dus geen loon uit arbeid is: in het 3e jaar: WGA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: WGA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: WGA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e en verder: WGA-uitkering. d. In geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (80-100%) na de eerste twee jaren geldt: in het 3e jaar: 75% IVA-uitkering + 15% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 4e jaar: 75% IVA-uitkering + 10% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 5e jaar: 75% IVA-uitkering + 5% aanvulling over de aanvullingsgrondslag; in het 6e jaar en verder: IVA-uitkering. e. De werkgever zal in geval van sub b en c aangepast werk aanbieden respectievelijk zich verplichten tot herplaatsing van heeft de medewerker (intern dan wel extern)bevoegdheid om te allen tijde een wachtdag toe te passen. Hierbij geldt een werkgarantie tot en met het 5e jaar. Tevens is het bepaalde in artikel 14 lid 7d van toepassing. f. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd arbeidsongeschiktheid langer dan zeven dagen aaneengesloten heeft bereikt geldt in afwijking van het bovenstaande en het overige in dit artikel bepaalde hetgeen is vastgelegd in artikel 7:629 lid 2 BW en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijdgeduurd, zal een eventueel toegepaste wachtdag alsnog worden vergoed. 4. In geval de arbeidsovereenkomst na minimaal twee jaar arbeidsongeschiktheid door de werkgever (gedeeltelijk) wordt opgezegd, heeft de medewerker op grond van het bepaalde Het in de artikelen 7:673 en 673a BW recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt in afwijking van bovenstaande dat er geen recht op een transitievergoeding bestaat, De medewerker die een transitievergoeding ontvangt heeft geen recht op de nog te ontvangen aanvullingen op grond van dit artikel per het einde van de arbeidsovereenkomst tenzij het bedrag van de transitievergoeding lager is dan het bedrag aan aanvullingen waar de werknemer op basis van lid 1 van dit artikel recht bepaalde is niet van kracht indien en voor zover de werknemer met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheid jegens een of meer derde(n) een vordering tot schade- vergoeding wegens inkomensderving kan doen gelden. De werkgever heeft een zelfstandig vorderingsrecht op heeft. In dat geval wordt grond van art 6:107 a lid 2 BW op aanspra- kelijke veroorzaker van de transitievergoeding aangevuld totdat het verschil gekwetste werknemer, die daardoor arbeidsongeschikt is ingelopengeworden. 5. In geval de werkgever ter zake Indien spaaruren als gevolg van de arbeidsongeschiktheid ziekte niet kunnen worden opgenomen voor 30 april van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, zal de medewerker daaraan zijn medewerking verlenen. a. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen te weigeren respectievelijk in te trekken ten aanzien van medewerkers die de bij de werkgever geldende controlevoorschriften overtreden. Het sanctiebeleid zal worden uitgewerkt in overleg met de centrale ondernemingsraad. b. De medewerker zal vanaf de derde ziekmelding gevolg dienen te geven aan de uitnodiging tot een gesprek over verzuimbegeleiding met zijn directe leidinggevende, in overleg met de HR business partner daaropvolgende kalenderjaar en de door werknemer is langer dan drie maanden aaneengesloten ziek, kunnen deze uren binnen zes maanden na datum herstel alsnog worden opgenomen. Na deze datum worden de werkgever ingeschakelde Arbo- diensturen uitbetaald. 6. De werkgever pleegt over werknemer heeft tenminste het staken recht op het wettelijk minimumloon, berekend naar rato van de in lid 5 bedoelde bovenwettelijke loonbetalingen en aanvullingen vooraf overleg met de ondernemingsraadzijn formele arbeidsduur.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)