Uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen Voorbeeldclausules

Uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen. 1. De (gewezen) deelnemer kan een deel van zijn aanspraak op ouderdomspensioen op de (deeltijd)pensioendatum uitruilen voor een aanspraak op (hoger) partnerpensioen. 2. Het deel van het ouderdomspensioen waarop de (gewezen) echtgenoot of gewezen partner als bedoeld in artikel 25 van dit pensioenreglement jegens het pensioenfonds recht op uitbetaling heeft in verband met toepassing van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding kan niet worden uitgeruild voor partnerpensioen. 3. Indien de (gewezen) deelnemer besluit (een deel van) zijn aanspraak op ouderdomspensioen uit te ruilen, vervalt (dit deel van) zijn aanspraak op ouderdomspensioen. 4. De (gewezen) deelnemer die een deel van zijn aanspraak op ouderdomspensioen wenst uit te ruilen voor een aanspraak op (hoger) partnerpensioen dient ervoor te zorgen dat het verzoek hiertoe schriftelijk voor de door het pensioenfonds aangegeven datum door het pensioenfonds is ontvangen. 5. Als de (gewezen) deelnemer is gehuwd of een geregistreerd partnerschap heeft, verstrekt het pensioenfonds in het jaar voorafgaand aan de pensioendatum een voorstel om een deel van de aanspraak op ouderdomspensioen uit te ruilen voor partnerpensioen. Indien de (gewezen) deelnemer niet reageert binnen gestelde termijn, gaat het pensioenfonds automatisch over tot bovengenoemde uitruil. 6. De keuze voor uitruil als bedoeld in lid 1 van dit artikel is onherroepelijk en kan slechts éénmalig gedaan worden. 7. Een deel van de aanspraak op ouderdomspensioen kan op de pensioendatum aan de hand van de in bijlage 2 vermelde tabel worden omgezet in een aanspraak op partnerpensioen. 8. Na uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen bedraagt het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen dat ingaat na de uitruil van een deel daarvan. Indien een gewezen echtgenoot of partner conform artikel 24 van dit pensioenreglement een aanspraak op bijzonder partnerpensioen heeft, bedraagt het partnerpensioen ná uitruil samen met het bijzonder partnerpensioen voor de gewezen echtgenoot of partner 70% van het ouderdomspensioen dat ingaat na de uitruil van een deel daarvan. 9. Voor uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen, wordt maximaal zoveel ouderdomspensioen uitgeruild dat na de uitruil het ouderdomspensioen niet minder bedraagt dan het bedrag dat de Pensioenwet noemt voor de afkoop of waardeoverdracht van kleine pensioenen. 10. Uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen op de pensioendatum vindt plaats nadat een eventuele omzetting v...
Uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen. 19.1 Wat is uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen? De (gewezen) deelnemer kan ervoor kiezen om een deel van de opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen om te zetten in een hogere aanspraak op partnerpensioen. 19.2 Op welk moment vindt uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen plaats? De omzetting van ouderdomspensioen in een hogere aanspraak op partnerpensioen vindt plaats op de dag dat de deelnemer de deelneming beëindigt, respectievelijk op de pensioeningangsdatum. 19.3 Hoeveel ouderdomspensioen kan worden uitgeruild? Het totale partnerpensioen, met inbegrip van de eventuele aanspraak op bijzonder partnerpensioen zoals verkregen op grond van artikel 14.1, mag na de omzetting niet hoger worden dan 70% van de resterende aanspraak op ouderdomspensioen op de pensioendatum. Het door uitruil ontstane verlies aan pensioen kan niet worden gecompenseerd. Het nieuwe ouderdoms- en partnerpensioen wordt berekend op basis van de in bijlage 2 vermelde factor. Het ouderdomspensioen waarop de gewezen partner van de (gewezen) deelnemer recht heeft conform artikel 14.5 komt niet voor uitruil in aanmerking.
Uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen. Partnerpensioen; begin- en einddatum
Uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen. 1. De (gewezen) deelnemer heeft het recht op de pensioendatum ouderdomspensioen uit te ruilen voor een hoger partnerpensioen. De (gewezen) deelnemer heeft hierbij de keuze om 75%, 50% of 25% van het ouderdomspensioen uit te ruilen. Hierbij zijn de voorwaarden als bepaald in artikel 1 lid 3 van toepassing. 2. Als voorbeeld zijn in bijlage 4 de uitruilfactoren voor ouderdomspensioen in partnerpensioen bij de verschillende leeftijden opgenomen zoals die voor het laatst zijn herzien per 1 januari 2020. Een uitruilvoet van 325,4% wil zeggen dat voor iedere € 1.000,- ouderdomspensioen ingaand op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer de leeftijd van 68 jaar bereikt, op de pensioendatum € 3.254,- partnerpensioen verkregen kan worden. Komt de pensioendatum niet overeen met een in de tabel vermelde leeftijd, dan wordt herrekend naar de bij die leeftijd behorende factor. 3. Artikel 9 lid 4 is ook van toepassing op het hoger partnerpensioen verkregen na uitruil. 4. Uitruil is ook mogelijk op de vervroegde pensioendatum. Het uit te ruilen ouderdomspensioen kan niet meer bedragen dan het op de vervroegde pensioendatum opgebouwde evenredige ouderdomspensioen. 5. Indien de (gewezen) deelnemer besluit ouderdomspensioen uit te ruilen vervalt gedeeltelijk de aanspraak op ouderdomspensioen. 6. Het deel van het ouderdomspensioen waarop de gewezen echtgenoot als bedoeld in artikel 22 lid 1 recht op uitbetaling heeft, in verband met toepassing van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding, kan niet worden uitgeruild voor partnerpensioen.
Uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen. Xxxxxxxx Xxxxxxx t Leeftijd Xxxxxxx x Leeftijd Xxxxxxx x
Uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen. De (gewezen) deelnemer kan op de datum van beëindiging van zijn deelnemerschap of op de pensioendatum eenmalig en onherroepelijk kiezen voor een hoger partnerpensioen in plaats van een deel van het ouderdomspensioen.
Uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen. 1. Indien de deelnemer op de pensioendatum gedeeltelijk afstand doet van de aanspraak op ouderdomspensioen, wordt het partnerpensioenverhoogd met een extra aanspraak. Deze extra aanspraak is in onderstaande tabel uitgedrukt als factor van het ouderdomspensioen. De factoren verschillen indien gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om het ouderdomspensioen te vervroegen conform artikel 7. 2. Het totale partnerpensioen kan met inbegrip van aanspraken op bijzonder partnerpensioen na omzetting niet meer bedragen dan 70% van het ouderdomspensioen. 3. De omzetting vindt plaats op basis van sekseneutrale factoren die periodiek door het bestuur worden vastgesteld voor een bepaalde periode. De factoren gelden vanaf 1 januari 2021 en kunnen door het bestuur worden aangepast. Leeftijd Xxxxxxxx uitgedrukt als factor t.o.v. ouderdomspensioen Extra partner- pensioen bij uitruil € 1.000 ouderdomspensioen
Uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen. Factoren voor het omzetten van € 1 ouderdomspensioen ingaande op 68 jaar in extra partnerpensioen.

Related to Uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen

  • Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is gebaseerd op een geïndexeerd middelloonsysteem. De opbouw per jaar bedraagt 1,75% van de pensioengrondslag van het betreffende jaar. Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 68-jarige leeftijd bereikt.

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • Partnerpensioen Het partnerpensioen bedraagt 50% van het te bereiken ouderdomspen- sioen. Dit pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer overlijdt. Ook voor alleenstaanden wordt een fictief partnerpensioen opgebouwd.

  • Waarvoor gebruiken we persoonsgegevens? U heeft ons allerlei gegevens gestuurd over uzelf en de verzekerden. We gaan zorgvuldig met deze gegevens om. Wij kunnen persoonsgegevens o.a. gebruiken om: - de aanvraag te verwerken; - een overeenkomst te sluiten en om die uit te voeren; - een claim, declaratie of schade af te handelen; - fraude te voorkomen en te bestrijden. Hiervoor kunnen we ook openbare gegevens over u op internet gebruiken; - te zorgen dat de financiële sector veilig en integer blijft; - te voldoen aan wet- en regelgeving; - deze, voor zover toegestaan, te delen met zakelijke partners, zoals adviseurs, incassobureaus, arbodiensten en re-integratiebedrijven; - marktonderzoek te doen; - statistische analyses uit te voeren; - onze dienstverlening te verbeteren en onze dienstverlening beter aan te laten sluiten op uw persoonlijke situatie; - de relatie met u te onderhouden en uit te breiden’; - u te informeren over onze producten; - u aanbiedingen te doen; - het versturen van service attenties. Wij houden ons daarbij aan de wet- en regelgeving en de gedragscodes van het Verbond van Verzekeraars. Onze volledige en actuele privacyverklaring leest u op xxx.xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxx.xx.

  • Arbeidsongeschiktheidspensioen 1. Recht op arbeidsongeschiktheidspensioen heeft de (gewezen) deelnemer die tijdens het deel- nemerschap arbeidsongeschikt is geworden, terzake van die tijdens het deelnemerschap ontstane arbeidsongeschiktheid. 2. Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de (gewezen) deelnemer gedurende twee jaar arbeidsongeschikt is. Het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgekeerd tot de pensioendatum dan wel tot en met de laatste dag van de maand van de eerdere beëindiging van de arbeidsongeschiktheid of het eerdere overlijden van de pensioengerechtigde. 3. Het arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt bij volledige arbeidsongeschiktheid 70% van het pensioengevend salaris vermeerderd met de ploegenpensioengrondslag boven het maximum WIA-uitkeringsdagloon conform de Wet financiering Sociale Verzekeringen. Het pensioengevend salaris wordt hierbij niet gemaximeerd op het opbouwgrensbedrag. Voor de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgegaan van het pensioengevend salaris, de ploegenpensioengrondslag en het maximum WIA-uitkeringsdagloon, zoals deze gelden op de dag voorafgaand aan de dag waarop de deelnemer gedurende twee jaar arbeidsongeschikt is. 4. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt het in lid 3 bedoelde arbeidsongeschiktheidspen- sioen gedeeltelijk uitgekeerd overeenkomstig de volgende tabel: Bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van Bedraagt het uitkeringspercentage 80% of meer 100% 65% tot 80% 72,5% 55% tot 65% 60% 45% tot 55% 50% 35% tot 45% 40% 0% tot 35% 0% De mate van arbeidsongeschiktheid geschiedt op basis van het door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) op grond van de WIA vastgestelde percentage. De mate van arbeidsongeschiktheid zal indien en voor zolang door het UWV geen arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld volgens de volgende formule worden vastgesteld: Daarbij wordt uitgegaan van het maatmanloon en de restverdiencapaciteit (het salaris dat volgens het UWV nog verdiend kan worden) zoals deze door het UWV worden opgegeven. 5. In afwijking op het bepaalde in lid 4 wordt in geval van wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid na beëindiging van het dienstverband met de werkgever, het arbeidsongeschiktheidspensioen dienovereenkomstig aangepast. 6. Geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen bestaat, indien de deelnemer bij aanvang van het dienstverband reeds geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschiktheid is. Het pensioenfonds kan de uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen weigeren als de deelnemer binnen een half jaar· na aanvang van het deelnemerschap, zijn werkzaamheden (deels) staakt wegens ziekte en de gezondheidstoestand van de werknemer dit ten tijde van aanvang van het deelnemerschap kennelijk moest doen verwachten. De periode van een half jaar wordt verminderd met de periode dat de deelnemer bij het pensioenfonds of een andere pensioenuitvoerder direct voorafgaand op een vergelijkbaar niveau dekking had voor hetzelfde risico. 7. In geval van arbeidsongeschiktheidspensioen wegens arbeidsongeschiktheid van een deeltijd- werknemer wordt uitgegaan van het deeltijdpercentage van het pensioengevend salaris en de ploegenpensioengrondslag zoals deze gelden op de dag voorafgaand aan het tijdstip vanaf wanneer de werkgever krachtens artikel 7: 629 van het Burgerlijk Wetboek het salaris aan de werknemer doorbetaalt. 8. vervallen – 9. Perioden waarin de arbeidsongeschiktheid met minder dan vier weken is onderbroken worden voor de toepassing van dit artikel samengeteld.

  • Inbreuk in verband met Persoonsgegevens 5.1 Verwerker zal Verwerkingsverantwoordelijke zonder onredelijke vertraging, maar uiterlijk binnen 24 uur, informeren na vaststelling van een (vermoedelijke) Inbreuk in verband met Persoonsgegevens. Verwerker vermeldt hierbij voor zover bekend de vermeende oorzaak van de (vermoedelijke) Inbreuk, de categorie persoonsgegevens, de categorie betrokkenen en het aantal betrokkenen. 5.2 In geval van een Inbreuk neemt Verwerker zonder onredelijke vertraging alle maatregelen om de Inbreuk te herstellen, de gevolgen daarvan te beperken en verdere Inbreuken te voorkomen. 5.3 Verwerker heeft een gedetailleerd logboek van de Inbreuken en de maatregelen die op Inbreuken zijn genomen. Verwerkingsverantwoordelijke mag dat inzien, wanneer deze daarom vraagt. 5.4 Verwerkingsverantwoordelijke beslist of de Inbreuk moet worden gemeld bij de toezichthoudende autoriteit en/of Betrokkene. Verwerker ondersteunt de Verwerkingsverantwoordelijke waar nodig bij de melding aan de toezichthoudende autoriteit en/of Betrokkene.

  • Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.

  • Waarvoor gebruiken wij uw gegevens? Om u producten en diensten te leveren. • Om producten en diensten te verbeteren. • Om risico’s in te schatten. • Om onderzoek te doen naar uw kenmerken en voorkeuren. - Zoals wetenschappelijk onderzoek of marktonderzoek. - Bijvoorbeeld op u op het juiste moment een persoonlijk aanbod te kunnen doen. • Om te zorgen dat de financiële sector veilig en betrouwbaar blijft. • Om fraude tegen te gaan. - Ook gegevens over u die wij op internet vinden. • Om ons aan de wet te houden. • Om bij te houden hoe en wanneer wij contact met u hebben. Bijvoorbeeld: - Om de communicatie te verbeteren. - Om de medewerkers te coachen en te trainen. - Om te achterhalen wat wij met u afgesproken hebben.

  • Delen van persoonsgegevens met derden Sport en Spijs/PM030 verstrekt uitsluitend aan derden en alleen als dit nodig is voor de uitvoering van onze overeenkomst met jou of om te voldoen aan een wettelijke verplichting. Sport en Spijs/PM030 gebruikt alleen technische en functionele cookies. En analytische cookies die geen inbreuk maken op je privacy. Een cookie is een klein tekstbestand dat bij het eerste bezoek aan deze website wordt opgeslagen op jouw computer, tablet of smartphone. De cookies die wij gebruiken zijn noodzakelijk voor de technische werking van de website en jouw gebruiksgemak. Ze zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt en onthouden bijvoorbeeld jouw voorkeursinstellingen. Ook kunnen wij hiermee onze website optimaliseren. Je kunt je afmelden voor cookies door je internetbrowser zo in te stellen dat deze geen cookies meer opslaat. Daarnaast kun je ook alle informatie die eerder is opgeslagen via de instellingen van je browser verwijderen. Je hebt het recht om je persoonsgegevens in te zien, te corrigeren of te verwijderen. Daarnaast heb je het recht om je eventuele toestemming voor de gegevensverwerking in te trekken of bezwaar te maken tegen de verwerking van jouw persoonsgegevens door Sport en Spijs/PM030 en heb je het recht op gegevensoverdraagbaarheid. Dat betekent dat je bij ons een verzoek kan indienen om de persoonsgegevens die . Sport en Spijs/PM030 wil je er tevens op wijzen dat je de mogelijkheid hebt om een klacht in te dienen bij de nationale toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens. Dat kan via de volgende link: xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxx-xxx-xx-xxxxxxxxxx- persoonsgegevens/tip-ons Sport en Spijs/PM030 neemt de bescherming van jouw gegevens serieus en neemt passende maatregelen om misbruik, verlies, onbevoegde toegang, ongewenste openbaarmaking en ongeoorloofde wijziging tegen te gaan. Als jij het idee hebt dat jouw gegevens toch niet goed beveiligd zijn of er aanwijzingen zijn van misbruik, neem dan contact op met onze klantenservice of via xxxx@xxxxxxxxxxxx.xxx N.B. Sport&Spijs en PM030 zijn actief op social media. We maken graag gebruik van actie foto's/video's van onze sporters. Wanneer je dit niet op prijs stelt, geef dit dan door via een appje aan 0625515316(Tineke)

  • Werkgeversbijdrage a. De werkgeversorganisaties verplichten zich per 1 maart 2015 tot het betalen van een werkgevers- bijdrage aan de werknemersorganisaties van in totaal € 95.000 op jaarbasis. De werkgeversbijdrage wordt jaarlijks vanaf 2016 geïndexeerd aan de hand van het CBS consumentenprijsindexcijfer (CPI) van het voor- gaande kalenderjaar. Per 1 juni 2019 is de werkgevers- bijdrage evenredig met het aantal toegetreden werk- nemers uit de Xxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx (ca. 2000) verhoogd. De werkgeversorganisaties betalen de werkgeversbijdrage uit aan iedere afzonderlijke werk- nemersorganisatie na collectieve opgave van de leden- tallen en op basis van die ledentallen. b. Partijen komen overeen dat voor elk van de werk- nemersbestuurszetels de SSFH in 2015, 2016 en 2017 een bedrag van € 5.000,- uitkeert aan de desbetreffende werknemersorganisaties, ter ondersteuning en voorbe- reiding van de bestuurlijke activiteiten voor het fonds.